• No results found

Het vastleggen van een relatie tussen de theoretische en optredende ruwheid bij het frezen van gebogen vlakken met een radiusfrees

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het vastleggen van een relatie tussen de theoretische en optredende ruwheid bij het frezen van gebogen vlakken met een radiusfrees"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afstudeerhoogleraar: Begeleider:

BET VASTLEGGEN VAN KEN RELATIE

TUSSEN DE TBEORETISCBE EN OPTREDENDE

ROWBEID BIJ BET FREZEN VAN GEBOGEN

VLAKKEN MET EEN RADIUSFREES.

door J.W.H. Bastiaanssen

Rapport WPA 0565

prof. dr. ir. A.C.H. van der Wolf ir. J.A.W. Hijink

Technische Universiteit Eindhoven Faculteit der Werktuigbouwkunde April 1988

(2)

Sa.envatting.

Dit is het verslag ter afronding van de onderzoekopdracht bij de vakgroep WPA aan de TOE. De opdracht was het vastleggen van een relatie tussen de theoretische en optredende ruwheid bij het frezen van gebogen vlakken met een radiusfrees. Er wordt gekeken naar de invloeden van de parameters die, tijdens het frezen, een rol spelen op de ruwheid. In de praktijk blijkt namelijk dat de optredende ruwheid niet overeenkomt met de theoretische ruwheid.

In hoofdstuk 1 worden de gehanteerde ruwheidsparam~ters besproken.

Hoe men van het frezen via het meten tot resultaten kan komen, wordt in hoofdstuk 2 besproken.

De resultaten per parameter worden in hoofdstuk 3 bekeken. Hoofdstuk 4 bevat de conclusies t.a.v. de invloeden van de diverse parameters op de ruwheid, tevens worden enige

aanbevelingen gedaan.

(3)

Faculteit der Werktuigbouwkunde Vakgroep WPA

Onderzoek opdracht J.W.M. Bastiaanssen

Afstudeer hoogleraar prof.dr.ir. A.C.H. van der Wolf

ir. J.A.W. Hijink Begeleider

Onderwerp

TQelichting

Het vastleggen van een .relatie tussen de theoretische- en optredende ruwheid bij het frezen van gebogen vlakken met een radiusfrees

Met name bij het maken van matrijzen en mallen komt het nogal eens voor dat een gekromd oppervlak moet worden nagefreesd met een bolkop of radiusfrees. De theoretische ruwheid, als functie van de afstand tussen de freesbanen en de freesradius, blijkt niet altijd overeen te komen met de gemeten ruwheid.

Opdracht

Bepaal voor een aantal materialen en freesdiameters de relatie tussen de theoretische en gemeten ruwheid. De parameters die in aanmerking moeten worden genomen zijn:

de aanzet

de snijsnelheid de snedediepte

de afstand tussen de banen

(4)

..

Inhoudsopgave. 1 De ruwheidaparaaaters. 2 De gevolgde werkwijze. 2.1 Het frezen. 2.2 Het meten. 2.3 De meetgegevellsverwerking. 3 De resultaten. 3.1 Inleiding 3.2 Het materiaal. 3.3 De freesradius. 3.4 De aanzet. 3.5 De snijsnelheid. 3.6 De snedediepte. 3.7 De stapgrootte. 3.8 De contacthoek. 4 CODclusiea en aanbevelingen. 4.1 Het materiaal. 4.2 De freesradius. 4.3 De aanzet. 4.4 De snijsnelheid. 4.5 De snedediepte. 4.6 De stapgrootte. 4.7 De contacthoek. 5 Slotopaerkingen. Literatuurlijst. Symbolenlijst. pag. 1 2 2 2 2 4 4 5 5 6 8 10 11 16 23 23 23 24 24 24 24 24 25 26 27 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11

Powerspectrum

&

autocorrelatiefunctie "

..

..

II 65° 70° 80° 15° 20° 30° 40° 50° 55° 60° 65° ongeslepen geslepen

(5)

1 De ruwbeidsparameters.

-RaCthl

Uit [1] volgt dat voor een ruwheidsprofiel volgens figuur 1 geldt: O.S' S figuur 1. 2R(R-m) Ra(th)

=

* [

sin(2~)-2sin(~0)

] +

T

lV1

MA-S

""1

H~ ~

v

kt

tvl, I tv... f'u

~

Ra * [

-

2~0-2~+sin(2~0)-~sin(4~) S met ~0

=

arccos(l-m/R) ~

=

arctan(2E/S) m

=

(2Ra/S)*[-~+sin(2~)-~sin(4~)]

e

=

R(l-sina) a

=

arccos(~S/R) ~~~

]

( 1 )

m en ~0 volgen uit de ligging van de middellijn door het profiel.

(1) geeft de theoretische relatie weer tussen de Ra-waarde. de straal van de frees (R) en de afstand tussen de freesbanen

(stapgrootte S). -Ra(l)

Bij de metingen wordt de ruwheid gemeten in de lengterichting van het profiel, de gemeten Ra-waarde noemen we de

Ra(l)-waarde.

w~ ~·Vlk ~o,kt

-

~

"'J41

1'/

(6)

..

-BaCd)

De Ba-waarde gemeten in de dwarsrichting van het profiel noemen we de Ra(d)-waarde.

-K

De verhoudingsfactor K is als voIgt gedefinieerd: K

=

Ba(l)/Ra(th).

2 De gevolgde werkwijze.

2.1 Het frezen.

De proefblokjes werden gefreesd op een MAHO MH500C. De richting van de freesbanen is parallel aan de z-as van de freesbank, dus de lengterichting van de blokjes is parallel aan de x-as. De Iengte van een proefvlakje is afhankeIijk van de meetlengte, die weer afhankelijk is van de stapgrootte,

(zie tabel 1).

2.2 Het meten.

De ruwheid van een gefreesd vlak wordt gemeten m.b.v de Iaboratorium opstelling voor ruwheidsmeting in de meetkamer. Met deze opstelling worden de meetgegevens digitaal

opgeslagen waardoor het mogelijk is om aIIerlei complexe

berekeningen te laten plaatsvinden. De gebruikte meetlengte is afhankeIijk van de genomen stapgrootte, en weI als voIgt;

stapgrootte golflengte meetlengte

[mm] [mm] [mm] van 0.010 tot 0.032 0.08 0.64 van 0.032 tot 0.100 0.25 2.00 van 0.100 tot 0.320 0.80 6.40 van 0.320 tot 1.000 2.50 20.00 van 1.000 tot 3.200 8.00 64.00 tabel 1. 2.3 Meetgegevensyerwerking.

