• No results found

Third Party Ownership : de noodzaak tot een striktere regulatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Third Party Ownership : de noodzaak tot een striktere regulatie"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rajiv Ramlakhan 6191851

Masterscriptie April 2014

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Inleiding p.4

1.1 Onderzoeksvraag p.6

Hoofdstuk 2: TPO nader bekeken p.6

2.1 Federatieve rechten p.6

2.2 Economische rechten p.7

2.3 Bestaansvormen TPO p.8

2.3.1 Import van jong talent p.8

2.3.2 Export van jong talent p.8

2.3.3 Financiële ondersteuning van jong talent p.9

2.4 Third party owners p.9

2.5 Toegestane- en niet toegestane clausules p.10

2.5.1 Toegestane clausules p.10

2.5.2 Niet-toegestane clausules p.12 2.6 De onwetende voetbalspeler: just cause? p.12

2.6.1 Pacta sunt servanda p.12

2.6.2 Just Cause p.13

2.6.3 Goed werkgeverschap p.14

Hoofdstuk 3: De zienswijze van de FIFA en UEFA op TPO p.16

3.1 De West Ham United zaak p.16

3.2 Zienswijze FIFA op TPO p.17

3.3 Zienswijze UEFA op TPO p.18

Hoofdstuk 4: Rechtsvergelijkend onderzoek: een kijkje over de grens p.19

4.1 Algeheel verbod op TPO p.19

(3)

4.1.2 Frankrijk p.20 4.1.3 Polen p.21 4.2 TPO wél toegestaan p.22 4.2.1 Portugal p.22 4.2.2 Spanje p.22 4.2.3 Duitsland p.23 4.2.4 België p.24 4.2.5 Nederland p.24

4.2.6 Zwitserland & Oostenrijk p.25 4.2.7 Brazilië & Argentinië p.25

4.2.8 Schotland p.26

4.2.9 Samenvatting p.26

Hoofdstuk 5: Noodzaak tot striktere regulatie p.28

5.1 Europese Sociale Dialoog ter regulering van TPO p.29 5.2 EU verordening ter regulering van TPO p.30 5.3 Algeheel verbod op TPO: een brug te ver p.31

Hoofdstuk 6: Conclusie p.32

(4)

Lijst van afkortingen

BGB = Bürgerliches Gesetzbuch CAS = Court of Arbitration for Sports DFL = Die Liga – Fußballverband e.V. DRC = Dispute Resulation Chamber ECA = European Club Association

EPFL = European Professional Football Leagues FFP = Financial Fair Play

FIFA = Fédération Internationale de Football Association

FIFPRO = Fédération Internationale des Footballeurs Professionnels FPF = Federação Portuguesa de Futebol

HvJEU = Hof van Justitie Europese Unie KBVB = Koninklijke Belgische Voetbalbond KNVB = Koninklijke Nederlandse Voetbalbond

LFP = Ligue de Football Professionel & Liga Nacional de Fútbol Professional RSTP = FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

SPL = Scottish Premier League TPO = Third party ownership

UEFA = Union Européenne de Football Association

(5)

1.

Inleiding

De voetbalwereld is de voorbije jaren getuige geweest van enkele spectaculaire transfers. Één voorbeeld van een dergelijke transfer is de transfer van de Colombiaanse sterspeler Radamel Falcao van FC Porto naar Atlético Madrid in 2011 voor veertig miljoen euro. De club uit Madrid betaalde voor de Colombiaan echter niet de volledige transfervergoeding. Aangezien Atlético destijds kampte met financiële problemen was de investeringsgroep Doyen Sports Group bereid om 55% procent van de transfersom te financieren tegen de voorwaarde dat de groep bij een eventuele volgende transfer van Falcao recht zal hebben op een even groot percentage ( 55%) van de transfersom. Dit kwam er uiteindelijk op neer dat Atlético Madrid slechts achttien miljoen hoefde neer te tellen voor Falcao.1

Het fenomeen third-party ownership ( hierna TPO) dat in het bovenstaande voorbeeld speelde, doet in Europa veel stof opwaaien. Bij TPO verkoopt een voetbalclub een bepaald percentage van de economische rechten van de contractspeler in kwestie aan een derde partij. Als

tegenprestatie ontvangt de derde partij een bepaald percentage van de transfersom van een toekomstige transfer van de contractspeler. De bakermat van dit verschijnsel ligt weliswaar in de Zuid-Amerikaanse voetbalcompetities, maar voor de Europese voetbalcompetities is TPO inmiddels geen vreemde verschijning meer.2

Volgens tegenstanders van TPO kan deze financieringsvorm gezien worden als een verkapte vorm van mensenhandel doordat derde partijen volledig of voor een deel eigenaar zijn van de economische rechten van de voetbalspeler.3 Verder beweren tegenstanders dat TPO de integriteit van de voetbalcompetities aantast indien blijkt dat derde partijen de economische rechten van voetbalspelers van meerdere clubs in de competitie bezitten.4

Tevens kunnen derde partijen invloed uitoefenen op de arbeidsovereenkomst van de voetbalspeler met de voetbalclub doordat deze partijen een aanzienlijk percentage van de economische rechten van de voetbalspeler hebben verworven. De integriteit van de

individuele arbeidsovereenkomst kan hierdoor worden aangetast, aangezien de voetbalclub in een dergelijke situatie immers geen volledig eigenaar meer is van de economische rechten van de voetbalspeler.5

1

“Selling Your Soul: Radamel Falcao Controlled by Third-Party Ownership”, TheRichest, 6 januari 2014, http://www.therichest.com/sports/soccer-sports/selling-your-soul-radamel-falcao-controlled-by-third-party-ownership/

