• No results found

Conservering en bewaring van eiwitrijke aardappelvezels = Conservation and storage of protein rich pressed potato pulp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Conservering en bewaring van eiwitrijke aardappelvezels = Conservation and storage of protein rich pressed potato pulp"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION

VOOR

DE

RUNDVEEHOUDERI

J

SCHAFENHOUDERIJ

EN

B W E N H O O D E R I

J (PR)

Conservering

en

bewaring

van

eiwitrijke

aardappelpersvezels

[ng.

J.

Corporaal

Ing. W.

J.

Berenschot

RAPPORT

NR.

92

(2)

PROEFSTATION VOOR DE RUNDVEEESOUDERIJ

,

SCBAPENHOWERI

J e n PAARI9ENE.IOUDERI

J ( P R ) L e l y s t a d CONSERVERING EN BEWARING VAM EIWITRX JKl3 APPELPERSVEZELS C o n s e r v a t i o n and s t o r a g e of p r o t e i n r i c h p r e s s e d p o t a t o p u l p Summary and c o n c l u s i o n s i n E n g l i s h R e d a c t i e : i n g . J . v m E l d i k R a p p o r t n r . 9 2 I n g . J , C o r p o r a a l ( P R ) I n g . W . J . B e r e n s c h o t ( AVEBE ) FEBRUARI 1984

(3)
(4)

1. Inleiding

2 , Probleemstelling

3

Orignterend onderzoek door BVEBE

3.1

.

Laboratorimproeven

3.2. Praktijkproeven 3.2,l. Opzet en uitvaering 3.2.2, Resultaten

5.2.3. Conclusies uit het oriënterend onderzoek

4.

Bewaarpsoeven op ROC Bosma Zathe

4.1.

Proef opzet

4.2.

Bemonstering en bepaling van de verliezen

4.3

Neerslag

4.4.

Resultaten

4.4.1.

InkuilrenulLaat 4.4.2. Analyseresultaten

4.4.4.

Verliezen Samenvatting en conclusies Bijlage blz. P

(5)

TABLE OF CONTENTS

l. Pntroduction

2. Probl em

3. Orientating experiments by AVEBE

3.1. Laboratoryexperiments 3.2. Design and execution

3.2.1. Experimental and perforance 3.2.2. Results

3.2.3. Conclusions from the oriëntating experiments

4.

Storage experiments on BOC Bosma Zatbe

4.1.

Design of experiment

4,2. Sampling and determination of losses

4.3.

Precipitation

4.4.

Re sul t s

4.4.1.

Ensiling results

4.4.2. Chemica1 composition

4..4.3.

Losses

5

e Summary and conclusions (with a list of abbreviations)

6.

Table of literature

(6)

l. INLEIDING

Natte aardappelvezels en aardappelpersvezels staan vanwege de voeder- waarde, opname en bewaarbaarheid goed bekend. Eiwitrijke aardappelpersvezels

staan bij verschillende veehouders minder goed of slecht bekend omdat ze sterker aan bederf onderhevig zijn. Om een goede bewaarbaarmetbode te vinden voor deze eiwitrijke aardappelpersvezels heeft AAVEBE oriënterend ond.erzoek gedaan op laboratoriwn- en praktijkschaal,

Om meer te weten te komen over de verliezen aan droge stof en voeder- waarde zijn proefkuilen aangelegd op het ROC Bosma Zathe. Juist dit ROC is gekozen omdat de produktie, en voor een belangrijk deel ook de ver- voedering, van aardappelvezels in de noordelijke provincies plaats vindt. Het onderzoek op ROC Bosma Zathe is uitgevoerd in een goede samenwerking tussen ROC Bosma Zathe, AKEBE en het PR.

Een woord van dank is hier op zijn plaats aan de bedrijfsleiding en de medewerkers van Bosma Zathe, en aan de PR-gestationeerde, de heer B.J. Hakvoort die op Bosma Zathe meegewerkt heeft aan de proefopzet en de uitvoering van het onderzoek.

(7)

2. PROBLEEMSTELLING

Jaarlijks verwerkt de Coöperatieve Verkoop- en Produktievereniging van Aardappelmeel en Derivaten "Avebe" B.A. te Veendam ca. 2,5 miljoen ton fa- brieksaardappelen tot aard.appelzetmee1. Om dit zetmeel te kunnen winnen wordt de aardappel zeer fijn gemalen, Er onstaat dan een "aardappelm~es'~ die be- staat uit zetmeelkorrels, vruchtwater, fijngemalen celwanden en schildeeltjes, Nadat aan de "aardappelmoes" het zetmeel en het vruchtwater vrijwel geheel onttrokken zijn, blijft een produkt over dat bestaat uit de fijngemalen cel- wanden en schildeeltjes plus resten zetmeel,Dit produikt wordt n u aardappel- vezels genoemd.

Doordat AE3BE aardappelvezels produceert op verschillende produlctie- lokaties en de apparatuur op deze lokaties onderling enigszins verschilt, komen de volgende 3 soorten aardappelvezels beschikbaar.

-

Natte vezels : aardappelvezels met ca, 10

%

droge stof (ds)

en ca.

6

%

ruw eiwit (in ds)

-

Pessvezels : aardappelvezels met ca, 18

%

droge stof en even-

eens ca.

6

%

ruw eiwit (in ds)

-

Persvezels eiwitrijk : aardappelvezels met ca. 18

O/o

droge stof en ca. i2

O/o

ruw eiwit (in ds).

Genoemde typen aardappelvezels worden hoofdzakelijk afgezet op melkvee- bedrijven. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen bed.rijven die tijdens de campagne aardappelvezels betrekken voor directe vervoedering en bedrijven die ook in de winter en het voorjaar a . a r d a p p e l v e z e l s w i l l e n b l i j v e n voeren. In dit laatste geval komt door de langere bewaarduur de houdbaar- heid van de verschillende typen aardappelvezels om de hoek kijken en daar- mee ook de wijze van opslag en conservering,

Van de drie genoemde typen vezels worden die met een re-gehalte van ca.

6

O/o

in de d.s reeds tientallen jaren geproduceerd, Deze vezels zijn in veehouderijkringen in de noordelijke provincies, waar de aardappelvezels voornamelijk worden afgezet, dan ook algemeen bekend. De veehouders in

dit gebied beschikken dus over ruime ervaring met de vervoedering en houdbaar- heid van deze vezels. Die ervaring heeft hengeleerd dat de houdbaarheid

van dit type vezels bijzonder goed is. Zelfs zó goed, dat ook bij langdurige opslag, gewoonlijk niet wordt ingekuild. Deze goede houdbaarheid wordt

veroorzaakt door de hoedani.gheid van het produikt en de chemische samen- stelling ervan. Hierbij spelen vooral het lage eiwitgehalte en het hoge gehalte aan koolhydraten een belangrijke rol.

(8)

Er kan dan ook gesteld worden, dat aardappelvezels met ca.

6

%

re

in de droge stof bekend staan als een produkt dat weinig zorg vraagt, spontaan verzuurt en zelfs zonder inkuilen niet aan bederf onderhevig is.

De eiwitrijke aardappelvezels worden sinds enkele jaren door de fabriek in Foxhol geproduceerd. Het verschil van deze vezels met de andere (pers)vezels is het hogere eiwitgehalte. Daarnaast wijkt de consistentie nogal af van die van normale persvezels. D e normale persvezels hebben de-

zelfde consistentie als een stevige aardappelpuree, terwijl de consistentie van eiwitrijke vezels meer lijkt op die van appelmoes.

Wanneer eiwitrijke vezels op dezelfde manier worden bewaard als de normale vezels ontstaan problemen. Deze vezels verzuren aan het opper- vlak niet snel genoeg en beginnen te rotten. Deze laag wordt met het ver- strijken van de tijd steeds dikker. Dit leidde e r h e dat he-t produkt een minder goede naam kreeg. Om uit deze situatie te geraken, konden de volgende

twee wegen worden bewandeld,

1. De vezels drogen en dus niet meer in natte vorm afzetten. 2, Een bewaarmethode vinden waarbij geen bederf optreedt,

Per jaar wordt ca. '7O,QOO ton van deze vezels geproduceerd, Het drogen van deze hoeveelheid. van ca. 18

O/o

naar ca.

90

%

droge stof zou jaarlijks ca.

