• No results found

De ontwikkeling van een technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De ontwikkeling van een technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

hulsextrusie

Citation for published version (APA):

Franse, C. J. M. (1987). De ontwikkeling van een technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPA0384). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1987

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

De ontwikkeling van een

technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie

C.J .M. Franse

februari 1987

VF kode D2/D3

Een technologiebank. een kollega

(3)

fakulteit der Werktuigbouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Ik ben dear afgestudeerd binnen de sektie "bewerkings-processen" van de vakgroep Produktietechnologie en

-Automa-tisering" (WPA). Mijn afstudeerwerk bestond ui t het opzetten van een technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie op een

personal computer. Dit verslag geeft dear een algemeen overzlcht van.

VanaE

deze plaats wil ik iedereen danken die mijn studietijd onvergetelijk voor me heeft gemaakt. In het bijzonder wl1 ik mljn goede vriend Peter Croenen vernoemen. die me de afgelopen weken veel geholpen heeft. Ook wil ik de mensen uit de sektle

"bewerkingsprocessen" graag bedanken. voor alle hulp en goede

raad. Met name denk ik dan aan mijn afstudeerhoogleraar J.A.C.

Kals en mijn beide coaches J.A.H. Ramaekers en L.J.A. Houtackers. Zij zijn onmisbaar gebleken bi.j het volbrengen van mijn opdracht.

Eindhoven. 26 februari 1987

(4)

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN AFDELING DER WERKTUIGBOUWKUNDE

VAKGROEP PRODUKTIETECHNOLGIE EN -AUTOMATISERING

EINDSTUDIEOPDRACHT C.J.M. FRANSE Begintijdstip Begeleiders ONDERWERP TOELICHTING OPDRACHT 12 juni 1986 prof.ir. J.A.G. maart 1986.

dr.ir. J.A.H. Ramaekers.

CDmputerondersteund ontwerpen van gereedsebappen .edf

bulsextrusie.

Via de verschillende variant en van het hulsextrusiepro-ces kunnen hoogwaardige onderdelen in grote aantallen en op economisch aantrekkelijke wijze verkregen worden. In hun industriele uitvoering zijn extrusieprocessen eehter niet probleemloos en Is een bijzondere deskundigheid vereist om de grote mogelijkheden volledig tot gelding te laten komen.

-Bestudeer de invloedfactoren van masslef-omvormproces-sen in het algemeen en van de hulsextrusie in het bij-zonder. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan de begrenzingen van de praktische uit-voerbaarheid.

-Onderzoek op welke manleren de theoretische procesana-lyse en hun resultaten ten behoeve van een processimu-Iatie van hulsextrusie in een CAD-programma kunnen worden verwerkt. Dit vooral met het oogop gereedschap-en produktontwerp. Hierbij digereedschap-ent te wordgereedschap-en voortgebouwd op het einstudiewerk van J.W. van Rijckevorsel

(1984/85).

-Verwerk de verworven kennis en inzichten tot een tweede opzet van een CAD-systeem. Het te ontwikkelen program-mapakket dient zowel voor zelfstudiedoeleinden als voor ,gebruik door produkt- en gereedschapontwerpers geschlkt te zijn. GebruikersvriendeIijkheid dient dan ook voorop te staan.

(5)

de Technische Universiteit EIndhoven ontwikkeide theorieen betreffende omvormprocessen. is gezocht naar een goed

overdrachtsmediwn. Deze is gevonden in de vonn van het inzetten van personal computers en de bijbehorende software: de

technologiebank.

Het eerste proces waarvan de theorieen geimplementeerd z1jn op een personal computer. 1s het achterwaartse hulsextrusieproces. Met behulp van verschillende procesmodellen. de bovengrens- en de schillenmethode, wordt een goede schatting voor het perskracht-verloop en de spanningsverdeling op het gereedschap gevonden. Het programma stelt de gebruIker in staat om met de produkt-geometrie. de materiaal- en de wrIjvingswaarden als invoer, te komen tot een goed onderbouwde konklusie over de maakbaarheid van

het produkt. De opzet van het programma is dusdanig. dat de

produkt- en gereedschapsontwerper goed met de technologiebank kunnen werken.

(6)

lHOt.JD.SOPGA VE:

VOORWOORD

OMSOIRIJVING VAN DE EINDSTUDlEOPDRAarr

SAMENVATIING

DE TEOJNOUX;IEBANK ALS OVERDRAarrsMEDIUM Inleiding

Het achterwaartse hulsextrusieproces

De

technologiebank

Facetten san een technologiebank

HET TEOJNOLOGISCHE GEDEELTE

De

procesmodellering

De

gebruikte theorieen

De

werkwijze bij de bovengrensmethode

De

werkwijze bij de schillenmethode

De

berekening van de resultaten

De

resul taten

HET PROORAMMATlsaJE GEDEEI TE

De

gebruiker van de technologiebank

Principes achter het on twerp Een ideale ontwikkelomgeving

De

opbouw van de technologiebank

De

invoer

De

uitvoer KONKLUSIES LlTERATUUR BIJLAGEN 1 1 2 3 4 6 8 8 9 10 11 12 13 14 16 16

(7)

DE TEOINOLOGIEBANK

AlS

OYERDRAarrsMEDIUM

Intetdtng

"Bijdragen tot een betere. beheersing van materiaal bewerkings-processen ... is het doel dat de sektie bewerkingsbewerkings-processen van de vakgroep Produktietechnologie en -Automatisering (WPA) zich stelt. Dit streven heeft in de loop der jaren een aanzienlijke hoeveelheid praktische en theoretische kennis opgeleverd. Het overdragen van deze kennis san de industrie en het onderwijs stelt deze sektie echter voor problemen. Vooral de ontwikkelde theorieen, die een behoorlijke kennis van de kontinutimsmechanika vereisen, zijn moeilijk naar de praktijkwereld over te brengen. Bet gevolg is. dat in de praktijk van aIle ontwikkelde kennis nauwelijks gebruik wordt gemaakt.