2

Zo blijkt uit het meest recente jaarverslag van de Portugese topclub FC Porto dat Porto van slechts zeven selectiespelers (van de in totaal 29 selectiespelers)de volledige economische rechten bezit. KEA-CDES, ‘Study on the economic and legal aspects of transfers of players’, januari 2013, p. 64

3

V. Melero & R. Soiron,“The dilemma of third-party ownership of football players”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 43

4

R. Andrews, “Third Party Ownership – Risk or Reward ?”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 35

5

R.Branco Martins, "Profesional Football on the level of the European Union: third party rights investing in talent or ownership of players’’, University of Amsterdam, The Netherlands, p.3

(6)

Is de voetbalclub in dat geval nog in staat om gezag uit te oefenen op de voetbalspeler via de arbeidsovereenkomst? Een ander veel gehoord argument is dat er door middel van TPO geld wordt onttrokken aan de voetbalsector.6

Voorstanders menen echter dat het een nieuwe vorm van financiering is die het voor kleinere clubs mogelijk maakt voetbalspelers te contracteren die ze normaliter niet zouden kunnen contracteren.7 Bovendien is deze manier van financiering in lijn met de vrijheid van kapitaal.8( art 56 VWEU)

De Union Européenne de Football Association (hierna UEFA) overweegt mede op grond van bovengenoemde tegenargumenten een verbod op TPO9, terwijl de Wereldvoetbalbond Fédération Internationale de Football Association (hierna FIFA) een dergelijk verbod het overwegen (nog) niet waard vindt.10

Mijn doel met deze scriptie is te onderzoeken hoe TPO gereguleerd is op nationaal en internationaal niveau en in hoeverre een striktere regulering van TPO op nationaal en internationaal niveau wenselijk is zodat de arbeidsrechtelijke gezagsverhouding tussen voetbalclubs en hun contractspelers gewaarborgd blijft en de voetbalclubs zodoende baas in eigen huis blijven.

Ik zal in hoofdstuk 2 een korte uiteenzetting geven over het fenomeen TPO waarbij ik

aandacht zal besteden aan het onderscheid tussen federatieve- en economische rechten. Hierna bespreek ik in hoofdstuk 3 de zienswijze van diverse regulerende voetbalbonden (zoals de FIFA, UEFA) op TPO. In het volgende hoofdstuk ga ik onderzoeken hoe TPO gereguleerd is op nationaal niveau. Hierbij zal ik een rechtsvergelijkend onderzoek tussen verschillende landen houden. Daarna zal ik in hoofdstuk 5 een overzicht geven van toegestane en niet toegestane clausules in spelerscontracten die hierin zijn opgenomen door derde partijen. Tevens zal ik aandacht besteden aan de vraag of een contractspeler zich mogelijkerwijs op een just cause kan beroepen, indien de contractspeler niet weet dat een derde partij een belang in hem heeft. Verder behandel ik in hoofdstuk 6 mogelijkheden om TPO op een meer strikte wijze te reguleren. De European Social Dialogue en de optie van een EU-verordening zijn enkele middelen om TPO strikter te reguleren. Tenslotte behandel ik het voorgaande in een conclusie.

6

“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 23

7

V. Melero & R. Soiron, “The dilemma of third-party ownership of football players”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 44

8

P.Gonçalves, “Brief Note for a positive view on player’s third-party ownership” EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 61

9

D. Geey, “UEFA’s Aim to Prohibit Third Party Ownership in Football", http://www.danielgeey.com/uefas-aim-to-prohibit-third-party-ownership-in-football/

10

Dit blijkt uit het vernieuwde artikel 18bis FIFA RSTP:“No club shall enter into a contract which enables any other party to that contract or any third party to acquire the ability to influence in employment and transfer related matters its independence, its policies or the performance of its teams.” Op grond van dit artikel is het toelaatbaar dat derde partijen een bepaald percentage van de economische rechten van een voetbalspeler verwerven tegen de voorwaarde dat deze derde partijen zich niet bemoeien met het beleid van een voetbalclub.

(7)

1.1 Onderzoeksvraag

In hoeverre is een striktere regulering van TPO noodzakelijk opdat de arbeidsrechtelijke gezagsverhouding tussen voetbalclubs en hun contractspelers gewaarborgd blijft?

2.

TPO nader bekeken

2.1 Federatieve rechten

Hetgeen het Hof van Justitie ( hierna HvJEU) in de zaak Bosman heeft besloten, heeft een bepalende rol gespeeld bij de opkomst van TPO. In Bosman had het HvJEU de transferregels dusdanig gewijzigd dat een contractspeler de vrijheid had om een arbeidsovereenkomst aan te gaan met een andere, nieuwe voetbalclub na afloop van zijn arbeidsovereenkomst bij zijn huidige club. Het grote verschil met de toenmalige transferregels was dat voetballers niet meer gebonden waren aan de club nadat hun arbeidsovereenkomst met diezelfde club geëindigd was.11

Een nieuwe club kon dus voortaan de voetballer zonder enige belemmeringen registeren bij de specifieke nationale voetbalbond nadat de nieuwe club een arbeidsovereenkomst gesloten had met de voetballer.12 Een dergelijk registratierecht van de club wordt aangeduid als een

federatief recht. Dit federatieve recht is van essentieel belang voor de voetbalclub en de voetballer: indien de voetbalclub namelijk verzuimt om de voetballer in te schrijven bij de nationale voetbalbond, kan deze laatste niet participeren in de (inter) nationale competities. Het hoogste Hof van Arbitrage voor Sport ( hierna CAS) heeft het federatieve recht van een voetbalclub erkend en het heeft het begrip enigszins toegelicht. Dit komt naar voren in de zaak RCD Espanyol De Barcelona Sad v Club Atlético Velez Sarsfield, waar het CAS

bepaalde dat de registratie van een voetballer bij een nationale voetbalbond niet toekomt aan meerdere voetbalclubs. Een voetbalspeler kan immers voor één team uitkomen.13

Voetbalclubs die geïnteresseerd zijn in nieuwe spelers hoeven in beginsel niet te wachten totdat de arbeidsovereenkomst van dergelijke spelers met hun huidige club is afgelopen. Zulke teams kunnen in dat geval de arbeidsovereenkomst van de spelers afkopen.

