• No results found

Voordeel extensief bedrijf. Wageningen Universiteit brengt invloeden van klimaatverandering op de melkveehouderij in beeld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voordeel extensief bedrijf. Wageningen Universiteit brengt invloeden van klimaatverandering op de melkveehouderij in beeld"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

12

mei 1 2008 mei 1 2008

13

H

et klimaat is aan het veranderen en dat heeft wereldwijd grote gevolgen. Welke invloed heeft deze klimaatverandering op de Nederlandse melkveehouderij? In het kader van het afstudeer-vak bedrijfseconomie heeft Judith Deusings in sa-menwerking met Paul Berentsen van Wageningen Universiteit gekeken naar mogelijke effecten van klimaatverandering op de Nederlandse melkvee-houderij en naar de economische consequenties ervan.

Als gevolg van de klimaatverandering neemt de ge-middelde temperatuur op aarde toe. Voor de land-bouw in veel landen betekent dat een verslechte-ring van de productie-omstandigheden met als gevolg een lagere landbouwproductie. Ook in Ne-derland stijgt de gemiddelde temperatuur, waar-door de winters korter worden en de zomers war-mer. Daarnaast wordt het weer extremer door periodes met veel neerslag of hoge temperaturen. Over de oorzaak van de klimaatverandering is niet iedereen het eens, maar de opvatting dat de uitstoot

prijs van mais van € 138 naar € 164 per 1000 kvem. De effecten van wereldwijde klimaatverandering hebben betrekking op de prijzen van krachtvoer-grondstoffen en daardoor op de krachtvoerprijs. Door de verslechterende productie-omstandighe-den wereldwijd en door de concurrentie om grond met energiegewassen stijgt de krachtvoerprijs naar verwachting met 12 tot 71 procent.

Extensief en intensief bedrijf

Om de economische gevolgen van deze veranderin-gen voor Nederlandse melkveebedrijven te bepalen zijn modelberekeningen gedaan voor twee voor-beeldbedrijven met een verschillende intensiteit. Beide bedrijven hebben een melkquotum van 800.000 kg. Het extensieve bedrijf heeft 12.000 kg melk per hectare en het intensieve bedrijf 16.000

Voordeel extensief bedrijf

Wageningen Universiteit brengt invloeden van kli maatverandering op de melkveehouderij in beeld

Een stijgende temperatuur en periodes met veel neerslag.

Welke invloed heeft dat op de Nederlandse

melkveehoude-rij? Wagenings onderzoek brengt effecten van

klimaatveran-dering in beeld en bekijkt de economische consequenties.

van broeikasgassen – voor achttien procent veroor-zaakt door de landbouw – een belangrijke oorzaak is, wordt vrij breed gedeeld. Deze opvatting leidt onder andere tot de snelle opkomst van energiege-wassen die klimaatneutraal zijn. Het gevolg is dat er minder grond overblijft voor voedsel- en voeder-productie.

Klimaatverandering lokaal en wereldwijd

Om de uiteindelijke gevolgen van klimaatverande-ringen voor Nederlandse melkveebedrijven te bepa-len zijn er modelberekeningen uitgevoerd. Er is onderscheid gemaakt tussen de verwachte lokale en wereldwijde klimaatverandering. Er is gekeken naar het jaar 2050, omdat relatief veel studies voor-spellingen voor dat jaar doen. Omdat die voorspel-lingen een grote onzekerheid hebben, is steeds een

gematigde en een extreme waarde van de voorspel-lingen gebruikt.

De effecten van lokale klimaatverandering zijn vooral terug te zien in gewasopbrengsten. De groei-omstandigheden voor gras in Nederland worden gunstiger. Door de stijging van de temperatuur wordt het groeiseizoen en dus ook het weidesei-zoen één tot twee maanden langer. Samen met een verhoogde CO2-concentratie in de lucht stijgt de grasproductie hierdoor op jaarbasis naar verwach-ting met 25 tot 50 procent.

