• No results found

Mediarecht - AAK20178496

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mediarecht - AAK20178496"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Mediarecht

Breemen, J.M.; Breemen, V.E.

Publication date

2017

Document Version

Final published version

Published in

Ars Aequi KwartaalSignaal

Link to publication

Citation for published version (APA):

Breemen, J. M., & Breemen, V. E. (2017). Mediarecht. Ars Aequi KwartaalSignaal, 145,

8496-8498.

http://www.arsaequi.nl/kwartaalsignaalartikel/16164/KwartaalSignaal_145%3A_Mediarecht.ht

ml

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

8496 KwartaalSignaal 145 sociaal-economisch recht

Eind augustus is ophef ontstaan rond de uitzending van de documentaire Jesse, over GroenLinks-leider Jesse Klaver, door BNNVARA nadat bekend werd dat de documentaire-maker werkzaam was voor GroenLinks tijdens de laatste verkiezingen. BNNVARA besloot vervolgens de uitzen-ding niet door te laten gaan. Volgens de zender waren wel journalistieke voorwaarden gesteld, maar kon zowel zij als de NPO niet uitsluiten dat toch twijfel kon ontstaan over de journalistieke onafhankelijkheid. Kritiek kwam vooral uit de hoek van andere politici en partijen die de film een reclamespot noemden, gemaakt met publiek geld. De producent sprak echter van een hetze voordat dat de film nog maar door iemand was gezien. Het Commissariaat voor de Media heeft zich naar aanleiding van de ophef en de specifieke omstandigheden ook over het geval uitgelaten. Ondanks annulering van de uitzending, en dus geweken gevaar voor eventuele politieke beïnvloeding van kijkers, heeft het commissariaat aangegeven om in gesprek te gaan met BNNVARA over de totstandkoming, onafhankelijk-heidswaarborgen en financiering van de documentaire. Het commissariaat stelt voorop dat het altijd achteraf toezicht houdt in verband met het belang dat aan de vrijheid van meningsuiting wordt gehecht in onze samenleving. Met haar toezicht houdt het commissariaat in de gaten of er een duidelijke scheiding is tussen redactie en politiek. Volgens het commissariaat houdt onafhankelijkheid in dat het publiek ervan uit moet kunnen gaan dat berichtgeving onafhankelijk is en dat politieke of andere belangen niet doorspelen in de informatie die zij ontvangt. Dit hangt samen met gelegitimeerde besteding van publiek geld. De rechtmatigheid van de uitgaven van de publieke media is daarom ook een aandachtspunt van de toezichthouder. Volgens de laatste ontwikkelingen heeft BNNVARA de auteursrechten op de documentaire teruggegeven aan de producent en maker en heeft de omroep op haar beurt het in de productie geïnvesteerde geld terugontvangen (zie de websites van het CvdM, de NOS en Villamedia voor bericht-geving over en details van dit voorval).

Het Openbaar Ministerie heeft excuses aangeboden aan Chris Keulen, de freelance NRC-fotograaf die op 10 septem-ber jl. werd gearresteerd tijdens een reportage omdat hij weigerde foto’s af te staan van een aanvaring tussen een actievoerder en een Amerikaanse militair in burger. Zijn geheugenkaart werd daarbij in beslag genomen. Inmid-dels zijn de gekopieerde beelden vernietigd en de zaak is geseponeerd. Het OM geeft aan veel waarde te hechten aan vrije nieuwsgaring, wat betekent dat ‘dat journalisten in vrijheid hun werk moeten kunnen doen’. Het OM conclu-deert dat de handelswijze van de politie ingaat tegen de Aanwijzing toepassing dwangmiddelen tegen journalisten en dat in deze zaak een verkeerde afweging is gemaakt door de dwangmiddelen in te zetten (zie het bericht van 14 september 2017 op www.om.nl).

In september en oktober werden op Europees niveau meerdere bijeenkomsten gehouden over onderwerpen die gerelateerd zijn aan (zelf-)regulering, media, internet en vrijheid van meningsuiting. Zo vond op 14 september jl. de eerste bijeenkomst plaats van de Commission to confront

MEDIARECHT

AAK20178496

J.M. Breemen & V.E. Breemen

Regelgeving en beleid

Ten eerste een kort nieuwsbericht: op 9 oktober jl. werd bekend dat de benodigde 300.000 handtekeningen voor een referendum over de zogenoemde ‘Aftapwet’ of sleepwet (zie KwartaalSignaal 144, p. 8427) zijn verzameld. Naar verwachting zal dit raadgevende referendum in 2018 plaatsvinden.

