• No results found

Type kluitplant bepaalt teeltsucces

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Type kluitplant bepaalt teeltsucces"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

>\

luitplant

eeltsucces

Spruitkool wordt momenteel voornamelijk als kluitplant

opgekweekt Als in verband met het weer niet kan worden geplant,

kunnen kluitplanten immers beter worden bewaard dan losse planten. Tien jaar geleden voerde de losse plant echter nog de boventoon. Met

de opmars van de kluitplanten komt de vraag naar voren of er tussen de diverse planttypen verschillen zitten. Bij het afleveren van kluitplanten spelen vooral de gezondheid, de kleur, de uniformiteit en de grootte van de plant een rol. Tijdens het uitplanten zijn met name de

stevigheid, het percentage missers enlof inteelt en het gemak waarmee de kluitjes uit de tray kunnen

worden getrokken van belang.

Eenmaal op het productieveld komt het aan op de snelheid van weggroei, de gevoeligheid voor droogte en de stevigheid ofwel de mate van

legering. Een groot nadeel van het legeren van planten is dat dit het

plukken bemoeilijkt. Dit houdt in dat ook de arbeidsprestatie lager uitvalt. Niet alle planten zijn gevoelig voor

legeren. Het is dan ook de vraag welke factoren van invloed zijn op de stevigheid van een spruitkool-gewas. Hierbij valt te denken aan het type kluitplant, maar ook aan de grondsoort, de gebruikte

plant-machine, de plantdiepte, het ras, de bemesting en het water.

Proefopzet en uitvoering

Op PA V-Zuidwest werd in 1995 on-derzoek gestart naar het effect van het type kluitplant op de legering van spruitkool. Hierbij werden vier plant-typen bekeken: quicktray-plant, ster-tray-plant, W-tray-plant en de losse plant. Per planttype kwamen alle

planten van één plantenkweker. Voor de proef werd de Tex-plantmachine gebruikt. Alleen de losse planten zijn met de Accord geplant. In 1996 werd de proef herhaald met quicktray-plan-ten en stertray-planquicktray-plan-ten van diverse plantenkwekers. Ieder planttype werd op een diepte van 6 en 8 cm

uitge-plant. In 1997 is er ook nog een ob-ject ter plaatse zaaien toegevoegd om

vooral het wortelgestel van de ter plaatse gezaaide planten te vergelij-ken met de kluitplanten. De proeven werden uitgevoerd met het ras Ajax. Tijdens de teelt zijn er waarnemingen aan het gewas gedaan. Er is gekeken naar gerealiseerde plantdiepte, aantal bladeren, lengte, stevigheid en aantal

gelegerde planten. Bij de oogst werd per veldje en per sortering de

op-brengst bepaald. Op het oogsttijdstip werd ook de spruitkwaliteit beoor-deeld. Na de oogst zijn de wortels

uitgegraven en allerlei waarnemingen aan het wortelgestel gedaan.

In 1996 waren de geperste stertray-planten iets lichter en kleiner. Deze planten groeien blijkbaar iets minder snel weg, want ongeveer twee weken na het planten waren ze nog steeds iets kleiner en lichter dan de andere planttypen. Bij het planten is de losse plant zwaarder en langer dan de an-dere planttypen.

Wat gewicht en lengte betreft bleven in 1997 de ter plaatse gezaaide plan-ten iets achter bij de andere plantty-pen. Deze planten groeien dus iets minder snel weg. De quicktray-plan-ten en de losse planquicktray-plan-ten groeien daar-entegen erg snel weg.

In 1995 ontstond bij de geperste ster-tray-planten vlak na het planten al een kromming net boven de grond. Het hypocotyl van de plant was toen te lang. Dit had echter geen gevolgen voor de stevigheid later in het seizoen. In 1995 waren op 15 augustus voor het eerst verschillen in stevigheid te

quicktray

geperste stertray losgevulde stertray W-tray

losse plant

ter plaatse zaaien 1 = zeer slap gewas;

Tabel 1. Beoordeling quicktray geperste stertray losgevulde stertray W-tray losse plant

ter plaatse zaaien

1995 5,0 5,9 6,9 6,5

9 = zeer stevig gewas.

stevigheid per planttype.

1995 16 7 4 7 1996 5,9 7,1 6,8 6,0 6,7 1996 43 20 25 40 26 1997 5,8 6,4 6,7 5,7 7,7 1997 29 25 23 32 14

Tabel 2. Percentage gelegerde planten (%) per planttype.

(2)

quicktray

geperste stertray losgevulde stertray W-tray

losse plant

ter plaatse zaaien

1995 17,3 15,5 18,5 15,8 1996 25,4 24,8 25,0 25,6 23,3 1997 18,8 18,0 18,3 18,7 17,1

Tabel 3. Netto opbrengst (ton per ha) per planttype.

constateren. De quicktray-planten wa-ren iets minder stevig dan de andere planttypen. Uit tabel 1 blijkt dat ook in 1996 de quicktray-planten minder stevig stonden dan de andere plantty-pen. De eerste verschijnselen van le-gering traden op 6 september op. Het verschil in stevigheid werd vooral in oktober goed zichtbaar.

In 1997 traden de eerste verschijnse-len van legering eind september op. De ter plaatse gezaaide planten ston-den steviger dan de andere plantty-pen. De quicktray-planten en de losse planten bleken minder stevig te zijn.