Met het verwerkingsprogramma HFU5 [2] kunnen we diverse

mogelijkheden kiezen bij de verwerking van de meetgegevens. . Door het gemeten ruwheidsprofiel wordt een middellijn gelegd, vanuit waar de ruwheidsparameters berekend worden.

We kunnenhet signaal laten filteren, daarbij kan er uit drie mogelijkheden gekozen worden :

1) Filter 1 legt in het signaal per cut-off golflengte opnieuw een kleinste kwadratenlijn (zgn. ISO-filter). 2) Filter 2 filtert het signaal met een dubbel RC-filter

(7)

faseverschuivina van de middellijn ten opzichte van het inganassignaal, deze faseverschuiving is voor iedere

golflengte anders. .

3) Filter 3 is een Fase-Corrected filter (FC-filter). Dit is een speciaal filter met een lineaire

fase-karakteristiek, waardoor aIle signaalcomponenten dezelfde faseverschuiving zullen ondergaan.

Bij de berekening van de ruwheid in de lengterichting wordt geen filter gebruikt, zodat aIle invloeden op de ruwheid meegenomen worden in de berekening. In de dwarsrichting daarentegen wordt een FC-filter gebruikt, bij meting in de dwarsrichting is het namelijk moeilijk om met de taster in de freesbaan te blijven, zodat er ongewenste golvin ontstaat. Deze golving wordt er met het F - ilter uitgefilterd. Het

verschil tUBsen het 2RC- en FC filter blijkt uit de figuren 2

en 3. I 1l.411 Ra(d)

=

0.6255 um figuur 2.

-_._---.----

-J rC-f&1tt!"_ a.~" 1.w.t51 -.1~4 -1.5686 f'- :'.

'---'~--f-Jtr---~r

-2.' •

. ~ .It 1." 2.48 1.2M 4.~ Le.lI .. "...., Ra(d)

=

0.7171 um figuur 3.

(8)

..

In figuur 2 filtert het 2RC-filter er juist de golving uit die ontstaat door het frezen, en niet de golving die onstaat

doordat de taster niet in de freesbaan blijft.

Het FC-filter daarentegen (figuur 3) haalt de ongewenste golving er weI goed uit, en laat het echte profiel ongemoeid. De verkregen Ra-waarde m.b.v. het FC-filter is dus reeeler dan de waarde verkregen m.b.v. het 2RC-filter. Omdat al vrij snel bleek dat de ruwheid in de dwarsrichting aIleen beinvloed wordt door de aanzet. is daarna aIleen nog maar de Ra(l)-waarde gemeten.

Naast de Ra-waarde worden ook andere ruwheidsparameters

berekend, deze laten we verder buiten beschouwing.

-Verder 1s het mogelijk om het autopowerspectrum te laten berekenen. hieruit kunnen we afleiden of er signalen met verschillende frequenties inzitten. De frequentie wordt hier gegeven als cycles/mm, dus (frequentie)-l geeft de lengte van

e~n periode. Met name is zo te controleren of de voor het , frezen ingestelde stapgrootte ook werkelijk in het signaal

terug te vinden is.

Ook in de autocorrelatiefunctie kunnen we deze terug vinden. Bij het berekenen van het autopowerspectrum worden er Fourier-transformaties uitgevoerd, waarbij een fout wordt gemaakt ais het signaal niet periodiek is. Het opgenomen signaal wordt daartoe vermenigvuldigd met een Window-signaal, dat ervoor zorgt dat het signaal periodiek wordt. Hier is voor een Hanning-window gekozen.

Aan de hand van de verkregen resultaten werd verder geexperimenteerd.

3 De resultateD.

3.1 Inleiding

De maximale-of minimale waarden van de parameters worden genomen uit de waarden die door Brouwers [1] bij het frezen van de mallen zijn gebruikt. Deze zijn:

-materiaal messing

-freesradius 15 mm

-aanzet 0.05 mm/tand

-snijsnelheid 90 m/min

-snedediepte 0.5 mm

-stapgrootte afhankelijk van Ra(th)

(9)

..

De standaardwaarden zijn de volgende: -aanzet -snijsnelheid -snedediepte -stapgrootte -contacthoek R [mm] S [mm] Ra(th) [um]

a

[0] 3.2 Bet materiaal.

die bij aIle proefnemingen genomen zijn,

15 0.05 mm/tand 90 m/min 0.5 mm zie tabel 2 zie.tabel 2 7.5 0.485 0.306 0.5 0.4 20 30 tabel 2. 5 0.306 0.6 45

Er werd gestart met een orienterend onderzoek naar de

invloeden van de parameters op aluminium. Na het frezen bleek dat het oppervlak lichte beschadigingen vertoonde, door

tijdens het frezen regelmatig het oppervlak schoon te maken bleet het onbeschadigd. Na het aluminium werd overgestapt op messing (CuZn39Pb2.5 140 BV, norm UN-R001).

3,3 De freesradius (8).

Er is geexperimenteerd met verschillende bolkopfrezen (HSSE) met 8=15, R=7,5 en 8=5 mm. Na een tijd met deze frezen

proefnemingen te hebben gedaan bleek dat de frezen bot waren, en deze zijn to en geslepen. Als laatste is een hardmetalen frees gebruikt (8=12.5 mm).

(10)

3.4 De aanzet CAl.

Varieren v/d aanzet A

A R15 .45

00.5 V100 80.435

... Ra(th) 1

Ra um

0.10 0.10 0.40 ... __ ... "' ... -... ... 0.10

I - - - -...

-~ O~--~~--~~--~~--~~--~

o.ao

0.40 0.1' 0.10 0.70 0.80

E-"

aanzet A [mm/tand] figuur 4.

De eerste proefneming op aluminium laat zien dat Ra(d) weI toeneemt, zij het in geringe mate. Tussen de Ra(l)-waarde en de theoretische Ra-waarde zit een factor Ra(l)/Ra(th)

=

1.6 verschil (voor A=0.05 mm/tand). Over de invloed van de aanzet is weinig te zeggen, er zijn geen duidelijke verschillen waar te nemen. Dit komt omdat de variatie in de aanzet te klein is genomen.

(11)

Met messing kregen we de volgende resultaten.

Varieren v/d aanzet A

M -10 R11(b) DO.I VIO 80.481

-

....

---R" - ...

Varleren v/d aanzet

M 46 RI DO.6 VIO SO.3 O'

-

....

