• No results found

Dat las ik op Facebook : de betrouwbaarheid van een bericht afkomstig van een politicus op Facebook

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dat las ik op Facebook : de betrouwbaarheid van een bericht afkomstig van een politicus op Facebook"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“Dat las ik op Facebook”

De betrouwbaarheid van een bericht

afkomstig van een politicus op Facebook

Naam: Dirkje Schobben Studentnummer: 10188142

Vak: Afstudeerproject Politieke Communicatie Docent: Dr. Jasper van de Pol

Woorden: 5707

(2)

Abstract

Social media spelen een steeds grotere rol in politieke verkiezingscampagnes. Toch scoren berichten die op Facebook worden geplaatst laag op betrouwbaarheid. In dit experiment wordt daarom gekeken hoe hoog een Facebookbericht afkomstig van een politicus scoort op vertrouwen in vergelijking met een Facebookbericht afkomstig van een normale

Facebookgebruiker. In een 2x1 between subjects experiment worden 169 respondenten blootgesteld aan een bericht van politicus Jesse Klaver of hetzelfde bericht van de fictieve Facebookgebruiker Jan de Jong. Er wordt geen significant verschil gevonden. Ook blijkt dat dit effect niet wordt versterkt wanneer respondenten het eens zijn met het bericht of wanneer respondenten Facebook vaker gebruiken voor het vinden van politieke informatie.

Inleiding

De rol van social media in politieke verkiezingscampagnes wordt steeds groter. De

presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten in 2008 werden zelfs omgedoopt tot ‘The Facebook Elections’ (Johnson & Kaye, 2008). Ook in Nederlandse verkiezingscampagnes gaat Facebook een steeds belangrijkere rol spelen. Politici proberen op verschillende manieren de 9,6 miljoen Nederlandse Facebookgebruikers te bereiken (Hendrikx, 2016). In deze socialmedia-campagnes wordt het aantal mogelijkheden steeds groter, zo beantwoordde Mark Rutte vragen van Facebookgebruikers in een live opgenomen video op de

Facebookpagina van de VVD en presenteerde Geert Wilders het verkiezingsprogramma van de PVV op de Facebookpagina van de PVV (Hendrikx, 2016).

Ook politici worden als individu steeds belangrijker. Uit onderzoek van Loader, Vromen en Xenos (2015) blijkt dat politici in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië steeds vaker als beroemdheid optreden op social media. Dit houdt in dat politici steeds vaker gebruik gaan maken van communicatietechnieken die voorheen werden geassocieerd met populaire cultuur en beroemdheden. Een voorbeeld hiervan zijn politici die communiceren via entertainment en marketing (Loader, Vromen & Xenos, 2015). Een van de doelen van deze zogenoemde celebrity politics is het aanspreken van jongeren. Een voorbeeld hiervan is een optreden van een politicus in een entertainmentprogramma op televisie, maar ook het delen van persoonlijke informatie of zelfs selfies via social media. Hierdoor verandert de rol van politici (Loader, Vromen & Xenos, 2015). Als we kijken naar de maatschappij, zien we ook hier een verschuiving. De maatschappelijke sfeer waarin de politicus zich bevindt, is met

(3)

maatschappij: de politieke, de publieke en de persoonlijke sfeer. De politieke sfeer is voor het publiek niet toegankelijk en bestaat uit politici die met elkaar interacteren. Het publiek heeft geen kijk op deze politieke sfeer en wordt daarom ingelicht door de media. De media maken deel uit van de publieke sfeer en ook politici kunnen via deze publieke sfeer communiceren met het publiek. Sinds de komst van social media zijn politici ook doorgedrongen in de persoonlijke sfeer van het publiek. De persoonlijke sfeer is het persoonlijke netwerk van het publiek, voornamelijk bestaande uit familie, vrienden en kennissen. Met de komst van social media is het voor politici mogelijk om direct online met het publiek te communiceren, waardoor politici deel uit zijn gaan maken van de persoonlijke sfeer van het publiek (Loader et al., 2015). Politici kunnen door middel van persoonlijke pagina’s op social media deel uitmaken van het netwerk van het publiek. Het publiek kan bijvoorbeeld politieke partijen en politici volgen op Facebook en Twitter. Een voorbeeld waarbij politici echt deel uitmaken van deze persoonlijke sfeer is het delen van persoonlijke informatie via social media, bijvoorbeeld Jesse Klaver die op Instagram een vakantiefoto deelt van zichzelf en zijn kinderen. Deze foto is vergelijkbaar met foto’s die gedeeld worden door je eigen vrienden.

Een nadeel van het gebruik van Facebook is dat de betrouwbaarheid van de berichten vaak onduidelijk is. Waar in traditionele media de informatie wordt gefilterd door zogenaamde gatekeepers, is op Facebook een overvloed aan informatie voor het publiek beschikbaar (Metzger, 2007). Het publiek moet nu zelf deze informatie filteren en zelf beslissen welke informatie zij betrouwbaar vinden. Ook kan het publiek zelf informatie verspreiden op Facebook, waardoor de betrouwbaarheid van de informatie in het gevaar wordt gebracht (Metzger, 2007). Toch blijkt dat Facebook steeds vaker wordt gebruikt als nieuwsbron (Barthel, Shearer, Gottfried en Mitchell, 2015).

Ook als het om nieuws gaat, blijkt dat de betrouwbaarheid van berichten op social media niet altijd goed is en dat er veel nepnieuws wordt gedeeld. Dit nepnieuws wordt vaak voor waar aangenomen door de lezer (Brandenburg - van de Ven, 2016). In de laatste drie maanden van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 was het bereik van en het aantal online interacties op deze artikelen met nepnieuws zelfs hoger dan nieuwsartikelen van

Amerikaanse nieuwsmedia als The New York Times en The Washington Post, namelijk 8.711.000 tegenover 7.367.000 interactie (Kivits, 2016). Een bekend voorbeeld van dit nepnieuws dat door veel mensen voor waar aan wordt genomen, is de vermeende uitspraak van Donald Trump: ‘Als ik me verkiesbaar zou stellen, zou ik dat doen als Republikein. Dat

(4)

is de domste groep kiezers in het land.’ (Keulemans, 2016). Exacte cijfers over hoe vaak dit bericht is gedeeld, zijn er niet. Wel valt op dat politiek verslaggever Frits Wester (Wester, 2016) en DENK-politica Sylvana Simons dit citaat voor waar aannamen (AT5, 2016).