Het behoeft dan ook geen ui tleg. dat er gezocht is naar andere

media om de vergaarde kennis over te dragen. Een oplossing is gevonden in het inzetten van komputers en de bijbehorende soft-ware: de technologiebank.

Een van de bewerkingsprocessen die om een betere beheersing vraagt is de achterwaartse hulsextrusie. Dit massie£omvormproces brengt problemen met zich mee, die gekompliceerd zijn en van een

andere aard dan bij het plaatomvormen. De voor dit proces

ont-wikkelde rekenmodellen resulteren in dermate lange en onhandzame formules, dat zij uitermate geschikt zijn om in een technologie-bank te worden ondergebracht.

Al eerder is een dergelijke technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie ontwikkeid ([I], [2]). Deze is echter aIleen germ-plementeerd op de minikomputer van de fakulteit Werktuigbouw-kunde. Gezien de grote voordelen van een technologiebank werkend op een IBM Personal COmputer (PC), werd besloten een nieuwe ver-sie hiervoor te ontwikkelen. Daarbij is uitgegaan van de erva-ringen verwerkt in en opgedaan met de eerder ontwikkelde

techno-loglebank.

Het achterwaartse hutsextrusf.eproces

Bij het axisymmetrische achterwaartse hulsextrusieproces drukt een stempel zich in de door de matrijs omsloten blenk. Er

ont-staat dan een huls. doordat het materiaal in tegengestelde

rich-ting rond het stempel vloeit (zie figuur 1).

Ais voordelen van achterwaartse hulsextrusie zijn te noemen ([3]):

- hoge produktiesnelheden z1jn moge11jk:

- er ontstaat een volledig doorgesmeed produkt met hoge

taai-heid en treksterkte:

--- net

proces levert een schoon en gaaf produkt. zonder braam en oxidehuid.

(8)

>,

.,

,

.

2

-Figtrur 1: principeschets van het achterwaartse huLsextrusieproces

De

problemen d.ie zich bij achterwaartse hulsextrusie voordoen.

zijn:

- tijdens het proces treden hoge perskrachten en spanningen op het gereedschap op;

in de hoek van het produkt kunnen scheuren ontstaan. Er blijft dan een ring van materiaal met driehoekige doorsnede

in de matrijs achter:

aan het begin van het proces kan een verstoring in de smering

of een onevenwijdigheid van stempel en matrijs tot gevolg hebben. dat er een instabiele materiaalstroom ontstaat. Dit

kan resulteren in scheve produkten. "orgelpijpen" (een huls

met een gat in de wand) of een verschil in wanddikte of -hoogte.

Met de tendenzen in de industrie naar miniaturisatie. integratie van funkties en het gebruik van dunnere materialen maken juist

deze problemen het proces zo moeilijk beheersbaar.

De

produkt- en

gereedschapsontwerpers kunnen vooraf moeilijk inschatten of een bepaald produkt via het achterwaartse hulsextrusieproces maakbaar is. Sinds enkele jaren zijn er theorieen beschikbaar die voor-spellingen hieromtrent opleveren. maar deze technologische kennis is moeilijk overdraagbaar naar de praktijk.

De technoLogiebank

Door het onderbrengen van deze technologische kennis in een tech-nologiebank. wordt deze kennis weI snel overgebracht van de plaats van ontwikkeling naar de plaats van toepassing. Een

tech-nologiebank is daarmee niets anders dan een komputerprogramma.

dat is ingericht op het verwerken en bewerken van deze technolo-gische kennis en informatie. Bovendien gebeurt dit op een wijze

(9)

die voor de gebruiker. de produkt- en de gereedschapsontwerper. snel en goed werkt.

Doordat nu de ontwerper over de technologiscbe kennis bescbikt. geeft dit bem als voordelen:

- zijn berekeningen verlopen sneller en nauwkeuriger;

- een goede kontrole op en terugkoppeling van zijn gegevens zijn mogelijk:

- eventuele vragen kunnen snel beantwoord zijn.

Dit alles ontlast de ontwerper van moeilijke berekeningen en tbeoretiscbe analyses. Het laat hem zo meer ruimte en tijd om te komen tot een beter ontwerp van zijn produkt en beheersing van

bet proces, wat zijn eigenlijke taak is. Er dient wei voor

ge-waakt te worden het optimaliseren van produkt en proces san de ontwerper over te laten en niet door bet programma te laten doen. Dit zou tekort doen san de kreativiteit van de ontwerper.

Naast tbeorieen kunnen in een technologiebank ook ervarings- en

voorkeursregels verwerkt worden. Er ontstaat

dan

in feite een

expert-system. Maakt men het programma bovendien nog zelflerend.

dan bouwt bet programma een ervaring OPt die een sanvulling en

ondersteuning van de technologie vormt.