(3)

KwartaalSignaal 145 8497

sociaal-economisch recht

propaganda. Deze commissie is een raadgevend orgaan voor klachten met betrekking tot grensoverschrijdende media. Het is onderdeel van het regionale project ‘Promote Professional Journalism by Supporting Regional Networks of Self-regulatory Bodies’ van de EU/Raad van Europa’s Partnership for Good Governance en opgezet in 2016 door een netwerk van zelf-regulerende organen van zes Oost-Europese partnerlanden en Rusland. Deelnemers aan deze eerste bijeenkomst kwamen dan ook uit Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland. De commissie heeft als mandaat om klachten van de zeven landen te beoordelen over media die actief zijn in één van de andere landen in de regio. De eerste vijf van deze klachten over grensoverschrijdende media kwamen uit Armenië, Georgië en Oekraïne en betroffen publicaties die volgens de initiatiefnemers hate speech, discriminatie, racisme en xenofobie verspreidden. De commissie zal nu Opinions met een aanbevelend karak-ter opstellen die richtsnoeren bevatten en standaarden neerleggen welke algemeen geaccepteerde principes van journalistieke ethiek volgen. Deze opinies zullen door het overkoepelende netwerk en de nationale zelf-regulerende organen worden gepubliceerd (zie www.coe.int/en/

web/freedom-expression/-programmatic-cooperation- framework-for-armenia-azerbaijan-georgia-republic-of-moldova-ukraine-and-belarus-1).

Verder kwamen op 18-19 september jl. de leden en deelnemers van het Committee of experts on Internet Inter mediaries (MSI-NET) voor de vierde maal bijeen. Dit comité heeft als opdracht om voorstellen voor te bereiden met standaarden omtrent de rollen en verantwoordelijkhe-den van internettussenpersonen. De geplande uitkomsten van de werkzaamheden van het comité zijn een draft aan-beveling van het Comité van Ministers over internettus-senpersonen en een studie naar de mensenrechtendimen-sies van geautomatiseerde dataverwerkingstechnieken, in het bijzonder algoritmes, en de mogelijke implicaties hiervan voor regelgeving. Tijdens deze vierde bijeenkomst werden comments op de draft aanbeveling besproken die naar voren kwamen in reacties op een publieke consulta-tie. De draft aanbeveling bevat zowel verplichtingen voor staten als verantwoordelijkheden van internettussenper-sonen. Voor staten zijn dit onder andere verplichtingen met betrekking tot rechtsgeldigheid, rechtszekerheid en waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting, privacy en gegevensbescherming. Voor internettussenpersonen zijn dit verantwoordelijkheden zoals respect voor mensenrech-ten en fundamentele vrijheden, transparantie en verant-woordelijkheden met betrekking tot content moderation en toegang tot de gegevens van gebruikers (zie www.coe.

int/en/web/freedom-expression/committee-of-experts-on-internet-intermediaries-msi-net-).

Rechtspraak

Een centraal thema in recente rechtspraak is de afwe-ging tussen vrijheid van meningsuiting en privacy bij de uitzending van programma’s op televisie of online. In twee

recente uitspraken van de Nederlandse rechter viel die afweging uit in het voordeel van de vrijheid van menings-uiting. De eerste zaak ging over een aflevering van #Boos, een programma dat gericht is op het oplossen van consu-mentenklachten (Rb. Midden-Nederland (vzr.) 17 augustus 2017, ECLI: NL: RBMNE: 2017: 4347). In de aflevering in kwestie bracht presentator Tim Hofman een bezoekje aan een huisbaas met klachten van huurders. Er deed zich een ‘handgemeen’ voor waarbij de presentator een gebro-ken kaak opliep. De huisbaas spande een kort geding aan om uitzending op televisie of het YouTube-kanaal van BNNVARA te voorkomen. De rechter overweegt dat het ge-vorderde verbod zou neerkomen op ‘preventieve censuur’, en dat de vrijheid van meningsuiting begrensd zou kunnen worden door het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, na een afweging van belangen. Wat betreft een voorafgaand verbod is het uitgangspunt dat een uitzen-ding eerst publiek mag worden gemaakt en dat daarna de eventuele onrechtmatigheid wordt getoetst, tenzij sprake is van ‘uitzonderlijke omstandigheden’ die een uitzend-verbod vooraf rechtvaardigen, zoals onherstelbare schade. Omdat de aanwezigen bij het incident, met uitzondering van de huisbaas, geblurd zouden worden, en omdat het incident bij de opnamen van #Boos al in de media was ge-weest, is volgens de rechter geen sprake van onherstelbare schade. Openbaarmaking van de beelden van het incident dient volgens de rechter juist ‘het belang van het publiek om zelf te bepalen welke lezing de juiste is’.