Voor snijmais geldt het omgekeerde. Vooral door ongunstige groeiomstandigheden op het verkeerde moment daalt de opbrengst van snijmais naar ver-wachting met 16 procent. Als indirect gevolg van de gedaalde maisopbrengst door ongunstige groei- omstandigheden stijgt de veronderstelde

aankoop-kg melk per hectare. Op beide bedrijven is uitge-gaan van de gemiddelde melkproductie van 7700 kg en melkopbrengsten van € 30,55 per 100 kilo-gram melk. Voor wat betreft de milieuwetgeving is uitgegaan van continuering van de derogatie. Het beweidingssysteem is beperkt weiden. Voor beide voorbeeldbedrijven zijn zowel de afzonderlijke ge-volgen bepaald van de lokale en wereldwijde klimaatverandering als de gevolgen van beide kli-maatveranderingen samen. Bovendien zijn er bere-keningen gemaakt op basis van de gematigde en de extreme variant van de effecten van klimaatveran-dering.

Figuur 1 toont de arbeidsopbrengsten voor de ver-schillende situaties, links voor het extensieve drijf en rechts voor het intensieve bedrijf. Van be-lang is dat het bij deze studie niet gaat om het

Paul Berentsen Judith Deusings Mogelijk meer hittestress als gevolg van periodes met extreem hoge zomer-temperaturen

(2)

14

mei 1 2008

absolute niveau van de arbeidsopbrengst, maar om de verschillen tussen de situaties. Het absolute ni-veau wordt sterk bepaald door discutabele uitgangs-punten als de melkprijs. Voor verschillen tussen de situaties maakt de hoogte van de melkprijs echter niets uit omdat de melkproductie gelijk gehouden is, er is geen verschil in melkopbrengst.

Intensiever betekent kwetsbaarder

Op het extensieve bedrijf wordt in de uitgangssitu-atie (staaf 1) in het weideseizoen maximaal gras ge-voerd gegeven de beperkte beweidingsduur. In het stalseizoen wordt een rantsoen van kuilgras, snij-mais en krachtvoer gevoerd. Dat leidt tot een mini-male overmaat aan dve en oeb en dus tot minimini-male stikstofverliezen. Een gematigde stijging van de grasproductie en daling van de snijmaisproductie (effect van lokale klimaatverandering) leidt tot ver-vanging van snijmais door gras in het stalrantsoen. De productie van kuilgras is duurder dan die van snijmais met als gevolg een enigszins lagere ar-beidsopbrengst (staaf 2). De hogere krachtvoerprijs (effect van wereldwijde klimaatverandering) leidt eenvoudigweg tot een kostenstijging en dus tot een lagere arbeidsopbrengst (staaf 3). Het gecombineer-de effect is gecombineer-de som van beigecombineer-de voorgaangecombineer-de verangecombineer-de- verande-ringen en betekent een daling van de arbeidsop-brengst ten opzichte van de basissituatie van ongeveer 4000 euro (staaf 4).

Als gerekend wordt met de extreme waarden is de toename van de grasproductie veel groter dan de afname van de snijmaisproductie. Dit gecombi-neerd met het feit dat steeds meer gras door bewei-ding kan worden opgenomen vanwege het langere groeiseizoen leidt tot een stijging van de arbeidsop-brengst als gevolg van de lokale klimaatverande-ring. De forse stijging van de krachtvoerprijzen door de wereldwijde effecten leidt tot een sterke da-ling van de arbeidsopbrengst. De effecten van loka-le en wereldwijde klimaatverandering samen bete-kenen in de extreme variant een daling van de arbeidsopbrengst met bijna 10.000 euro.

Het intensieve bedrijf heeft een ruwvoertekort en is sterker afhankelijk van krachtvoer. Een hogere

grasproductie betekent voor dat bedrijf een verho-ging van de arbeidsopbrengst, terwijl verhoverho-ging van de krachtvoerprijs tot een sterkere daling van de arbeidsopbrengst leidt dan op het extensieve be-drijf. Beide effecten samen zorgen voor een daling van de arbeidsopbrengst met 4000 euro in de gema-tigde situatie en 21.000 euro in de extreme situatie. Het is duidelijk dat het intensieve bedrijf gevoeliger is voor klimaatverandering in de extreme variant dan het extensieve bedrijf.