---

...

-_

...

,.7.

~...Io:IIWI. _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ .., 4.10 Ra "'" tA.

,

...

0.1. / / / I

/

I I I I I

r----... t A [mm/tand) R15 figuur 5.

..

' .. 0

I ...

1 .. 0 1 0.10 o II OAO 0.01 o.to 0.1. 0.10 0.11 0.10 o . • anzet A [mm/tand) R5 figuur 6.

De variatie in de aanzet is nu groter genomen dan bij het aluminium. De invloed op de Ra(l)- en de Ra(d) waarde is nu duidelijk te zien, ze nemen allebei toe bij toenemende aanzet. Bij grotere waarden voor de aanzet (>0.3 mm/tand) is er op het oppervlak een duidelijk trillingspatroon te zien. De

verhoudingsfactor K bedraagt nu 2.1 .

(12)

3.5 De sniisnelbeid CV),

We zien bet volaende bij aluminium.

Varieren v/d snijsnelheid

A R15 -20 DO.5 AO.05 80.485

- Ra(l) - RaC. .. "., RaUN

1 Ra um 0.10 0 .• 0 0.40 0.20

o

4~'----~'~'----~.~0----~7~O----~.~0----~'O· anijanelteid V (mlmin] fiauur 7.

De Ra(d)-waarde blijft gemiddeld aenomen nagenoea constant, en de Ra(l)-waarde neemt iets toe met toenemende snijsnelbeid.

(13)

Bij het messing zien we in figuur 8 de metingen van de

proefnemingen met drie verschillende frezen, respectievelijk R=15, R=7.5 en R=5 mm.

Varieren wId anijanelleid

Me . . . R11 R7.1 HI Ib)

-....

.._-....

.

...

R1. RJ~ HI 1M All LIft 1.1t 0 ...

....

0 .. ' o .~.--~I~O----~

••

~--~,~.--~.~.~--~.o eniJMeIheid V [mlmln) figuur 8.

Alhoewel het verloop van Ra(l) voor R=15 nogal grillig is (deze frees bleek nogal bot te zijn), kunnen we stellen dat toename van de snijsnelheid een lichte toename van de Ra(l) en Ra(d) veroorzaakt.

(14)

..

3,6 De snedediepte (D),

Varieren

V

I

d snedediepte D

A R15 -45 V100

AO~5

SOAS

-

Ram

-

Rat..

...

Aa(tIt)

1 Ra um 0.10 0 .• 0 0.40 ... . 0.20 o~

______

~~

______

~~

______

~ 0.10 1 1.'0 I

anedediepte

D

[mm]

figuur 9.

De variaties in de ruwheden zijn bij toenemende snedediepten niet groot, wederom wordt de theoretisch ruwheid niet gehaald,

K

=

1.8 ,

(15)

..

Varieren

anededlepte

D MM. R16 Rl.1 RI (It) - . . . . - I W I ... . . R1. RI.. AS ,.lORa .... ...

....

;

....

-

... ,,-_ ..

-'.II ... __ .~.-... ... ...

,.,

....

....

• .M • .11 :.:..~---+,---~,~~~.---~l anedHiepte D [mm] figuur 10.

Bij messing (figuur 10) zien we een toename van de ruwheid bij toenemende snedediepte, wat ook aannemelijker is, immers de frees krijgt meer te verspanen. De snedediepte is niet groter genomen dan 2 mm omdat het hier om nafrezen gaat.

3.7 De stapgrootte (5)

Al naar gelang de gewenste theoretische ruwheid varieert de stapgrootte, in samenhang met de freesradius (formule 1),

(16)

..

Bij aluminium zien we het volgende;

Varieren v/d atapgrootte S

A -45 R15 DOJ VI7 AOA5

-Ram

-Raeel .••••• Ra(th)

,Ra um

o.ao

v

0 .• 0 0.40 0.2.0 OL---~~---~~~----~~ 0.'0 0." 0.40 004.

Itapgrootte

8

[mm]

figuur 11.

Het lijkt alsof Ra(l) constant blijft, wat volgens de theorie niet het geval is. Ra(d) lijkt af te nemen, wat vrij onlogisch is. We kunnen veronderstellen dat de variatie in de

stapgrootte te klein is genomen om duidelijke verschillen te krijgen. Bij het messing hebben we de stapgrootte een grotere variatie gegeven.

(17)

..

Varieren v/d atapgrootte 8

M -20 Fl160») DO.6

vto

AO.06

-

....

---

...

-

...

1~OpB-U~---, t.lO 0 .. 0

at..,.-oott.

8 [mmJ figuur 12.

We zien dat Ra(d) nagenoeg constant blijft en dat Ra(l) langzaam naar Ra(th) toegaat. Om te zien of deze

veronderstelling juist hebben we voor een frees met R=7.5 mm een groter gebied van S genomen (figuur 13).

(18)

Varler.n v Id etapgroott. 8

Me...

R15 Rl.5 (b)

- . - ---JWIIt-Rea _ .. - ...

MI ~I • • n~

I~.DB~~---J

taL.-•

.J. .. .,... -.

..J.I~.-.=""A.I:-.=-=.-!:

..

-=-I-::.~

••

~.:-.;;-.!;;

••

;-:;;:O'~7:;.""i.~

...

• tarqootte 8

[-I

figuur 13.

In figuur 13 zien we dat inderdaad op een gegeven moment de gemeten ruwheid de theoretische gaat benaderen.

(19)

Ra(th) is uitgezet, voor frezen met R=15, R=7.5, en R=5 mm.

a.l.

1.'0

1

••••

ong ....

pen

1rezen

- R11 - R7.' --- "I .. --.. Theor. , , , , , ,

,

, , , ,

,

,

, , , , , , , , , , , , , , , , I , , I , , , , , ,

R.'th)

[um] figuur 14. , , I , , , I , , , , , I , , , ,

,

, ,

Voor alle drie de frezen zien we ongeveer hetzelfde verloop van de ruwheid

Na het slijpen van de frezen werd voor de bolkopfrees met R=15 mm de proefneming herhaald, zo kan bekeken worden of het slijpen enig positief effect heeft gehad op de haalbaarheid van de theoretische Ra-waarde.

(20)

..

In figuur 15 is Ra(l) tegen Ra(th) uitgezet voor de ongeslepen en geslepen frees. - R 1 ' bot I R.(O

rum]

t.'O I 1.60 1 0.'0 - Atl ...•.. TMor.

...