11

HvJ EG 15 december 1995, zaak C-415/93, r.o. 99 (Bosman).

12

HvJ EG 15 december 1995, zaak C-415/93, r.o. 103-104(Bosman).

13

CAS 2004/A/635 par.65 (RCD Espanyol De Barcelona Sad/Club Atlético Velez Sarsfield).

Zie ook art 5 lid 2 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players:“A player may only be registered with one club at time. ”

(8)

Voetbalclubs hoeven de arbeidsovereenkomst van voetbalspelers echter niet af te kopen wanneer de arbeidsovereenkomst van de spelers met hun vorige clubs vroegtijdig zijn ontbonden met wederzijds goedvinden.14 Indien de verkopende club en de geïnteresseerde club een vergoeding ( die de geïnteresseerde club moet betalen aan de verkopende club) overeenkomen voor het tussentijds afkopen van de arbeidsovereenkomst van de spelers met de verkopende club, staat het de nieuwe club vrij om de spelers te registeren bij de nationale voetbalbond. Op deze manier kan er dus tevens gebruik worden gemaakt van het federatieve recht.

In een aantal gevallen dienen voetbalclubs echter de duur van de arbeidsovereenkomst van voetballers met hun huidige clubs te respecteren. Een voorbeeld hiervan doet zich voor indien een voetbalspeler ( jonger dan 28 jaar) een arbeidsovereenkomst van drie jaar heeft met zijn huidige club. Op grond van de protective period wordt de club gedurende de eerste drie jaar beschermd tegen tussentijdse opzegging van de voetbalspeler.15 Na deze periode kan de voetballer (mits zijn huidige club het contract niet tussentijds heeft verlengd16) zijn

arbeidsovereenkomst met zijn huidige club tussentijds opzeggen. De voetballer is dan vrij om een nieuwe arbeidsovereenkomst te ondertekenen bij een andere voetbalclub.

Een ander voorbeeld is de situatie waarin een bepaalde club de intentie heeft een voetballer te contracteren wiens arbeidsovereenkomst met zijn huidige club eindigt. De (nieuwe) club kan de voetballer pas zes maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst met zijn huidige club een nieuwe arbeidsovereenkomst voorstellen.17

2.2 Economische rechten

Economische rechten hangen nauw samen met de inkomsten die een club ontvangt uit de vroegtijdige afkoop van een lopende arbeidsovereenkomst van een speler door een andere voetbalclub. Nadat de nieuwe club een vergoeding (transfersom) aan de verkopende club heeft betaald, staat het die club vrij de speler te registeren bij een nationale voetbalbond. In die zin bestaat er een koppeling tussen het federatieve recht en economische rechten. De economische rechten vertegenwoordigen dus de financiële waarde van het federatieve recht.18

14

artikel 13 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

15

Y.Van Gemerden & M.Hoogenveen, “Over tussentijdse beëindiging van het spelerscontract van profvoetallers” Tijdschrift voor Sport&Recht 2011,p. 133

16

artikel 17 lid 3 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players: “The protected period starts again when, while renewing the contract, the duration of the previous contract is extended.“

17

artikel 18 lid 3 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

18

V. Melero & R. Soiron, “The dilemma of third-party ownership of football players”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 41. Zie ook J.Purdon, “Third Party Investment”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 38

(9)

Het CAS heeft de economische rechten tevens erkend in zijn rechtspraak: “A club holding an

employment with a player may assign, with the player’s consent, the contract rights to another club in exchangefor given sum of money or other consideration, and those contract rights are the so called economic rights to the perfomances of a player: This commercial transaction is legally possible only with regard to players who are under contract, since players who are free from contractual engagements- the so called free agents- may be hired , by any club freely, with no economic rights involved. 19

2.3 Bestaansvormen TPO

TPO is een mechanisme waarbij voetbalclubs (ver) buiten hun financiële mogelijkheden kunnen opereren. Clubs kunnen dit op verschillende wijzen bewerkstelligen. Hierbij is van belang in welke hoedanigheid een club optreedt: als importeur van jong talent of als exporteur van jong talent.20

2.3.1 Import van jong talent

Het mechanisme van TPO zorgt er mede voor dat kleinere voetbalclubs in staat zijn te concurreren met grotere, rijkere clubs om jonge, talentvolle voetballers te contracteren. De kleinere clubs kunnen besluiten om samen te werken met derde partijen. Een derde partij betaalt vervolgens een aanzienlijk deel van de transfersom die voor de desbetreffende ( talentvolle) voetballer vereist is, zodat de kleinere club een paar voetbalseizoenen over de talentvolle voetballer kan beschikken.21 Als tegenprestatie eist de derde partij vervolgens een bepaald percentage van de transfersom bij de eventuele volgende transfer die de talentvolle voetballer in kwestie gaat maken. De kleinere clubs kunnen op deze wijze gebruikmaken van talentvolle voetballers die ze wellicht nooit hadden kunnen contracteren zonder de financiële steun van derde partijen. Deze derde partijen plukken vervolgens de vruchten van een

volgende transfer van een talentvolle voetbalspeler doordat ze recht hebben op een percentage van de transfersom van de talentvolle voetballer.