4

miljoen gulden kosten. Daarom 3s men in 1981 gestart met onderzoek om voor eiwitrijke aardappelpersvezels een goede bewaarmethode te vinden,

(9)

3. O B I E ~ E R E ~ OERZOEK DOOR AVEBE 3 . 1 .

T i j d e n s h e t onderzoek i s i n e e r s t e i n s t a n t i e g e p r o b e e r d e e n methode t e o n t w i k k e l e n d i e AVEBE i n s t a a t zou s t e l l e n z e l f de e i w i t r i j k e persve- z s l s zo t e b e h a n d e l e n , d a t de h o u d b a a r h e i d e r v a n g e l i j k zou worden a a n d i e van de gewone v e z e l s . Voor de a f ~ v m e r zou d i t h e t v o o r d e e l hebben d a t e r , w a t de o p s l a g b e t r e f t , geen o n d e r s c h e i d gemaakt b e h o e f t t e worden t u s s e n de v e r s c h i l l e n d e s o o r t e n a a r d a p p e l v e z e l s . On d i t t e b e r e i k e n i s met e e n g r o o t a a n t a l toevoegbniddelen, waaronder z u r e n , enzymen e n z o u t , g e t r a c h t de v e z e l s e f f e c t i e f t e c o n s e r v e r e n . B i j d i t onderzoek werd h e t p r o d u k t i n p l a s t i c emmertjes van 2 , 5 l i t e r bewaard.

De r e s u l t a t e n waren t e l e u r s t e l l e n d . De m e e s t e toevoegsaiddelen

b l e k e n onvoldoende werkzaam. A z i j n z u u r , d a t wel h e t gewenste r e s u l t a a t op- l e v e r d e , moest e c h t e r i n t e g r o t e h o e v e e l h e d e n worden toegevoegd waardoor de k o s t p r i j s van de v e z e l s t e v e e l werd verhoogd,

Ook h e t b e s t r o o i e n van h e t v e z e l o p p e r v l a k met e e n f l i n k e h o e v e e l - h e i d landbouwzout g a f goede r e s u l t a t e n , D e s a l n i e t t e m i n i s d e z e methode v o o r l a n g e r e b e w a a r p e r i o d e n n i e t b r u i k b a a r omdat b i j l a n g d u r i g e o p s l a g d i e p e s c h e u r e n i n de v e z e l k u i l kunnen o n s - t a a n , waardoor a l s n o g b e d e r f o p t r e e d t . Toen g e b l e k e n w a s , d a t b i j l a n g e r e bewaarduur, e i w i t r i j k e p e r s v e z e l s met de u i t g e t e s t e c ~ n s e r v e r i n g s m i d d e l e n n i e t op b e v r e d i g e n d e wi.jze t e c o n s e ~ v e r e n waren, i s b e s l o t e n e e n w e z e n l i j k a n d e r e bewaarmethode i n h e t o n d e r z o e k t e b e t r e k k e n . H i e r b i j v i e l de k e u z e op c o n s e r v e r e n d o o r i n - k u i l e n , e e n methode d i e v o o r de o p s l a g van v e l e ruwvoeders wordt t o e g e - p a s t . I n k u i l p r o e v e n , u i t g e v o e r d op l a b o r a t o r i w n s c h a a l , r e s u l t e e r d e n i n een goede c o n s e r v e r i n g van de g e h e l e v e z e l m a s s a ,

3*2,1 .Opzet e n u i t v o e r i n g

---.----

De p o s i t i e v e r e s u l t a t e n u i t b e t l a b o r a - t o r i w n o n d e r z o e k waren aan- l e i d h g om t i j d e n s de campagne van l981 b i j v i e r v e e h o u d e r s i n Groningen e n D r e n t e p r a k - t i j k p r o e v e n u i t -te v o e r e n . Bovendien z i j n op h . e t f a b r i e k s - t e r r e i n van de p r o d u k t i e % o k a t i e t e Foxhol ook e n k e l e k u i l e n a a n g e l e g d , B i j d e z e p r o e v e n werden de v e z e l s i n g e k u i l d ( 6 0 t o n p e r k u i l ) i n de v o l - gende t y p e n s l e u f s i l o ' s ,

K u i l l ,

4, 5,

6 e n

7

: s l e u f k w . i l met zandbodem e n a a r d e n wanden. K u i l 2 : s1eu.f s i l o van b e t o n

K u i l 3 : s l e u f s i l o met w a d e n van b a l e n g r a s z a a d h o s i e n e e n met g r a s b e g r o e i d e bodem,

(10)

Met u i - % z o n d e r i n g van de k u i l e n 2 eri

3

i s i n a l l e k u i l e n , om ver- o n t r e i n i g i n g van de v e z e l s met de grondbodem t e g e n t e gaan, de bodem met

e e n l a a g j e s t r o bedekt.

Voor een goed i n k u i l p r o c e s i s P u c h t t o o t r e 6 i n g u i t den boze. B i j een s i l o met wanden van a a r d e of b a l e n g r a s z a a d h o o i kan wel l u c h t binnen- d r i n g e n . Om d a t t e voorkomen, i s aan de b i n n e n z i j d e van deze wanden

l a n d b o u w p l a s t i c a a n g e b r a c h t .

Na h e t v u l l e n van de s i l o ' s i s h e t vezeloppervlak g e ë g a l i s e e r d e n zo goed m o g e l i j k v a s t g e t r a p t . D i t l a a t s t e i s n o o d z a k e l i j k omdat a a r d a p p e l - v e z e l s n i e t z o a l s b i j v o o r b e e l d s n i j m a i s met een t r e k k e r aangereden kun- nen worden. De k u i l e n l t / m

5

z i j n a f g e d e k t met 2 l a g e n p o l y e t h y l e e n f o l i e

( 0 ~ 1 5 m ) . B i j k u i l

3

was h e t v a s t t r a p p e n vanwege de e n i g s z i n s a f w i j k e n - de s t r u c t u u r van de v e z e l s n i e t m o g e l i j k , I n p l a a t s h i e r v a n i s 100 k g i.andbouwzout o v e r h e t oppervlak g e s t r o o i d en i s na h e t afdekken, met een g r e p p e l f r e e s een e n k e l e c e n t i m e t e r s d i k k e l a a g grond op de k u i l ge- b r a c h t , B i j k u i l 6 werd o v e r h e t o p p e r v l a k a l l e e n 200 kg land7~ouwzout g e s t r o o i d . De e i w i t r i j k e v e z e l s i n k u i l

7

werden behandeld z o a l s i n de

p r a k - t i jk met gewone v e z e l s g e b e u r t , Nadat ze i n de s i l o g e s t o r t waren, i s e r dan ook n i e t s meer aan gedaan om ze voor b e d e r f t e behoed.en,

Nadat a l l e k u i l e n waren aangelegd, i s h e t c o n s e r v e r i n g s p r o c e s gevolgd door r e g e l m a t i g monsters t e t r e k k e n en deze t e beoordelen op zuurgraad ( - g ~ ) , g e u r en k l e u r . E r z i j n zowel u i t de bovenste 5-70 cm, a l s u i t de k e r n van de k u i l monsters genomen.

3.2.2, R e s u l t a t e n

Tn t a b e l l s t a a t h e t pH-verloop van de v e r s c h i l l e n d e k u i l e n .

D e a a r d a p p e l v e z e l s b l i j k e n z e e r s n e l t e v e r z u r e n . B i j k u i l l , 3 en

4

l i g t de pH na 3 dagen a l rond pH

4.

Hoewel de waard.e van k u i l

5

op d a t moment o n t b r e e k t , mag, g e z i e n de pH-waarden na 2 weken, worden aan- genomen d a t deze ook s n e l rond pH

4

l a g .

B i j k u i l 2 t r a d a a n v a n k e l i j k r o t t i n g op onder b e t p l a s t i c . E r ontstond. een b r u i n e l a a g d i e e r g s t o n k , Door deze r o t t i n g . s t e e g de pH van de bovenlaag. B i j nauwkeuriger i n s p e c t i e van h e t p l a s t i c b l e e k e r een l e k aanwezig t e z i j n . Na b e t v e r w i j d e r e n van de r o l t e l a a g ( c a ,

5

cm) en b e s t r o o i e n van h.et oppervlak met zout i s de k u i l opnieuw a f g e s l o t e n . Eén week daarn,a b l e e k de pH r e e d s

4,4

t e z i j n . Nog een week l a t e r was de pH 4 , l .

(11)

;" 'PI *

"

8

k +

"

:

Q

2

li F:

-

l-i O a,

2

2

64 5 $4 01

2

(12)

Op het oppervlak van de met zout bestrooide kuil (6) ontstond na ca.