""

O~--__ ~~ ______ ~ ______ L - ' _ _ _ _ ~

o

0.'0 1 1.'0 t Ra(th) [um] figuur 15.

We zien dat er geen verbetering is t.a.v. de haalbaarheid van Ra(th), eerder een verslechtering (bij toenemende Ra(th».

(21)

W'ERk.$rutt OppEftVLAl<.

figuur 16.

Bij het instellen van de contacthoek op de freesbank is voor de verschillende frezen niet hetzelfde bereik mogelijk. Als de contacthoek kleiner wordt, wordt ook de snijdende freesradius kleiner. Om nu de snijsnelheid constant te houden, teneinde de verschillende proefnemingen met elkaar te kunnen vergelijken, moet het toerental van de freesbank groter genomen worden. De beperking die hier optreedt is het maximale toerental van de freesbanki zo komt het dat voor de verschillende frezen niet hetzelfde bereik van de contacthoek te verkrijgen is. Het instellen van de contacthoek wordt gerealiseerd door de freeskop te roteren.

(22)

..

Varieren v

Id

contacthoek

A R15 DO.5

veo

AO.05 80.485

- A a ( O -Ra(cI •••••. R.Utt)

1."

Ra um 1.12

0."

0."

. . . _ .. _ _ - _ ... _ ... eo_ .. _ . . . .. 0.11 \LO----~,O---4~O----~,~O----.~O~--~,O

contacthoek [Graden]

figuur 17.

De invloed op de ruwheid in de dwarsrichtig is nagenoeg nihil, maar het blijkt dat de Ra(l)-waarde toeneemt met toenemende contacthoek.

Of dit nu te wijten is aan het proces of aan de eventueel toenemende instabiliteit van de freesbank hebben we bekeken door de contacthoek in te stellen d.m.v. het roteren van de freeskop (Ra(l)K) en roteren van het werkstuk (Ra(l}W). Zie figuur 18 en 19.

(23)

Varleren v/d contacthoek

M .. 11-. DO.I

ve.

AG.OI 80.48

- . . - . . . . . .... IWtbI IA.r-~~---~

,

...

1

....

...

_

...

_

...

_

...

_

... .

oontaothoek [Qraden) figuur 18.

Varieren v/d contacthoek

M R11-' DO.I V'O AO.OI 80.48

---IWIIW 1A.Aa ... 1.20 O.t. contaothoM [Qraden) figuur 19.

De ruwheid in de dwarsrichting blijft bij toenemende

contacthoek gelijk, de ruwheid in de lengterichting neemt toe, zowel bij het roteren van de freeskop als van het werkstuk. Bij 65° en bij 80° neemt de ruwheid af.

Kijken we naar de ruwheidsprofielen van 65°, 70° en 80°, (figuren 20, 21 en 22),

(24)

..

..

contacthoek

65-LeOfithUII)

5.11 7.5~ li,11 12.Si 1S.ii 11.50 za.2I

t1auur 20.

contacthoek

10-2.51 5.ijl 1.51 li.il 12.58 lS.QQ 17.~Q 2Q.Qi LeostMIIO

tiauur 21.

cont.act.hoek

80-3.f,5i3 1.9231 .US8 -1.5315 -3.aS88 4 l ' i " l _ t t t ! . . . t -.11 2.51 5.11 7.51 li.81 12.5& 1S.as 17.59 Zi.Wi

LengthUII)

(25)

profiel Iijkt weI het sterkst op het theoretische profiel. Bij beide andere profielen zijn de pieken veel lager. Van de drie

signalen zijn ook de autopowerspectra en de

auto-correlatiefuncties berekend, zie bijlagen 1, 2 en 3. Uit de autocorrelatiefuncties blijkt dat de werkelijke stapgrootte overeenkomt met de ingestelde. In de autopower-spectra van 65° en 80° zien we dat er naast de frequentie van de stapgrootte ook andere (hogere) frequenties sterk aanwezig zijn , bij 65°

10.3 cycles/mm en bij 80° 4.15 cycles/rom. Waar de oorzaak van deze trillingen gezocht moet worden is onduidelijk.

Om te kijken of de diameter van de frees invloed heeft hebben we de proefnemingen herhaald met frezen met R=7.5 en R=5 Mm.

In figuur 23 zijn de metingen uitgezet voor de drie verschillend frezen.

Varieren v/d contacthoek

M ••• ing R1 S "7.S RS (I)) - . . . . - . . . . ···ftaCt In. "'.. Itt 1.40 Ra um

1.'.

1.44

0."

0.48 contaothoek [eraden] figuur 23.

(26)

We kunnen hier nie~ frezen uithalen, de

een zelfde tendens voor de verschillende invloed van de contacthoek blijft

onduidelijk. Na het slijpen

met R=15 mm de van de frezen hebben we wederom bij de frees contacthoek laten varieren (figuur 24).

~ ~ ~

hruf

~

rr1...

~

h-VI. t..,

~

f-"-Y

~

,

Varl., •• wid co"tactboek

111 D •.• V •• AO.O' '0.48' -

....

-

... ....

....

..

... .

2."

,-18;;;;...:;[= _ _ _ _ _ _ _ - . 1.'0 1 \ -~~ --'-. ' •• 0 ... _ .. _ .. _ .. _ ... . figuur 24. ltAtA-4'" I

( 1tt'r4

~

No, M-t h ;ty ~ hi-, ~ h-t{ ~ t,

H

i

~

'"

f(;rN .... tJ.M'1 ~rJ.-t~ .; ~ y.,~~

!)

Het verkregen resultaat met de geslepen frees verschaft ons geen duidelijker beeld van de invloed van de contacthoek op de

ruwheid. Wat opvalt in de autopowerspectra en de

auto-correlatiefuncties (bijlagen 4 tim 14), is dat de frequentie van de stapgrootte het sterkst aanwezig is tot en met 55° en daarna veel zwakker terug te vinden is. Vanaf 60° zijn signalen met hogere frequenties duidelijk sterker aanwezig. De ingestelde stapgrootte komt weI overeen met de werkelijke.

(27)

4.1 Het materiaal.

Uit de metingen blijkt dat voor een gewenste theoretische Ra-waarde van 0.5 um met aluminium een Ra-waarde van 0.72 um, en met messing een waarde van 1.05 um gehaald wordt. De verschillen bedragen een factor K = 1.4 voor aluminium en K = 2.1 voor messing. Het blijkt dus dat de theoretische ruwheid beter benaderd wordt met het aluminium dan met het messing. Voor de Ra-waarde in de dwarsrichting kunnen we stellen dat

het verschil in materiaal'geen verschil van belang geeft (0.02 um).