PfrSWtv- ' O l ï I l i l C i » f l l s J f g l

In 1995 bleek het percentage planten

dat niet meer recht stond bij de

quicktray-planten duidelijk hoger te zijn (zie tabel 2).

In 1996 bleken de quicktray-planten en de W-tray-planten slechter te zijn dan de andere planttypen. De stertray-planten kwamen er goed uit. Er zaten nog wel enkele verschillen tussen de plantenkwekers.

In 1997 bleek dat er minder planten gelegerd zijn dan in 1996. De ver* schillen zijn dan ook veel kleiner. De ter plaatse gezaaide planten vertoon-den het minste gelegerde planten; de losse en quicktray-planten het meest.

O O I C I I

jgngp* WSXSP S& Xwl*»r 6H Sä 'H-SS"» «»Br s»

In 1995 zaten er geen verschillen in

netto opbrengsten (zie tabel 3). In 1996 bleef de opbrengst van de losse planten iets achter bij de andere planttypen. Ook was de sortering bij de losse planten iets fijner. Deze plan-ten waren langer en daardoor waar-schijnlijk ook later. Waarwaar-schijnlijk moet dit echter toegeschreven worden aan een toevallige jaarsinvloed.

Tussen de verschillende kluitplantty-pen zaten geen verschillen in

op-brengst. In 1997 bleef de opbrengst van de ter plaatse gezaaide planten achter. Tussen de rest van de objecten zaten er geen verschillen.

Wat het wortelgestel betreft bleek in 1996 dat de wortels van de geperste stertray-planten zwaarder zijn en dat de diameter van de stengel dikker was. Aangaande het wortelgestel bleek in 1997 dat de wortels van de losse planten en van de geperste ster-tray-planten zwaarder zijn dan van de andere planttypen. Het wortelgestel van de ter plaatse gezaaide planten is erg breed. De verwachting was dat dit een diep wortelgestel zou zijn, maar

• «.

UMMM

Quicktray-planten.

(3)

het was dus vooral heel breed. Dit zou ook afhankelijk van het jaar kun-nen zijn.

Plantdiepte

In 1995 bleken er geen verschillen naar voren te komen tussen de twee plantdiepten. Het wortelgestel was bij de grotere plantdiepte minder fors. In

1996 bleek dieper planten tot een ste-viger gewas te leiden. Dieper planten heeft een positieve invloed op de ste-vigheid. Dit blijkt wel uit de lagere percentages gelegerde planten bij een plantdiepte van 8 cm in plaats van 6 cm.

Plcmtenkweker

Tijdens de teelt kwamen wel verschil-len in stevigheid naar voren tussen de planten per plantenkweker, maar de verschillen tussen planttypen zijn gro-ter. Zo waren in 1996 de planten van de losgevulde stertrays van één plan-tenkweker minder stevig dan die van de andere drie plantenkwekers van hetzelfde planttype.

In 1995 en in 1997 zaten er weinig verschillen in plantdiepten. In 1996 leidde een diepere plantdiepte tot een steviger gewas.

Qua opbrengst zat er weinig verschil tussen de verschillende planttypen. Uit de proeven blijkt dat de

quick-tray-planten in het algemeen iets snel-ler weggroeien dan de andere plantty-pen, wat leidde tot een minder stevig gewas met een minder ontwikkelde wortelpruik.

De losse planten beginnen met een hoger plantgewicht, maar staan toch niet altijd zo stevig dan men zou ver-wachten.

Bij de stertray-pianten zijn er twee ty-pen gebruikt, namelijk de losgevulde en de geperste stertray-pianten. Bij beide typen werden betere resultaten behaald dan bij de quicktray-planten en de losse planten. Tussen de losge-vulde en de geperste stertray-pianten zat weinig verschil. In 1996 kwamen de geperste planten er iets beter uit; in

1997 gold dit voor de losgevulde

planten. Er zijn wel verschillen tussen de plantenkwekers. Het wortelgestel van de geperste stertray-pianten is

zwaarder dan van de losgevulde ster-tray-pianten. In 1997 is er ook een object ter plaatse zaaien toegevoegd. Bij dit object waren er minder planten gelegerd dan bij de andere objecten. Ook het wortelgestel was duidelijk breder ontwikkeld met dikkere wor-tels. De opbrengst van dit object bleef wel achter.

Uit de proeven blijkt dat de keuze van het planttype een mogelijkheid is om een steviger gewas te krijgen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In Vlaanderen komt de soort vooral voor in de Kempen (Kalmthoutse Heide, Groot en Klein Schietveld, valleigebied van de Kleine en de Grote Nete, de heidegebieden

stengel (S), vrucht (V), bladeren (BL), zaden (Z), bloem (B) wortel (W), knollen (K). aardappel

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Hij wordt bezocht door bijen, omdat zijn bloemen rijk aan nectar zijn.. De rode klaver was de eerste klaversoort, die ook als voedergewas ge-

Drie enkelvoudige bladeren (links) en twee samengestelde bladeren (rechts).. TIP:

Indien de pijl vanaf aspirine niet wijst naar de pijl tussen bloedplaatjes en stollingsfactoren uit bloedplaatjes maar naar het woord bloedplaatjes geen punt toekennen.

Sommige planten zijn zelfs onder extreme omstandigheden in staat tot fotosynthese en de daarop volgende voortgezette assimilatie. CAM(Crassulacean Acid Metabolism)-planten

2 Hoewel we in de gezondheidszorg bereid zijn een stukje doelmatigheid op te offeren ten behoeve van meer rechtvaardigheid, omdat ook ouderen, mensen met