4

d.agen een zeer dunne groene schimmellaag

(O,?

-

1 cm dik). Het vezel- materiaal direct onder deze schimmellaag was iets donkerder van kleur. Na een aantal weken werd deze laag dikker, de pH liep op en de vezels be- gonnen onprettig te ruiken. Daaronder was de kleur van de vezels normaal (lichtgeel) en de geur fris zuur,

De blanco kuil

(7)

vertoonde reeds binnen enkele dagen rotting van de oppervlaktelaag. Deze rotting ging gepaard met ernstige stankvorming en schimmelgroei.

Van de kuilen

5

en

7

zijn na het inkuilen monsters genomen om de verschillen te bepalen in de percentages ds, re, ras en in verteerbaarheid in vitro. Van kuil

5

zijn de grijze bovenlaag en de gele onderlaag apart bemonsterd, Van kuil

7

zijn monsters genomen van de bedorven bovenlaag

(ca, 10 cm) en van de kern van de kuil, De resultaten van dit onderzoek staan in tabel 2.

!Tabel 2 Analyseresultaten van de kuilen 5 en

7

%

re

O/o

ras V C O ~ ~ VCre IS%

Kuil

5,

grijze laag/clamp

5,

1993

1 1 ,8

4,4

f3993

9199

grey layer

Kuil

5,

gele laag/

17,6

12,O

4,s

f39,8 9197

clamp 5 , yellow Lager

Kuil

7,

bovenlaag

(

1 6cm)/ 1 7 9 6 ;

14,4

12,6 83,2 8294 c l u p

7,

toplayer

Kuil

7,

kern/clamp

7,

centre 1694 1 2 2 , 2 590

89,s

9196

%

DM

%

op

%

ash DCO~' DCcp

n%

% in vitro

r

n

in pepsine

-

BCL

Table 2 Chemical composition of the silages

5

m d

7

Tussen de grijze en de gele laag van kuil

5

is alleen verschil in het droge-stofgehalte, De overige verschillen zijn verwaarloosbaar, Bij kuil

7

is het droge-stofgehalte van de rotte bovenlaag ook hoger. Boven- dien is het gehalte aan re en ras toegenomen. Dit is waarschijnlijk het ge- volg van het verlies aan oplosbare stoffen in deze laag door bederf en/of uitdroging. Zowel de VC-re als de W - o s zijn bij deze laag sterk ver- l aagd

.

(13)

3 . 2 . 3 . Conclusies uit het oriënterend onderzoek

Eiwitrijke aardappelvezels zijn sterker aan bederf onderhevig dan niet-eiwitrijke vezels. Voor korte bewaarperioden, zoals bij directe ver- voedering (tot ca. 2 weken) kan het bederf aan het vezeloppervlak worden beperkt door de vezels zo goed mogelijk vast te trappen en met zout te be-

strooien.

Worden de eiwitrijke vezels voor een langere bewaarduur niet lucht- dicht afgedekt dan zal veel bederf optreden aan het vezeloppervlak. Dit bederf zal zich in de loop van de tijd, vooral door het ontstaan van

scheuren, naar de kern gaan uitbreiden. Hierdoor treden belangrijke be- waarverliezen op.

Door in te kuilen kan de houdbaarheid in belangrijke mate worden verbeterd. Indien de vezels luchtdicht worden afgedekt, treedt een snelle verzuring op en vindt geen bederf plaats. Het produkt houdt de lichtgele kleur en ruikt fris zuur.

(14)

4 BEWAAKPROEmN OP ROC BOSKA ZATEIE

Hoewel i s v a s t g e s t e l d d a t door i n k u i l e n h e t b e d e r f en daarmee de b e w a a r v e r l i e z e n b i j de o p s l a g van e i w i t r i j k e p e r s v e z e l s i n b e l a n g r i j k e mate kan worden t e r u g g e b r a c h t , i s n i e t v a s t g e s t e l d hoe g r o o t de v e r -

s c h i l l e n z i j n . Bovendien i s aan t e nemen d a t de v e r l i e z e n n i e t a l l e e n a f h a n k e l i j k z i j n van de bewaarmethode, maar d a t ook bewaarduur en

t e m p e r a t u u r h i e r o p van i n v l o e d z i j n , I n verband hiermee i s h e t onderzoek v o o r t g e z e t i n de campagne van 1982.

De aardappelcampagne b e g i n t ongeveer h a l f a u g u s t u s en e i n d i g t m e e s t a l i n december. Daarom werd b e s l o t e n i n h e t b e g i n van de c m p a g n e , b i j r e l a t i e f hoge t e m p e r a t u r e n , en t e g e n h e t e i n d van de cmpa-ype b i j r e l a t i e f l a g e t e m p e r a t u r e n een a a n t a l o n a f g e d e k t e en een a a n t a l l u c h t - d i c h t a f g e d e k t e k u i l e n aan t e l e g g e n . B i j p a r t i j e n d i e n i e t worden af- g e d e k t kan men eigen9.i.jk n i e t van k u i l e n s p r e k e n , Voor de eenvoud wordt e c h t e r i n d i t v e r s l a g zowel b i j onafgedekt a l s a f g e d e k t van k u i l e n ge- sproken.

4.1.

I n h e t onderzoek waren de volgende v a r i a n t e n b e t r o k k e n :

t i j d s t i p van a a l e g g e n september ( i ) e n november ( 2 1 , a f g e d e k t ( A ) of o n a f g e d e k t ( O ) , bewaard-uur c a ,

5

weken

( 5 )

of c a . "i0 weken ( I Q ) , Een schema van de o b j e c t e n en e n i g e gegevens s t a a n i n t a b e l

3 ,

Codes, d a t a van a m l e g en u i t h a l e n , a f d e k k i n g en bewaarduur

C ode k u i l D a t m a a n l e g D a t m .u.i thalem ~ e w a a r d u u r ( d a g e n ) Luch.tdi.ch%

19-70

3

3 j a l y e S

V - i O

3 3

nee/no

24-1 I

65

j;z/-.es

24.-i "I

65

ne e/no

Code of s i l a g e Date of Da%e of ex- S t o r a g e time ( d a y s ) A i r - t i g h t covered.

Tab

-

C o d i n g , d a t e of l a y on and e x t r a c t i o n , c o v e r i n g and s t o r a g e t i m e of t h e p o t a t o p u l p s i l a g e s

(15)

Per object is ca.

15

ton vers materiaal ingekuild. Omdat de vezels een moesachtige consistentie hebben, en daardoor gemakkelijk uitzakken is op de rand van de kuilplaat een rij strobalen geplaatst met een strook plastic erover. Daarmee werd voorkomen dat het produkt van de plaat af zou lopen. Er is bij deze kuilen geen afscheiding van strobalen gemaakt aan de voor- en achterzijde van de kuil. De kuilen zijn zoveel mogelijk glad af- gewerkt.

Het aanleggen van de kuilen IA10 en 1010 moest vanwege een produktie- storing op de fabriek worden uitgesteld tot 20 september. Deze beide kuilen zijnopdezelfde manier aangelegd als de kuilen IA5 en 105,

Omdat met name de ona£gedekte kuilen van de eerste serie behoorlijk in de lengterichting waren uitgezakt, zijn bij de tweede serie kuilen ook strobalen met plastic voor en achter de kuil geplaatst, De aardappel- vezels die voor deze kuilen zijn gebruikt waren bijzonder kleverig. Het is niet bekend waardoor dit is veroorzaakt. De helft van de kuilen is afgedekt met 2 lagen zwart PE-plastic van 0,15 mm.

4,2.

V6óc het inkuilen en bij het uithalen zijn de partijen afzonderlijk gewogen en bemonsterd. Bij het weghalen is per kuil de hoeveelheid materiaal die duidelijk bedorven was, apart gewogen. Van dit "bedorven materiaal zijn monsters genomen voor droge-stofbepaling.

Bij de eerste partijen zijn 2 grote verzamelmonsters uit de partij ge- nomen; daaruit zijn later n a mengen

3 submonxters genomen voor dx-bepaling

op de proefboerderij en l voor het Bedrijfslaboratorim voor de Landbouw in Leeuwarden. Hierbij bleek dat de verschillen, die optraden tussen de submonsters uit een verzamelmonster en tussen de verzamelmonsters van een partij erg klein waren (zie bijlage l). Daarom is van de andere kuilen l verzamelmonster genomen van ca. 30 k g waaruit n a mengen 2 monsters zijn genomen voor het Bedrijfslaboratoriwn. Bij kuil 2A10 abusievelijk l monster, Bij de ku.ilen 1010 en 2010 was bij uithalen een duidelijk verschil te zien in een boven- en een onderlaag. Deze lagen zijn dan ook apart bemonsterd. D e bemonsteringsmethode voor de verschil- lende kuilen is weergegeven in het volgende schema, (pagina

15).