Een mogelijk nadeel van het aluminium is dat het oppervlak gevoelig voor beschadigingen is.

4.2 De freesradius.

Met de verschillende frezen zijn de volgende resultaten verkregen (tabel 3).

R [mm] Ra(th) [um] Ra(l) [um]

K

HSSE 15 0.5 1.1522 2.30 7.5 0,5 1.3633 2.73 5 0.6 1.2193 2.03 Hardmetaal 12.5 0.1 0.1940 1.88 tabel 3.

De waarden gelden voor een contacthoek van 500 maar zoals we

gezien hebben varieert de Ra-waarde nogal sterk met de

contacthoek. Het is dus moeilijk te zeggen of de freesradius veel invloed heeft op de ruwheid. Na het slijpen van de frees met R=15 mm zien we een toename van de ruwheid met 0.2 um, we verwachtten juist een verlaging van de ruwheid. Het slijpen heeft dus weinig verbetering in de situatie gebracht.

Naderhand is gefreesd met een hardmetalen frees, we zien dat een lagere ruwheidswaarde gehaald wordt in vergelijking tot de andere frezen. Bij de HSSE frezen is voor een Ra(th) van 0.2 um de K-waarde 4

a

6, voor de hardmetalen frees geldt K

=

1.88 voor Ra(th) = 0.1 um. We mogen hieruit concluderen dat met een hardmetalen frees betere resultaten behaald kunnen worden.

(28)

4.3 De aanzet.

..

Een toename van de aanzet heeft een toename van de ruwheid tot gevolg, zowel in de lengte- als in de dwarsrichting. Het lijkt erop dat bij lage waarden van de aanzet variatie van de aanzet Minder effect op de ruwheid heeft, dan bij hogere waarden van de aanzet. Men zou eventueel kunnen bekijken hoe de ruwheid varieert bij kleine variaties van de aanzet tussen 0.05

mm/tand en 0.15

a

0.2 mm/tand. De tijdswinst die men behaald bij een grotere aanzet kan afgewogen worden tegen de toe name van de ruwheid, dit natuurlijk afhankelijk van de resultaten .

4.4 De snijsnelheid.

Uit de waarnemingen blijkt dat de invloed van de snijsnelheid gemiddeld genomen klein is. Een lichte stijging met variaties voor de verschillende frezen van 0.2 um (R=15 mm), 0.15 um

(R=7.5 mm) en 0.1 urn (R=5 mm) is waar te nemen.' 4.5 De snedediepte.

Een toename van de snedediepte leidt tot een toename van de ruwheid in lengterichting met waarden van 0.5 um (R=15 mm) en 0.15 um (R=5 mm). AIleen voor de radiusfrees met R=7.5 is een afname te zien van 0.18 um.

4.6 De stapgrootte,

De invloed van de stapgrootte op de optredende ruwheid is hetzelfde zoals de theorie die aangeeft, namelijk een

toenemende ruwheid bij toenemende stapgrootte. WeI blijkt dat.

v~~r theoretische waarden.van de ruwheid kleiner dan 1 a 1.5

urn, de optredende ruwheid veel verschilt met de theoretische ruwheid. Pas bij waarden groter dan 1.5

a

2 um gaat de

optredende ruwheid de theoretische benaderen. Bij de

verschillende frezen is dezelfe tendens waarneembaar, echter bij de geslepen frees 'loopt' de werkelijke ruwheid van de theoretische weg bij toename van Ra(th).

4.7 De contacthoek,

De contacthoek heeft weinig invloed op de ruwheid in dwarsrichting. Over de invloed op de ruwheid in lengte-richting is totaal niets te zeggen. Voor de diverse frezen zijn totaal verschillende resultaten te zien, het verloop van de ruwheid bij variatie van de contacthoek is uiterste

grillig te noemen. WeI kunnen we veronderstellen dat het verschil in ruwheid niet ligt aan eeneventueel toenemende instabiliteit van de freesbank. Zelfs nadat de frezen

geslepen waren kregen we weer een totaal ander verloop van de ruwheid te zien.

Het is aan te bevelen om het verloop van de radius van de bolkopfrees en de invloed hiervan op de ruwheid nader te bekijken. Ook zou de invloed van de andere geometrie-parameters van de frees op de ruwheid bestudeerd moeten

(29)

..

5 Slotopaerkingen.

Het blijkt dat de invloeden van de onderzochte parameters vrij duidelijk naar voren komen, behalve de invloed van de

I

contacthoek is onduidelijk. Wat niet naar voren is gekomen. is welke parameter er de oorzaak van is dat de theoretische

ruwheid niet gehaald wordt. Om hier een (eventueel)

duidelijker beeld van te krijgen zou de invloed van de andere parameters bekend moeten zijn.

Tevens zou, verder gegaan moeten worden met het experimenteren met hardmetalen frezen.

(30)

6 Literatuurlijst.

[1] Brouwers J.H.H. f

Onderzoek naar de mogelijkheden voor doorlooptijdverkorting van wikkelmallen. WPA-Rapport no. 0378, Eindhoven (19B7).

[2] Schellakens P. I Struik K., Schoot H. van dar,

Werktuigkundige Heattechniek dl. 1,

Collegedictaat TUE no. 4629, Eindhoven (1987).

[3] Gerritzen R'J Hijink J.A.W., Molengraft S.van der, Schoot H. van der,

Numerieke Besturing,

(31)

..

Syabolenlijst. A rom/tand D rom K R nun Ra um Ra(th) um Ra(l) um Ra(d) um S nun V m/min

a

graden aanzet snedediepte verhoudingsfactor Ra(l)/Ra(th) freesradius ruwheidswaarde theoretische Ra-waarde

in lengterichting gemeten Ra-waarda in dwarsrichting gameten Ra-waarde stapgrootte

snijsnelheid contacthoek

(32)

..

POW£R(uM31 2.1181988

I

i.n6iS'li 1.3829659 .8i88431 .4340215

I

.0Q9i9Yi I

I

,J I 8.

,.