Voor de verder ontwikkeling van de tbeorieen ken de

technologie-bank een hulpmiddel zijn.De invloed van verschi llende parameters

op bet proces ken nagegsan en verfijnd worden.

Op langere termijn ken gewerkt worden san een integratie van de

technologiebank in grotere CAD-systemen. De geometriscbe

informa-tie uit deze systemen ken

dan

direkt ala invoer dienen voor de

technologiebank.

Facetten aan een technologtebank

Bij bet opzetten van een technologiebank komen drie facet ten sterk naar voren: bet gebruik ervan, de technologie erachter en bet maken van bet programma (figuur 2). Deze facetten zijn te verpersoonlijken in de "gebruiker". de "technoloog". en de "pro-grammeur" (de sol tware-bouwer ) .

De "gebruiker" is bepalend voor bet bele gezicbt van bet program-ma. Hij bepaalt welke resultaten hij uit bet programma krijgen wi! en op welke wijze bij met bet programma moet kunnen

kommuniceren.

De"technoloog" dient de wens en van de gebruiker voor wat betrelt de resultaten van het programma om te zetten in theorieen en re-gels die tot die resultaten leiden. Deze tbeorieen en regela die-nen san de praktijk getoetst en goedbevonden te zijn. Ook is de

technoloog ervoor verantwoordelijk. dat het technologieprogramma achteraf getest wordt.

De "prograDJDeur" tenslotte dient de wensen van de gebruiker

m.b.t. het ~ met het progranwna (de

"gebruikersvriendelijk-beid") en de tbeorieen en regels van de technoloog om te zetten in een goed werkend programma. Bovendien dient bij ervoor te zor-gen dat bet programma gestruktureerd en overzicbtelijk opgezet

(10)

4

-is. Daarmee moet het o.a. mogelijk zijn om nieuwe theorieen en inzichten snel in de technologiebank onder te brengen.

Een ander belangrijk punt bij het opzetten van een

technologie-bank is, dat alles bijzonder goed gedokumenteerd dient te worden.

Voor het gebruik van het programma dient een handleiding beschik-baar te zijn. De theorieen en ervarings- en voorkeursregels en hun korrektheid dienen vastgelegd te worden door de technoloog.

De programmeur dient de struktuur en werking van zijn programma's

en routines goed te dokumenteren. Voor de onderhavige technolo-giebank is deze dokumentatie ondergebracht in de bijlagen bij dit verslag: [B. I]. [B.2]. [B.3] en [B.o4].

wtffi$en • . b.t. ge't«!n$te resul taten

wensen lI.h. t.

"gebrulkersvrlendel1jkhehi" :

Figuur 2: informattestromen bi} het opzetten van een technotogtebank.

HEr TEaJNOLQGISCflE GEDEELTE

De procesmodettertng

De gegevens die nodig zijn voor het on twerp van produkten en

ge-reedschappen voor het achterwaartse hulsextrusieproces. worden verkregen via een processimulatie. Daar het proces een aantal verschillende fasen doorloopt, zijn een aantal verschillende rekenmodellen afgeleid. die feitelijk elk een fase van dat proces beschrijven.

(11)

dubbelstutk model

model met afschutntng

dubbelstutk ROdel me t dade bodemzone

mode 1. me t dade hoekzone

Ftguur 4.1: de gebruikte bovengrensaodellen.

mode 1 me t dade

(12)

6

-De in het programma opgenomen procesmodellen zijn (figuur 3):

- het dubbelstuik model;

- het dubbelstuik model met dode bodemzone;

Bij deze modellen wordt het materiaal onder het stempel ge-stuikt. Di t materiaal duwt het materiaal in de hoek op, zodat dit weer gestuikt wordt.

- het model met dode hoekzone;

Bij di t model passeeert het stromende materiaal met grote

snelheid het "dode" materiaal in de hoek. Daar de afmeting

van deze dode hoek niet snel verandert. is de kans groot dat

er een scheur ter plaatse van deze dode hoek ontstaat.

- het model met afschuining;

Bij dit model is een afschuining in de hoek van de matrijs

aangebracht. om een scheur in die hoek te voorkomen.

- het model met dode bodem- en dode hoekzone;

Naast een dode hoek heeft dit model ook een dode bodemzone. Daar echter het vlak tussen de aktieve en de dode zones nu weI met de stempelsnelheid meebeweegt zal geen scheur ont-staan.

Wordt het hulsextrusieproces nu opgedeeld in een santal stappen

en rekenen we voor elke stap deze vijf modellen door. dan

be-schrijft volgens bet bovengrenstheorema dAt model dat het minste

vermogen nodig heeft. voor die stap het beste het proces. Volgens deze werkwijze zal voor elke fase in het proces het best

bijpas-sende procesmodel geselekteerd worden. Aan het begin van het

pro-ces blijkt dit vaak een model met een dode bodemzone te zijn en

san het einde van het proces een model z6nder dode bodemzone.

De

gebrutkte theorteen

De in de simulatie gebruikte formules zijn voortgekomen uit een

tweetal berekeningsmethoden uit de plasticiteitsmechanika

(Uguur 4):

- de arbeids- of bovengrensmethode. Hiermee wordt de voor het proces benodigde perskracht berekend. Daarnaast kunnen in het werkstukmateriaal optredende dode zones. en daarmee

samenhangende scheuren. worden voorspeld. Versteviging van

het materiaal kan ook in de berekeningen meegenomen worden.

daar de rekken tijdens het verloop van het proces bepaald

kunnen worden;

- de schillenmethode. een evenwichts- of onderg.rensmethode.