Er is meer inzicht nodig in de betrouwbaarheid van berichten op social media en welke rol dit speelt voor politici die gebruik maken van social media tijdens hun verkiezingscampagnes. Door middel van dit experiment werd ingegaan op de betrouwbaarheid van berichten op Facebook die afkomstig zijn van een politicus. De onderzoeksvraag luidt: wordt een bericht afkomstig van een politicus op Facebook even betrouwbaar geacht als een bericht afkomstig van een gewone burger op Facebook?

Er is veel onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van berichten op websites, maar nog niet veel onderzoek naar de betrouwbaarheid van berichten op social media of berichten van politici op social media (Kaye & Johnson, 2009; Kaye & Johnson, 2014). In dit experiment werd daarom onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van Facebookberichten en hoe dit verschilt bij een politieke en niet-politieke afzender. Deze vraag werd beantwoord door middel van een experiment. De rol van partijleiders op Facebook werd in dit experiment onderzocht, omdat er nog weinig onderzoek is gepubliceerd over de betrouwbaarheid van partijleiders op social media. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan de bestaande kennis over verkiezingscampagnes op Facebook. Daarbij geven de resultaten van dit experiment inzicht in het verbeteren van de online verkiezingscampagnes van politici.

Conceptueel model

Betrouwbaarheid wordt gezien als de mate waarin informatie en de afzender van deze informatie als geloofwaardig worden beschouwd (Metzger, 2007). Vóór de komst van het internet was informatie vooral afkomstig van zogenaamde gatekeepers. Het werk van gatekeepers houdt in dat zij kiezen welke informatie in de media verschijnt. Oorspronkelijk komt deze rol uit de krantenwereld van de jaren ’50 van de vorige eeuw, waar de redacteur de keuze maakte welke onderwerpen in de krant zouden komen en welke onderwerpen

onbesproken zouden blijven (Singer, 2005).

Het effect van deze gatekeepers is dat de door hun gedeelde informatie sneller als

betrouwbaar wordt gezien (Metzger, 2007). Doordat informatie op Facebook niet meer wordt gefilterd door gatekeepers, ligt deze rol van gatekeeper nu bij het publiek zelf. Het publiek

(5)

betrouwbaar vinden. De betrouwbaarheid van berichten wordt hierdoor steeds belangrijker (Metzger et al., 2010). De komst van het internet en social media hebben ervoor gezorgd dat er steeds meer informatie beschikbaar is. In het digitale tijdperk is het voor iedereen mogelijk om auteur te zijn en zelf nepnieuws te verspreiden. Hierdoor is het moeilijker om de

betrouwbaarheid van een bericht vast te stellen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om zelf onjuiste informatie te delen of informatie onjuist aan te passen (Metzger, 2007).

Betrouwbaarheid wordt in bepaalde onderzoeken gemeten aan de hand van accuraatheid, autoriteit, objectiviteit van de informatie, dekking van het bericht en of het bericht de nieuwste informatie bevat. Met accuraatheid wordt bedoeld dat de informatie ook offline te verifiëren is. Met autoriteit wordt bedoeld dat de afzender als betrouwbaar werd beschouwd (Metzger, 2007). In een onderzoek van Johnson en Kaye (2014) wordt de betrouwbaarheid van berichten gemeten aan de hand van vier andere items, namelijk geloofwaardigheid, eerlijkheid, accuraatheid en diepte van de informatie. In dit huidige experiment werd

betrouwbaarheid gemeten aan de hand van de items van Johnson en Kaye (2014), omdat ook in de studie van Johnson en Kaye (2007) onderzoek werd gedaan naar berichten op social media. In het onderzoek van Metzger (2007) werd onderzoek gedaan naar de

betrouwbaarheid van berichten op websites en niet specifiek social media, daarom kon deze schaal niet in het huidige onderzoek gebruikt worden.

Een theorie die aansluit bij dit onderzoek is de theorie van Castells (2000) over de

netwerkmaatschappij. De theorie van Castells (2000) houdt in dat de komst van het internet heeft gezorgd voor een nieuw type maatschappij, namelijk de netwerkmaatschappij. Voor de netwerkmaatschappij, leefden we in de informatiemaatschappij. Deze informatiemaatschappij werd ingeluid met de komst van de boekdrukkunst. In de informatiemaatschappij was het voor veel mensen mogelijk om zelf media te consumeren. Met de komst van het internet is de netwerkmaatschappij begonnen (Castells, 2000). Waar in de informatiemaatschappij

informatie vooral werd verspreid door organisaties, is het in de netwerkmaatschappij voor veel meer mensen mogelijk om zelf informatie te delen (Castells, 2000). De rol van grote nieuwsorganisaties is hierdoor afgezwakt en de rol van het publiek is juist groter geworden. Waar informatie eerst werd gefilterd door zogenaamde gatekeepers, is het voor het publiek nu mogelijk zelf te kiezen welke informatie zij consumeren. Ook is het voor het publiek in de netwerkmaatschappij mogelijk om zelf informatie op grote schaal te verspreiden.

(6)

Uit de theorie van Castells (2010) blijkt dat de informatie die wordt gedeeld door het persoonlijke netwerk van het publiek hoger betrouwbaar wordt geacht dan informatie die wordt gedeeld door organisaties. Wanneer in iemands eigen netwerk iets wordt gedeeld, zal dit als meer betrouwbaar worden geacht dan wanneer dit door een autoriteit wordt gedeeld. Dit kan worden vergeleken met een Facebookbericht afkomstig van een politicus en een Facebookbericht afkomstig van iemand in het netwerk van de respondent. Het

Facebookbericht van een politieke afzender zou dus minder betrouwbaar worden geacht als het Facebookbericht van een Facebookvriend.