Be monsters die naar het Bedrijfslaboratorium voor de Landbouw te Leeuwarden zijn opgestuurd zijn onderzocht op droge stof, pH, boter- zuur, azijnzuur,melkzuur, ammoniakfractie, ruw eiwit, ruwe celstof en ruw as.

Om een indruk te krijgen van het verloop van het droge-stofgeh.alte op verschillende hoogte in de kuil zijn monsters genomen van de bovenlaag,

de middenlaag en de onderlaag, Van deze monsters op d.e proefboerderij is het percentage droge stof bepaal-d,

(16)

K u i l A a n t a l

v e r s i n g e k u i l d verzamelmonsters voor d s - b e p a l i n g voor t o t a a l a n a l y s e

f r e sh e n s i l e d Nwnber of composit f o r DM-con-tent f o x chemica1 compo-

S i1 age samples Sub-samples p e r composite sample s i t i o n

Sampling scheme f o r t h e d i f f e r e n t clarnps

4.3.

Omdat n e e r s l a g b i j een onafgedekte bewaring een b e l a n g r i j k e i n v l o e d kan u i t o e f e n e n op h e t i n k u i l r e s u l t a a t en de v e r l i e z e n ( d o o r v e r l a g i n g van d r o g e - s t o f g e h a l t e en u i t l o g i n g ) z i j n ook de n e e r s l a g g e g e v e n s verzameld. Omdat op h e t ROC Bosma Zathe geen regenmeter aanwezig was, z i j n h i e r v o o r de gegevens gebruiklt van h e t m 1 - w a a r n e m i n g s s t a t i o n Drachten.

4.4..

R e s u l t a t e n

4.4.1.Ret

---

i n k u i l r e s u l t a a t E e r s t e s e r i e n a

5

weken

Wet oppervlak van de n i e t a f g e d e k t e k u i l e n (105 en 1010) begon a l n a e n k e l e dagen donkerbruin t e v e r k l e u r e n . K u i l 105 en. I A 5 z i j n n a e e n be- waarperiode van

33

dagen, op 1 9 o k t o b e r u i t g e h a a l d , bemonsterd en gewogen. B i j k u i l 105 kwamen d i e p e s c h e u r e n i n h e t oppervlak voor en over de g e h e l e k u i l l a g e e n o r a n j e - r o d e s c h i m e l . Rond de k u i l was v e e l w i t a c h t i . g v o c h t t e z i e n d a t u i t de k u i l was g e l o p e n , Vóór h e t weghalen i s l à 2 cm be-

(17)

schimmelde b o v e n l a a g van de k u i l (ook u i t de s c h e u r e n ) bemonsterd e n a l s a f v a l v e r w i j d e r d (640 k g ) . De r e s t i s bemonsterd en gewogen, B i j h e t weg- h a l e n v i e l h e t op d a t de b o v e n l a a g van 20-/O cm d i k t e d u i d e l i j k g i r i j z e r was dan de e r o n d e r l i g g e n d e l a a g . Het d s - g e h a l t e van boven- en o n d e r l a a g v e r s c h i l d e w e i n i g ( r e s p . 1 5 , 3

%

en 1 5 , 5

%

d s ) , Rond de s c h e u r e n kwamen g r i j s - b l a u w e p l e k k e n v o o r , De g e u r van de g e h e l e g r i j z e b o v e n l a a g was on- aangenaam, i n t e g e n s t e l l i n g t o t de g e l e o n d e r l a a g d i e f r i s - z u u r rook. Tussefi de g r i j z e e n de g e l e l a a g was e e n s c h e r p e a f t e k e n i n g .

13ij k u i l IA5 kwam onder h e t p l a s t i c op 2 p l a a t s e n e e n z e e r g e r i n g e h o e v e e l h e i d w i t t e schimmel voor. Verder waren de k l e u r en de g e u r van deze k u i l goed. E r kwamen wel s c h e u r e n i n h e t o p p e r v l a k v o o r , maar deze waren- minder d i e p . De o n a f g e d e k t e k u i l i s u i t e l k a a r g e d r e v e n , D i t z a l v e r o o r -

z a a k t z i j n door de h o e v e e l h e i d n e e r s l a g d i e e r t i j d e n s de bewaarpeciode i n gekomen i s (117 mm). Het d s - g e h a l t e was bij k u i l IA5 bovenin 1 8 , 5

96

e n o n d e r i n 1 5 , 5

%.

E e r s t e s e r i e n a 10 weken

Op 24 n'oveniber z i j n k u i l 1Ai0 en 1010, n a een bewaarperiode van 65 dagen weggehaald, bemonsterd en gewogen. B i j k u i l ? A I O was h e t z e l f d e b e e l d t e z i e n a l s b i j k u i l lA5. Op de b e t o n kwam b i j deze k u i l e e n l a a g j e van c a , i cm n a t d o n k e r g e e l p r o d u k t v o o r , d a t d u i d e l i j k n a a r b o t e r z u u r r o o k . D i t z e l f d e z i e n we vaak b i j ( n a t t e ) s n i j m a i s k u i l e n . Langs de r a h d e n , waar de v e z e l s n i e t d i r e c t op b e t o n maar op p l a s t i c l a g e n , was h e t m a t e r i a a l wel n a t maar n i e t v e r k l e u r d . B i 3 deze k u i l was e r e v e n a l s b i j k u i l 185 een v r i j d u i d e l i j k v e r l o o p i n h e t d s - g e h a l b van b m e n n a a r beneden; bovenin 21,7

O/o

6 s middenin i 9 , 6

%

d s en o n d e r i n 1 8 , 9

O/o

d s ,

R u i l 1010 was b e d e k t met e e n z e l f d e o r a n j e - r o d e schimmel a l s b i j k u i l 105, Door de r e g e n (195 mm) was k u i l 1010 nog s l a p p e r geworden en n o g v e r d e r u i t g e z a k t dan k u i l 105, De s c h e u r e n i n h e t o p p e r v l a k en h.et daarmee gepaard gaande b e d e r f g i n g e n dan ook nog d i e p e r i n de k u i l dan b i j k u i l

"15,

Nadat de s c h i m e l l a a g was v e r w i j d e r d (1725 kg) zagen we ook b i j deze k u i l e e n onaangenaasn r u i k e n d e g r i j z e l a a g met d a a r o n d e r e e n g e l e , f r i s z u u r r u i k e n d e l a a g . Beide l a g e n z i j n . b i j deze k u i l a p a r t bemonsterd en gewogen.

Tweede s e r i e n a

5

weken

De k u i l e n SAS e n 205 z i j n op 28 december, n a een b e w a a r p e r i o d e van 37 dagen, u i t g e h a a l d . De b o v e n l a a g van k u i l 205 w a s donkerder dan op h e t moment van a a n l e g g e n , maar o v e r m a t i g e schimmelgroei en b e d e r f z o a l s b i j k u i l 105 e n 1010 kwamen n i e t v o o r .

(18)

Van de hele kuil is slechts ca. 50 kg als afval weggeschept. Doordat de kuilen aan 4 zijden tussen de strobalen stonden was uitzakken niet moge- lijk, waardoor de scheurvorming beperkt bleef, Rondom de kuil was veel vocht te zien, dat uit de kuil was gelopen, De hoeveelheid neerslag tijdens de bewaarperiode van deze kuil was

77

mm, Tijdens het weghalen en het bemonsteren viel het op dat de kleverigheid die de verse vezels hadden, was verdwenen, In het droge-stofgehalte zat tussen de verschil- lende lagen van de kuil weinig verschil. Voor bovenlaag, middenlaag en onderlaag was dit respectievelijk 17,0, 16,7 en 16,9

%

ds.

De afgedekte kuil 2A5 was goed geconserveerd. Schimmel en rotting kwamen op deze kuil niet voor. Bij het weghalen van de kuil kwam

er geel vocht onder uit de kuil. Dit was perssap dat door de met plastic beklede strobalen niet weg kon lopen. Dat er in deze kuil duidelijk vochtverplaatsing is opgetreden, blijkt ook uit het verloop van het

ds-gehalte. Bovenin was dit i8,O

%,

middenin

IT94

%

en onderin 16,2

%.

