• No results found

Braille_Geschiedenis_HAVO_2011_deel 2 van 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Geschiedenis_HAVO_2011_deel 2 van 2"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage HAVO 2011

geschiedenis

deel 2 van 2

Bronnenboekje tijdvak 1

(2)

Symbolenlijst

( ronde haak openen ) ronde haak sluiten " aanhalingsteken

(3)

Inhoud

Dynamiek en stagnatie in de Republiek 2

(4)

bladzijde 2

Dynamiek en stagnatie in de Republiek

bron 1

Tussen 1648 en 1651 schildert Abraham van den Tempel in opdracht van het stadsbestuur van Leiden een drietal grote schilderwerken met allegorische voorstellingen voor de nieuwe Lakenhal. In dit schilderij uit 1651 is het thema 'de Nering' (hier: de Leidse lakennijverheid):

Omschrijving afbeelding:

Op de voorgrond van het schilderij staan vijf figuren afgebeeld. De centrale figuur (vierde van links) is een vrouw, die op een verhoging staat. Links van haar staan een vrouw en een man, knielend voor haar een vrouw en rechts van haar staat nog een vrouw.

De linkerhand van de centrale vrouwenfiguur raakt de rechterhand van de vrouw rechts van haar.

Toelichting

Van links naar rechts stellen de figuren op de voorgrond voor:

Minerva (godin van de Wijsheid) en Mercurius (god van de Handel), de Vrede (knielend), de stedenmaagd Leiden, de Nering.

(5)

bladzijde 3

bron 2

Inschrijving der bedeelden, een zandstenen reliëf, toegeschreven aan Albert Vinckenbrinck. Deze steen is omstreeks 1650 aangebracht in de gevel van een Amsterdams grachtenhuis, waar arme burgers zich laten inschrijven om in aanmerking te komen voor bedeling (gemeentelijke steun):

Omschrijving afbeelding:

Achter een hoge lessenaar zitten twee heren met hoeden op. De heer aan de rechterzijkant van de lessenaar schrijft twee vrouwen in. De andere heer maakt met zijn rechterhand een vriendelijk gebaar naar twee vrouwen die voor de lessenaar staan. Om die twee vrouwen heen staan 6 kinderen. Eén van die vrouwen en één kind geven uiting van hun dankbaarheid naar de heer. Een dienstbode doet de deur van het vertrek open om een oude man met een wandelstok binnen te laten.

bron 3

Sir William Temple verblijft als ambassadeur van Engeland lange tijd in de

Republiek. In 1672 schrijft hij in zijn boek 'Observations upon the United Provinces' (Beschouwingen over de Verenigde Provincies):

Een omstandigheid die ik noemde als een oorzaak van hun grootheid was de

eenvoud en bescheidenheid van leven van hun magistraten. Die is zo algemeen, dat ik nooit iemand onder hen gekend heb die boven de algemeen gebruikelijke zuinige burgermansleefwijze uitstak, en zo indrukwekkend dat ik van de twee belangrijkste ambtenaren van mijn dagen, vice-admiraal De Ruyter en raadspensionaris De Witt (...) de eerste nimmer gekleed heb gezien in aanzienlijker kledij dan die van de nederigste kapitein (...). Wat betreft De Witt, de man die in de regering vrij veel te zeggen had: zijn gevolg en huishouding waren ingericht op gelijke voet als die van andere afgevaardigden en staatsdienaren; zijn kleding was stemmig en eenvoudig, burgerlijk ook (...). Zijn personeel (...) bestond slechts uit één man, die alle

huishoudelijke knechtenwerk in huis afdeed en bij ceremoniële bezoeken een eenvoudige livreimantel aantrok en buiten op zijn koets paste.