Ook in een onderzoek van Hermida, Fletcher, Korell en Logan (2012) naar nieuws op social media wordt dit gevonden. Nieuws op social media kan afkomstig zijn uit het eigen netwerk van de socialmedia-gebruiker of van een organisatie of journalist. Uit deze survey blijkt dat de socialmedia-gebruikers een voorkeur hebben voor nieuws dat gedeeld wordt door iemand uit hun eigen netwerk (Hermida, Fletcher, Korell & Loga, 2012).

Maar niet alleen het eigen netwerk wordt betrouwbaarder geacht. Naast dat het eigen netwerk hoger scoort op betrouwbaarheid, speelt ook peer-to-peer betrouwbaarheid een rol in de betrouwbaarheid van online informatie (Metzger et al., 2010). Bij online berichten ligt de autoriteit niet bij organisaties of andere autoriteiten, maar is de rol van peers belangrijk. Deze peers hoeven geen deel uit te maken van het persoonlijk netwerk van iemand om als autoriteit gezien te worden en scoren toch hoog op vertrouwen (Metzger et al., 2010). Ondanks dat de onbekende niet-politieke Facebookgebruiker geen deel uitmaakt van het persoonlijke netwerk van de respondenten, zal dit bericht betrouwbaarder worden geacht dan het bericht van een politieke afzender. De eerste hypothese die werd onderzocht luidt:

H1: Een Facebookbericht dat afkomstig is van een niet-politieke afzender wordt betrouwbaarder geacht dan een Facebookbericht van een politieke afzender.

Naast dat de bron een rol speelt in het bepalen van de betrouwbaarheid van een bericht, kan ook de inhoud van het bericht een rol spelen. Uit onderzoek van Metzger et al. (2010) blijkt dat de respondenten een bericht sneller als betrouwbaar zien wanneer dit overeenkomt met hun eigen standpunten over een bepaald onderwerp. In dit onderzoek werd gevonden dat wanneer de informatie aansloot op de standpunten van een respondent, deze informatie als betrouwbaarder werd bevonden. Dit leidt tot de tweede hypothese.

(7)

H2: Wanneer het Facebookbericht van een niet-politieke afzender als

betrouwbaarder wordt gezien dan het bericht van een politieke afzender, is dit nog sterker het geval wanneer de Facebookgebruiker het eens is met het bericht.

In een onderzoek van Johnson en Kaye (2014) werd al eerder onderzocht wat de

betrouwbaarheid was van een bericht op social media ten opzichte van traditionele media. Hier werd gevonden dat social media lager scoorden op betrouwbaarheid en dat dit kon worden verklaard door het doel waarmee social media werd gebruikt. Als social media niet wordt gebruikt voor politieke doeleinden, wordt de politieke informatie op dit platform als minder betrouwbaar bevonden (Johnson & Kaye, 2014). Het doel waarmee de gebruiker Facebook gebruikt heeft dus invloed op de betrouwbaarheid van de berichten die de

gebruiker leest op Facebook. Als Facebook wordt gebruikt voor het verkrijgen van nieuws, zoals informatie over de politiek, wordt de betrouwbaarheid van de berichten hoger geacht. Het verschil in betrouwbaarheid tussen een niet-politieke afzender een- politieke afzender zou dus kleiner zijn wanneer de gebruiker Facebook gebruikt als nieuwsbron. Dit leidt tot de derde hypothese.

H3: Wanneer een gebruiker Facebook gebruikt als nieuwsbron zal het verschil in betrouwbaarheid van het Facebookbericht van een niet-politieke afzender en een politieke afzender kleiner zijn dan wanneer de gebruiker Facebook niet gebruikt als nieuwsbron.

(8)

Het conceptueel model wordt weergeven in figuur 1.

Figuur 1

Conceptueel model

Methode

Steekproef

De steekproef in dit experiment bestond uit stemgerechtigde Nederlanders. De leeftijd van de respondenten was dus minimaal 18 jaar. Respondenten werden benaderd via de persoonlijke omgeving van de onderzoekers, hierdoor is er gebruik gemaakt van een

gelegenheidssteekproef. Het aantal respondenten dat meedeed aan dit experiment was 201, maar 169 mensen hebben dit experiment afgerond. Alleen deze respondenten werden meegenomen in de analyses. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 34,4 (SD = 16,22). Hierbij viel op dat de meeste respondenten een leeftijd hebben van in de 20 (Mo = 24). Ook viel op dat 64% van de respondenten vrouw is (SD = 0,48). Het middelste opleidingsniveau van de respondenten is HAVO en VWO bovenbouw / WO en HBO propedeuse en HBO of WO- bachelor of kandidaats (Mdn = 7). Doordat er een

gelegenheidssteekproef werd gebruikt, waren de meeste respondenten vaker hoger opgeleid, jong en vrouw dan wanneer er een andere steekproef zou zijn gebruikt.

Betrouwbaarheid van het bericht

Afzender 0 = politiek 1= niet-politiek

+

Mening Facebook als nieuwsbron

0 = verschillende mening 1= overeenkomst in mening Faceboo 0 = geen gebruik 1 = wel gebruik

-+ - +

(9)

Onderzoeksinstrument

Van 8 november 2016 tot en met 28 november 2016 werd er data verzameld. Er werd antwoord gegeven op de onderzoeksvraag door middel van een experiment dat werd uitgevoerd in Qualtrics. Qualtrics is een survey-website die het mogelijk maakt om online experimenten uit te voeren. Via Qualtrics konden de respondenten gerandomiseerd worden toegewezen aan de verschillende condities. Op deze manier kon een causaal verband worden aangetoond tussen de afzender van een Facebookbericht en de betrouwbaarheid van dit bericht. In dit experiment werd ook onderzoek gedaan door een andere onderzoeker. Deze manipulatie van de andere onderzoeker bestond uit een Twitterprofiel van D66-politicus Alexander Pechtold waarbij de respondenten tweets met of zonder interactie te zien kregen. De resultaten van dit onderzoek worden in een ander onderzoeksrapport besproken. Doordat de respondenten tweemaal willekeurig aan de condities werden toegewezen, hadden deze manipulaties geen invloed op elkaar. De manipulatie en vragen van de andere onderzoeker zijn niet meegenomen in dit onderzoeksrapport, maar worden in een ander onderzoeksrapport beschreven. Dit experiment heeft tweemaal een 1x2 between-subjects design waarbij de respondenten gerandomiseerd aan de verschillende stimuli werden blootgesteld.

