• No results found

MULO-B Meetkunde 1943 Algemeen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MULO-B Meetkunde 1943 Algemeen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitwerkingen MULO-B Meetkunde Algemeen 1943

Opgave 1

Op zich geen moeilijke opgave, maar bedenk wel dat deze opgaven gemaakt werden zonder

rekentuig. In deze uitwerking gebruiken we uit Noordhoff’s logaritmentafel in vier decimalen de sinustafel met de goniometrische verhoudingen sinus, tangens, cotangens en cosinus.

In ABS geldt sin sin 21 9'o

BS BS BAS AB AB      6 0,3608

AB. Een vervelende staartdeling (konden ze vroeger overigens wel maken), die opgelost ook kon worden met behulp van de logaritmetafel.

Stel 6 log log 6

0,3608 0,3608

x  x 

 

log(6) log(0,3608) .

Log (6) kunnen we direct uit de logaritmetafel aflezen.

We vinden log(6) 0,7782

Voor log(0,3608) schrijven we bijvoorbeeld log(0,3608) log(360,8 :1000) 

log(360,8) log(1000) .

(2)

Het gedeelte achter de komma (0,5573; mantisse genaamd) lezen we uit de tabel. De 2 voor de komma komt door het feit, dat log(100) log(360,8) log(1000)  , dus 2 log(360,8) 3  , dus log(360,8) 2,...

We vinden dus log(0,3608) log(360,8 :1000)  log(360,8) log(1000) 2,5573 3    0, 4427

 . Hieruit volgt, dat log(6) log(0,3608) 0, 7782   0, 44271,2209. Uit

6

log log log(6) log(0,3608) 1, 2209 0,3608

x   

 

volgt dat x16,63, dus AB16, 6.

In ABSgeldt tan BAS BS AS    o tan 21 09' BS AS   6 0,3869 AS. Om deze vervelende staartdeling te ontlopen kunnen we beter in ABS de volgende berekening maken:

cotan BAS AS AS BS cotan BAS BS

       o

6 cotan 21 9 ' 6 2,5848 15,5088

AS      .

De laatste berekening is handmatig te doen. Opmerking: Met de GR vinden we 15,50905274.

We hadden ook (zonder rekentuig) AS kunnen uitrekenen met Pythagoras. We vinden

2 2 2 (16,63)2 2 62 2 (16,63)2 62 ABASBS   AS   AS    2 (16,63 6) (16,63 6) 22,63 10,63 AS        22,63 10,63 AS   .

Bedenk weer, dat het niet mogelijk was om met rekentuig dit uit te rekenen. Wel weer met behulp van de logaritmetafel.

We vinden dan AS  22,63 10, 63  1 2 (22,63 10,63) log(AS) 1 2log(22, 63 10, 63) 

1 2

log(AS) log(22, 63) log(10, 63)

Met behulp van de logaritmetafel vinden we log(22,63) 1,3547 . Omdat 1

10 22,63 100 geldt 1 log(22,63) 2  . We vinden dus

log(22, 63) 1,.... Het gedeelte achter de komma (de mantisse) vinden we met behulp van de logaritmetafel.

(3)

Met behulp van de logaritmetafel vinden we log(10,63) 1,0265 . We vinden dus

1 2

log(AS) log(22, 63) log(10,63) 

1

2 1,3547 1,0265 1,1906.

We vinden dus log(AS) 1,1906 . We moeten nu “terugzoeken” in de tabel. In de tabel zien we, dat 1906 oplevert 1551. Omdat

log(10) log( AS) 1,1906 log(100)  geldt 10 AS100, dus vinden we

15,51 AS  .

Opmerking: met een rekenmachine vinden we

2 22, 63 10, 63 15,50989684

AS    AS  .

De oppervlakte van de ruit vinden we uit O(ruit) = AS BD 15,51 12 186,12 

Merk op, dat de vraag in duizendsten nauwkeurig is. Met een tafel in vier decimalen is dat dus in dit geval een probleem.

Opgave 2

1 2 1 1 2 2 1 1 2 2 boog boog boog boog boog

DAE DAB BAE AB BAE

AED AEB AB CF BAE BF CF                     1 1 2 2 1 1 2 2 boog boog boog boog

DAE DAB BAE AB CF

AED AEB AB CF

       

 

    

DAE DEA AED

     is gelijkbenig  ADDE. Met DA als raaklijn aan de cirkel en met de lijn DC, die de cirkel snijdt in B en D geldt DA2 DC DB . Omdat

2 2

(bewezen)

DA DE DADE vinden we dus

2

(4)

Opgave 3

Omdat BAD DAB180o geldt

o o

1

2 BAD DAB 90  AMD90 , dus ligt

het middelpunt van de ingeschreven cirkel op een cirkel met middelpunt het midden van AD, die gaat door A. Het middelpunt noemen we P. Omdat AD (6 cm) bekend is, kunnen we dus deze cirkel tekenen. Bovendien is de straal van de ingeschreven cirkel bekend, dus door de lijn door H evenwijdig aan AD op afstand 2,4 te tekenen vinden we M.

We kunnen nu de ingeschreven cirkel tekenen. Omdat het lijnstuk PF (F is het midden van de andere

opstaande zijde) middenparallel is (dus gelijk aan 1

2117 mm) en omdat de middenparallel

ook door M gaat kunnen we het punt F vinden. Rest nu nog vanuit F de raaklijn te tekenen aan de ingeschreven cirkel. Deze snijdt de lijnen DC en AB, die beide evenwijdig zijn aan de middenparallel PF in de punten C en D.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Until now, the design rules for open filters were based uniquely on laboratory experiments looking at the response of the base material to irregular wave loading.. The design

In the research presented, ecological modernisation and organisational learning theorists agree that experience improves the resident knowledge in an organisation and

4p 10 Bereken in hele centimeters nauwkeurig het verschil tussen de gemeten afstand en de werkelijk geworpen afstand in deze situatie.. wiskunde B havo

6p 2 Onderzoek of dit het

Als een kandidaat met een eerder gevonden waarde voor de groeifactor rekent, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen... Als de kettingregel niet of onjuist gebruikt is,

[r]

Lijn l gaat door B en staat loodrecht op lijnstuk AB..

[r]