Tweede serie na 10 weken

Dv kuilen 2810 en 2010 zijn op

7

februari 1983 na een bewaarperiode van

70

dagen uitgehaald, Bij het weghalen van het plastic van kuil 2A10, die er uiterlijk goed uitzag, kwam op het midden van de kuil een grote schimmel- en rotplek voor de dag, die in de dikte varieerde van l tot 10 cm. Op de meeste plaatsen was dit een witte schimmel zoals 02 kuillA5, maar er kwamcm ook Slauwe, zwarte en donkerbruime schimmelplekken vosr. Deze schimavlplekken zijn verwijderd (totaal 605 kg). Hoewel er bi j het weghalen van het plastic geen beschadigingen waren geconstateerd zal er toch ergens lekkage opgetreden zijn, waardoor deze laag kon ontstaan. Een so~rtgelijk geval had zich bij de AVEBE-kuil nr. 6 in 1981 voorge- daan.

Ook bij deze kuil (2~10) kwam veel geel perssap vrij bij het openen. Het ds-gehalte was bij deze kuil bovenin 18,6

%,

middenin 18,4

%

en onderin 17,8

%.

Van kuil 2010, de onafgedekte kuil, was de bovenlaag van 2-5 cm dikte grijsbruin. Deze laag is als afval verwijderd (ca. 1000 kg). Bij het bemonsteren voelde het materiaal slapper aan dan dat van Luil 2810, Het ds-gehalte van deze kuil van boven naar beneden was respec- tievelijk 13,l

%,

14>4

%

en 16,3

%.

De totale hoeveelheid neerslag die er in de bewaarperiode van deze kuil is gevallen bedroeg 200 ram.

(19)

4.4.2.

De analyseresultaten van de monsters, die naar het Bedrijfslabo- ratorium in Leeuwarden zijn gestuurd, zijn voor de duplo-monsters gemiddeld, Het verschil in gehalte tussen de duplo's was beperkt tot 0,1

-

0,4

%.

Voor het berekenen van vre- en VEM-waarde zijn de regressieformules ge- bruikt die door het

IVVO

voor aardappelprodukten zijn gevonden (1 ) .

vre -0,952 re

+

0,051 as

-

51

VEM =

1,4

vre I- 0,9 rc

+

1,20 ok.

De analyseresultaten en de daaruit berekende vre en VEM van de afgedekte kuilen staan in tabel 4. Van de onafgedekte kuilen staanze in tabel

5.

Analyseresultaten bij inkuilen en uithalen van de afgedekte kuilen als gemiddelde van duplomonsters

re rc ras ok

mm

vre pH

BZ(%)

AZ(%)

MZ(%)

NH-/N

l) 2 3 .l 4 )

3

x

inkuilen

15,9

131

168

67

634

1020

77

4 > 2 0,OO 0,51 0,82 9,2 uithalen

16,s

137

173 68 622 1018 81

3,9

0,01 0,75 l,27 a 9 2

IA10

inkuilen

19,O

105 131

49 717

1048 50

496

0900 0937 0953

5,o

uithalen 2093 100 129 52 718 1044

47

399

0911 0159

1913

1092

inkuilen

17796

116

133

59

693

1038 62

4,s

0,OO 0,42 0,26

7,7

uithalen

17,7

11713062684103363 4,50,00 0,73 0960

4,s

10,4 108 129 60 703 1037

55

4r7

0900 O,4O 0,28

9,4

uithalen

O/o

DM cp cf Ash VEM dcp pH B

In product

l) ook berekend als 1000

-

re

-

rc

-

ras/Nfe calculated as 1000

-

cp

-

c£- ash 2) boterzuux/butyric acid

3 )

azijnzuur/acetic acid

4)

melkzuur/lactic acid

5)

VEM = feed units milk

Chemica1 composition at time of ensiling (inkuilen) and getting out (uithalen) of the air-tight sealed clmps as average of duplo samples

(20)

Analyseresultaten bij inkuilen en uithalen van de onafgedekte kuilen

%

9n de ds (g/kg) In het produkt

----

d s re rc -l) inkuilen (a) uithalen (a) 1010 P inkuilen (a) uithalen boven uithalen onder

=

inkuilen (a) uithalen (a) 201

o

inkuilen (a) uithalen boven uithalen onder

%

DM CP CF Ash Nfe VEN dcp pH Ba Aa ~a

NRJH

1)

5)

2

1

3)

4)

- -- -- P-

a) gemiddel-de van 2 monsters/average of 2 samples

1) overige koolhydraten als 1060

-

re

-

rc

-

ras/FJfe calcula-ted as 1000

-

cp

-

cf

-

Ash

2) botexzuur/butyric acid

3)

azijnzuur/acetic acid

4)

melkzuur/lactic acid

5)

VEN = feed units milk

Chemical compositlon at time of ensiling (inkuilen) and getting out (uithalen) of the uncavered clmps

Ret valt op dat er een aanzienlijke variatie in chemische samen- stelling is tussen de monsters van het verse produkt van de verschillende partijen, Het vessch.il. tussen de mon.sters van eenzelfde par-tij is bij het verse produkt echter klein

(185

"4 105, IA10 9 1010, 285 f 205 en 2A10

+

2010). Tussen de eerste en de tweede serie is een verschil in conservering te zien. Rij de eerste serie kuilen is meer melkzuur gevormd, waardoor de

(21)

pH lager is geworden. Het valt op dat de monsters van de kuilen IA5 en 105 al bij inkuilen een lage pH hebben. Waarschijnlijk heeft er een te lange tijd tussen het moment van bemonsteren en analyse gezeten, waar- door het produkt al in het monsterzakje voor een deel is verzuurd. Bij kuil IA10 en l010 was de NH fractie bij inkuilen laag in verge-

3

-

lijking met de andere kuilen, Bij uithalen lag deze echter op het zelfde niveau als bij de andere kuilen. Op grond van het gehalte aan boterzuur en de NH fractie kan ondanks de hogere pH niet van een slechte

3

-

conservering worden gesproken.

Doordat er perssap is weggelopen, is het ds-gehalte bij de afge- dekte kuilen meer of minder gestegen. Bij de onafgedekte partijen werd dit vochtverlies weer aangevuld met neerslag, vandaar dat het 6s-

gehalte bij deze kuilen is gedaald, Bij de afgedekte partijen veranderen de ras-, re- en ~c-gehalten tijdens de bewaring maar weinig. Door de

neerslag heeft bij de onafgedekte partijen een verdunning en uitloging van oplosbare stoffen plaats gehad, Door de uitloging z i j n de rc-gehalten.vrij sterk gestegen.

Bij de kuilen 1010 en 2010 is te zien dat het rc-gehalte sterk is gestegen, Door het regenwater is het gehalte aan azijnzuur en melkzuur in de bovenlaag lager dan in de onderlaag. Ook T\TH lijkt op deze manier

3

verplaatst te zijn. De kuilen 105 en 205 en de onderlaag van de kuilen 1010 en 2010 zijn in vergelijking met de afgdekte kuilen redelijk goed geconserveerd. De voederwaarde van de kuilen

"iA.5,

105, 1810, 2A5 en 2810 lijkt iets te zijn gedaald door een toename aan ras en rc, Bij kuil 1010 bleef de TEM-waarde ongeveer gelijk en bij kuil 205 en 2010 steeg deze iets door een daling van het as-gehalte, Het vre-gehalte van de afgedekte kuilen veranderde gemiddeld genomen weinig. Bij 3 van de

4

onafgedekte kuilen daalde he

t.

Bij de berekening van de voederwaarde van de onafgedekte kuilen is ervan uitgegaan dat de verteerbaarheid van het ruw-eiwit en van de droge stof gelijk is aan die van de onafgedekte kuilen. Uit het AVERE-onderzoek is echter gebleken dat de verteringscoëfficiënten van het bedorven materiaal sterk verlaagd waren. Hoewel er bij de grijze laag van de onafgedekte kuilen niet van volledig bedorven materiaal kan worden gesproken moet er waar- schijnlijk wel rekening mee worden gehouden dat de verteerbaarheid van organische stof en ruw eiwit iets lager zal zijn.

4.4.3.

Verliezen

Door bij het inkuilen en het weghalen de partijen te wegen en te bemonsteren konden de verliezen worden berekend. De verliezen aan gewicht

(22)

en aan droge stof staan in tabel

6.

