• No results found

Inkomensvorming op lange termijn: 2005 en 2006 waren topjaren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inkomensvorming op lange termijn: 2005 en 2006 waren topjaren"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

INKOMENSVORMING OP DE LANGE TERMIJN: 2005 EN 2006 WAREN TOPJAREN

Walter van Everdingen

Het gemiddelde inkomen in de land- en tuinbouw wisselt tussen de jaren. Schommelingen vallen hierbij veel kleiner uit dan bij individuele bedrijven of bij onderscheiden bedrijfstypen. In het gemiddelde inkomen worden in veel jaren matige resultaten in de ene sector gecompenseerd door betere resultaten in een andere sector. In een aantal jaren vallen toppen en dalen over meerdere sectoren samen. Zo was 1993 een slecht jaar voor zowel varkenshouders, akkerbouwers als glasgroentetelers. Dit zijn ook de drie sectoren die het meest afhankelijk zijn van de vrije markt en daardoor veel grotere schommelingen laten zien dan bijvoorbeeld de melkveehouderij. Het jaar 2006 zal de boeken ingaan als het jaar waarin de meeste sectoren redelijk goed scoorden, met uitzondering van de vleeskuikenhouderij. Over een langere periode bezien kunnen 2005 en 2006 uit een oogpunt van gemiddelde resultaten als topjaren worden omschreven (figuur 1). De inkomens lagen, vanaf 1990 bekeken, nog niet eerder gemiddeld boven de 60.000 euro per bedrijf. 0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 80.000 1990 1992 1994 1996 1998 raming 2002 2004 2006 Euro

Gezinsinkomen uit bedrijf Inkomsten buiten bedrijf voortschrijdend gemiddelde voortschrijdend gemiddelde

Figuur 1 Inkomensontwikkeling van het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf, euro per bedrijf (vanaf 2001 gelden andere definities)

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Uit bedrijf of buiten bedrijf

Bij inkomensberekeningen wordt onderscheid gemaakt tussen het inkomen uit het bedrijf en het inkomen van buiten het bedrijf. Opbrengsten en kosten van verbredingsactiviteiten en inkomenstoeslagen maken deel uit van de resultaten uit het bedrijf. De opbrengsten van bijvoorbeeld uitgevoerd loonwerk bij derden horen bij de bedrijfsopbrengsten, net zo goed als dat de kosten van de daarvoor gebruikte machines horen bij de bedrijfskosten. De inkomsten van buiten bedrijf bestaan onder andere uit het loon dat (door de ondernemers of hun partners) ontvangen is voor arbeid in loondienst. In de loop van de tijd wordt dat bedrag steeds belangrijker in het totaal inkomen. Daarnaast vormen ook de opbrengsten uit sparen en beleggen inkomsten van buiten bedrijf en sinds de herziening van de uitgangspunten in 2001 ook de koerswijzigingen van de aandelen. Verder horen sociale uitkeringen zoals kinderbijslag en AOW bij de inkomsten van buiten bedrijf.

Inkomensvorming

De bedrijfsopbrengsten beliepen in de periode 2004-2006 gemiddeld ongeveer 292.000 euro per bedrijf per jaar (tabel 1). Ze liggen daarmee bijna een ton hoger dan in de jaren 1991-1993. De kosten zijn echter harder gestegen dan de opbrengsten: begin jaren negentig bleef er van de opbrengsten circa 16% over als

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

gezinsinkomen uit bedrijf, in de laatste periode was dat “slechts” rond de 15% . Daarbij geldt ook nog een effect van de wijziging van uitgangspunten, zie hieronder bij 'definitieverschillen', waardoor het werkelijke verschil nog groter is. De inkomsten van buiten bedrijf zijn in de beschreven periode sterk toegenomen en maken ongeveer een kwart uit van het totaal gezinsinkomen. In de periode 2001-2003 lagen de inkomsten buiten bedrijf op een lager niveau dan in voorgaande jaren, mede vanwege de nieuwe uitgangspunten: koersverschillen worden met ingang van 2001 in het resultaat meegenomen en de koersdalingen in 2001 en 2002 leidden tot teleurstellende opbrengsten uit beleggen. De inkomsten van buiten bedrijf spelen niet bij alle bedrijven een even grote rol. Bij ongeveer 15% van de bedrijven werd er in 2005 geen of nauwelijks inkomsten van buiten bedrijf behaald en bij een kwart bleef het beperkt tot maximaal 5.000 euro. Bij 18% van de bedrijven ging het echter de 25.000 euro te boven. Op die bedrijven werd in 2005 gemiddeld 32.000 aan inkomen uit bedrijf behaald en ruim 45.000 aan inkomsten van buiten bedrijf.