Nieuw-Zeelands grassysteem

Er zijn enkele kanttekeningen te maken bij dit on-derzoek. Zo zijn sommige mogelijke lokale effecten van klimaatverandering niet meegenomen in de be-rekeningen. Te denken valt aan de opkomst van nieuwe ziekten, zoals bladschimmel in mais en blauwtong bij melkkoeien en aan hittestress bij melkkoeien als gevolg van periodes met extreem hoge zomertemperaturen. Verder is het mogelijk dat nieuwe voedergewassen opkomen die beter dan snijmais afgestemd zijn op de veranderende weers-omstandigheden. Ten slotte is op te merken dat de doorgerekende situaties deels kunstmatig zijn, om-dat gerekend is met huidige bedrijfsopzetten, inclu-sief de quotering, terwijl veranderingen voor pro-ductieomstandigheden gebruikt zijn voor 2050. Er zullen meer zaken veranderen. Er zal waarschijn-lijk geen quotering meer zijn in 2050, wat de aan-passingsmogelijkheden voor bedrijven vergroot. Ook de melkprijs zal zich aanpassen. Als veevoer-grondstoffen schaarser en dus duurder worden, dan wordt logischerwijs ook het eindproduct melk duurder.

Wat blijft staan, is de constatering dat de Neder-landse melkveehouderij in het algemeen voordeel heeft van de lokale effecten van klimaatverande-ring en nadeel van de wereldwijde effecten. Het is goed denkbaar dat de Nederlandse melkveehoude-rij daardoor in de richting schuift van melkveehou-derijsystemen zoals in Ierland en Nieuw-Zeeland, meer gebaseerd op gras en minder op aangekocht krachtvoer.

J. H. M. Deusings, student dierwetenschappen, Wageningen Universiteit

Dr. ir. P. M. Berentsen, universitair docent bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit

Conclusies

– De lokale effecten van klimaatverandering heb-ben overwegend positieve gevolgen voor de Nederlandse melkveehouderij.

– De wereldwijde effecten van klimaatverande-ring hebben sterk negatieve gevolgen voor de Nederlandse melkveehouderij.

– Het extensieve melkveebedrijf is beter bestand tegen de klimaatveranderingseffecten omdat het minder afhankelijk is van krachtvoer. Figuur 1 – Arbeidsopbrengst in 2050 bij

klimaatverandering voor zowel extensief als intensief bedrijf (in euro’s)

arbeidsopbrengst

(�

)

basissituatie

gematigdextensiefextreem gematigdintensiefextreem lokale effecten wereldwijde effectengecombineerd

-5000 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The MeRAMs (Magnetoelectric Random Access Memories), used as data storage applications, can combine the advantages of the magnetic random access memories (MRAMs) in terms of

Voor de soorten met twee vliegperioden waren er vijf van de 11 waarvan de eerste vliegperiode vervroegde, twee waarbij een verlating werd opgetekend en vier waarbij geen

Klimaatveranderingen kunnen hier een invloed op hebben, ondermeer door de hogere areaalverschuiving.Vermits deze verschuiving schijn- baar asymmetrisch verloopt – men meet meer

De uitvoerder gespecialiseerde aannemerij zorgt ervoor dat materialen en middelen worden ingezet waarvoor ze bedoeld zijn en goed onderhouden worden. Hij voert het KAM-beleid en

De grasgroei in Figuur 1 is een gemiddelde van alle aanwezige percelen, zowel weide­ stadium als maaistadium. Bij een bodem­ temperatuur van circa 8 °C is half maart de

Speciaal gold dit het optimale plant- getal (zaaizaadhoeveelheid ) en oogststadium. Als basis voor het juiste aantal planten per oppervlakte-eenheid dienden die van de

Uit het debat komt naar voren dat de aanbevelingen betreffende het na- scholingsbeleid verder aangescherpt moeten worden door communicatie als aandachtspunt op te nemen en

SH/H in SDS versus height in SDS for patients with SHOX gene defects (n = 48) or SHOX enhancer region deletions (n = 21). Gray symbols denote patients with a genetic variant of