• No results found

Eerste monitor duurzame energie voor de glastuinbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eerste monitor duurzame energie voor de glastuinbouw"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw EERSTE MONITOR DUURZAME ENERGIE VOOR DE GLASTUINBOUW

Jan Nienhuis, Anita van der Knijff en Ruud van der Meer

In 2002 is het Aanvullend Convenant Glastuinbouw en Milieu getekend. Een van de doelstellingen is om te streven naar een aandeel van 4% duurzame energie in de totale energievraag van de sector in 2010. Bij deze eerste monitoring van het gebruik van duurzame energie in de sector, uitgevoerd over het jaar 2003, is het vermeden primaire energieverbruik door duurzame-energieopties tussen minimaal 0,50% en maximaal 0,66% ingeschat. Vergeleken met het gebruik van duurzame energie (inclusief groene elektriciteit) in Nederland als geheel, is het gebruik in de glastuinbouw relatief laag (0,5 % opzichte van 1,5%). Het gebruik van duurzame energie in de glastuinbouw staat dus nog in de kinderschoenen.

Vermeden primaire energie

In de glastuinbouw worden verschillende soorten energie gebruikt: aardgas, olie, elektriciteit, restwarmte en w/k-warmte. Het totale energiegebruik wordt berekend door de verschillende energiedragers bij elkaar op te tellen (in Joules). Het totale energieverbruik van de sector wordt omgerekend naar primair energieverbruik; dat is de hoeveelheid brandstof die nodig is voor de productie van de verschillende energiesoorten. Door duurzame energie te gebruiken wordt er minder primair energie verbruikt. Dit is vermeden primaire energie.

Aantal bedrijven met duurzame energie

Uit de monitor blijkt dat in 2003 op een gering aantal glastuinbouwbedrijven een duurzame energieoptie aanwezig was. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar indicatief gaat het om 40 tot 70 glastuinbouwbedrijven (tabel 1). Het aantal bedrijven dat groene elektriciteit verbruikt is hierin niet verwerkt. In de registraties van het Milieu Programma Sierteelt (MPS) zitten 440 bedrijven die groene elektriciteit afnemen. Doorgetrokken naar alle glastuinbouwbedrijven en rekening houdend met een lager aantal bij de glasgroenteteelt zouden het in heel Nederland ongeveer 1.000 bedrijven kunnen zijn.

Aandeel duurzame energie

Het vermeden energieverbruik door duurzame energie is niet exact bekend. Daarom is bij de berekening een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Er zijn aannames gemaakt over het verbruik van duurzame energie, aan de technische kengetallen uit het 'Protocol monitoring duurzame energie' (November, 2002) zijn echter geen veranderingen aangebracht. Uitgaande van de hoeveelheid vermeden primaire energie door duurzame energieopties en inclusies groene elektriciteit (617.400 GJ tot 816.300 GJ) is het aandeel duurzame energie 0,50 tot 0,66%. Dit laatste getal is een 'theoretisch ingeschat maximum'.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 Overzicht toepassing van duurzame energieopties in de glastuinbouw in 2003 inclusief de vermeden hoeveelheid p imair r e energie, zowel indicatie minimum als ingeschat maximum

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Indicatie Indicatie ingeschat maximum

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Duurzame energieoptie eigen gebruik minimum vermeden aantal bedrijven a) vermeden

(aantal bedrijven) primaire primaire

energieverbruik (GJ) energieverbruik (GJ) ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Warmtepomp en warmte-/koudeopslag 17 12.800 25 18.800

Verbranding van biomassa 3 28.500 3 28.500

Vergisting van biomassa - - 6 28.500

Bio-olie en vetten 9 51.500 18 103.000 Windenergie 4 4.600 4 4.600 Zonne-energie (thermisch) 4 900 8 1.800 Zonne-energie (PV) 5 100 10 200 Aardwarmte - - - - Sub otaalt 42 98.400 74 185.400 Groene elektriciteit 440-1.000 519.000 440-1.000 630.900 Totaal n.v.t. 617.400 n.v.t. 816.300 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ a) Om tot een maximumaantal bedrijven te komen dat gebruikmaakt van duurzame energie is een indicatie gegeven van het ingeschat maximum.

Groene elektriciteit levert grootste bijdrage

Groene elektriciteit is de hoofdmoot van alle duurzame energie die in de glastuinbouw wordt verbruikt. Een aantal elektriciteitsaanbieders hanteerde in 2003 een prijs voor groene elektriciteit (tot een bepaalde hoeveelheid kWh) die gelijk was aan 'grijze' elektriciteit. Daardoor kochten glastuinders groene elektriciteit om daarmee ook eerder te kunnen voldoen aan de gestelde normen uit het Besluit Glastuinbouw. In dat besluit telt duurzame energie niet mee voor de gestelde normen. Warmtepompen worden gebruikt in combinatie met een warmtewisselaar: in de zomer wordt energie (warmte) uit de kas onttrokken en opgeslagen in een aquifer (wateropslag in de bodem). In de winter kan deze warmte worden gebruikt voor de verwarming van de kassen. Een belangrijke bijdrage in duurzame energie, naast groene elektriciteit, wordt geleverd door bio-olie en vetten. Verbranden van bio-olie of vetten wordt vooral gedaan om pieken op te vangen wanneer veel warmte wordt gevraagd in de kassen. In het kader van de liberalisering kan dan met een lagere contractcapaciteit worden volstaan en daardoor een lagere prijs voor een kubieke meter aardgas. De tuinder moet dan wel een aparte brander hebben om de bio-olie te kunnen verstoken. Vergisting van biomassa staat voor de glastuinbouw nog in de startblokken. Recent zijn enkele projecten gestart en worden plannen ontwikkeld voor biomassavergisting.

Meer informatie:

Rapport 3.05.02 Duurzame energiemonitor glastuinbouw 2003

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het overgangstraject naar een meer competitieve verlening van de medisch specialistische zorg is een strate- gische verkenning nodig van de borging van de publieke be- langen 4

7 het in dié verband gevind dat die sistoliese en diastoliese bloeddruk van kinders respektiewelik 1.4 mmHg en 3.3 mmHg hoër was in 1999-2000 as in 1988-1994 en skryf

The trenchant criticism of metaphysics by philosophers such as René Descartes, Immanuel Kant, Friedrich Nietzsche, Martin Heidegger, and Jacques Derrida raises fundamental

by determining how the National HIVIAIDS Policy and programmes of activities are implemented by the school principals of secondary schools in the Sedibeng West

Provincies realiseren hiermee een monitorings- en rapportagesystematiek die noodzakelijk is voor alle drie de niveaus: de Europese-, rijks- en provinciale rapportages; waarmee

Er zijn echter ook aanwijzingen gevonden dat dassen in de loop van het groeiseizoen kunnen uitwijken naar andere rassen (hier het middenlate ras E), desalniettemin lijken dassen

Deze bio- olie willen we gebruiken in onze eigen tractoren, eventueel voor het maken van groene plastics en de productie van kunstmestvervangers uit reststoffen.. Al met al zal

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook: In hoeverre kunnen windmolens en andere zichtbare vormen van duurzame energie opwekking door middel van promotie als