Voordat de partijen werden terugge- wogen zijn eerst, waar nodig, de rot-en schimmelplekken verwijderd. Deze zijn apart gewogen en er is een monster van genomen voor ds-bepaling op de proefboerderij. De hoeveelheid droge stof, die als afval is verwijderd, staat ook in tabel

6.

Tabel

6

Verliezen bij afgedekte en niet-afgedekte partijen eiwitrijke aardappelpersvezels

Kuil Bewaarduur

in dagen

wicht stof

Clarnp Time of stsrage enxiling getting out waist(~~) fresh dry in days

Dry matter in

%

at: Losses in

%

of:

m

gewogen gemiddelde van 2 lagen/weighted average of 2 layers

Table 6 Losses with air-tight sealed and uncovered clamps of protein rich pressed potato pulp

Bij 3 van de afgedekte kuilen was geen afval. Waardoor de bedorven plekken op kuil 2AIO zijn on.tstaan i.s onverklaarbaar. Zonder dit afval zou het verlies van deze kuil (6

%)

dicht bij dat van de eerste serie liggen. Eveneens isniet du.idolijk waa,rdoor hekverlies bij kuil 285 zo laag ligt ten opzichte van de andere 3 kuilen.

Bij de afgedekte kuilen lijken de verliezen, als we het afval van kui1 2AlO buiten beschouwing laten, niet duid.elijk toe te nemen bij langere bewaarduur, Dit was gezien de goede conservering en afdekking ook niet te verwachten, Kuil 205, die gelijktijdig met kuil 2A5 is aangelegd. en wegge- haald, heeft ook weinig afval en lagere verliezen dan de andere onafgedekte kuilen. Naast de lagere buitentemperatuur zal bij deze kuil de hoeveelheid.

(23)

neerslag, die duidelijk lager was dan bij de andere 3 kuilen, een rol hebben gespeeld. Bij de onafgedekte kuilen liggen de gewichtsverliezen, in tegenstelling tot de afgedekte kuilen, lager dan de ds-verliezen. Dit komt doordat het gewicht weer voor een deel wordt "aangevuld" met neerslag. De droge-stofverliezen liggen bij de onafgedekte kuilen beduidend hoger dan bij de afgedekte kuilen,

Verder blijken de verliezen, door het zich voortzettende bederf, toe te nemen met de bewaarduur.

Bij kuil 1020 is tevens de onaangenaam ruikende grijze bovenlaag apart gewogen. Dit bedroeg ca. 35

%

van het ingekuilde materiaal. Dit betekent dat van de hoeveelheid ingekuilde materiaal slechts

43

%

goed gebleven is.

Zowel bij de afgedekte als bij de onafgedekte kuilen blijkt de VEM-waarde gemiddeld zeer weinig te veranderen. Het vre-gehalte is bij de afgedekte kuilen gemiddeld ook gelijk gebleven. Bij de onafgedekte kuilen daalt het -we-gehalte iets. De

VEN-

en vre-verliezen liggen

daardoor bij luchtdicht afdekken ongeveer op het zelfde niveau als de ds-vec9iezen.

(24)

-

2 3

-

5

SmTJVATTLNG EN CONCLUSIES

Ten gevolge van een and.er produktieproces produceert édn van de AVEBE-fabrieken aardappelpersvezels met een hoger eiwitgehalte en een meer moesachtige consistentie dan de traditionele aardappelpersvezels. Deze eiwitrijke aardappelpersvezels blijken daardoor meer problemen te geven bij de bewaring. Om een methode te vinden voor het langdurig bewaren van deze vezels zijn door AmBE een aantal laboratoriumproeven uitgevoerd en een aantal praktijkkuilen aangelegd. Uit deze oriënterende proeven bleek dat de eiwitrijke vezels bij onafgedekte bewaring sterk aan bederf onderhevig waren en dat luchtdicht afdekken dit bederf kon

t

egengaan.

Om gegevens te krugen over het verschil in kwaliteit en de ver- liezen bij afgedekt inkuilen en onafgedekt bewaren zijn op ROC Bosma Zathe vergelijkende bewaarproeven aangelegd. Varianten bij dit onderzoek waren: tijdstip van aanleggen (half september

-

eind november ), bewaarduur

(ca,

5

weken

-

ca. 1 0 weken), afdekken en niet afdekken.

Hoewel bij de in november aangelegde partijen minder melkzuur werd gevormd, kon niet gesteld worden dat de kwaliteit slechter was dan van de kuilen die in september zijn aangelegd.

Bij de niet afgedekte kuilen kwam aan het oppervlak veel

schimmel en rotting voor. Bij de partijen die in september waren aange- legd was dit erger dan bij die van november. De droge-stofverliezen lagen bij de niet afgedekte partijen na

5

weken op respectievelijk 1 6 , 5 en 1 0 , 8

%

enna 10 weken op respectievelijk 2 1 , 8 en 2 5 , 6 Deze niet afgedekte kuilen roken na bewaring minder fris.

Bij de afgedekte partijen kwam bij l partij een laag schimmel en rot voor. Waardoor dit is ontstaan is niet bekend. De rest van de kuil en de andere kuilen waren goed geconserveerd en roken fris zuur. De droge-stofverliezen lagen bij deze kuilen na

5

weken op

5,

l en 2 , 2

%

en na 1 0 weken op 4 , 0 en

9,7

%.

Hieruit blijkt dus geen duidelijke toenane van de bewaarverliezen bij een langere bewaarduur zoals bij de onafgedekte kuilen. Luchtdicht afsluiten is absoluut vereist

voor een goede bewaring van eiwitrijke aardappelvezels.

De verliezen zijn bepaald onder proefomstandigheden waarbij de gehele kuil in één keer werd weggehaald. Onder praktijkomstandig- beden zal meestal wat minder nauwkeurig worden gewerkt en zal er langere tijd van een kuil worden gevoerd. Voor berekeningen lijkt het verstandig voor goed afgedekte kuilen uit te gaan van

7,5

%

droge-stof-

(25)

verlies. De chemische samenstelling en de daaruit berekende

VEM-

en vxe- waarden waren tijdens het inkuilen nauwelijks veranderd. Voor VET4 en vre kan men daardoor bij inkuilen ook rekenen met

7 , 5

O/o

verlies.

Bewaring van eiwitrijke aardappelpersvezels

Bij niet afdekken zakt het produlst uit en door toetreding V= lucht

en water ontstaat veel 'bederf

(26)

5

e SüMMARY AJiSD CONCLUSIONS As a r e s u l t of a d i f f e r e n t p r o d u c t i o n p r o c e s , one of t h e AVEBE- f a c t o r i e s p r o d u c e s p r e s s e d p o t a t o p u l p w i t h a h i g h e r p r o t e i n c o n t e n t and a w e a k e r c o n s i s t e n c y t h a n t h e t r a d i t i o n a l p r e s s e d p o t a t o p u l p . T h i s p r o t e i n r i c h p r e s s e d p o t a t o p u l p t h e r e f o r e a p p e a r s t o g i v e more problems w i t h s t o r a g e . To f i n d a method f o r s t o r i n g t h i s p o t a t o p u l p f o r a l o n g time AVEBE h a s c a r r i e d o u t a n m b e r o f l a b o r a t o r y e x p e r i m e n t s a d a a m b e r of f a r m s c a l e e x p e r i m e n t s . From t h e s e o r i e n t a t i n g e x p e r i m e n t s i t t u r n e d o u t t h a t p r o t e i n r i c h p r e s s e d p u l p i s s t r o n g l y l i a b l e t o d e t e r i o r a t i o n , u n l e s s i t i s a i r - t i g h t s e a l e d . To o b t a i n i n f o x m a t i o n a b o u t t h e d i f f e r e n c e i n q u a l i t y a d l o s s e s w i t h a i r - t i g h t s e a l e d s t o r a g e compared t o uncovered s t o r a g e , a compari- t i v e c o n s e r v a t i o m e x p e r i m e n t w a s c a r r i e d o u t a t R e g i o n a l R e s e a r c h C e n t r e Bosma Z a t h e . V a r i a n t s were: t i m e of e n s i l i n g (mid September

-

end of November)

,

d u r a t i o n of s t o r a g e (a.bout

5

weeks

-

a b o u t 1 0 weeks) a i r - t i g h t s e a l i n g and uncovered s t o r a g e .