In de tweede zaak mocht een uitzending van Zembla, getiteld ‘De omstreden vrienden van Donald Trump: de miljardenfraude’ doorgaan, ook al had een van de betrok-kenen een verbod gevorderd (Rb. Midden-Nederland (vzr.) 27 september 2017, ECLI: NL: RBMNE: 2017: 5135; zie voor meer details het nieuwsbericht van 27 september op de website van Zembla). De rechter wijst de bezwaren van de zakenman in kwestie met betrekking tot de werkwijze van Zembla af; zo betwistte hij dat de uitzending op feiten was gebaseerd en dat voldoende wederhoor was gepleegd. Beelden van de zakenman mogen dus uitgezonden worden als onderdeel van de aflevering.

Een zaak waar bepaald materiaal juist niet mocht worden gepubliceerd of uitgezonden is Axel Springer SE

en RTL Television GMBH t. Duitsland (EHRM

21 sep-tember 2017, 51405/12). De zaak was aangespannen door een uitgeverij en een omroepbedrijf, die verslag hadden gedaan van de strafzaak tegen een jonge moordverdachte die bekend had zijn ouders te hebben omgebracht. Voor-afgaand aan de eerste zitting had de voorzittende rechter de aanwezige journalisten geïnformeerd dat de verdachte onherkenbaar moest worden gemaakt voordat foto’s van hem mochten worden gepubliceerd. Enkele dagen daarna voegde de rechter daar nog aan toe dat alleen journalis-ten die zich hadden geregistreerd bij de rechtbank en de garantie hadden gegeven om de verdachte niet herkenbaar in beeld te brengen foto’s mochten maken. Bezwaar van de mediabedrijven daartegen werd afgewezen en ze stapten naar het EHRM wegens schending van hun recht op vrij-heid van meningsuiting (Art. 10 EVRM). Het hof

(4)

conclu-8498 KwartaalSignaal 145 sociaal-economisch recht

deert uiteindelijk niet tot schending, maar oordeelt dat de nationale rechter de belangen zorgvuldig heeft afgewogen. Het verbod op herkenbare foto’s betekent een inmenging met de vrijheid van meningsuiting, maar was proportio-neel ter bescherming van de rechten van de verdachte, zowel met het oog op de onschuldpresumptie, vanwege het feit dat hij geen publiek figuur was, en gezien de geringe bijdrage aan een debat van publiek belang. Het maken van foto’s als zodanig was ook niet beperkt, en het rechterlijk bevel had alleen betrekking op het onderhavige proces en was dus tijdgebonden. Het hof betrekt in de toetsing van het verbod dus niet alleen de essentiële rol van de pers in een democratische samenleving, maar ook de verantwoor-delijkheden die bij die rol horen.

Literatuur

– P. Cliteur, ‘Herbezinning op wettelijk kader ter bestrij-ding van anti-democratische bewegingen is nodig’, NJB 2017, afl. 27, p. 1458;

– R. Fahy, ‘The Chilling Effect of Liability for Online Reader Comments’, European Human Rights Law

Re-view 2017, afl. 4, p. 387-393;

– R. Maalderink, ‘De Digitale schandpaal: maatschappelijk drukventiel of eigenrichting?’, Mediaforum 2017, afl. 4, p. 111-116.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Komt er gedurende de terinzagelegging geen reactie van de raadsleden en ook geen zienswijze, dan doet het college de procedure verder af.. Eventueel is er op basis van

Was de persoon, die van zichzelf wist een zondaar te zijn en niet in staat om zelf iets aan zijn redding te doen, naar God gegaan, smekend om ontferming en had hij zijn ziel totaal

43: In geval van wijziging van bestemming van de begraafplaats (bvb. sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Hij heeft het

Art.1 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art.2 : Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2015/022 en

Marcel Van Snick, Noël Morreels, Lieven Bauwens, Peter Bauters, Marcel Saeytijdt, Kris Wattez, Marc De Pessemier, Mirella Limpens, Christine D'Haeyer, Pascal Machtelinckx, Fernand

Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,

In deze folder kunt u lezen hoe het onderzoek wordt uitgevoerd.. Als u overgevoelig bent voor röntgencontrast is dit onderzoek de enige manier om de nier met het

Als u van de uroloog medicijnen (antibiotica) voorgeschreven heeft gekregen, moet u hiermee één dag voor het onderzoek beginnen.. De antibiotica beschermen u