Naast een berekening van de perskracht levert deze methode

ook een benadering van de spanningsverdeling op het

gereed-schap.

Het materiaalgedrag kan op twee manieren verrekend worden in de modellen:

- door uit te gaan van niet-verstevigend materiaal. Het is

hierbij nlet nodig de deformaties tijdens het verloop van het

proces te berekenen. daar de grootte van de vloelspanning

(13)

INVOER nmoRIE geometrle IIL ______________________________ - J ". volume~nvariantle

I

I

I

_teriaal

I

wrijvlng

~

r

-I

I

I

I

'--+1

I

bovengrensmetbode verschillende gekozen snelheidsvelden ! reksnelheden

r

! rekken

I

1 vloeispennlngen

I

1 vermogenstermen

I==-! selektie beste snelheidsveld ! 1 perskrachtverloop J ! benodl&de energie I l

optredende dode zones

I-scheuren 1 ve ensbalans spenningsver loop in werkstuk spennlngsverloop op gereedsc:hap

I

1 UITVOER perskrachtverloop energie scheuren spennlngsverloop

(14)

-

s-- door uit te gaan van het exponentieels--verstevigend materiaals-- materiaal-model van Ludwik. Nadai en Swift. Voor het berekenen van de deformatie dient daarvoor de deformatieverdeling bekend te zijn. De deformatieverdeling zoals die uit de snelheidsvelden

voIgt. is echter vaak onrealistisch. Uit experimenten is na- 1

melijk gebleken. dat de rek in het materiaal nagenoeg uniform \

is. Daarom is uitgegaan van een uniforme rekverdeling per snelheidsveld. Verder hebben recente onderzoeken aangetoond. dat bij het veranderen van de deformatierichting. zoals ge-beurt in de hoek van het produkt. ontsteviging van het mate-riaal optreedt. Konkreet betekent dit. dat het matemate-riaal na de versteviging die bet in de bodem opgelopen heeft. gedeel-telijk ontstevigt en vervolgens weer verstevigt. Ondanks dat

de effektieve reksnelheid in de hoek haag is. is de tijd dat

het materiaal zich in de hoek bevindt dermate klein. dat de effektieve rek en daarmee de versteviging beperkt blijft. De

vloeispanningna het doorlopen van de hoek komt dan uit op

een waarde die in dezelfde orde van grootte ligt als de

vloeispanning bij het betreden van de hoek. Bij aIle modellen

worden daarom de vloeispanningen in de hoek en in de wand

gelijkgesteld &an de vloeispanning in de bodem.

De werkwi. }ze bi.} de bovengrensme thode

Bij de bovengrensmethode wordt er een kinematisch toelaatbaar snelheidsveld samengesteld door de doorsnede van het werkstuk op te delen in gebieden met een kontinu snelheidsverloop. Deze ge-bieden worden van elkaar gescheiden door diskontinuIteitsgrenzen.

de zogenaamde r- vlakken. Op deze r-vlakken is de

normaalkompo-nent van de snelheid in beide deelgebieden &an elkaar gelijk. De tangentiijle snelheidskomponenten hoeven echter niet gelijk te zijn. Dit betekent dat een diskontinulteitsvlak een vlak is van gekoncentreerde afschuiving.

Volgens het bovengrenstheorema is nu het vermogen. dat nodig is om dit veronderstelde snelheidsveld te realiseren. altijd groter

dan het vermogen van het in werkelijkheid optredende

snelheids-veld. Uit een &antal snelheidsvelden is dat snelheidsveld dat het minste vermogen nodig heeft. het meest realistisch.

Dit vermogen is samengesteld uit de volgende bijdragen: - het deformatievermogen per deelgebied;

- het afschuifvermogen in elk diskontinuIteitsvlak; - het wrijvingsvermogen in elk kontaktvlak met het

gereedschap.

Ui t di t vermogen kunnen de perskracht en de voor het proces beno-digde energie berekend worden.

De werkwi.Jze bi.} de schtllenmethode

Door de sommatie van een gedeelte van de vermogenstermen over een

(15)

opstellen van de vermogensbalans). Uit het krachtenevenwicht op

een "schll" of "plak" van het produkt kan daarmee het ver loop van

de spanningen in het· pl'oduktbepaald worden. Hiermee laiiidarieen . uitspraak gedaan worden over het spanningsverloop op het gereed-schap.

De berekening van de resultaten

De

formules verkregen op basis van de bovengrensmethode en de

schillenmethode staan weergegeven in bijlage [B.2] en zijn afkom-stig van Ramaekers ([4]), van del' Burgt ([5]), van Rijckevorsel ([6]) en Timmers ([7]).

In het prograJIIDB. worden de voor een bepaald produkt in aanmerking komende modellen eerst allemaal doorgerekend. Daarna vindt voor elke stap de selektie van het meest realistische model plaats

(figuur 5). Volgens het bovengrenstheorema. is dit het model dat

het minste vermogen vraagt. Uit de dan resterende modellen worden

de gewenste gegevens gehaald.

( gegevens ui t de invoer )

-I

dubhel stuik lIIOdel L

I

dubhel lltuik 1IIOde1

-

_ t dode bodem :lone

r-llIIOdel _ t dode hoek L

I

-11IIOde1 _ t alBchuinina;

I

lIIOdel _ t dode bod_

-

en dade hoek zone

bereken de: volgend lIIOdel I. - Bpecifieke

I I - perskracht veJ'lllOgen&

- spanningen

1

( , gegevens voor ) uitvoer .