2.3.2 Export van jong talent

Indien een voetbalclub optreedt in de hoedanigheid van exporteur, verkoopt de club de economische rechten van talentvolle selectiespelers in de selectie om op korte termijn te beschikken over geld. Op korte termijn is dit een gunstige ontwikkeling voor een voetbalclub. Maar hoe zit dit met de langere termijn? Clubs zullen immers nog nauwkeuriger moeten letten op hun clubbeleid. Bekende voorbeelden met clubs waar het desondanks ( bijna) desastreus is afgelopen zijn Feyenoord en Glasgow Rangers. Feyenoord had het idee om talentvolle spelers van de selectie op te nemen in zogenaamde Talent- en Beloftenpools.

19

CAS 2004/A/635 par.64 (RCD Espanyol De Barcelona Sad/Club Atlético Velez Sarsfield). Zie voor andere zaken: CAS 2004/A/662 ( RCD Mallorca V/Club Atlético Lanus, CAS 2004/A/781 Tacuary FBC v Club Atlético Cerro & Jorge Cyterszpiler & FIFA

20

R.Andrews, “Third Party Ownership – Risk or Reward ?”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p.36

21

A.Reck, “Third party player ownership: current trends in South America and Europe.”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 52

(10)

Derde partijen, zoals investeerders, konden op deze wijze een bepaald percentage van de economische rechten verkrijgen. Zelf ontving Feyenoord op korte termijn liquide middelen om nieuwe spelers aan te trekken. Niet veel later ging Feyenoord op financieel gebied en op sportief gebied echter rap achteruit.22

Glasgow Rangers bood eveneens de economische rechten van zijn topspelers aan derde partijen aan. Met de liquide middelen die de Schotse club op korte termijn verkreeg, trok het nieuwe, duurdere spelers aan. Ook in dit geval bleven verbeteringen in financieel- en sportief opzicht uit met als gevolg dat de club failliet werd verklaard.23

2.3.3 Financiële ondersteuning van jong talent

Er is tevens sprake van TPO indien een derde partij in een vroeg stadium een jonge

voetbalspeler financieel ondersteunt. De investeerder betaalt in dat geval voor de trainingen van de voetballer, de materiaalkosten en de accommodatiekosten. In het geval de jonge voetbalspeler zijn eerste professionele contract ondertekent bij een bepaalde club, komt een dergelijke derde partij een overeenkomst met de desbetreffende club overeen. Deze

overeenkomst houdt in dat de investeerder een bepaald percentage toekomt van een toekomstige transfersom van de jonge voetbalspeler. De bakermat van dit type TPO is gelegen in Zuid Amerika.24 Veel clubs in Brazilië en Argentinië hebben niet voldoende financiële mogelijkheden terwijl de clubs wel beschikken over zeer talentvolle voetbalspelers. Zonder de financiële armslag van derde partijen zouden dergelijke clubs nimmer in staat zijn geweest om zulke talentvolle voetballers te kunnen behouden. Doordat investeerders betalen voor allerlei kosten die gerelateerd zijn aan de voetballer kunnen kleinere clubs langer een beroep doen op de talentvolle voetbalspelers.

2.4 Third party owners

In het voorgaande heb ik het voornamelijk gehad over derde partijen die een bepaald percentage van de economische rechten van een voetbalspeler bezitten. Wie vallen echter onder de noemer van derde partijen?

In eerste instantie kan een individuele investeerder, zoals een voetbalmakelaar of een zakenman, een bepaald percentage in de economische rechten van een willekeurig jonge voetballer opkopen. Een individuele investeerder doet dit met de gedachte dat hij zelf zal meeprofiteren bij een toekomstige transfer van een jonge voetbalspeler. Een voorbeeld van een dergelijke individuele investeerder is de Duitse zakenman Klaus-Michael Kuehne.

22

“Investeerders steken miljoenen in Feyenoord”, NRC, 28 oktober 2010,

http://www.nrc.nl/nieuws/2010/10/28/investeerders-steken-miljoenen-in-feyenoord/

23

“Rangers 'til they die”, Nu, 3 augustus 2012, http://www.nu.nl/column-vrijdag/2874686/rangers-til-they.html

24

V. Melero & R. Soiron, “The dilemma of third-party ownership of football players”, EPFL Sports LawBulletin June-October 2012, nr. 10, p. 42

(11)

Kuehne verwierf een percentage van de economische rechten in vijf selectiespelers van de Duitse voetbalclub Hamburger SV. Hiervoor betaalde de zakenman in totaal 12.5 miljoen euro.25

Tevens is het mogelijk dat meerdere investeerders zich verenigen in een

investeerdersmaatschappij en ze in deze hoedanigheid een percentage in economische rechten van jonge voetbalspelers verwerven. Bovendien kan zich de situatie voordoen dat meerdere investeringsmaatschappijen een aandeel hebben in de economische rechten van een jonge voetbalspeler doordat een investeringsmaatschappij onderdeel uitmaakt van een groter investeringsmaatschappij.

De structuur met betrekking tot de eigendom van de economische rechten kan in zulke gevallen behoorlijk complex zijn. In dit geval kan de afgelopen zomertransfer van de Braziliaanse voetballer Neymar van Santos naar FC Barcelona ter illustratie dienen. De economische rechten van Neymar waren verdeeld over drie partijen: Santos, zijn vader ( die tevens als spelersmakelaar van de speler actief is) en een investeringsmaatschappij DIG die voor 40% procent eigenaar was van de economische rechten van Neymar.26

Voetbalclubs hebben daarnaast de mogelijkheid tot het oprichten van een spelersfonds.27 In dit fonds kunnen investeerders ( maatschappijen) participeren in de economische rechten van de selectiespelers van een voetbalclub. Indien een selectiespeler (die deel uitmaakt van een investeringsfonds) in de nabije toekomst transfereert naar een andere club, hebben de investeerders ( maatschappijen) die participeerden in de economische rechten van de betreffende selectiespeler recht op een percentage van de transfersom.