(6)

bladzijde 4

bron 4

Fragment uit een brief van 24 oktober 1672 van Maria Scherius aan haar zoon in Batavia, het huidige Djakarta in Indonesië. Maria en haar man hebben op dat moment hun bezittingen in Harderwijk moeten achterlaten en zijn naar Hoorn

gevlucht. Haar brief, meegestuurd met een schip van de VOC, is nooit aangekomen bij haar zoon, maar ligt sinds 1672 in het archief van het High Court of Admirality van Engeland, een instelling die tot taak had de Engelse kaapvaart te regelen:

Wij hadden gedacht dat wij en jij wat winst zouden krijgen met wat wij gestuurd hadden. Dat kan ik van nu af aan wel uit mijn hoofd zetten. (...) Ik wenste wel dat ik niets gestuurd had, maar dat ik het geld dat ik daarvoor heb uitgegeven nu had om onze nood te lenigen. Jij schrijft dat je de hoeden van Claes Janssen bij je houdt en daarnaast het Turks haar (uit zuiver kameel- of geitenhaar gesponnen garen) zou betalen. En je schrijft niet eens wat er nog meer is en hoeveel Turks haar. (...) Als ik de katoenen stoffen die jij ons gestuurd hebt, zal moeten verkopen, dan zal ik daar niet meer dan 18 Hollandse guldens voor de ene soort en niet meer dan 9 gulden voor de andere soort voor kunnen krijgen, zodat jij die nooit meer hoeft op te sturen! (...) Daarom, gelieve mij niet meer van die stof te sturen, of het moest bij andere koop zijn. Ik had geschreven: fijne betiljes (een fijne stof). En als die niet voor een redelijke prijs te krijgen waren, zou ik ze niet willen hebben.

Als er niet wat winst op te halen is, waarom dan de moeite, het gevaar en de onkosten?

bron 5

In een verslag van zijn reis door de Republiek merkt de Franse filosoof Denis Diderot op over de nijverheid in de Republiek:

In Zeeland wordt veel meekrap (plant waaruit een rode kleurstof gewonnen wordt) geproduceerd. Er zijn suiker- en zoutraffinaderijen. (...) Verder wordt er een enorme veestapel vetgemest; er worden schepen gebouwd voor alle zeevarende naties. (...) In Overijssel worden damast, katoen, (...) en allerlei soorten bombazijn (linnen stof met een katoenen inslag) geweven. Er worden alleen nuttige en duurzame dingen gemaakt. (...) Het arbeidsloon is in Holland hoog. De arbeiders worden per dag uitbetaald, dientengevolge werken ze zo min mogelijk om zoveel mogelijk te

verdienen. Als u hen vraagt om iets voor u te maken, moet u lang wachten voordat het klaar is. In verhouding tot wat je ervoor krijgt, zijn de lonen dus te hoog, en zeker vergeleken bij de kosten van de dagelijkse levensbehoeften. Daarbij moet men dan bedenken dat de arbeiders zuinig zijn en graag een dutje doen.

(7)

bladzijde 5

Dekolonisatie en Koude Oorlog in Vietnam

bron 6

De volgende fragmenten zijn gekozen uit toespraken van vier verschillende Amerikaanse presidenten over het conflict in Vietnam:

fragment A

Zoals u zegt, hebben wij duidelijk gemaakt (...) dat we verbeteringen wilden, en nu deze niet door de regering van Diem zijn doorgevoerd, moeten we noodgedwongen de mogelijkheid accepteren dat onze positie een regeringswisseling in de hand kan werken.

fragment B

Het afgelopen jaar zijn er verstrekkende resultaten behaald met ons nieuwe vredesbeleid. Door onze traditionele vriendschappen te blijven vernieuwen, en als gevolg van onze missies naar Peking en naar Moskou, waren we in staat het fundament te leggen voor een nieuw en duurzamer patroon van relaties tussen de landen van de wereld.

fragment C

Ik heb de ontwikkeling in Vietnam en de onlangs in Genève gesloten overeenkomst met grote aandacht gevolgd. Maar ik maak me grote zorgen om de toekomst van uw land omdat de tijdelijke deling kunstmatig is, militair afgedwongen en omdat het land verzwakt is door de lange uitputtende oorlog en bedreigd wordt door zowel binnen- als buitenlandse vijanden.

fragment D

Deze nieuwe daad van agressie in de Golf van Tonkin, rechtstreeks gericht tegen onze marine, maakt opnieuw het belang duidelijk van onze strijd voor vrede en veiligheid in Zuidoost-Azië. Toch zal ons antwoord passend en beperkt zijn. Wij willen geen oorlog op grote schaal.