Although l e s s a c i d was formed i n t h e clamps e n s i l e d i n November i t c o u l d n o t be s t a t e d t h a t t h e q u a l i t y of t h e s e clamps was worse t h a n t h a t o f t h e clamps e n s i l e d i n September,

On t h e s u r f a c e of t h e u n c o v e r e d c l a n p s a l o t of mold and r o t a p p e a r e d . With t h e c l m p s from September t h i s w a s worse t h a n w i t h t h o s e of November.

A f t e r

5

weeks of s t o r a g e t h e d r y m a t t e r l o s s e s of t h e u n c o v e r e d

clamps were

16,5

and 1 0 , 8

%

r e s p e c t i v e l y a d h f t e r 1 0 weeks 2 1 , 8 and

25,6

%.

The u n c o v e r e d s i l a g e s had a bad s m e l l .

Among t h e a i r - t i g h t c o v e r e d clamps - t h e r e was one clamp t h a t showed a l a y e r of mold and r o t . How t h i s h a s developed c o u l d n o t be e x p l a i n e d . The r e s t of t h i s clamp and t h e o t h e r clamps were wel9 c o n s e r v e d a a d h a d a f r e s h and a c i d s m e l l . Af'ter

5

weeks t h e d r y m a t t e r l o s s e s i n t h e s e clamps were

5,l

and 2,2

O/o and a f t e r 1 0 weeks

4,o

m d

Y,

7

O/o,

It a p p e a r s

t h a t t h e r e i s no s i g n i f i c a n t i n c r e a s e of l o s s e s w i t h a l o n g e r p e r i s d o f - s - t o r a g e i s t h e c a s e ' w i t h t h e uncovered cTaamps.Air-tight c o v e r i n g i s a p r e r e q u i s i t e

f o r a good s t o r a g e of' p r o t e i n s i c h p r e s s e d p o t a t o p u l p . The l o s s e s a r e found u d e r e x p e r i m e n t a l c i r c u m s t a n c e s i n which t h e clamp a s a whole was t a k e n o u t a% o n c e . Under p r a t i c a l c i r c m s t x n c e s % b i s g e t t i n g - o u t w i l 1 -take a l o n g e r p e r i o d and w i l be done l e s s a c c u r a t e l y ,

(27)

For air-tight sealed clamps one should calculate with

7,5

O/o

DM losses under practica1 circumstances.

The chemica1 composition and the calculated VEM- and dcp-values hardly changed during the storage time. The VEM- and dcp-losses there- £ore are just as high as the DM losses.

ds ras O S

= droge stof/dry matter

= ruw-as ( = as -t- zand)/crude ash (=ash -t- sand) = organische sto£/organic matter

(OM)

= ruw-eiwit/crude protein

= voedernorm ruw eiwit/digest ible crude protein = ruwe celstof/crude-f iber

= zuurgraad/ac idity

= ammoniakf ractie/amonia content = overige kool hydra ten/^ free extract = boterzuur/butyric acid

= aai jnzuur/acetic acid = melkzuur/lactic acid = gram/gram

= -percentage/percentage

Feed units

l kVEM = 1000 VEM (net energy for milk production)

l VEM 1,65 kcal

l VEM = 1 ~ 6

4

51868 kJ ~

Example = if l kg DM of maize silage contains 1510 kcal net energy for

milk production, this product contains =

915

VEN per kg

DM.

The new net energy system is described ~inUIntern rapport nr. 92" by

(28)

6.

LITERATUUR

l . I1VITO Documentatierapport 1 5 ; Xcha-tting van het vsedernorm ruw-

eiwitgehalte en de energiewaarde van ruwvoermiddelen voor herkauwers; nr.

5

aardappelprodukten,

(29)

BIJLAGE l

Verschil in

%

ds. tussen submonsters uit l verzamelmonster en tussen verzamelmonsters van een kuil bij inkuilen.

Verzamelmonster l Versamelmonster 2 Verzamelmonster l Verzamelmonster 2

15,s

1595 16,2

1 5 , 7

15,7

16,i

16,o

!

gem.

15,6

gem.

1y96

gem. 16,2

Kuil IA10 Kuil 1010

Verzamelmonster l Verzamelmonster 2 Verzamelmonsterl Verzamelmonster 2

1899 18,8 1893 7 8 9 5

1899 1 9 9 1 1 8 9 3 1 8 9 5

gem.

18,9

gem. l9,O gem. 1G8,3 gem. 18,5

Verschil in chemische samenstelling tussen submonsters van verschillende verzamelmonsters uit l kuil (bi j inkuilen)

w

(30)

d

. .

r * c J , a n Mr, -5 3. ~ ~metiarhg W m .shtjm&I~ I In k&mdrl^tia~ Ds. lr,-Dm .D, MM, B w m a n .eb& 7973, '

fa&-

, >

NT-

d, R m m W k f l e l n N m W & k . W, LSCemrisrrn u, %S&. d %-

7 9. i

*-

C f 4** 4 4- * , 1 u fbIa,twd, t44 t % - R B * 124jrd- I q - *, I Nf, S. Re nimWeehBrKJieAJPn 4wtzm-d. iW4 W* 2% B W I ~ ~ n B s a m k W t 1 Y g ~ y r ~ ~ b ~ a ~ 1StiC "Nr. F t w m ~ m w o r mn- in

N

e*,han@M,-g~~~~tSc. J, D. dmw+tP IsigC5, I Mr, 31, 1 r n c l ~ vamigmndbM1 venrl'gras;lmd. l-. J. J, Wdsdng, 1975, t & -

P& 3% Mdwhgrfn-I w q d ~ " ~ f ~ ~J* ? . 4 W % ~ ? J ~ 7 B ~ d ~ L , , i ~ * @ ~ ,.,,

KA *

.

4

p,

.opgmsiaad in hetvwjaw. &@,J.& WoldtOn& 3BB. .i, .'.: i~l't-

.,-

l 45.1 i

.

h

.

s.b . , r I j V a In @+Madam de Vetenl~eEiWen. tr. P. 3, M. &ljde&,%fB. F.

"

L '%"-J '"' < ' . ' .,. 4

''E

t .

s.

Indoeicl vtan~mm en er1kstof OQ de @reW en d e . & M m smmwlhrg wan gtaslwd. $4. r v

J. J. WW,

lm

t *

Hr. 36, ~psìegvan ~ m d r ~ k i l ~ l . e h sn$mhJop meiheeM&@m UBBM ha. lng, A. R. der, i'@99 j Nt, 37. Wastr @n ~WI~8gRhiYthi~teh.,tl(~1 m en uytekuiU&Mjhurb -t ean-ar$anb&@ bmtf@w

C 1%. H. mn Dijk w., IS= S&-

"F

v g ~ l l f ~ n d - s r m e ~ ~ rar~ ,y;,o!v,LL"s.

m.

R

&XWFH&,JW~I y! '.i+?.%&! ì?lw$l. Ha4 w~MM~M m kraMBrow Pn líg-tairh Wslw U O R , ~ $ ~

hg.

ar

met WI~WPJ~ wta erl W W ~ F X , '

n.

