• No results found

Correctiemodel eind- en herex. aardrijkskunde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Correctiemodel eind- en herex. aardrijkskunde"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR Correctiemodel Examen VWO

Vak : AARDRIJKSKUNDE

Datum : vrijdag 26 juni 2015 TIJD : 07.45 – 9.45 u. Aantal pagina’s: 2

Vraag 1. De staatkundige grenzen en distriktsgrenzen van Suriname a. Territoriale wateren: tot 12 zeemijlen, volledige souvereine rechten

Exclusieve zone: tot 200 zeemijlen, alleen economische rechten 2p.

b. Waterscheiding tussen de Surinaamse rivieren enerzijds en de Braziliaanse rivieren anderzijds. Te zien aan de 60 grenspalen in het landschap. 2p.

c. Overzichtelijkheid, bruikbare potenties, identiteit /homogeniteit. 3p. d. Dichte bebouwing op sommige plekken, meer dienstverlenende activiteiten dan

landbouw/stedelijke leefwijze 2p Vraag 2. Weer en klimaat in Suriname

a. Neerslag, alsgevolg van de verschuiving van de I.T.C.Z.. 2p

b. Meer dan 3000mm, ligt aan de loefzijde van de gebergte ketens /stuwing van de vochtige lucht 2p c. De I.T.C.Z. ligt rond mei boven Zuid Suriname en verschuift noordwaarts en rond juni boven

Paramaribo 2p

d. Zware onweersbuien, einde grote regentijd en einde grote droge tijd. 3p Vraag 3. De geologie van Suriname

a. I Marowijne ±900 miljoen II Falawatra ± 2 miljard III Curuni ± 2 miljard 3p b. I, ordening goudsector 2p

c. Doleriet, biedt weerstand tegen verwering en erosie, donker fijnkorrelig 3p. d. Coronie formatie, rijst en bacove teelt 3p.

e. Fijne zanden, 10 km dikte. 2p f. Hoge zuurgraad . 2p Vraag 4. De geomorfologie van Suriname

a. Door de hoge temperatuur en hoge regenval vindt er een sterke oplossing en uitloging plaats. 2p b. Witte zanden, met savanne vegetatie en sterke uitloging en uitbleking, bruine zanden met

hoogbos en minder uitloging en uitbleking 2p c. Oude zeekleilandschap 1p

d. Langere tijd aan erosie blootgesteld 1p

e. 2. zand-en schelpritsen, 3 rivier en estuarium oeverwallen 2p

(2)

.

Vraag 5. De economische ontwikkelingen in Suriname

a. Lage aardolie prijs op de wereldmarkt met alsgevolg verminderde inkomsten na zoveel geïnvesteerd te hebben. 3p

b. Premium diesel- gasoline 2p c. Deelgebied 4, Meriam gebied 2p

d. Ethanol project met de teelt van suikerriet en deze is renewable 3p Vraag 6. Demografie in Suriname

a. I is Paramaribo, geboortecijfer is lager, II is Marowijne geboortecijfer hoog , basis is breeder dan van Paramaribo 3p

b. files, percelen te duur, Wanica, Commewijne/ Para 3p Vraag 7. Brazilie in fysisch geografisch opzicht

a. Sorocaba= gematigd klimaat: hoogste zonnestand tussen 0˚ en 90˚ en Belém= tropisch klimaat: hoogste zonnestand 90˚. 4p

b. Sorocaba= 500-1500m. hoog en Belém= 0-200m. 2p

c. Wisselvallige positie van I.T.C.Z./ ligging aan de lijzijde, caatinga. 2p d. Zwampbossen langs de oever van de Amazonerivier, noord en westen 3p e. I Tropisch regenbos [selvas], II caatinga 2p

f. Ao, A1, A2, B,C 3p

Vraag 8. Enkele demografische aspecten van Brazilië

a. Grote migratiestroom, vele natuurlijke hulpbronnen, gematigd klimaat/ vele bestaansbronnen 2p b. Door grote armoede en werkloosheid in Brazilië. 2p

c. De wens om de mannelijkheid door een groot aantal kinderen te bewijzen, ondergeschikte positive van vrouwen 2p

Vraag 9. Industriële activiteiten in Brazilië

a. Gekwalificeerde arbeidskrachten en goede infrastructuur./ meer ambachtelijk-industriele kennis 2p

b. Bodem-,water-,/luchtvervuiling 2p

c. Textiel, auto/ijzer/staal of metaal/ hout 2p

d. azalea schoenen, Tramontina gereedschappen, kipdelen. 3p cijfer =score+10/10

(3)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAPPEN EN CULTUUR

Correctiemodel Herexamen VWO 2015

Vak : AARDRIJKSKUNDE

Datum : Donderdag 23 juli 2015 TIJD :10.45 – 12.45 u.