(16)

10

-De

resulta.ten

Ter evaluatie van de resultaten van het programma is de maximale perskracht die tijdens het proces optreedt. en zoals die door het progr8D1D8. berekend wordt. uitgezet in een grafiek tegen de

wanddikte-stempelstraal verhouding (figuur 6). De perskracht is dimensieloos gemaakt door hem te delen op het produkt van stempel-oppervlak en karakteristieke spanning van het gebruikte mate-riaal.

Ter vergelijking zijn in dezelfde grafiek de krommen van twee konventionele berekeningsmethoden voor de perskracht opgenomen. Het gaat hier om de resultaten van Boes en Pouw ([S]) en van Romanovski ([9]). Zij gebruiken formules verkregen uit curve-fits

van verscheidene metingen. Oak zijn de metingen van Schmitt

([10]) in de grafiek aangegeven. Deze laat zien. dat de resulta-ten van het programma in redelijke overeenstemming zijn met de resultaten uit de praktijk. zeker tot een wanddikte-straal

ver-houding van 0.6 + 0,8. Dat hierbij de invloed van de

wrijvings-faktor m van groot belang is. laat de tweede berekende grafiek

zien (figuur 7). Het is daarom steeds verstandig het programma voor enkele waarden van de wrijvingsfaktor m te doorlopen (zie ook [B.2]).

6r---,

"Schmitt F" 4 Boesen Pou,", x

P-"~~ I l x i

"

2 Romonovski o~----~--~~----~----~~--~----~~----~--~ o 1.6 .9. _ _ _ Rp

Ftguur 6: resulta.ten verkregen utt het progra.mma.. vergeleken met

enk.ele praktij'kkrOlft1llen en experimenten.

(materia.a.l: 16JlnCrS. stra.a.l van de matrijs: 120 [mm].

blenkdtkte: 100 [mm]. hoogte van de pa.sseerrand: 5 [mm]. wrijvingsfaktor: 0.2 [-])

(17)

F" 6~~---~ " Schmitt 4 x I " 2 m:O O~ ____ ~ ____ L -_ _ _ _ - L _ _ _ _ ~~ _ _ ~ _ _ _ _ ~~ _ _ ~~ _ _ ~ o 1.6

~p---Ftgw.r 7: de berekende tnvloed van. de wrtjvtng.

(ma.teriaal: l6JfnCrS. straal van. de ma.trtjs: 120 [mm].

blenhdtk.te: 100 [mm]. hoogte van. de passeerrand: 5 [mm])

Gezien de goede voorspelling van de perskracht door het program-ma. kunnen we ervan ui tgaan dat ook de spanningen op het gereed-schap goed voorspeld worden. Dit is echter moeilijk met experi-menten te staven.

Naar de gevoeligheid van het proces voor instabiele materiaal-stromingen dient nog verder onderzoek verricht te worden.

RET PROGRAMMATISCHE GEPEELTE

De gebruiker van. de technotogiebank

Dear de wens en van de gebruiker bepalend zijn voor de hele struk-tuur van de technologiebank. is het belangrijk een goed begrip van de gebruiker te hebben.

Voor de technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie ligt deze gebruikersgroep bij de produkt- en gereedschapsontwerpers. Ook in

het technisch onderwijs

kan

een gedeelte van deze doelgroep

ge-vonden worden. Via deze technologiebank maakt men daar kennis met

het achterwaartse hulsextrusieproces.

Bekijken we de kennis van deze doelgroep over het hulsextrusie

proces. dan

kan

deze varieren van laag tot hoog. Zo zal het ook

gesteld zijn met hun kennis in het omgaan met een komputer. Het hele gebied in figuur 8 wordt door hen bestreken. Dit stelt zeer specifieke eisen san het programma. Zowel de ervaren als de

(18)

oner 12 oner

-1

technische ervarlng

ervaren llet technlek onervaren llet komputera

onervaren llet techniek onervaren llet komputers

ervaren llet techniek ervaren llet komputers

onervaren llet techniek ervaren _ t komputers

ervarlng met komputers

-Ftguur 8: ervartngsgebteden van de gebrutkers.

varen gebruiker dient geed met het programma te kunnen omgaan en ermee tot goede resultaten te komen.

Prtnctpes achter het ontwerp

Het voorgaande betekent voor het programma. dat het de onervaren gebruiker voldoende sanwijzlngen geeft over het gebruik van het programma en informatie geeft over de techniek en technologie van het proces. Intern dienen ook aile invoer en keuzes gekontroleerd te worden. Het programma moet echter het nemen van beslissingen wei san de gebruiker overlaten. Al deze zaken mogen de ervaren gebruiker echter niet afremmen in zijn werk.

Naast deze uitgangspunten zijn ook de volgende punten betrokken bij het ontwerp van het programma ([11]. [12]):

- minimaliseer het werk van de gebruiker. Zorg dat de gebruiker zo min mogelijk toetsen hoeft san te slsan. diskettes te wis-selent etc .• Zorg ook dat de gebruiker zelf niets hoeft te

onthouden of te berekenen; .