2.5 Toegestane- en niet toegestane clausules

2.5.1 Toegestane clausules

Artikel 18bis van de FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players (hierna RSTP) verbiedt TPO voor zover een third party owner invloed uitoefent over het beleid van een voetbalclub. De term “invloed” wordt in het artikel echter niet nader gespecificeerd waardoor het voor third party owners geoorloofd is indirecte invloed uit te oefenen op een voetbalclub. (Zie hoofdstuk 3) Enkele toegestane clausules28 zijn:

 Gentlemen’s agreements: De third party owner kan bijvoorbeeld een afspraak met een bepaalde voetbalclub hebben gemaakt inhoudende dat de derde partij de economische rechten van een maximum aantal contractspelers bezit.

25 “Neue Millionen für den HSV”, Bild Zeitung, 24 juni 2012,

http://www.bild.de/sport/fussball/klaus-michael-kuehne/verspricht-neue-millionen-fuer-den-hsv-24828286.bild.html

26

“Involvement of Third Party Ownerships in the transfers of Radamel Falcao and Neymar”, Inside Spanish Football, 2 juni 2013, http://www.insidespanishfootball.com/60309/involvement-of-third-party-ownerships-in-the-transfers-of-radamel-falcao-and-neymar/

27

Enkele voorbeelden van een investeringsfonds zijn de eerder genoemde Talent-en Beloftenpools van Feyenoord, het investeringsfonds van FC Utrecht onder leiding van Frans van Seumeren “Investeringsfonds maakt FC Utrecht sterker”,http://fcutrecht.nl/nieuws/actueel/2042/investeringsfonds-maakt-fc-utrecht-sterker

28

(12)

Tevens kunnen voetbalclubs en third party owners afspreken dat de third party owners recht hebben op een maximum percentage van de transfervergoeding bij de

doorverkoop van talentvolle voetballers.

 Sponsorovereenkomsten: Een third party owner kan hiernaast over gaan tot het sponsoren van de voetbalclub. Een derde partij betaalt in dat geval een bepaald bedrag aan de voetbalclub om bijvoorbeeld als shirtsponsor te dienen. Als tegenprestatie ontvangt deze derde partij vervolgens een percentage van transfervergoeding bij de doorverkoop van talentvolle voetballers van de voetbalclub.

Een voorbeeld van een dergelijke overeenkomst betrof de sponsoring van de

investeringsmaatschappij Doyen Group van de Spaanse voetbalclub Atlético Madrid.29

 Management agreements: Indien een voetbalclub met financiële tekorten kampt, kan een third party owner overeenkomen financiële steun te verlenen aan een noodlijdende voetbalclub. In ruil voor de financiële steun verkrijgt de third party owner een

percentage van de transfervergoeding bij de doorverkoop van talentvolle voetballers van de voetbalclub.

 Agent agreements: Een third party owner kan daarnaast spelersmakelaars van

talentvolle voetballers aanbevelen bij de beleidsmakers van een bepaalde voetbalclub. De spelersmakelaars en de voetbalclub kunnen dan tot een overeenkomst komen waarbij de talentvolle voetballers ondergebracht worden bij de voetbalclub. Ook in deze situatie geldt dat een third party owner de vruchten plukt van een doorverkoop van de talentvolle voetballers doordat de third party owner een percentage van de transfersom verkrijgt.

 In het geval van een voortijdige overgang van de contractspeler naar een andere club, kent de club 50% van de compensatietoe aan de investeerder. Deze compensatie zal de club ontvangen voor zijn toestemming om de arbeidsovereenkomst voortijdig te beëindigen. Daarnaast doet de club afstand van de spelersvergunning en geeft deze vervolgens af aan de investeerder.30

 Indien de club niet akkoord gaat met de arbeidsovereenkomst te beëindigen in het geval een andere club minstens een compensatievergoeding van 1 miljoen euro biedt, gaat de club akkoord met de betaling van de helft van de vergoeding aan de

investeerder. De club verkrijgt in ruil hiervoor vervolgens de volledige economische rechten van de contractspelers.

 De club gaat akkoord met het betalen van een vergoeding aan het eind van de spelerscontract als het contract van de speler niet tussentijds wordt verlengd.

29

“El Atlético estrenó nuevo copatrocinador en Granada”, http://www.clubatleticodemadrid.com/noticias/el-atletico-estreno-nuevo-copatrocinador-en-granada

30

(13)

2.5.2 Niet-toegestane clausules

De speler dient te vertrekken bij de voetbalclub indien hij niet een minimum aantal wedstrijden heeft gespeeld.

Het aandeel in de economische rechten van de derde partij hangt af van de sportieve prestaties van de voetbalspeler.

Clausules die het vrij verkeer van werknemers van voetbalspelers belemmeren.

Clausules die de voetbalspeler verbieden uit te komen tegen andere specifieke clubs.

Het recht om het contract van de voetbalspeler te ontbinden komt exclusief toe aan de derde partij.

Toekenning van rechten aan een derde partij die vervolgens invloed kan uitoefenen op het beleid van de voetbalclub.