I 1&. 21. 31. 41. CYCL[S/MM(PAHEHE) AUIOCOD. 1.1 .5 .8 -.5 I -1.9 I , I .98 .62 1.25 1.87 2.49 MIl <QUHEHE)

OPF~W.iD.FOR, vERWERKING OPPERVlAKTERUWHEIDMEETGEG~VE~S, PF-8-7

MESS I t'~G @(j~ F: 15 MEC~ fH; ( Til >"(J • 5 WFL =25('0 =10.00 NORD = 2000 Rt ::: 7. 1~213 l:~ q .-,- 1. 2() ~,~~ 4 :;:;t'::D'! ,- • 1 ~:;:~:::tl 6.3880 5.5833 6.8746 5.5568 5.8226 F' 0lt,J t'U,\{ ,-FF;Ef'!':A --MXFPU:: -. DLTF t:: ,0:;; 207 2. 1701 MI[HO!1ETEf~ CUBE 10. 3000 CYCU::~S/ivlf'! 41.2500 CYCLES/MM .0500 CYCL£!3/1"lt'1 50.0000 CYCLES/M~

;::::-, I"i.~ I'.\ FhECitJENC\,] [ ," M<~\ X, \:' F;, E ():J

r:r

~

c: \'

J

r ". B(~NDW I DTH J

E~~J~<,L} :::: 1

(33)

31.79414i8 POkRE(~31 (5.4353198 19.1ir1449ia 12.11766i8 '.3588298 .9tleiiH lit. 4. cyeLlS/1ff (PAItEHE) 1. II flU I OaHU!.

..

7. 11. 14.

file naMe a111624L.H~1 _

J\ RUTHEl

7\

6,4621,::"1[1 G£t¥)~ITRED AUHE~(1)]_

5

! \

l \ ; \

I \\

! \

f\

. j\

I '.

/ \.

! ; \

i \

- \ . " , \ .. \ ! " \ ./ .Q '\

l

\

I '\

! \

If

.

-.5 \

\~/\J

\-

\_j

\-'

-1.9 i-I

---~,

- - - - . . . - . - - -_ _ , - - - - . " .39 .62 1.2l 1.87 2.49 MH (IlUItEHE) file naMe 2111624L.MQl t1ESS I r·H.:; ~7 ,) Fd;;) MEC5 I:~:~, c: Th )"0 .. ~.; WFL ~2:00 STAP '''-1 ;j. G,.) i~iJFm·, :\"1" Rt F,.~ Rm in ·;.;;-·5, /:.,::;:;-24 R.:':r, I1~'" 1:2" 14

I..,

RZ (;: f~CU'r:::) : S i< i:: ",j ,,- :.~; J i3 CJ {ll~; U'f:;: -., ~j Ff;:ELI-jf.'1 MXFhd::-DLTF Ft-1.\ X ~< 'oc 42

'2» (J1.'.-.I()f) i:\/C]. E~~~~./ r·1~"

_4.4500 CYCLES/MM • (·500 CiCLE~3/i':'''1 ~:\). O,.)()i) CYr'::U::::')/l'ii'i Fl.'f;:r( T 1"':' .. 0\ t:,uRT ,. - r" .,~ ... :.,: •. ,e:;·:;' I:; .1. I" ,." ";;::;"1 . , • ', ..• 1, •••• ,.-,.. r:, ;'i,:,TN i::r;:Ei:~h.k~<C\ J [,,' ill:!}. F!~J:: \.~: U U'./C "I' J

L'::: FhEJ)U;;:;:j,.j[y':;·-iEF ,;:~rd\f;F'} J

[." C:'11Hj~J i r, n. J .,

t

(34)

1.599116" T 1.2728938 • 9548697 .63684&5 .3189232 .~ POWER(uM3) i. 1. CYCLES/MM(PAHEHi) AurOCORR.

..

!

14. 1.it

I

.S

~\ ~

p,\

1\

j\

9 \. '\ / \ I . ../\..., /... ".r. ! , jV ' . / , t \ / \ i .~ .,' • j , \J \ 'J ~~. \ j -.5 22. , . . . 1

--_r---...,...----;-MM (AUH!ltE) NEG!::; T. ~:G @El(1 R 15 MEC5 1.25 L8? ST;:\P

::::J.o.oo

;::,A (Th) "'0" :":i NUF.:D ::.' 2C·(,u F~t Rinin ::= I~~" fji)t?:~

= ...

3~ '2588 raDTN:: ~). T2:.:;:·::; Fe.: ( 1. : (,cu'r.::) : F: q - . 1.. 1 .::, .!:;::' Sr:E~.! .. - " (~, .~q 7 "'" '.,.) 2.49

rREYMA - 4.1500 CYCL~S;~M [ MAIN FRrOL~NC\"

MxrREK - 28.9500 CYCLES/MM

r-

~AX. FRE~GENCYJ

DLTF FI"I~;X r::: "'" 50.0000 CYCLES/MM 1<1< ;:.: 5tJ() ',::'1... f",3F. r [ .. [;r~iNDl;nnTi';J G E:~H [J "'i" i:'~'i T '::~F< :- .) '. '1",- , . . . .. ) ~I

(35)

a.2M'lI. 9.'163'11611 7.32283211 4.81188811 1.4419441

....

1.11 .5 .11 -.5 -1.11 fOMD[uJI3J 1 II.

aUloco ...

••

MIl (AUHD!)

..

4. 8. 12. 11. .62 1.25 1.87 2.49

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-7 1essing @15 R15 1EC5 D0.5 V90 A0.05 Ra(th)=0.5 NORD

=

2000 S=0.485 2c/11624S. A0.3 WFL =2500 STAP =10.00 Rt ::;: 7.6471 Rmin =-3.4155 RZDIN= 6.6976 RZ(1:ACLM3): Rq = SKEW ::;: ACLM3 1.6916 .7528 ::;: 5 Ra = 1.4081 Rp ::;: 4.2315 KURT = 2.3097 FLTSRT

=

0 6.6389 6.7623 6.2748 7.2860 6.5257 POWMAX = FREKMA ::;: MXFREK

=

DLTF :: FMAX ::;: K

=

42 12.2047 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 16.5000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK ::;: 331 FLTSRT CUBE [= MAIN FREQUENCY] C= MAX. FREQUENCY]

[= FREQUENCY STEP (FRSTEP)] (= BANDWIDTH]

= 0 BWKG

=

1 WDWSRT

=

2

(36)

fOIIO( ull3l 1.45941. 6.'615318 5.1156498 3.3837"8 1.6918838

.-

8.

,.

CYCW/MKPAHDI.D AUIOCOU. 1.1 .5 .8 -.5 -1.1

••

... <AUHDlI)

..