- hou het programma eenvoudig en overzichtelijk. Mask het

pro-gramma niet te uitgebreid door er allerlei onnodige "toeters en bellen" san te hangen. Heel belangrijk is het bijvoor-beeld. om het optimaliseren van het proces of produkt over te

laten san de kreativiteit van de gebruiker en het niet door

het programma te laten doen. Een goed programma wordt geken-merkt door eenvoudige invoer. eenvoudig,ebruik en eenvoudige uttvoer:

- wees konsequent in het ontwerp. Gebruik door het hele pro-gramma heen dezelfde toetsen voor dezelfde £unkties.

presen-teer gegevens. resultaten. sanwijzingen en vragen steeds op dezelfde wijze;

- gee£ goede en a£doende terugkoppeling. Zorg dat de gebruiker steeds een reaktie krijgt als hij iets ondernomen heeft: geef op het scherm weer wat er ingetikt is. reageer op verkeerde invoermet een piepje en een sanwijzing. etc.;

- leg de kontrole over het programma bij de gebruiker. Laat het

programma niet op eigen houtje allerlei routes door het

(19)

gebruiker over. Die kan dan op zijn wijze en op zijn manier met het programma werken:

- doe een niet te groot beroep op het geheugen van de gebrui-ker. Zorg ervoor dat de gebruiker niet steeds allerlei zaken zelf moet onthouden. maar laat bet programma di t steeds pre-senteren;

- zorg dat de gebruiker weet waar in het programma hij zich bevindt. Een gebruiker probeert zich een voorstelling te ma-ken hoe een programma in elkaar zit. Zorg dat hij dit te we-ten komt door plaatsaanduidingen in het programma en door de struktuur van het programma in de handleiding bij het pro-grammaop te nemen:

- vang fouten op. De fouten die de gebruiker maakt moeten opge-vangen worden en korrekt afgehandeld. Maar .ook voor fouten gemaakt in het programma geldt dit: ontbrekende files en

fouten tijdens de berekening dienen netjes opgevangen en af-gehandeld te worden in een speciaal daarvoor geschreven

routine:

- maak een zogenaamd "turnkey-system" van het programma. Zorg dat het programma zo weinig mogelijk werk van de gebruiker

vraagt: maak het zelfstartend. laat het zeIt nagaan of

be-paalde files sanwezig zijn. zorg dat de kommunikatie met de gebruiker via zo weinig mogelijk toetsaanslagen verloopt.

Een tdeate ont~tkketomgevtng

Gezien de komplexiteit van de technologie achter het hulsex-trusieproces zal de samenwerking tussen de technoloog en de pro-grammeur bijzonder intensief moeten zijn. Vaak hebben beiden echter te weinig kennis van elkanders vakgebied om snel tot een ideale samenwerking te komen. Vooral het gebrek san technische kennis van de programmeur is daarop een rem. De laatste jaren

ziet men dan ook meer en meer dat de technoloog ook grote

gedeel-ten van het programmeren op zich neemt. Daar dit echter niet zijn hoofdtaak is. dient dit zoveel mogelijk beperkt te blijven. Dit

stelt dan ook specifieke eisen san de omgeving waarin dit

pro-grammeren plaatsvindt. Deze eisen gelden nog sterker binnen de sektie "mechanische bewerkingsprocessen". omdat daar veel van het technologische en programmeerwerk door studenten gedaan wordt. Met de student verdwijnt ook weer veel van de opgebouwde kennis. zonder dat deze kennis overgedragen wordt. Zijn opvolger dient dan vaak weer van voren af &an te beginnen.

De san de "ideale" ontwikkelomgeving te stellen eisen zijn: - de technoloog-programmeur dlent netjes en gestruktureerd te

programmeren. Hij dient daartoe ook over een programmeertaal te beschikken die dit toelaat en het zelfs afdwingt. Het programmeren in deze taal moet binnen redelijke tijd te leren zijn;

- de technoloog-programmeur dient zich niet bezig te hoeven houden met de ontwikkeling van allerlei basis- en

gebruiks-routines. Te denken valt daarbij &an routines voor grafisch

werk. voor het scannen van het toetsenbord. het werken op het scherm. het werken met files. het sansturen van de printer.

(20)

14

-menusturing. "gebruikersvriendelijke" invoer en uitvoer. etc •• Dit soort routines dient kant en klaar op de plank te

l1ggen,

- voor problemen van programmattsche aard. moet de technoloog-programmeur voor hulp en advies biJ iemand terecht kunnen. Hij moet niet gedwongen zijn aIle kleine probleempjes zelf op te moeten lossen:

- het implementeren van het programma op een komputer dient geen problemen op te leveren. Een snelle komputer, met vol-doende geheugen- en opslagkapaciteit, een goede en

"gebruikersvriendelijke" edi tor, compiler en debugger zijn daarbij de vereiste hulpmiddelen;

- van al het werk dat al san een bepaalde technologiebank

ge-dean Is, en verder aIle gebruikte talen. routines. editors, compilers en andere programmatuur en huIpmlddelen dienen goede dokumentatle en handleldingen sanwezlg te zijn.

lnCoMIB.t{_

Ftguur 9: princtpewerktng van het programma.

De. opbouw van de technotogtebank

Uitgaande van de hiervoor genoemde principes is de technologie-bank opgebouwd uit de volgende gedeelten (figuur 9):

- een algemeen informatief gedeelte. Dit gedeelte geeft infor-matte over het gebruik en de herkomst van de technologlebank.