Stimulus

De stimulus in dit experiment bestaat uit een Facebookbericht. In de experimentele conditie is dit bericht afkomstig van een politieke afzender en in de controleconditie is dit bericht

afkomstig van een niet-politieke afzender. Hierbij werd gekozen voor een echt bericht van politicus Jesse Klaver. Het was bekend dat Jesse Klaver een beeldredacteur heeft

ingeschakeld voor zijn social media campagne en als politicus erg actief was op Facebook (Hendrickx, 2016). Omdat Jesse Klaver erg actief was op Facebook, was het voor de respondenten mogelijk om in hun timeline een bericht van Jesse Klaver te zien.

Om de tweede hypothese te beantwoorden werd ook gekeken naar de overeenkomst in mening van de respondent en het Facebookbericht. Het was daarom belangrijk dat respondenten zelf een mening konden vormen over het onderwerp in de stimulus. In de stimulus moest daarom een claim worden gemaakt, zodat respondenten het hiermee eens of oneens konden zijn. Op deze manier kon worden gemeten of de mening van de respondenten invloed had op de betrouwbaarheid van het bericht. Daarom werd er gekozen voor een bestaand Facebookbericht van Jesse Klaver over de vluchtelingenproblematiek. Het stimulusmateriaal is te zien in figuur 2.

(10)

Figuur 2

Stimulus experimentele conditie en stimulus controleconditie.

Het bericht van Jesse Klaver is geplaatst op zijn Facebookpagina op 5 oktober. Het

stimulusmateriaal voor de controleconditie werd aangepast, zodat het onduidelijk is dat Jesse Klaver de oorspronkelijke afzender was. De naam van de afzender en de afbeelding in de controleconditie werden aangepast. De naam van de afzender werd aangepast naar een veelvoorkomende Nederlandse voornaam en achternaam. De afbeelding is in de stijl van de afbeelding van Jesse Klaver, hierdoor zou het verschil dat de afbeelding veroorzaakt niet veel invloed hebben gehad. Aan het eind van het experiment werd een manipulatiecheck

uitgevoerd waarbij werd gevraagd van wie het Facebookbericht afkomstig was. De uitkomst van deze manipulatiecheck wordt besproken in de resultatensectie. Ook werd er in Qualtrics een tijd ingesteld waardoor respondenten tenminste 10 seconden naar dit bericht moesten kijken, hierdoor kon worden uitgesloten dat respondenten te kort naar de stimulus hebben gekeken.

Operationalisaties

De betrouwbaarheid van het bericht werd gemeten met een schaal die ook werd gebruikt in het onderzoek van Johnson en Kaye (2014). Hierbij werden vier vragen gesteld om te testen of een bericht als betrouwbaar werd beschouwd. Respondenten gaven antwoord met een 5-puntsschaal (helemaal mee oneens - helemaal mee eens). De vragen waarop de respondent

(11)

antwoord hebben gegeven zijn: ‘vindt u deze informatie geloofwaardig?’ ‘Vindt u deze informatie eerlijk?’ ‘Vindt u deze informatie accuraat?’ ‘Vindt u deze informatie diepgaand?’ Uit een factoranalyse met Viramaxrotatie kwam naar voren dat er één factor was die de variabele ‘BetrouwbaarheidTotaal’ meette. Een principale componenten analyse gaf aan dat deze 4 items samen een eendimensionale schaal vormden: één component had een

eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde 2,48) en er was een duidelijke knik na deze component in het scree plot. 62,2% van de variantie werd door deze factor verklaard. Een eventuele 2e component was niet mogelijk, omdat deze geen eigenwaarde boven de 1 had. Alle items hangen positief samen met de eerste component. De schaal was betrouwbaar (ɑ = 0,78) en daarom werd deze schaal gebruikt voor het berekenen van de betrouwbaarheid van het bericht (M = 3,01, SD = 0,68).

Om de tweede hypothese te onderzoeken werd gekeken naar de overeenkomst in mening van de respondent en de inhoud van het Facebookbericht. Er werden daarom verschillende vragen gesteld over de vluchtelingenproblematiek om zo te onderzoeken wat de mening van de respondenten was over vluchtelingen. Omdat de manipulatie de antwoorden kon beïnvloeden, werden deze vragen voorafgaand aan de manipulatie gesteld. Om de mening van de

respondenten te onderzoeken, werden vier stellingen gegeven afkomstig uit het

partijprogramma van de partij GroenLinks, de partij van Jesse Klaver. Respondenten gaven antwoord door middel van een 5-puntsschaal (helemaal mee oneens - helemaal mee eens). De stellingen luidden: ‘in 2015 vluchtten er ongeveer een miljoen mensen naar Europa voor oorlog, geweld en vervolging, we hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid die mensen bescherming te bieden’, ‘het gebrek aan Europese samenwerking om vluchtelingen goed op te vangen leidt tot dagelijkse drama’s op de Middellandse Zee, schrijnende situaties en chaos, ‘Nederland moet zich beter voorbereiden op de komst van vluchtelingen, door in te zetten op kleinschalige opvang en integratie vanaf dag één’ en ‘niet minder vluchtelingen in Europa is de belangrijkste opgave, maar goede opvang organiseren voor mensen voor de mensen die vluchten voor oorlog en geweld’.