19. 28. 37. 1.25 1.87 2.49

OPPRWHD.FOR, VERW~RKrNG OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-/ Messing @20 R15 D0.5 V90 A0.05 MEC5 Ra(th)=0.5 8=0.485 2211624S.A02 WFL =2500 STAP =10.00 NORD

=

2000 Rt = 8.2816 Rmin =-3.4134 RZDIN= 7.0691 RZ ( 1 : ACLM3) : Rq := SI<EW

=

ACLM3 1.5292 .9472

=

5 Ra = 1.2306 Rp := KURT

=

2.8329 FLTSRT 7.1978 7.3103 6.6986 6.7467 7.3921 POWMAX = FREKMA = MXFREK = DLTF = FMAX

=

K

=

42 8.4594 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 37.1000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

743 FLTSRT CUBE (= 'MAIN FREQUENCY] (= MAX. FREQUENCYJ

[= FREQUENCY STEP (FRSTEP)] (= BANDWIDTH]

=

0 BWKG

=

1 WDWSRT

=

2

4.8682

(37)

1.772811a 1. 32".a

.'''4155

.4432821

.-

I

a.

AU10C0Rl. 1.a .5 .1 -.5

-La

••

I • U1UHDlI) l 12. 24. 36. 41. .62 1.25 1.87 2.49

OPPRWHO.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-7 Messing @30 R15 00.5 V90 A0.05 MEC5 Ra(th)=0~5 5::::;0.485 2311624S.A05 WFL =2500 STAP =10.00 NORD

=

2000 Rt = 5.8831 Rmin =-2.8661 RZDIN= 5.4882 RZ(1:ACLM3): Rq :::: SKEW = ACLM3 1. 1144 .2957 :::: r:: W Ra = .9092 Rp

-KURT = 2.5414 FLlSRT 5.8831 5.5567 5.2853 5.7223 4.9934 POWMAX = FREKMA = MXFREK

=

DLTF

=

FMAX = K

=

42 2.2160 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 48.4500 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

970 FLTSRT CUBE [= MAIN FREQUENCY] [= MAX. FREQUENCY]

[= FREQUENCY STEP (FRSTEP)]

[= BANDWIDTH]

=

0 BWKG

=

1 WDWSRT

=

2

3.0170

(38)

POWIIt( uII3 J 1.1214441 5.U715'1 4.212""1 a.a.5781 1.4IM2891

.-

a.

5. CYCLIl/IIKPAHDlI) AurOCOIl. 1.1 .5 .1 -.5 -1.1

••

III (AUHDlI> .'2

..

9. 14. 19. 1.25 1.87 2.49

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEI OMEETGEGEVENS , PF-"8-7

Messing @40 R15 MEC5 0121.5 V90 A0.05 Ra(th)=0.5 NORD := 2000 8=0.485 24116248.A02 WFL =2500 STAP =10.00 Rt = 7.5467 Rmin =-3.7726 RZDIN= 7.1537 RZ ( 1 : ACLM3) : Rq := SKEW := ACLM3 1.4573 • ~569Q) := .:.:."

..,

Ra := 1.18~!.6 Rp := KURT ::;:; 2.6::::.81 FLlSRT 7.1024 7.3844 7.2527 6.7393 7.2899 POWMAX ::::: FREt:::MA := MXFREK := DLTF := FMAX := t<

=

42 7.0214 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 18.551210 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

372 FLT8RT CUBE [= MAIN FREQUENCY] [= MAX. FREQUENCY]

[= FREQUENCY STEP (FRSTEP)]

[:= BANDWIDTH]

=

121 BWKG

=

1 WOWSRT:= 2

:.$.7741

(39)

PONIIluJGl

..

2. 4375M '.949997' 7.462498' 4.9749981 2.4874991

....

I. 7. 13.

al.

27. CYCLIl/IIKNHIHI) AUTOCOU. 1.1 .5 .1 -.5

-1.'

••

.62 1.25 1.87 2.49 . . (AUIIIHI)

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDM£ETGEGEVENS, PF-8-7 Me •• ing @50 R15 MEC5 WFL =2500 STAP =10.00 Rq =:

,.,

...

D0.5 V90 A0.05 Ra(th)=0.5 NORD == 2000 1742 Ra

--Rt =12.0193 Rmin =-7.7537 RIDIN=10.5241 RZ(1:ACLM3): SKEW

=

-.3394 «URf == ACLM3 = c· ;;;J 1.7789 2.8324 10.674310.008710.255610.457511.2243 CUBE [= MAIN FREQUENCY) [= MAX. FREQUENCY] t):::12).485 2511624B.A04 Rp .- 4. 265/..:> FLTSRT

=

0 BWKG - 1 POWMAX = FREKMA = MXFREK = DLTF = FMAX = K

=

42 12.4375 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 26.8000 CYCLES/MM .05121121 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK = 537 FLfSRT

(= FREQUENCY STEP (FRSfEP)]

[= BANDWIDTH]

(40)

3.1455'.

a.51647.

7.1.73541 5.25823" 2.'29118a

.-1.a

.5

.a

-.5

-l.a

POWDluIQJ 1 1

a.

i. CYCW/Mlt<PAHIliI) AUTocoaa.

••

.n

MIt (AUHIliI)

..

11. 17. 23. 1.25 1.81 2.49

OPPRWHD.FOR, VERWERklNG OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVEN8, PF-8-7

Messing @55 R15 D0.5 V90 A0.135 MEC5 Ra(th)=0.5 5:::."0.485 213116248. Alb:: WFL =2500 STAP =113.130 NORD::: 2000 Rt = 7.5445 Rmin :::-4.2179 RZOIN= 6.9809 RZ(I;ACLM3): Rq

=

SKEW ::: ACLM3 1.6710 -.3584 == 5 Ra ::: 1. :.!.985 Rp

-KURT =: 2. 1706 FLTSRT 6.9526 7.1121 7.3869 6.7705 6.6824 POWMAX ::: FREKMA

=

MXFREK ::: DLTF ::: FMAX

=

K::: 42 13.1456 MICROMETER 2.0500 CYCLES/MM 22.7000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK ::: 455 FLTSRT CUBE [ = MAIN FREQUENCY] [= MAX. FREQUENCY)

[ = FREQUENCY STEP (FRSTEP)]

[== BANDWIDTH]

::: 13 BWkG =: 1 WDWSRT

=

2

~3:. 3265

(41)

POMIR[uII3J

..

5.3227121 4.2581621 3.1936211 a.la98811 1."'45411

._111.

I. 11. 22. 32. 43. CYCLlSIlIK PARDI)

Ilurocoa.