Tabel 1 Enkele inkomenskengetallen van het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf, x 1.000 euro per bedrijf (driejaargemiddelden)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Opbrengsten Gezinsin- Inkomsten Totaal Inkomen Aandeel komen uit buiten gezins- als aandeel inkomsten

bedrijf bedrijf inkomen opbrengsten buiten bedrijf ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1991-1993 199,0 32,5 10,7 43,2 16,3 24,9 1994-1996 205,4 34,3 11,6 45,9 16,7 25,2 1997-1999 236,0 34,4 13,3 47,7 14,6 27,9 2001-2003 266,9 37,9 10,0 47,9 14,2 20,9 2004-2006 292,4 44,6 15,0 59,6 15,3 25,1 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Definitieverschillen

Bij de vergelijking van de resultaten per jaar spelen naast de ontwikkeling van prijzen en volumes ook gewijzigde definities en uitgangspunten een rol. In 2001 zijn in het Informatienet veranderingen doorgevoerd in de bedrijfseconomische uitgangspunten, kengetallen en rekenschema’s. Tot 2000 werd er bijvoorbeeld afgeschreven over aangekochte quota. Vanaf 2001 wordt dit niet meer gedaan, maar wordt het volledige quotum (zowel aangekocht als om niet verkregen) op de balans opgenomen. In 1997, het vorige topjaar, hadden deze afschrijvingskosten op het gemiddelde bedrijf een inkomensdrukkend effect van ongeveer 4.000 euro. Zonder die kosten zou het inkomen in dat jaar vergelijkbaar zijn met het resultaat van 2005. Wel is het zo dat er in 2005 minder bedrijven zijn dan in 1997, dat de bedrijven gemiddeld groter zijn en dat het geld door inflatie inmiddels ruim 20% minder waard is geworden. Behalve de wijziging in omgang met quota zijn ook andere zaken aangepast. Zo wordt nu gerekend op kalenderjaarbasis, waar voor de landbouwsectoren eerst het mei-mei-boekjaar gold. Ook methoden van waarderen en afschrijven van activa zijn veranderd en een aantal prijsverschillen die in het verleden buiten het resultaat bleven, zoals de aanwas van vee en de koersverschillen van aandelen, komen nu in het resultaat naar voren. Voor een uitgebreider overzicht van de wijzigingen wordt verwezen naar de website van het LEI.

Meer informatie:

Rapport 1.03.06

Het Bedrijven-Informatienet van A-Z

http://www.lei.wur.nl/NL/statistieken/Binternet

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Toename van de toegestane inkomsten van 2020 jaren ten gevolge van de gewijzigde methodebesluiten, zowel in transport- als systeemtaken..  Toename van de T-0-vergoeding

BNP Paribas BSCH Citigroup Credit Suisse Deutsche Bank Fortis Hartford Fin. Services HSBC Lloyds TSB Munich

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

The appellate court held that Naruto had standing under article III of the US Constitution because the case shows the existence of a controversy based on the

Wat betreft energieteelt in bufferzones zien alle partijen (provincies, natuurbeheren- de organisaties en landbouworganisaties) kansen - waarbij overigens niet alleen

De voorzieningenrechter ziet voorlopig oordelend dan ook geen grond voor het oordeel dat verweerder ten onrechte niet alle door verzoekster opgevraagde stukken heeft verstrekt..

jaarlijks conform afspraken cie. Verbonden Partijen okt. Keulen toegevoegd LTA-overleg nov. Paterswoldsewegtunnel) de Rook collegebrief 28-8-15. 3e kw 16 2015-228 B&V PvA

Uit de literatuur is bekend dat personen die tijdens de zwangerschap een zwangerschapsmasker (chloasma gravidarum) hebben gehad een groter risico lopen op het ontwikkelen van