Uit een factoranalyse met Viramaxrotatie kwam naar voren dat er één factor was die de variabele ‘VluchtenlingenTotaal’ meette. Een principale componenten analyse gaf aan dat deze 4 items samen een eendimensionale schaal vormden: één component had een

eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde 2,31) en er was een duidelijke knik na deze component in het scree plot. Alle factorladingen waren hoger dan 0,45 en werden samengevoegd tot de schaal ‘VluchtelingenTotaal.’ 57,6% van de variantie werd door deze factor verklaard. Een

(12)

eventuele 2e component was niet mogelijk, omdat deze geen eigenwaarde boven de 1 had. Alle items hingen positief samen met de eerste component. De schaal was betrouwbaar (ɑ = 0,75) en daarom werd deze schaal gebruikt voor het berekenen van de mening van de respondenten (M = 3,74, SD = 0,73).

Omdat er geen gebruik werd gemaakt van een bestaande schaal, werd er voor de zekerheid ook gevraagd aan de respondenten het eens waren met het Facebookbericht. Deze vraag werd gesteld na het zien van het stimulusmateriaal en luidde: ‘bent u het eens met het

Facebookbericht?’ Dit werd gemeten met een 5-puntsschaal variërend van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens (M = 3,07, SD = 0,89). De schaal die werd gecreëerd voor de stellingen en deze vraag hebben een redelijk positief verband (R = 0,5).

Om de derde hypothese te onderzoeken, werd gekeken naar het vertrouwen dat de

respondenten hadden in Facebook als informatiebron. Dit werd gemeten met de vraag van Johnson en Kaye (2014). De vraag luidde: ‘gebruikt u Facebook als bron van informatie?’ Dit werd gemeten met een 5-puntsschaal variërend van nooit tot altijd (M = 3,30, SD = 1,06).

Ook werden de demografische kenmerken van de respondenten meegenomen in het experiment. Hierbij wordt gekeken naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Op deze manier kon worden uitgesloten dat de resultaten werden beïnvloed door de demografische kenmerken.

Analysestrategie

Voor de eerste hypothese werd het effect van het type bericht op de betrouwbaarheid van dit bericht gemeten. Het type bericht was een nominale variabele die twee waarden kan

aannemen. De variabele betrouwbaarheid bestond uit een schaal die werd gemeten op intervalniveau. Om het effect van de variabele type bericht op de variabele betrouwbaarheid te meten, werd een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd.

De tweede hypothese bestond uit het modererende effect van de mening van de respondenten op de betrouwbaarheid van het bericht. De mening van de respondenten werd op twee

manieren gemeten. In de vragenlijst gaven respondenten aan in hoeverre zij het eens waren met de stellingen van GroenLinks. Er werd hier een meerwegs-variantieanalyse uitgevoerd. Daarnaast werd de respondenten gevraagd of zij het eens zijn met het bericht. Ook hier werd

(13)

Bij de derde hypothese werd gekeken naar het gebruik van Facebook. Als respondenten Facebook gebruikten als nieuwsbron, zou het verschil in betrouwbaarheid van het bericht van een politieke afzender en een niet-politieke afzender kleiner moeten worden. Het gaat hier om het modererende effect van het gebruik van Facebook als nieuwsbron. Ook hiervoor werd een meerwegs-variantieanalyse uitgevoerd.

Resultaten

Randomisatiecheck

Om te onderzoeken of de randomisatie van de twee verschillende groepen was gelukt, werd eerst gekeken of de groepen significant van elkaar verschilden. Door middel van een t-toets op twee gemiddelden werd onderzocht of de leeftijd, het geslacht en de opleiding van de twee groepen overeenkwamen. De respondenten in de conditie met de niet-politieke afzender waren gemiddeld 37,11 jaar oud (SD = 17,43), terwijl de groep respondenten met de politieke afzender gemiddeld 31,52 jaar oud was (SD = 14,36). Dit verschil was significant, t (167) = 2,27, p = 0,003, CI = [0,74, 10,47], wat betekent dat de randomisatie niet helemaal is gelukt. Om het effect van leeftijd uit te sluiten, werd de variabele leeftijd meegenomen in de

analyses.

De variabele opleiding werd gemeten op een 8-puntsschaal. De respondenten met een niet-politieke afzender behaalden hier een gemiddelde score van 6,34 (SD = 1,46), terwijl de respondenten met de politieke afzender een gemiddelde score hebben van 6,55 (SD = 1,45). Dit verschil was niet significant t (167) = -0,9, p = 0,5, CI = [-0,2, 0,23]. De randomisatie was gelukt voor de invloed van opleiding. Voor opleiding hoefde dus niet te worden

gecontroleerd in de verdere analyses.

Er werd een significant verschil gevonden voor de variabele geslacht in de twee verschillende condities. In de experimentele conditie was 74 % van de respondenten vrouw (SD = 0,45) en in de controleconditie was 57% van de respondent vrouw (SD = 0,5). Dit verschil was significant t (167) = -1,98, p > 0,001, CI = [-0,14, 0,73]. Er werd daarom gecontroleerd op deze variabele in de verdere analyses, zodat de variabele geslacht geen invloed had op de resultaten van het experiment.

Manipulatiecheck

Om te controleren om de respondenten doorhadden of het Facebookbericht afkomstig was van een politieke afzender of een niet-politieke afzender, werd gevraagd wie de afzender van dit bericht was. Respondenten gaven antwoord op de open vraag: ‘u las een Facebookbericht

(14)

over de vluchtelingenproblematiek. Van wie was dit bericht afkomstig?’ Deze vraag werd handmatig hercodeerd als nieuwe variabele. Bij respondenten in de experimentele conditite was het belangrijk dat zij Jesse Klaver herkenden als afzender. De respondenten die deze vraag beantwoorden met ‘Jesse’, ‘Jesse Klaver’ of ‘Klaver’, werden gecodeerd als goed. Voor de respondenten in de controleconditie was het belangrijk dat zij de afzender zagen als een gewone burger. Wanneer respondenten antwoord gaven op de vraag met ‘Jan’, ‘Jan de Jong’ of ‘De Jong’ werd dit gecodeerd als goed. Ook wanneer zij deze vraag beantwoorden met ‘Jan de Groot’, ‘Jan nogwat’ of ‘een bezorgde burger’, werd dit gecodeerd als goed. De respondenten hadden in deze gevallen namelijk gezien dat de afzender een gewone

Facebookgebruiker was. Op deze vraag gaf 69,2% van de respondenten het goede antwoord. De meeste respondenten hadden dus door van wie het Facebookbericht afkomstig was. Hierdoor kan worden vastgesteld dat de manipulatie was gelukt.