Een voorbeeld waarbij de laatstgenoemde clausule strijdig was met de regels van de nationale voetbalbond betrof de Finse Tampere United zaak.31 De Finse voetbalbond ( hierna SPL) sloot de Finse voetbalclub Tampere United in deze zaak uit van alle (inter)nationale voetbalcompetities. De aanleiding voor deze uitspraak was een ( verboden) overeenkomst tussen Tampere United en een derde partij ( Exclusive Sport) die deze derde partij in staat stelde invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van Tampere United. De overeenkomst bevatte de volgende clausule: “Exclusive Sport zal alleen investeren in Tampere United indien de coach van Tampere die voetbalspelers opstelt waar Exclusive Sport de economische rechten van bezit.” De Finse voetbalbond maakte zoals gezegd korte metten met deze

clausule: “No Club shall add to a certain TPO Agreement clauses allowing the parties or any

third party to influence the sporting performance of its team, or its policies regarding the independence of the employment relations of transfer related matters.”32 In de West Ham United zaak deed zich een vergelijkbare situatie voor.33 Deze zaak zal ik uitgebreid behandelen in het volgende hoofdstuk.34

2.6 De onwetende voetbalspeler:just cause?

2.6.1 Pacta sunt servanda

De arbeidsovereenkomst tussen een voetbalclub en een voetballer wordt steeds voor bepaalde tijd aangegaan. De FIFA regulations bepalen exclusief dat een dergelijke overeenkomst slechts kan eindigen na afloop van de duur waarvoor de arbeidsovereenkomst is gesloten, of bij wederzijds goedvinden. Hieruit blijkt dat de FIFA hamert op het feit dat contracten tussen clubs en voetballers dienen te worden nageleefd (pacta sunt servanda.) Een voorbeeld van dit uitgangspunt van de FIFA komt naar voren in artikel 17 omtrent de protective period

bepalingen.

31

“Start of Veikkausliiga season may have to be postponed amidst wrangles over clubs' eligibility”, Helsingin Sanomat International Edition-Sport

32

F.V. Gomes,‘Third Party Ownership, Again!”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 65

33

A.Reck, “Third party player ownership: current trends in South America and Europe.”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 55

34

(14)

De protective period is de periode waarbinnen een voetbalclub beschermd wordt tegen tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de club en de voetbalspeler. Indien een voetbalspeler zijn contract met de voetbalclub opzegt in die beschermde periode, dient de voetballer een schadevergoeding te betalen aan de voetbalclub. Voor de omvang van de schadevergoeding wordt rekening gehouden met de volgende criteria: beloningen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst van de voetballer met zijn huidige club, de

resterende duur van de arbeidsovereenkomst, de transfervergoeding die de club heeft moeten betalen voor de afkoop van de arbeidsovereenkomst die de voetballer met zijn vorige

voetbalclub had en als laatste criterium dient gekeken te worden of de contractuele schending heeft plaatsgevonden in de protective period.35

Bij de regeling omtrent de protective period maken de FIFA regulations een onderscheid naar de leeftijd van de voetbalspeler. Op deze manier geldt voor een voetbalspeler jonger dan 28 jaar een protective period van drie jaar. Indien de voetballer ouder is dan 28 jaar geldt een protective period van twee jaar.36Tijdens deze periode kan de arbeidsovereenkomst dus niet worden beëindigd. Bij een eventuele verlenging van het spelerscontract begint een nieuwe protective periode te lopen.37

2.6.2 Just Cause

Uit het voorgaande blijkt dat de FIFA de contractuele stabiliteit hoog in het vaandel heeft staan. Er is echter een uitzondering op de regel dat contracten niet tussentijds kunnen worden beëindigd. Voor de tussentijdse beëindiging van het contract dient namelijk een zogenoemde

just cause te bestaan.38 De voetbalclub of de voetbalspeler kan een beroep doen op een dergelijke just cause indien van één van de twee partijen niet meer verlangd kan worden dat hij het contract respecteert.39

Interessant is in dit kader de vraag of een voetbalspeler zich op een just cause kan beroepen als deze niet weet dat een investeringsfonds een belang in hem heeft. Deze feitelijke situatie zou zich in theorie kunnen voordoen bij de voetbalclub FC Twente waar de club onlangs in zee ging met investeringsmaatschappij Doyen Sports.40

De voetbalspelers van FC Twente zouden zich in een dergelijke situatie dan wellicht kunnen beroepen op een just cause vanwege de schending van het goed werkgeverschap van Twente. FC Twente zou in deze theoretische situatie namelijk verzuimd kunnen hebben om de spelers in te lichten dat een investeringsfonds een (aanzienlijk) belang in de spelers heeft.

35

artikel 17 lid 1 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

36

Definitions FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players, p.5

37

Zie voetnoot 16. artikel 17 lid 3 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players:“The protected period starts again when, while renewing the contract, the duration of the previous contract is extended.“

38

artikel 14 FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

39

Commentary on the Regulations for the Status and Transfer of Players,p.39

http://www.fifa.com/mm/document/affederation/administration/51/56/07/transfer_commentary_06_en_1843.pdf

40

“Spelers FC Twente mogen niet weten of Maltese firma in hen investeert’’, NRC, 28 januari 2014,

(15)

De Dispute Resulation Chamber ( hierna DRC) heeft reeds geoordeeld dat een voetbalspeler het recht op een just cause toekomt indien de speler enige maanden zijn salaris niet heeft ontvangen.

Tot op heden heeft de DRC zich echter nog niet uitgelaten over de vraag of een voetbalspeler een just cause kan inroepen wegens een schending van goed werkgeverschap.41

2.6.3 Goed werkgeverschap

Een vervolgvraag zou kunnen zijn: wanneer is de grens van goed werkgeverschap

overschreden? Om deze vraag te beantwoorden vereist het begrip “goed werkgeverschap” een nadere toelichting. Goed werkgeverschap houdt in dat een werkgever zich als een goede werkgever gedraagt. Dit houdt onder andere in dat een werkgever verplicht is besluiten zorgvuldig te nemen en deze vervolgens voldoende te motiveren.