(21)

Ook staan hier namen en adressen waar men terecht kan in het geval zich problemen voordoen;

- een lnvoergedeelte. Naast enkele algemene vragen. zoals de naam van de gebruiker. worden hier de afmetingen van het pro-dukt en de gegevens van het gebruikte materiaal opgevraagd. Daarnaast kunnen eventueel nog waarden voor afmetingen van gereedschappen of wrijvingskondities opgevraagd worden: - het berekeningsgedeel teo De gegevens verkregen ui t het

in-voergedeelte zijn voldoende om dit gedeelte tot een goed en betrouwbaar einde te brengen;

- het ultvoergedeelte. AIle lngevoerde informatie en de resul-taten van de berekeningen kunnen hier getoond worden. Verder is het mogelijk enkele extra kontroles op de gereedschappen uit te voeren. Tenslotte kunnen aile gegevens ook afgedrukt worden:

- het informatiedeelte. Parallel aan het invoer- en uitvoerge-deelte bestaat de mogelijkheid op elk moment over informatie over het betrerrende onderwerp te beschikken.

Achterwotlrtse hul'i ... ti"u.~e

T."."1nl .ar •• d.chop

Uitprinten ,.esultate",

Maak. uw "-eUZe met da c",r.orb.sturin •• to.t •• n~d • • pet1.bol~ en bact:..pace-t.oetl ':1 hulp Salect.er dete daerna Met de <return>-toets. 'I!'.C>: u1taana

Ftguur 10: het uitvoenaenu.

Het programma Is menugestuurd gemaakt (zie figuur 10). Vanuit bet

uitvoergedeelte is het dan mogelijk om terug te keren naar het

invoer gedeelte. Zo ontstaat de mogelijkheid iteratief naar een

goed ontwerp toe te werken.

De opmaak van het scherm is door het hele programma heen gelijk

gehouden. Het bestaat ui t:

- een naamgedeelte. Hierin worden steeds de naam van het pro-gramma en de positie in het propro-gramma vermeld:

- een werkgedeelte. Over dit gedeelte wordt steeds de in- en uitvoer gevoerd:

- een boodSChapgedeel teo Dit gedeel te van het scherm toont steeds aanwijzingen. advlezen en vragen.

(22)

16

-De invoer

De invoer wordt over een aantal schermen gevoerd. Er wordt steeds

een ander scherm gebruikt voor de invoer van: - de afmetingen van het produkt (zie figuur 11) - de gewenste dikte van de blenk;

- enkele van belang zijnde afmetingen van het gereedschap; - de materiaaleigenschappen;

- de wrijvingskondities.

Op aIle invoeren worden voldoende kontroles uitgevoerd. opdat

geen irreeele invoer ontstaat.

r __

I _ _ ·.1~ ---. Produktomschrijving : kondensatorhuls Prod uk t kodering

Buitenste hul':diollmeter: 50.0e (mrnl

Hul$hoogte 150.00 (mm]

Wo!Ind<1ik.te 2,00 (mm)

Bodem:dik te 3 00 (mitt]

Geef' 818:0 eventual. kodarina: \/5M hat prOdul<.t.

F'2: 4ccepteer invOBr c;ctr:>-X: wi. gsa.van <fiSC>:

Figuur 11: het invoerscherm voor het produkt.

De uitvoer

In het uitvoergedeelte kunnen naast een terugmelding van de in-voergegevens ook de resultaten van de berekeningen en enkele

kon-troles op procesbegrenzingen bekeken worden. De volgende

moge-lijkheden staan in het uitvoergedeelte ter beschikking: - een tekening van produkt (figuur 12) en blenk; - een tekening van het gereedschap;

- het verloop van de perskracht tegen de stempelweg (figuur 13);

- het verloop van het specifiek vermogen tegen de stempelweg; - de spanningsverdeling op het gereedschap;

een voorspelling over het al of niet ontstaan van een scheur in de hoek van het produkt;

- een kontrole van het stempel op knikken;

een onderzoek naar de gevoeligheid van het proces voor in-stabiele materiaalstromingen;

- een kontrole van het stempel op vervormingen;

- een vergelijking van de berekende perskracht met enkele kon-ventionele berekeningsmethoden.

(23)

Bovendien is het mogelijk al deze mogelijkheden af te drukken op een printer. Tekening pl.'Odttkt Gegeuens PI.'Odukt r I

I

n,n

-Buitenste di.tt'l' 5".11 [lit]

Hulshoogte 15U8 [lit]

ISO tot!giCt in de hoogte: 28.78 [lit]

Manddikte Ull [lit]

BodeMdikte 3.118 hIll

Dl'uk op (return) 11001' de volgende tekening,

{esc}: uitgang

Figuur 12: ui tvoerscherm met een tekening van het produk.t.

If ..axi..ale P!l'Sbacllt J.edl'aagt: 3428 [:kit]

(24)

18

-KONKLUSIES

De voor de IBM personal computer en compatibles ontwikkelde tech- (

nologiebank ltjkt een uitstekend overdrachtsmedium voor de tech-nologie van het achterwaartse hulsextrusieproces te zijn. De re-sultaten van het programma blijken goed overeen te komen met metingen en andere berekeningsmethoden. Bet programma is menu-gestuurd. duidelijk. overzichtelijk. failsafe en van veel aan-wijzingen en informatie voorzien. Daarmee is het goed te gebrui-ken door de produkt- en gereedschapsontwerpers.

De technologische waarde en "gebruikersvriendelijkheidtt

van het programma zal echter in een praktijksituatie bepaald moeten

wor-den. In overleg met de gebruikersgroep kan het programma dan nog

bijgesteld worden.