Aantal pagina’s: 2

Vraag 1. De staatkundige grenzen en distriktgrenzen van Suriname a. 2p Overleg, arbitrage

b. 4p Boven Corantijn, Curuni, en Kutari rivier, Tigri gebied

c. 2P Riviervlakte ontwikkeling/ R.B.D. gedachte ervan uitgaan dat de rivier en haar stroomgebied de belangrijkste aanknopingspunten vormen voor de regionale ontwikkeling

d. 3p Bouw van de Afobakka dam en de daarbij opkomende behoefte om het stuwmeergebied centraal te beheren.

Vraag 2. Klimaat en klimaatsverandering in de loop van de tijd a. 2p Hoogste zonnestand 90ᴼ.

b. 2p A.g.v. de verschuiving de loodrechte zonnestand c. 2p Ontstaan van verschillende seizoenen

d. 2p Verandering van tropisch klimaat naar semi-aride klimaat e. 2p Stuifmeelkorrel onderzoek en met radioaktieve stoffen f. 2p Verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing Vraag3. De geologie van Suriname

a. 2p Metamorfe en stollingsgesteente b. 2p Ongeveer 1900 miljoen jaar geleden c. 2p opheffing

d. 2p voor de bouw van een stuwdam. e. 2p Intrusie van Apatoe dolerieten

f. 2p Coronie formatie, Holoceen/zee afzetting/ klei Vraag4. Geomorfologie van Suriname

a. 3p Eilandbergen, lateriet-bauxietplateau, soela’s/tropischbos b. 3p 1. 500-1000m

(4)

3. Laat Tertiair II niveau c. 3 1. Chemisch onvruchtbaar

2. fysich vruchtbaar

3. doorlaatbare bodem/[zand]bodem

2p 2. Door periodiek de vegetatie af te branden

d. 2p oerbank is een ondoordringbare laag met alsgevolg stagnatie van het water dus natte savanna

Vraag 5. Enkele economische ontwikkelingen in Suriname

a. 3p daling van de prijs op de wereldmarkt, kleinschaligheid, geen kapitaal, afhankelijk van de grote boeren

b. 2p Food Agriculture Industries N.V.

c. 2p afzet in Paramaribo met haar grote bevolking/ vruchtbare bodem d. 2p Para, raffineren van goud

e. 2p meer kennis en kundigheden, meer inkomsten Vraag 6. Fysische aspecten van Brazilië

a. 2p Grafiek I voor Manaus, hele jaar door hoge neerslag en hoge temperatuur

b. 4p Manaus Af, tropisch, koudste maand groter dan 18˚C/ neerslag in alle jaargetijden Belo Horizonte, Cw, w.m groter dan 10˚C/k.m. tussen -3 en 18 ˚C.

c. 2p bestaan uit alluviaal materiaal en tijdens hoge waterstanden raken overstroomd/ chemisch vruchtbaar/jonge afzetting

d. 2p gras en boomsavannen [campo cerrado en campo limpo e. 2p noordwesten, Af klimaat

f. 2p latosols, chemisch onvruchtbaar/fysisch vruchtbaar Vraag 7 Sociaal-economische aspecten van Brazilië

a. 3p Minas Gerais, Rio Grande, Pelotas

b. 3p lage ontwikkeling, armoede, hoge geboortecijfer/ regionale ongelijkhied c. 1p grootgrondbezit

d. 1p extensieve veeteelt

e. 2p verkeersdrukte, milieuvervuiling/ huisvestigingsproblemen f. 2p volkswijk/arme wijken, stedelijk gebied

g. 2p Noorden en Westen, dun bevolkt, weinig ontsloten h. 3p geen kennis, arbeidsextensief, grote arbeidersaanbod

(5)

Correctie model inhaal

Vraag 1. De staatkundige grenzen van Suriname a. Zone A en zone B , souvereine en economische rechten. 3p b. Zone A,B, en C 3p

c. Gebied tussen Boven Corantijn, Coeroeni en Koetari, hydrologische gronden 3p

d. Vanaf de monding van de Marowijne rivier tot het eiland Portal geldt stroomdraad. Vanaf Portal tot Stoelmanseiland geldt de middenweg en boven Stoelmanseiland is die nog niet bepaald 2p