In de zaak Perez vs. Ajax oordeelde de arbitragecommissie dat de club Ajax de grens van goed werkgeverschap had benaderd maar deze niet had overschreden.42 In deze zaak ging het om een beslissing van de toenmalige coach van Ajax om Perez bij het tweede elftal te laten aansluiten omdat hij geen aanspraak meer zou maken op een plek in het eerste elftal. Perez had nog een doorlopend contract met Ajax en hij vorderde met onmiddellijke ingang dat hij weer zou worden toegelaten tot de trainingen van het eerste elftal. Ajax had echter een clausule in de arbeidsovereenkomst opgenomen dat het de mogelijkheid had om de speler terug te zetten naar het tweede elftal. Perez deed vervolgens een beroep op de overschrijding van het goed werkgeverschap van Ajax. Ajax had Perez recent overgehaald om voor de club te voetballen terwijl hij in een eerder stadium nog was weggestuurd bij de Amsterdamse club. De arbitragecommissie oordeelde echter in het nadeel van Perez, aangezien het Ajax volgens de opname van de clausule in de arbeidsovereenkomst was toegestaan om Perez terug te zetten naar het tweede elftal.43 Uit deze zaak kan geconcludeerd worden dat een beroep op schending van goed werkgeverschap door de club weinig kans van slagen heeft, zelfs wanneer een club een voetbalspeler recent terughaalt na diezelfde voetballer in een eerder stadium te hebben weggestuurd.

In een andere zaak die zich in de wielrennerij afspeelde, betoogde Rabo Wielerploegen dat een werknemer Veneberg disfunctioneerde omdat deze beroepswielrenner geen aantoonbare wedstrijdprestaties zou hebben geleverd, er geen progressie zou zijn waargenomen en Veneberg te oud zou zijn. Volgens de kantonrechter diende de wielerploeg in beginsel het disfunctioneren van Veneberg te bewijzen. Rabo Wielerploegen zou hiermee de tevens de gelegenheid krijgen om aan te voeren dat de wielerploeg het beginsel van goed

werkgeverschap niet had geschonden. Vervolgens zou het aan de kantonrechter zijn om te beslissen of er een schending van goed werkgeverschap van Rabo had plaatsgevonden.

41

Zie F.M. de Weger, “De‘(sporting) just cause` in het internationale betaald voetbal’’, Tijdschrift voor Sport& Recht 2010-3/4, p 131-139

42

Arbitragecommissie KNVB 29 augustus 2008, Arbitraal vonnis, nr. 1214 (Kenneth Perez/Ajax)



43

E.Lankers, “Kenneth Perez vs. Ajax: de harde realiteit van topsport?’’, Sport Knowhow XL, http://www.sportknowhowxl.nl/case-closed/2384

(16)

Hier kwam de kantonrechter niet aan toe aangezien hij echter vond dat Rabo het

disfunctioneren van Veneberg in de feitelijke situatie niet hoefde aan te tonen vanwege de bijzondere aard in de verhouding tussen de partijen.44 Uit het feit dat de kantonrechter in deze zaak een toetsing aan goed werkgeverschap vermijdt, kan mogelijk worden afgeleid dat goed werkgeverschap in de sport niet snel overschreden wordt.

Op basis van de voorgaande jurisprudentie kan gesteld worden dat de term “goed

werkgeverschap” in de sport ruim dient te worden opgevat en dat goed werkgeverschap dus niet al te snel kan worden overgeschreden. Waar in het normale arbeidsrecht een werkgever verplicht is besluiten zorgvuldig te nemen en deze vervolgens voldoende te motiveren, blijkt dit in de sport niet te gelden. In de zaak Veneberg besloot de kantonrechter immers dat Rabo Wielerploegen het disfunctioneren van Veneberg niet hoefde te motiveren vanwege de "bijzondere aard" van de verhouding tussen een sporter en het team. De wielerploeg hoefde dus niet aan te tonen dat het de grens van goed werkgeverschap niet geschonden had, waardoor de toets aan goed werkgeverschap door de kantonrechter werd vermeden. Om terug te keren naar mijn voorbeeld: De voetbalspelers van FC Twente zouden in de betreffende theoretische situatie waarschijnlijk geen beroep kunnen doen op een just cause vanwege de schending van goed werkgeverschap, aangezien er niet snel zal worden bepaald dat de grens van goed werkgeverschap overschreden zal zijn. Dit vanwege de bijzondere aard van de verhouding tussen de voetbalclub FC Twente en de voetbalspelers.

De grens van goed werkgeverschap zou wél overschreden worden in de situatie dat FC Twente een overeenkomst met Doyen Sports Group heeft gesloten die Doyen de mogelijkheid geeft directe invloed uit te oefenen op het beleid van de club. Voorbeelden van de uitoefening van directe invloed zijn het bepalen van de opstelling van de FC Twente door Doyen en de beslissing van Doyen welke voetbalspelers verkocht worden. FC Twente zou zich in een dergelijke situatie niet als een goede werkgever gedragen door in strijd te handelen met de KNVB reglementen.45

44

Hof Amsterdam 27 mei 2008, JAR 2008/163 (Veneberg)

45

Art 57 KNVB Reglementen Betaald Voetbal: Het is een betaald voetbalorganisatie niet toegestaan een overeenkomst te sluiten waardoor enige andere partij de mogelijkheid heeft directe invloed uit te oefenen op: het beleid van de betaald voetbalorganisatie.

(17)

3.

De zienswijze van de FIFA en UEFA op TPO

In dit hoofdstuk zal ik eerst de West Ham United zaak bespreken voordat ik over ga tot het bespreken van de zienswijzen van respectievelijk de FIFA en de UEFA op TPO. Dit doe ik in deze volgorde aangezien de affaire bij de desbetreffende Engelse club van grote invloed is geweest op het huidige artikel van de FIFA’s RSTP omtrent TPO.