Hypothesen

Om de eerste hypothese te beantwoorden werd een meerwegs-variantieanalyse voor

onafhankelijke waarnemingen uitgevoerd. Op deze manier werd nagegaan of de afzender van het Facebookbericht invloed had op de betrouwbaarheid van dit bericht, waarbij de varianties in geslacht en leeftijd constant werden gehouden. De variabelen geslacht en leeftijd waren namelijk niet gelijk verdeeld in de twee condities. Er werd geen significant effect gevonden van de afzender van het Facebookbericht op de betrouwbaarheid. De hypothese werd daarom verworpen. De resultaten worden weergeven in Tabel 1. Het Facebookbericht afkomstig van een niet-politieke afzender werd niet betrouwbaarder geacht dan het bericht afkomstig van een politieke afzender.

(15)

Tabel 1 Resultaten Hypothese 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Corrected Model 10,015a 3 3,338 8,193 ,000 Leeftijd 5,658 1 5,658 13,887 ,000 Geslacht 2,494 1 2,494 6,122 ,014 Bron ,731 1 ,731 1,794 ,182 Error 67,229 165 ,407

a. R Squared = ,130 (Adjusted R Squared = ,114)

De tweede hypothese werd beantwoord door middel van een tweewegs-variantieanalyse. Op deze manier werd nagegaan of niet alleen de afzender van het Facebookbericht maar ook de mening van de respondenten over de inhoud van het bericht een rol speelde.

Het hoofdeffect van de mening van respondenten op de betrouwbaarheid van het bericht was niet significant F (14, 140) = 1,38, p = 0,17. Het interactie-effect dat werd gevonden was ook niet significant F (11, 140) = 0,9, p = 0,54. De resultaten worden weergeven in tabel 2

(16)

Tabel 2

Resultaten Hypothese 2 Vluchtelingen Sum of Squares df Mean Square F Sig. Corrected Model 22,736a 28 ,812 2,086 ,003 Leeftijd 3,454 1 3,454 8,871 ,003 Geslacht ,899 1 ,899 2,309 ,131 Bron ,390 1 ,390 1,003 ,318 VluchtelingenTotaal 7,498 14 ,536 1,376 ,173 Bron * VluchtelingenTotaal 3,865 11 ,351 ,902 ,540 Error 54,508 140 ,389

a. R Squared = ,294 (Adjusted R Squared = ,153)

Voor de tweede hypothese kon nog worden gecontroleerd op de extra vraag die werd gesteld om te onderzoeken of de respondenten het eens waren met het Facebookbericht. Ook dit interactie-effect is niet significant F (4, 157) = 0,69, p = 0,6. De resultaten worden weergeven in tabel 3.

(17)

Tabel 3

Resultaten Hypothese 2 Mening Sum of Squares df Mean Square F Sig. Corrected Model 41,669a 11 3,788 16,718 ,000 Leeftijd ,941 1 ,941 4,151 ,043 Geslacht 1,412 1 1,412 6,231 ,014 Bron ,007 1 ,007 ,029 ,865 Mening 29,774 4 7,443 32,849 ,000 Bron * Mening ,632 4 ,158 ,697 ,595 Error 35,575 157 ,227

a. R Squared = ,539 (Adjusted R Squared = ,507)

De tweede hypothese werd verworpen. Het effect van de afzender van een bericht op

Facebook op de geachte betrouwbaarheid van dit bericht, werd niet versterkt door de mening van de respondenten.

Ook om de derde hypothese te testen werd een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd. Hierbij werd gekeken of het gebruik van Facebook als bron van informatie een effect heeft op de betrouwbaarheid van het bericht. Het effect van het gebruik van Facebook als bron van informatie had geen significant effect op de betrouwbaarheid van het bericht, F (4, 157) = 0,34, p = 0,85. Het interactie-effect van het gebruik van Facebook als bron van informatie op het effect van de afzender van het Facebookbericht op de betrouwbaarheid van dit bericht was niet significant, F (4, 157) = 2,21, p = 0,07. De resultaten worden weergeven in tabel 4.

(18)

Tabel 4 Resultaten Hypothese 3 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Corrected Model 13,756a 11 1,251 3,092 ,001 Leeftijd 4,869 1 4,869 12,041 ,001 Geslacht 2,651 1 2,651 6,555 ,011 Bron 1,135 1 1,135 2,806 ,096 Facebooknieuwsbron ,552 4 ,138 ,341 ,850 Bron * Facebooknieuwsbron 3,566 4 ,892 2,205 ,071 Error 63,489 157 ,404

a. R Squared = ,178 (Adjusted R Squared = ,120)

De hypothese werd verworpen. Wanneer respondenten Facebook als nieuwsbron gebruiken had dit geen invloed op het effect van de afzender van het Facebookbericht op de geachte betrouwbaarheid van dit bericht.

Conclusie

Het doel van deze studie is het bepalen of een Facebookbericht afkomstig van een niet-politieke afzender meer betrouwbaar is dan een Facebookbericht van een niet-politieke afzender. De onderzoeksvraag die met dit experiment werd beantwoord luidt: wordt een bericht afkomstig van een politicus op Facebook even betrouwbaar geacht als een bericht afkomstig van een gewone burger op Facebook? Uit de resultaten blijkt dat er geen verschil wordt gevonden in de betrouwbaarheid van een Facebookbericht van een politieke afzender en een niet-politieke afzender. Het bericht van een politieke afzender werd even betrouwbaar geacht als het bericht van een niet-politieke afzender. Daarnaast werd onderzocht of de mening van de respondenten een rol speelt in de betrouwbaarheid van het bericht. Hier werd geen effect gevonden. Ook werd onderzocht op het gebruik van Facebook als nieuwsbron een effect heeft op de betrouwbaarheid van dit bericht. Dit effect werd niet gevonden.