1.1 .5 .1 -.5 -1.1

••

.62 1.25 1.87 2.49 ... (AUIDlI>

OPPRWHO.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIOMEETGEGEVENS, PF-8-7 Messing @60 R15 00.5 V90 A0.05 MEC5 Ra(th)=0.5 WFL =2500 STAP =10.00 NORD

=

2000 Rt = 9.0071 Rmin =-4.8712 RZDIN= 8.0095 RZ ( 1 : ACLM3) : Rq = SKEW = ACLM3 1.6057 Ra

-

1. :3034 .2884 KURT = 2.7220 == 5 7.8282 7.6117 8.0019 8.5056 8.0999 POWMAX == 5.3227 MICROMETER CUBE

FREKMA == 6.2000 CYCLES/MM [== MAIN FREQUENCY]

MXFREK :: 43.3000 CYCLES/MM c== MAX. FREQUENCY]

DLTF

=

.0500 CYCLES/MM [= FREQUENCY STEP FMAX

=

50.013013 CYCLES/MM [= BANDWIDTH]

S=il).485 2611624S.A!2l4 Rp = 4. 1359 FLTSFn ::::;. 0 BWt:::G (FRSTEP)] K = 1"&::"

...

KK = 867 FLTSRT = 0 BWI<G

=

1 WDWSRT

=

r', ...;. ::::;. 1

(42)

..

CYCLlS/III(ftHIIlI) AUIOCORI.

1.'

.5

••

-.5

-1.'

... .62 1.25 1.87 2.49 III (AURIIlI)

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-7 Messing @65 R15 D0.5 V90 A0.05 MEC5 Ra(th)=0.5 WFL =2500 STAP =10.00 NORD

=

2000 Rt

=

7.1999 Rmin =-2.8817 RZDIN= 6.3381 R Z ( 1 : ACLM3) : Rq

=

1.3780 SKEW = 1.0751 ACLM3

=

5 Ra

=

1. 0800 KURT

=

3.0291 6.8124 5.8348 6.7245 6.1920 6.1267 CUBE [= MAIN FREQUENCY] [= MAX. FREQUENCY] 5=0.485 2111624S.A02 Rp =: 4.3183 FLTSRT =: 0 BWKG

=

1 POWMAX = FREKMA

=

MXFREK

=

DLTF

=

FMAX

=

K

=

83 2.5869 MICROMETER 4.1000 CYCLES/MM 47.4000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

949 FLTSRT

(= FREQUENCY STEP (FRSTEP)] [= BANDWIDTH]

(43)

1.8257181 1.4685741 1.19543 • • 73112871 .3651435

.-

I. 8. CYCLUIJII( "HIKE)

Aurocou.

1.1 .5 .1 -.5 -1.1

••

... (AUBDlI) .62 15. al. 31. 1.25 1.87 2.49

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-7 Mesing @70 R15 MEC5 00.5 V90 A0.05 Ra(th)=0.5 NORD :::;; 2000 8=0.485 27116248. f~Ql5 WFL =2500 STAP =10.00 Rt = 6.5861 Rmin =-2.6918 RZDIN= 6.0232 RZ(1:ACLM3): Rq = SKEW

=

ACLM3 1.1413 .7586

=

5 Ra = .8928 Rp = KURT = 3.2910 FLTSRT 6.1398 5.7336 5.9675 5.9201 6.3549 CUBE [= MAIN FREQUENCYJ [= MAX. FREQUENCY]

[ = FREQUENCY STEP (FRSTEP)] [ = BANDWIDTH] ~5. 894:3 ::: 0 POWMAX

=

F'REKMA = MXFREK = DLTF == FMAX = K

=

83 1.8257 MICROMETER 4.1000 CYCLES/MM 30.9000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

619 FLTSRT

=

12) BWKG

=

1 WDWSRT::: 2 BWt<G

=

1

(44)

1.2798_ 1.1238721 .7679143 .5119362 .255"11

...

1.1 .5 .1 -.5 -1.1

..

I. 11. 21. 29. 39. CYCLES/MII(PAILDlI) AUIOCOll.

••

.62 1.25 1.81 2.49 MIl (AUIDlE)

OPPRWHD.FOR, VERWERKING OPPERVLAKTERUWHEIDMEETGEGEVENS, PF-8-7

MeliiIDing <ii!80 R15 MEC5 WFL =251.10 SlAP =10.00 D0.5 V90 A0.05 Ra(th)=0.5 NORD = 2101.10 Rt

=

6.3689 Rmin =-2.7821 RZDIN= 5.1927 RZ(1:ACLM3): 4.5849 6.1888 POWMAX :;:: FREKMA ::: Rq =: 1.0326 Ra ::: .8247 S.<EW

=

.5783 I<URT

=

2.9407 ACLM:3 ::: 5 5.1210 5.0171 5.0515 CUBE [= MAIN FREQUENCYJ (= MAX. FREQUENCY] E\;;;;1.1.485 2811624S.A02 Rp - 3.58613 FLTSRT

=

0 BWKG MXFREK = DLTF = FMAX =: 1.2798 MICROMETER 4.1500 CYCLES/MM 39.2000 CYCLES/MM .0500 CYCLES/MM 50.0000 CYCLES/MM KK

=

785 FLTSRT

[ = FREQUENCY STEP (FRSTEP)]

[= BANDWIDTH]

K" 84 =: 12) BWKG =: 1 WDWSRT = 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bahn &amp; McGill (2007) recently asked a clever question that upset my complacency: what if environmental variables predict spatial variation in the abundance of organisms because

Therefore, based on these results of the crystallization unit exergy performance of Chapter 3, an integrated biorefinery concept was developed for the valorisation of A-molasses

De maatregelen die in de Lange Termijn Ambitie Rijntakken (LTAR) worden bekeken kunnen als katalysator voor deze gebiedsontwikkeling fungeren.. 3 Gebaseerd op het in het

Daar komt deze 1 mrd per jaar dus nog bij.' Volgens haar kan het best gebeuren dat er geld van het volgende jaar wordt uitgegeven, maar Schultz van Haegen gaat nu niet een hele grote

De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzich- telijk opgeschreven te worden.. Motiveer al

De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzich- telijk opgeschreven te worden.. Motiveer al

Indien deze groepen representatief zijn, dan wordt vervolgens van de assumptie uitgegaan, dat de leerlingen vanuit hun positie als leerling een vrij betrouwbaar

De sleuven zijn aangelegd tot vlak onder de ploeglaag, bovenop de onverstoorde bodem. Verspreid over de sleuven zijn 3 aardkundige profielen