Fossielen in beeld, door Sjir Renkens, 2008

AFZETTINGEN WTKG 29_(4),2008 75

Fossielen inbeeld, door

Sjir Renkens,

2008.

Wateen

goede bijdrage

had kunnen

zijn

omhet

verzame-len_vanfossielen_-enhet

_begrip

tenaanzienvande

geolo-gie-

te

_bevorderen,

is

_{namelijk bepaald}

niet

_geslaagd.

Dat heefttwee

_{belangrijke (en}

_eenaantal minder

belangrij-ke)

oorzaken. In deeerste

_plaats

betreft dat de

_nogal

wil-lekeurige

fossielen die worden

gepresenteerd.

Uit het Carboon

zijn

dat

_Calamites,

Lepidoden-dron, Sphenophyllum,

Pecopte-risen

Sigillaria;

uit het Triaseen

botje

van eenniet nader

geïdenti-ficeerde

_{vertegenwoordiger}

van

de

_{Eosauropterygia}

_en

loopspo-ren

(aangeduid

als

‘sporenfossie-len’);

uit het

_{Krijt Cyclolites}

can-cellata,

Belemnitella

junior,

He-mipneustes

striatoradiatusen een

‘nepfossiel’

(een

vuursteencon-cretie);

uit het Tertiar Anadara diluvii

_(in

het

_boekje

gepresen-teerd onder het

hoofdje

‘Pleisto-ceen’!);

enuit het Pleistoceen

(of

deels uit het

Tertiair?)

de

gastro-poden

Murex enColus cortus, Turritella

subangulata

en

Natica

_{multipunctata,}

de haaientanden Carcharocles

me-galodon

en

Odontaspis,

de tandvande rog

Myliobatis,

een stekelvande rog

Raja clavata,

enbottenvanMammuthus

primigenius,

Coelodonta

_antiquitatis

en

Equus

caballus.

Van deze fossielen

_zijn

_{geen foto’s opgenomen,}maar

te-keningen,

wat weliswaareen

duidelijk

beeld

_geeft,

maar watde

_{werkelijkheid}

_soms

_{enig geweld}

aandoet. Helaas

wordt nergens vermeldwaarom

juist

dezefossielen

_zijn

ge-kozen,

enevenminwaaromin

sommige gevallen

alleen de

geslachtsnaam

wordt vermeldeninandere

gevallen

ook de soortnaam.

_Op

basisvanwelke kenmerkeneen

amateur-verzameling

toteen

juiste

determinatie kan

komen, blijft

ook

_volledig

in het

_ongewisse.

Het tweede

_{belangrijke minpunt}

is dat in de tekst vaak on-voldoendekennis_vanzaken

_blijkt.

Om slechts enkele

slip-pertjes

tenoemen:

geologen

onderzoeken

_{(kennelijk alleen)}

de aardkorst

_(en

de ‘steenkorst’

_drijft

_{op heet vloeibaar}

ge-steente), paleontologen

onderzoeken

_{(kennelijk alleen)}

hoe

organismen

vroeger

leefden,

de oudste

_{lagen liggen altijd}

het

_diepst,

en

wetenschappers “zijn

voorhun fossielen

bij-na

volledig afhankelijk

vanverzamelaars”. Dat de aarde

begint

methet Proterozoïcumendat de ouderdommen in de

_{chronostratigrafische}

tabel

_(die

ook

_spreekt

van

Onder-Krijt

in

_plaats

_van

_{Vroeg-Krijt enz.)}

niet

_{up-to-date zijn,}

moetenwe maar voorliefnemen.

Een

_gemiste

kans

_dus,

ook al omdat de

_beginnende

verza-melaar wel naarde NGVende

Stichting

Gea wordt

ver-wezen, maarnietnaarde WTKG. Jammer, het had zo’n leuk

_boekje

kunnen

_zijn

om aankinderen uittedelen

(ze-ker

_gezien

de

_{lage prijs),}

maarmetdit

_boekje

zullen daar

geen echte verzamelaars

(laat

staannieuwe

_WTKG-leden)

uit voortkomen.

TomvanLoon

Geologisch

Instituut,Adam Mickiewicz

Uni-versiteit. Polen,email:

_{tvanloon@amu.edu.pl}

KNW

_Uitgeverij,

Zeist. 32

_{blz., prijs}

€

_4,95.

ISBN

978-90-5011-273-3.

Eenklein

boekje, eigenlijk

meer een

brochure,

bedoeldom

leken iets teleren_over fossielen zoals die in Nederland voorkomen in de

_weinige

harde_gesteenten diewe

ken-nen, maarook als strandvondsten

(pre-Carbonische

fos-sielen die als zwerfsteen worden

_gevonden,

worden

ove-rigens

niet

_vermeld).

Een

_{lofwaardig initiatief,}

dat

volle-dig

pastineenserie diewordt

uitgegeven

door de

_Stichting

Uitgeverij

vande Nederlandse Natuurhistorische

Vereni-ging.

Daarmee

_zijn

echter -helaas- ook

_vrijwel

alle

posi-tieve_puntenvandit

boekje genoemd.