(8)

bladzijde 6

bron 7

Op 18 januari 1967 publiceert het Engelse tijdschrift Punch deze tekening van Norman Mansbridge:

Omschrijving afbeelding:

Een stoomlocomotief met daarachter drie open wagons raast met hoge snelheid over het spoor. Uit de schoorsteen van de locomotief komt een enorme rookpluim. Om de snelheid erin te houden is de stoker druk bezig met het gooien van houten planken in de vuurkist van de locomotief. De houten planken worden doorgegeven door mannen die in de open wagons staan. Links - in de achterste wagon - staat president

Johnson met een hakbijl de houten planken van de zijkanten van de wagon te slopen.

Onderschrift bij de tekening:

The Train Robbery

Toelichting

In de rook staat: "Vietnam".

Op de locomotief staat: "US-economy" (vertaling: "Amerikaanse economie"). Op de zijkanten van de wagons staat: "Great Society".

De figuur links onder is president Johnson. Vertaling van het onderschrift: "De treinroof".

(9)

bladzijde 7

bron 8

Op 1 november 1967 geeft de leiding van de Vietcong een bevel:

Je krijgt hierbij de opdracht om een plan op te stellen voor een opstand die

binnenkort zal plaatsvinden met aanvallen op steden en dorpen, gecombineerd met een massale beweging op het platteland om hoofdsteden van districten en provincies en Zuid-Vietnam als geheel te bevrijden. (...)

Om deze opstand mogelijk te maken, heb je lijsten nodig van alle onderdrukkers en spionnen en moet je je vertrouwd maken met de manier waarop ze leven en waar ze leven. Gebruik vervolgens zelfmoordeenheden om ze op welke manier dan ook uit te schakelen. De volgende taken moeten ook bereikt worden: beleg vergaderingen en geef informatie. Maak meteen gebruik van de bevolking voor sabotage, steunacties en overvallen op spionnen. De massa moet worden aangemoedigd om te staken, greppels te graven en nachtenlang gepunte stokken te schaven. De hele bevolking en elke familie moet worden aangemoedigd om hieraan deel te nemen. De

partijkaders moeten, samen met de bevolking, zweren dat zij dicht bij de rijstvelden zullen blijven, hun dorpen verdedigen en hun uiterste best doen om de controle in handen te krijgen. Een aantal oude mannen, vrouwen en kinderen moet zich

beschikbaar houden om misleidende informatie aan vijandelijke eenheden te geven. Jonge mannen en gezonde boeren worden ingezet om verdedigingswallen op te werpen, het terrein aan te passen, wacht te lopen en te vechten.

(10)

bladzijde 8

bron 9

Een Noord-Vietnamese fotograaf maakt in 1970 een foto van een operatiekamer van de Vietcong van Zuid-Vietnam:

Omschrijving afbeelding:

Om de operatietafel heen staat van mondkapjes voorzien operatiepersoneel tot aan hun knieën in het moeraswater. Boven hun hoofden hangt ter bescherming een aan de takken van de bomen vastgemaakt afdekzeil. Op een brancard ligt een soldaat met een verband om zijn hoofd te wachten op zijn behandeling.

bron 10

In 1970 wordt in de Verenigde Staten een documentaire gemaakt over het bloedbad in My Lai in 1968. Een Amerikaanse soldaat, die deelnam aan de actie in My Lai, vertelt erover:

Wij tilden er niet zo zwaar aan. We dachten er wel over na, maar hadden niet verwacht dat dit zoveel publiciteit zou opleveren. We hadden het gevoel dat dit wel vaker was gebeurd en ook nog wel vaker zou gebeuren. Waarom moest het hele volk dit weten? Het was toch wel vaker gebeurd. Die dag is me eigenlijk niet speciaal bijgebleven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

[r]

[r]

[r]

• toelichting: Met het schilderen van deze scène (de aanbidding van de drie koningen) toont Bloemaert dat hij (ook) beschikt over de nodige intellectuele bagage/kennis en/of toont

Het verhaal werd in het Latijn niet door de gewone mensen begrepen en daarom aanschouwelijk gemaakt.. 2 Aan liturgische gezangen werden korte gezongen

− Industriële vormen willen niet behagen en/of zijn niet 'gelikt', maar symboliseren iets ruws of eerlijks of elementairs, wat belangrijk of spannend wordt gevonden in tijden

11 † - Voorbeelden van juiste argumenten voor de kenmerken van het locatietype zijn: 1.. • De locatie is vooral goed bereikbaar per auto (en niet per