(19)

De theorie van Castells (2000) voorspelde dat het Facebookbericht dat van een niet-politieke Facebookgebruiker afkomstig is als betrouwbaarder zou worden geacht dan een

Facebookbericht van een politieke Facebookgebruiker. Deze theorie wordt in deze studie niet bevestigd. De resultaten kunnen verklaard worden door het zogenaamde ‘levelling effect’. Het levelling effect houdt in dat de auteur van een bericht geen rol speelt in de mate van betrouwbaarheid van dit bericht wanneer het bericht hetzelfde format heeft (Metzger, 2007). De afzender op Facebook zou dus geen effect hebben, omdat beide berichten hetzelfde format hebben aangezien het twee Facebookberichten zijn. Dit kan ervoor zorgen dat het bericht als even betrouwbaar wordt geacht en dat de afzender verder geen rol speelt in de

betrouwbaarheid van het bericht. (Metzger, 2007). Om dit levelling effect verder te

onderzoeken kan er een vervolgstudie worden gedaan naar berichten op een ander format. De stimulus kan bestaan uit een bericht afkomstig van Facebook en een bericht afkomstig van een andere bron, zodat het format van de stimuli verschillend zijn.

Voor de tweede hypothese werd gekeken naar de invloed van de mening van de respondent op de betrouwbaarheid van het bericht. Metzger et al. (2010) toont in een studie aan dat wanneer respondenten het eens zijn met een bericht, zij dit bericht sneller betrouwbaar zullen achten. Deze hypothese wordt in het huidige onderzoek verworpen.

Voor de derde hypothese werd gekeken naar de invloed van het gebruik van Facebook als nieuwsbron op de betrouwbaarheid van het bericht. Wanneer respondenten Facebook als nieuwsbron gebruiken, zou dit zorgen voor een kleiner verschil tussen de mate van

betrouwbaarheid voor de verschillende condities. Deze hypothese wordt eveneens verworpen.

Een mogelijke verklaring voor deze resultaten is de gekozen steekproef. De steekproef bestaat vooral uit jonge, hoogopgeleide vrouwen, hierdoor kunnen er groepen zijn die nu niet voldoende naar voren komen in het onderzoek. De resultaten van het onderzoek zijn wellicht anders wanneer de er zou zijn gekozen voor een andere steekproef. Doordat er gebruik wordt gemaakt van een gelegenheidssteekproef, heeft dit een negatief gevolg voor de externe validiteit.

Een andere factor waar rekening mee moet worden gehouden is de ecologische validiteit. De belangrijkste beperking van dit onderzoek is de manier waarop het onderzoek werd

uitgevoerd. Online netwerken als Facebook zijn voor elke gebruiker individueel verschillend. Elke Facebookgebruiker heeft een eigen online netwerk dat niet kan worden nagebootst in een experiment. Dit houdt in dat er geen onderzoek kan worden gedaan naar een bericht dat

(20)

gedeeld wordt door een Facebookvriend uit het netwerk van de respondent. In het huidige experiment werd daarom een bericht getoond van een onbekende fictieve Facebookgebruiker, terwijl het waardevoller is onderzoek te doen naar Facebookvrienden uit het echte netwerk van een Facebookgebruiker.

Om dit type onderzoek uit te voeren is medewerking van Facebook nodig. Een onderzoek dat hierop lijkt, werd uitgevoerd in 2012. In een grootschalig onderzoek naar verkiezingen op Facebook in de Verenigde Staten werd het experiment wel uitgevoerd binnen het netwerk van de respondenten (Bond et al., 2012). Dit experiment werd uitgevoerd in samenwerking met Facebook. Hierbij werden 61 miljoen Amerikaanse Facebookgebruikers blootgesteld aan de stimulus op Facebook zonder dat de respondenten doorhadden dat zij aan een onderzoek meededen.

Betrouwbaarheid van berichten op social media is zeker in deze verkiezingsperiode een belangrijk onderwerp. Politieke partijen en politici maken steeds vaker gebruik van social media in hun verkiezingscampagnes. De bevindingen in dit onderzoek dragen bij aan de bestaande kennis over het gebruik van Facebook in politieke verkiezingscampagnes. In dit onderzoek wordt verworpen dat berichten afkomstig van niet-politieke Facebookgebruikers als betrouwbaarder worden geacht. Voor politici betekent dit dat zij als even betrouwbaar worden geacht als niet-politieke Facebookgebruikers. De positieve conclusie voor politici is dat zijn niet minder betrouwbaar worden geacht op Facebook dan onbekende

(21)

Literatuur

AT5 (2016, 10 November). Sylvana Simons: ‘Als de leugen vaak genoeg herhaald wordt ga je hem geloven’. Geraadpleegd op http://www.at5.nl/artikelen/162316/sylvana _simons_nog_steeds_overtuigd_van_ongelijk

Barthel, M., Sheaer, E., Gottfried, J. & Mitchel, A. (2015, 14 Juli). News Use on Facebook and Twitter Is on the Rise, Pew Research Center. Geraadpleegd op: http://www. journalism.org/2015/07/14/news-use-on-facebook-and-twitter-is-on-the-rise/

Bond, R.M., Fariss, C.J., Jones, J.J., Kramer, A.D.I, Marlow, C., Settle, J.E. & Fowler, J.H. (2012) A 61-Million-Person Experiment in Social Influence and Political

Mobilization. Nature, 489, 295–298. DOI: 10.1038/nature11421

Brandenburg - van de Ven, T. (2016, 21 November). Nep-nieuws ook in Nederland potentieel gevaarlijk, Villamedia. Geraadpleegd op https://www.villamedia.nl/artikel/nep-nieuws -ook-in-nederland-potentieel-gevaarlijk

