• No results found

Gewichtsverlies van biggen tijdens vasten en daaropvolgend transport

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gewichtsverlies van biggen tijdens vasten en daaropvolgend transport"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gewichtsverlies van biggen tijdens vasten en

daaropvolgend transport

Han Swinkels, lan Huiskes, PV; Marcel Heetkamp, johan Schrama, LUW

In een samenwerkingsproject tussen het Praktijkonderzoek Varkenshouderij en de Landbouwuniversiteit Wageningen hebben vijf transporten (60 km) met elk 40 big gen plaatsgevonden. Voor aanvang van het transport kregen de biggen gedurende een periode van 16 uur geen voer verstrekt. De biggen hadden wél de beschikking over drinkwater. Het blijkt dat de biggen als gevolg van het vasten en het daaropvol-gend transport ongeveer 5,5% minder wegen dan daarvoor.

De structuur van de Nederlandse varkenshou-derij wordt gekenmerkt door specialisatie. Dit betekent dat biggen op een gewicht van onge-veer 23 kg vervoerd worden van vertneerderaar naar vleesvarkenshouder. Ten behoeve van een vaste relatie moeten vermeerderaars en vlees-varkenshouders afspraken maken over het transport van de biggen. Voor een goede trans-portconditie en een goede start in de vleesvar-kenshouderij is het gewenst biggen nuchter te vervoeren. Het laten vasten van biggen voor transport heeft echter nadelige gevolgen voor het aflevergewicht. In dit onderzoek is nagegaan hoe hoog het gewichtsverlies is van biggen na vasten en het daaropvolgende transport,

Resultaten

Zoals verwacht treedt het meeste gewichtsver-lies (75%) op tijdens de vastenperiode (tabel 1). Uitgedrukt als percentage van het gewicht gemeten bij aanvang van de vastenperiode was het gewichtsverlies 52%. Tijdens het transport van de nuchtere biggen trad 25% van het totale gewichtsverlies op. Uitgedrukt als percentage van het gewicht gemeten direct voor transport

was het gewichtsverlies I ,6%. Zowel tijdens het vasten als tijdens het transport nam het gewichtsverlies toe met het gewicht van de big-gen. Een gedeelte van het gewichtsverlies kan verklaard worden door de variatie in gewicht binnen een dag. In dit onderzoek zijn de biggen voor de eerste keer gewogen rond 16.30 uur en voor de laatste keer rond I I .30 uur. Sij vleesvarkens van 30 tot I 10 kg is aangetoond dat het gewicht laat in de middag ongeveer I ,5% .hoger ligt dan het gewicht laat in de och-tend. Gecorrigeerd voor de gewichtsvariatie binnen een dag wordt het totale gewichtsverlies tijdens vasten en transport geschat op 5,5%.

Conclusie

In de praktijk wordt geadviseerd biggen nuchter te transporteren. Dit leidt tot minder problemen tijdens het transport en bij opleg op het vlees-varkensbedrijf Voor biggen van ongeveer 23 kg wordt het totale gewichtsverlies tijdens het vas-ten en daaropvolgend transport geschat op I ,2 kg. In onderling overleg tussen vermeerdetaar en vleesvarkenshouder kan hiermee rekening worden gehouden bij de prijsstelling. n

Tabel I : Gewichtsverlies (kg) van biggen na vasten en daaropvolgend transport. Gemiddeld

gewicht

gemiddeld gemiddeld

gewichtsverlies gewichtsverlies tijdens vasten tijdens transport

gewichts-correctie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer die gegevens niet als oriëntaties te krijgen zijn (bijvoorbeeld omdat de betreffende module door een vijandig orgaan be- stuurd wordt, omdat communicatie anderszins

Maar het is net zoals bij ieder groot bedrijf: als iets nieuw is en mensen nog niet goed weten wat ze kunnen ver- wachten, dan vinden ze het lastig om werk uit handen te geven..

Het is dan ook onzin om zware ingrepen te rechtvaardigen met de opmerking dat ‘nieuwe cultuurhistorie’ wordt gemaakt, zoals de ecoloog Frans Vera doet: “Hoewel daarbij nu be-

voorspellen. Immers, hierop zullen voorzieningen op het gebied van financiering, inrichting én beheer van terreinen voor de recreatie zoveel mogelijk moeten worden

Voor de beide tuigklassen is voor de doelsoorten tong en schol, voor de twee meest aangelande bijvangst soorten schar en bot en voor de rest-aanlandingen, de gemiddelde

Zijn de bramen bestemd voor de verse consumptie dan wordt geplukt in doosjes van 25p gram. Stekelloze rassen lenen zich beter voor

Dit beeld komt voor bij dieren aan het eind van de mestperiode, opfokdieren en drachtige zeugen (vooral eerste en tweede worp). Is de aandoening eenzijdig dan kan het dier dat

gewichten die het bedrijf gebruikelijk heeft bij spenen. De uitval van de jongen voor spenen lag tussen de 2 en 4 %, met uitzondering van de tweede ronde op het bedrijf met de