Vraag 2. Klimaat in Suriname

a. A= km > 18 C[tropisch] , f= neerslag in alle jaargetijden 2p

b. Het verschil wordt groter,[nauwelijks] invloeden meer van zeewinden .2p

c. Gehele jaar door hoge temperatuur/hoge zonnestanden/lage geografische breedte 1p d. I.T.C.Z. boven water, verschuift langzaam 2p

e. Sterke verwarming, na de hoogste zonnestand, opstuwing tegen Bergen, sterke uitstraling gedurende de nacht 3p

f. 1 oost 2 west 3 noord 4 zuid. 2p Vraag3 . De geologie van Suriname

a. Metamorfe - en stollingsgesteente 2p

b. A= corantijngroep, B=marowijne, C=falawatra, D= curuni 4p c. Precambrium, bestaan uit metamorfe gesteenten 2p

d. Dolerieten 2p

e. zijn donker gekleurd, fijnkorrelig en biedt goede weerstand tegen erosie 2p f. bestaat uit mangro klei/zure klei 2p

g. Coronie 2p

Vraag 4. De geomorfologische verschijnselen van ons land a. 1. Toplaag, 2plinthietzone 2p

b. de bovenlaag is verdwenen , dit hangt samen met klimaatswisselingen in het Tertiair, het tijperk waarin de laterietkappen worden gevormd. Toen tropisch regenwoud werd vervangen door savanne t.g.v. het droger worden van het klimaat en erosie kreeg vat op de bodem. Hierdoor vond wegspoeling van toplaag en verharding van plinthiet.3p

c. overeenkomst: verschillende stroompjes, verschil: de eilandjes van een verwilderde rivier uit grind en zand bestaan en zich kunnen verplaatsen, terwijl bij een soela: eilandjes bestaan uit hard gesteente en zitten nagenoeg vast. 4p

(6)

e. door de sterke uitloging van de voedingsstoffen 1p f. resten van organisch materiaal 2p

g. nauwelijks ontzilt, niet of zwak olijbruin gevlekt, bestaan uit veen 3p h. onder zeespiegel in zoutwater 1p

i. ze zorgen voor wateronttrekking en versteviging, de luchtworteltjes zorgen voor de toetreding van zuurstof 2p

Vraag 5. Fysische aspecten van Brazilië

a. Porte alegre heeft gehele jaar neerslag, Belo horizonte is winterdroog. 2p

b. Hoge neerslag en hoge temperatuur zorgen voor sterke oplossing en uitspoeling van voedingsstoffen 4p

c. Moedergesteente is van vulkanische oorsprong 2p

d. Dit gebied heeft gedurende het vrij recente geologische verleden zonder enige onderbreking tot in de huidige tijd vrijwel hetzelfde vochtig tropisch klimaat gehad. 2p

e. Omdat van elke soort niet meer dan 2 tot 3 bomen per ha voorkomen 2p f. Noordoosten, droogte 2p

Vraag 6 De regionale indeling van brazilie

a. A westen en noorden B. Noordoosten en C= Zuidoosten 3p

b. De mate van economische ontwikkeling en de bevolkingsdichtheid 2p c. Het noorden en westen 1p

d. Noordoosten en noord en westen, lagere ontwikkeling dan zuidoosten 2p e. Zuidoosten 2p

Vraag 7 De regionale ontwikkelingspolitiek van brazilie

a. Om het binnenland te integreren in de nationale economie door meer ontwikkeling te brengen. 2p b. Het project is uitgevoerd zonder voldoende aandacht te schenkenaan de belangen van lagere

bevolkingsgroepen, de verplaatsing van de federale bestuursapparaat heeft zich erg langzaam voltrokken 2p

c. Nieuwe wegen aangelegd, ontsluiting van binnenland 2p

d. Ze worden van hun oorspronkelijke woongebieden verdreven en hun woongebieden waren niet veilig 2p

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In conclusion, we found brain activation related to moral evaluation in the STG, in several distinct areas of the vmPFC, in the precuneus, the parahippocampal gyrus, the

ASCOT: Adult social care outcomes toolkit; CSHACFS: Canadian study of health and ageing clinical frailty scale; ICHOM: International consortium for health outcomes measurement;

Les membres du CNAC ne veulent pas de personnel soignant pour le département accoucheuses. C’est pourquoi ils ne donnent pas d’avis sur ce qu’il faut entendre par personnel

Scobie het op 31 Me i 1876 kennis ontvang dat hy die vervoer van die regering se load vanaf Lourenco Marques deur middel van die Lourenco Marques and South

As a way forward, this article proposed ukuzimasa as a paradigm for pastoral care that will embrace both rituals and introduce different kinds of masculinity for young amaXhosa

Bereken hoeveel gram van het zout Frits op zal moeten lossen in water om de oplossing te maken waarmee hij de carbonaationen kan verwijderen....

Vijf maatregelen zijn gedefinieerd die het risico van overstromingen en wateroverlast van respectievelijk de regionale waterkeringen en het regionale watersysteem reduceren door de

- Voegt met behulp van natuurlijke aroma’s smaak en kleur toe aan de producten - Decoreert en snijdt producten volgens vooropgestelde recepten en kwaliteitseisen - Respecteert