Castells, M. (2000). Materials for an Exploratory Theory of the Network Society. British

Journal of Sociology, 52, 1, 5-24. DOI:10.1111/j.1468-4446.2000.00005

Hendrickx, F. (2016, 1 oktober). Op Facebook is de verkiezingsstrijd al ontbrand, De

Volkskrant. Geraadpleegd op http://www.volkskrant.nl/politiek/op-facebook-

is-de-verkiezingsstrijd-al-ontbrand~a4387173/

Hermida, A., Fletcher, F., Korell, D. & Logan, D. (2012). Share, Like, Recommend,

Journalism Studies, 13, 5-6, 815-824. DOI: 10.1080/1461670X.2012.664430

Johnson, T.J. & Kaye, B.K. (2014). Credibility of Social Network Sites for Political Information Among Politically Interested Internet Users. Journal of

Computer-Mediated Communication, 19, 957-974. DOI:10.1111/jcc4.12084

Keulemans, M. (2016, 14 November). Noemde Trump de Republikeinen domste kiezers?, De

Volkskrant. Geraadpleegd op http://www.volkskrant.nl/wetenschap/noemde-trump

(22)

Kivits, N. (2016, 18 November). Nepnieuws verkiezingen groter bereik dan echte verhalen,

Villamedia. Geraadpleegd op https://www.villamedia.nl/artikel/nepnieuws-

verkiezingen-groter-bereik-dan-echte-verhalen

Lee, J. & Lim, Y. S. (2014). Who Says What About Whom: Young Voters’ Impression Formation of Political Candidates on Social Networking Sites. Mass Communication

and Society, 17, 553–572. DOI: 10.1080/15205436.2013.816743

Loader, B.D., Vromen, A. & Xenos, M.A. (2015). Performing for the Young Networked Citizen? Celebrity Politics, Social Networking and the Political Engagement of Young People. Media, Culture & Society, 1-20. DOI: 10.1177/0163443715608261

Metzger, M. J. (2007). Making Sense of Credibility on the Web: Models for Evaluating Online Information and Recommendations for Future Research. Journal of the

American Society for Information Science and Technology, 58, 13, 2078-2091. DOI:

10.1002/asi.20672

Metzger, M.J, Flanagin, A.J. & Medders, R.B. (2010). Social and Heuristic Approaches to Credibility Evaluation Online. Journal of Communication, 60, 413–439. DOI: 10.1111/j.1460-2466.2010.01488.x

Singer, J.B. (2005). The Political J-Blogger: ‘Normalizing’ a New Media Form to Fit Old Norms and Practices. Journalism, 6, 2, 173-198. DOI: 10.1177/1464884905051009

Wester, F. [fritswester] (2016, 10 Maart). Uit de oude fotodoos. Dit zei Donald Trump in 1998 in People Magazine over eventuele kandidatuur. [Tweet]. Geraadpleegd op https://twitter.com/fritswester/status/708035811292401664

Vragenlijst

- Wat is uw leeftijd? (open vraag)

(23)

Vrouw

- Wat is uw hoogst genoten opleiding? Basisonderwijs

VMBO / MAVO / Lager Beroepsonderwijs HAVO

VWO/ Gymnasium

Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Hogeschool (HBO)

Universiteit (WO) Geen van bovenstaande

- Stellingen over vluchtelingenproblematiek: (helemaal mee oneens - helemaal mee eens)

- In 2015 vluchtten er ongeveer een miljoen mensen naar Europa voor oorlog, geweld en vervolging. We hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid die mensen bescherming te bieden.

- Het gebrek aan Europese samenwerking om vluchtelingen goed op te vangen leidt tot dagelijkse drama’s op de Middellandse Zee, schrijnende situaties en chaos.

- Nederland moet zich beter voorbereiden op de komst van vluchtelingen, door in te zetten op kleinschalige opvang en integratie vanaf dag één.

- Niet minder vluchtelingen in Europa is de belangrijkste opgave, maar goede opvang organiseren voor mensen voor de mensen die vluchten voor oorlog en geweld.

- Gebruikt u Facebook als bron van informatie?

Ik gebruik Facebook nooit als bron van informatie Ik gebruik Facebook zelden als bron van informatie Ik gebruik Facebook soms als bron van informatie Ik reken op Facebook als bron van informatie

Ik ben sterk afhankelijk van Facebook als bron van informatie

(24)

- Bent u het eens met het Facebookbericht? (helemaal mee oneens - helemaal mee eens)

- Vindt u deze informatie geloofwaardig? (helemaal mee oneens - helemaal mee eens) - Vindt u deze informatie eerlijk? (helemaal mee oneens - helemaal mee eens)

- Vindt u deze informatie accuraat? (helemaal mee oneens - helemaal mee eens) - Vindt u deze informatie diepgaand? (helemaal mee oneens - helemaal mee eens)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Research should deal with a variety of topics including language attitudes, the sociolinguistic needs and preferences of residents and officials of the Emfuleni

Facebook is er niet in geslaagd duidelijk te maken dat zijn verdienmodel (en belangrijke inkomstenbron) is gebaseerd op het commercieel gebruik van gegevens en

Als je vervolgens klikt op de knop ‘Mijn profiel bekijken’ kan je zien hoe anderen jouw profiel te zien krijgen en welke gegevens je vrijgeeft.. Op je profielpagina staat

Het is de policy van facebook dat profielen enkel bestemd zijn voor personen en dat organisaties geen profiel mogen hebben maar zich via een pagina bekend moeten maken.. Facebook

Je word niet opgehaalt door een bus, maar gaat met de fiets naar school.. Soms brengen je ouders je met de auto, maar alleen als het hart regent

Het bedrijf benut zijn netwerk van 1,3 miljard mensen ten volste voor commercieel gewin.. 'Ze proberen altijd het gedrag van mensen

Information and advice from Dutch GPs on the most common health issues at www.GPinfo.nl. Have a look

The design of a product acts as a carrier of various symbolic meanings. These meanings are a result of experiencing all the specific design characteristics together in the complete