B-., ''<

ML 144,

rxm

f e s - > <

MP*

4%

r

- aki, kWínE$eaiwgcn f F &L -&. m= 0 -

~~~

&Wd.pwI-adie,

!m.

4.f&W@sf,

<m.

"L'A +s ' Nr. EXL. i"tpp&llryl m 1 k c a r x a a l é k ~ g i a h ~ t s i B ~ ~ ~ ~ Ir, R. Ram3& s e # t m W77. .i I

b&, S, ~ raSp80bh S m ~h&s&en.tiw%~o~&ra~d -gras* In@. 4 G. augusm8 f W.

Mr.5E. ,

&r: 5%

:

Mr. 54. 8 '

, r"&- :

Nr. !B& .t%&mW nirar mmgtH1&kdBn w

m

WQeJmtHp %m Zar WW YWlrg aputìle~rasp~ @weMW ' ' ~ a ,

Mc. 93. R&en opallmfi i p w a e ~ . W, q,

EwmIpof

Tm l f

t

Rlr; 87. #- vawcie w&:nnw~~;i*. K W ~ Q ~ A S . , iofcww tgm. , + . f i ' ~ ~ - , * , :

~ r > : a . wrpsli~thp ~ U = M ~ m w i n x F H + ~ B I ( I Q ~ . ~ IQI- m ~ ~ - . t w n . i . $ e s < ~ ~ ~ ~ ~

imtii

N p P 'B. 7wm MW n met wm&if in wfdy-e*W~ W, W m M w

I " , l ' J . , . E , & Y . , , . J - i i

&r

a . ~ l n i a a k ! p ~

-m,

. . j . , J;-

-

j

:

,f*?.<. ? , .

. -

* . b . - 1 .( + , i < ' I '1 Ii . . . % 1 . . :, :

(31)

N 1 . -di.p* w iandnikken Mj h e d m i ' v k giastmd met En,gels @gras* Ing. L R-om en I

Ma N,utan, f&ru@ lsm,

r

h - .

, Nr. W, GChemEnmhsuam mhanbche k W h t r i j @ m g in grasland. hp L. Ro~zeboom, rnrian

lm,

d Br- Nr. $3. Dgomaien wan gsabkmd op m en kmklei. tng, C. RmzdsOm en Ir. W. Lutan, luit l&%$, t '4- Nr. 84. Veterinaire begef~tdtng op m-edlijven m& drar;htipheMspmbIiemen. Dn. R, Kammer& juli tsm- d $-

Nr- S, H& kruisenvan sehaipan. Eenschattimp van b8&n en kcasten. Ir, J, Do&sen e.a, februari 1W.

Nr. 86, lnlrlosd vaq schudden en m o&rengst bfj maaien op drogtil.stofwrctJezen en drqogverkmp. Ing. J. Uvar-

west, de~mber 1923. , t

Nr. $7. ~ ~ t l e r a r n h o u d e r ì ~ Llnmtre progmmmetsng van M n grml aantal ftmhnis6he en wnomlmhe mage-.

iiikheden. In& H, vander Stratan, april 1X)80.

Hr. M. Voechwboatmn. Een ~Urfifseconanisoh& stbrlie van.een werkgymp. ing. H. van derstraten, mei 198U,

Nr. 89. Gchapenhtniderij in Mm&-fmmkkljk W a g van een studkmis in okteber 1679. Ir. J. Doeksein e.a,Juni lm.

Nr.

m.

Invloed van tandbouwsoutop opnam ven *';a~kuil. FnQ. A. O, ~an&ld. juni TW. f 'l. tnvtoed vrln een sler;hte ontwatefing op de aMSopbrengst. Stisdte i n samenwerking met de Landin-

riUhtlngdGsnst. H. v. 62. Straten e-a,de&mts;er 1e)BO. f F,$O

Nr. 72 VIBesmduktie mat jongesttemn. Ing. H. E. Harmwn, december 1980. * . f

"?&o

Nr. 73' J%mmsOn Dnkrouhtaer vcxrr vlee&stierren. Vsrgetíjkend ondermak. IT. D. 6astandorp, deckmber IW., * , ' Nr, 71, Eenmca,mIksybtem%In op twmansmelheebedriiven. Techni.sche en scmmkht$te informatie op

grondveneen studie metbsdrijfsmode3len.VmIag vsm een werkgragpI dtwxmber 1BW. - f 7 s NT, 75, Gtro UI devoeáffigwan mtalkree en larrgvee. Onderspek tg Selrnîen m Maafheem 1876-1878. Ing. Tj. B o x e ~

luti l@tH. f 7,59

.M. t@. Veel krachtvaer En w%r$chlllende vom naasf stm d vo~ntzcogkufl aan mefkvee. J. W. F. Hilfnk, novsm-

b8r fM1. . f. 7,64

Nr. 77. Energieverbrukkop melkvWrljwn, IC. P. J. M. Snijders, novenìper 1981. P 7,W .Mr. 7g, Spsefln~ h rmtmenen \Foor vfeestieren. Ing. M. E, Hamtsen, Januari lm. f jrt?JO

Mr. tcJ- tSruSsing van methw In Mripsverband u$rgl$l&en. BQ& in samanwsrking met h& tn&#iuut vwr

VW&tkuridlg Qndemk C Wit. Ir, A. J, 7; van Kekem.Stbffellan, november 1981. t 7$0

Hr, Edn~ en Weemanm9.~Ksystemh op diiem~mIkv8(3bedirijmn. T~ehnls~heen ecanarniwha intormab .

t b op ~ r o n d v m ssn studtie Rtrat Mri~tsmodallem. Verslag van een weFkgroap,Jenuari lM2. t 7,50

Nr. 81. SohapanYiouliMj: MrîjfssiRratíe& prijsverh6usliqen eil arbeidsbhoefte. Resultaten van een Lineatre

p ~ m m e r i n g . Ir. J. RQekmn, I w l l

lm

t 7 , s

Nr. 82. YteesBtiarm 253 geTw5mrCIB en onge~sol~~~rcie stdlb. €Inderzoek op de Vfierd 197&19&Q. Groet

-

Voder+ verbruik

-

Glachtkw8HteiC Ing. H. E Hamsen (PR) en Ing. A. G. Smlts (MAG], december

lm,

Nr. û3. Voersystemen vwrdemelkvmhwderi~. Ir. P, J. M. Snfjders;deeember 1W2. f t 7 9 7,M Nr. $4. - Sni]rnaiskwIt enlof praskult in rantsoenen voor v!eesstktren. Onderzoek op de Vlierd 1978-1980. Groei

-

Vcted&m&uEk -&achtkwaliteit Ing. H. E. H m e n e n A, Westera, september 1982. f 7,50

r

.

De m p u t e r op het meliwebdrijf. Een e<rorrornisch-techni~~he,~~,~E~atle. p&,ír.,+ K u i p , demm-

berlW2. b 5;;,;:* ..q;.-;,+i:, > , f l * g.. e:-fyaL ; - T

~ A - ,, ",

" > > t r? x'+* " ,, 3

r

'P,=

Hr. M. Ewonstlnductte bij st2hapm.T. Ruiter, april 1983. . J : , f 730

CJr, 87. Het Inkuilen van pergpolp. Ing. J. Overnest en Ing, J. Haaksma, dece f ?,S0

'Nf. 88. Sporen van bokmwrba~tetiBn in kuikw, Ing, A, G, Hengeveld, aprl f 1%-

Nr. m. M a keer daags melken. Ing. W. 4: Brwins, maart 1!W+. f ?O,-

.Nr. $0. ~nvlQed van'briiden op prodliktie en pe~sisten@e Van grmoor€en. Ir: V\f, tuten, ing. L. Roozeboo

ing. G. J- Fbmmelinls, september 1983. f 10,

-

Nr. 91, Z~mstaSmederlng op een melkvsebedrljf. Vtmlag van 8 jaar a n & e m k op de WaihoaNsft

Ing. W. J. BruSns en ing. J. van Geneijgen, ~auemberlS83. f l250

Mr. 92. Cortwnerlng en bewaring van elwltrijkeaardáppelpemve58ts. Ing. J. Corporaal en ing. W. 3, Beren$ch

febtuafî 2984. t 19-

=al-t, ts fandpiqpm Ur dhmr0e hdbPuwbiMlafhek8n.

PAN f t@*- , ' ~ * f i ~ r PR : , , - RU&- 6, W9 PK leiM.tad t \ / 5 - e m b p g I M = w m e a w t m m r d ~ ~ p o r t n r , 8 2 I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen deze groep bevinden zich immers veel 'oude' AWW-ers die op 1 juli 1996 samenwoonden met een nieuwe partner en dat op 31 december 1997 nog steeds deden, waardoor hun

De leden van de Maatschappij gingen akkoord met de voorgestelde veranderingen en op 2 januari 1857 stelt de nieuwe 28-koppige redactie zich voor in het eerste nummer van het

Het bestek hadden we verstopt op een plek die alleen mensen van het dorp konden vinden; dus dat is niet gestolen door soldaten.... Vader maakte voor ons een paar houten lepels

Het wordt door deze rechtvaardiging duidelijk dat de vragen op het juiste moment gesteld worden (en dus mogen worden) en dat Van Nieuwkerk niet verantwoordelijk is voor

Uit de beschreven voorbeelden blijkt dat het ontwerpen van toekomstscenario’s een zeer geschikte methodiek is voor samenwerkend leren en collectieve en individuele reflectie

- Wanneer er sprake is van een groot sociaal kapitaal in combinatie met weinig aanbod dan zullen burgers eerder bereid zijn om bepaalde verantwoordelijkheden zelf op te pakken..

Table 1: Liquid metals used in heat pipes ……….7 Table 2: Properties of Dowtherm A……….…….8 Table 3: Range of liquid-metal data analysed for pool boiling………..13

Ten spyte van die algemeenaa.nvaarde oortuiging dat skoolonderwys en die politiek in 'n verhouding tot mekaar staan en mekaar noodwendig onderling beinvloed