Verfijningen en uttbretdingen voor wat betreft de technologie zljn in het programma nog in te bouwen: verbeterde modellen. ver-beterde verrekening van het materiaalgedrag. uitbreiding van het

gedeelte dat het gereedschapsqntwerp onderste~ verbeterde

in-zichten over scheuren en instabiele materlaalstromingen. etc .. De opbouw van het programma laat een eenvoudige implementatie van deze nieuwe Inzlchten ook toe.

De ten behoeve van deze technologlebank ontwikkelde routines en strukturen zljn goed bruikbaar voor de ontwikkellng van andere technologlebanken. Deze kant en klare routines, strukturen en hun dokumentatie maken het mogelijk in het vervolg de ontwikkeling van technologiebanken aanzienlijk sneller te doen verlopen. Er

kan dan meer aandacht aan de teclmologie van het programma

be-steed worden.

Aan de ontwikkelomgeving van deze teclmologiebanken kunnen nog

enkele verbeteringen aangebracht worden. Met name aan ondersteu-ning in de vorm van extra software als debuggers en toolboxen en hulp op het gebied van het programmeren is nog een gebrek. Bet verhelpen van deze gebreken zal het programmeerwerk aanzienlijk vereenvoudlgen.

Ais geheel is er een goede basis gelegd voor een verdere ontwik-keling van technologiebanken binnen de sektie "mechanische bewer-kingen" .. De teclmologiebank zal daarbij o.a. een ui tstekend over-drachtsmedium voor technologische kennis blijken te zijn.

(25)

[1] J.W. van Rijckevorsel

Technologieprogramma voor achterwaartse hulsextrusie

Interne pukblikatie TUE. WPB-rapport 0183

mei 1985

[2] J.W. van Rijckevorsel

De informatiestromen bij het opzetten van een

achterwaarts hulsextrusieproces

Interne publikatie TUE. WPB-rapport 0185

mei 1985

[3] Het ontwerpen van hulsextrusie produkten

Metaalbewerking. jaargang 45

nr. 23. 4 december 1979

pag. 569 - 574

[4] J.A.H. Ramaekers

Hulsextrusie I (berekeningen)

Interne pub I ikatie TUE. WPT-rapport 0534

april 1982

[5] R.J.M. van der Burght

Theoretisch en experimenteel onderzoek naar het proces hulsextrusie

Interne publikatie TUE. WPB-rapport 0080

februari 1984

[6] J.W. van Rijckevorsel

Uitwerking van het technologieprogramma voor

achterwaartse hulsextrusie

Interne pUblikatie TUE. WPB-rapport 0184

mei 1985

[7] H. Timmers

Theoretical comparison between axisymmetrical and

plane-strain deformation models

Interne publikatie TUE. WPA-rapport 0295

juni 1986

[8] P.J.M. Boes. H.P.Pouw

De berekening van de krachten bij het extruderen en

koudvervormen I en II

Metaalbewerking. jaargang 31

(26)

[9] W.P. Romanovski

Handboek voor de moderne stanstechniek Kluwer Deventer. 1968

pag. 308

[10J C. Schmitt

Untersuchungen uber das Rtickwarts-Napffliesspressen von stahl bei Raumtemperatur

Berichte aus dem Institut fUr Umformtechnik Universitat Stuttgart. 1968

[11] Henry Simson

Programming of user-friendly programs for small computers Mc Craw-Hill. 1985

[12]

J.e.

van Vliet

Software engineering Stenfert Kroese. 1984

(27)

De bijlagen bij dit rapport zijn ondergebracht in enkele andere rapporten: [B. 1] [B.2] [B.3] [B.4]

Technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie: gebruikershandleiding

Interne pub I ikatie TUE, WPA-rapport 0385 februari 1987

Technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie: theoretische achtergronden

Interne publikatie TUE, WPA-rapport 0386 februari 1987

Technologiebank voor achterwaartse hulsextrusie: implementatie op een IBM personal computer

Interne publikatie TUE, WPA-rapport 0387 februari 1987

Turbo Pascal funkties en procedure voor gebruikersvriendelijke programma's

Interne publikatie TUE, nog te pubiceren april 1987

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de deel was de voorraad minerale stik- stof steeds hoger dan in het controle- deel, maar bleef onder de 20 kg/ha.. In het controledeel bleef de voorraad zelfs onder de

• The Dutch work group ‘Beslisboom Water’ to improve the aquatic risk assessment procedure for water organisms for national registration of pesticides by The Board for the

In andere proeven met goten bleek het succes van continu NFT of gietbeurten echter vooral afhankelijk van het gekozen ras (Gislerød, 1988b).. Een succesvol teeltsysteem moet

If I have understood it correctly, this sermon does not so much interpret the Bible text (Ps 62:6) and respectively proclaim the Gospel to the congregation, but proclaims the

In bijlage 2 zijn per kwartaal per jaar de opbrengsten (Euro) per gebied gegeven voor alle schepen tezamen voor de totale vangst en voor de drie soorten: tong, schol en tarbot

Lab.nr.. Vervolgens werden een tweetal reeksen: uit het tweemaandelijks uit- wisselingsonderzoek van Wageningen op de twee voornoemde manieren gedestrueerd en daarna werd in

In order to evaluate the efficacy of the ThunderChatter Model and Instantiation actual data from thunderstorms was obtained from the South African Weather Service.. The