3.1 De West Ham United zaak

De Engelse Premier League club West Ham United had voorafgaande het voetbalseizoen 2006/2007 grote ambities. Dit uitte zich in het contracteren van twee grote talenten in de naam van Carlos Tévez en Javier Macherano. Beide spelers kwamen over van de Braziliaanse club Corinthians Paulista. Van beide spelers waren de economische rechten in het bezit van meerdere investeringsmaatschappijen die onder leiding stonden van de zakenman Kia Joorabchian. In de overeenkomst die West Ham United had gesloten met de

investeringsmaatschappijen was echter een clausule opgenomen die bepaalde dat de investeringsmaatschappijen het exclusieve recht toekwam te bepalen voor welk bedrag de spelers verkocht zouden worden of voor welk bedrag de spelers konden worden uitgeleend aan andere clubs. Bovendien mocht West Ham alleen met de exclusieve toestemming van de investeringsmaatschappijen onderhandelen met Tévez en Mascherano voor eventuele

contractverlengingen.46 Het was deze clausule die in strijd was met de toenmalige Premier League Rules artikel V.21: “to aquite the ability to materially influence its policies or the

performance of its teams in league matches or in any (other) competitions.”

Door de opname van de clausule in de overeenkomst tussen West Ham en de

investeringsmaatschappijen konden deze maatschappijen juist wél invloed uitoefenen op het clubbeleid van West Ham United nu het de maatschappijen geoorloofd was te oordelen over een eventuele verkoop van Tévez en Mascherano. West Ham ontkende in eerste instantie het bestaan van de clausule, hiernaast betoogde de Engelse club dat de club de volledige

economische rechten bezat van de twee spelers. (Dit was eigenlijk een overbodig argument nu juist de clausule strijdig was met de toenmalige Premier League Rules! )

Wegens een schending van het toenmalige artikel V.21 Premier League Rules oordeelde de Premier League dat West Ham United uiteindelijk een boete van 5,5 miljoen Britse pond moest betalen .Tegen de achtergrond van deze zaak had Tévez met een cruciaal doelpunt tegen Manchester United ervoor gezorgd dat West Ham United zich kon handhaven in de hoogste afdeling van de Engelse competitie.

46

J. de Dios Crespo Pérez & A. White, ‘A review of third party ownership – Where do we go from here?’, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p.46

(18)

3.2 Zienswijze FIFA op TPO

De West Ham United zaak was voor de FIFA aanleiding om de Regulations on the Status and Transfers of Players te wijzigen.47 Dit leidde tot een vernieuwd artikel 18 bis RSTP: “ No

club shall enter into a contract which enables any other party to that contract or any third party to acquire the ability to influence in employment and transfer related matters its independence, its policies or the performance of its teams.”

Volgens het bovenstaande artikel van de FIFA is TPO toegestaan. De vraag wanneer en of er (directe) invloed wordt uitgeoefend op het clubbeleid zou kunnen blijken uit de contractuele voorwaarden van de overeenkomst die gesloten is tussen een bepaalde voetbalclub en een investeringsmaatschappij. De West Ham zaak is hier een goed voorbeeld van aangezien sprake was van een clausule die de investeringsmaatschappijen de mogelijkheid gaven om invloed te kunnen uitoefenen op het clubbeleid van West Ham United.

Art 18 bis RSTP spreekt echter alleen van de term “the ability to influence” waardoor het onzeker is wat er allemaal onder “influence” moet worden verstaan. Een grammaticale benadering van het artikel zou impliceren dat de FIFA indirecte invloed niet per se verboden acht nu deze term niet met zoveel woorden in het artikel staat vermeld. Dit zou inhouden dat gentlemen’s agreements, sponsorovereenkomsten en managementovereenkomsten zijn toegestaan tussen een voetbalclub en een investeerder of investeringsmaatschappij. (Zie paragraaf 2.5.)

In een tweetal zaken is getracht het begrip “influence” nader te concretiseren. In de zaak Genoa Cricket and Football Club S.p.A. v/Club Deportivo Maldonado schiep het CAS enige duidelijkheid: “The panel does not decide whether the economic rights contract, was valid.

Indeed, the existence, itself of such a contract is irrevelant as with regard to the validity of a transfer agreement. For international registration purposes, it is only the club, as employer,

that is able to transfer a player under an employment contract to another club. The fact

whether further “internal” arrangements may exist between investors, the player and even the club itself, does not matter, as it does not have any legal impact on the validity of the Transfer Agreement.48”

Uit deze overweging kan worden geconcludeerd dat het feit dat een derde partij economische rechten bezit van een bepaalde voetballer van het begrip “influence” is uitgesloten.

47

A.Reck, “Third party player ownership: current trends in South America and Europe.”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 51

48

CAS 2008/A/1482 par.87 (Genoa Cricket and Football Club S.p.A. v/Club Deportivo Maldonado) Het CAS maakte bij de behandeling van deze zaak nog gebruik van het oude artikel 18 RSTP.

(19)

In de tweede zaak tussen de FA v/Queens Park Rangers Football Club & Gianni Paladini overwoog een onafhankelijk panel: “The fundamental principle that underpins the Rule is

that, in a competitive sport, a club should not be placed in a position, because of an

agreement it has entered into with a third party, which enables the third party to acquire the abililty to influence the way in which the Club operates, or how it performs in matches and competitions. I fit were otherwise, the integrity of the sport would be threatened.”

“The absence of any influence, actual or attempted, over the Player by TYP/Tasco at any time before the TPI was bought out. The Club’s policies and performances were unaffected by the presence of the third party in the background, we find.”

Het onafhankelijke panel heeft in deze zaak geoordeeld dat het een derde partij verboden is invloed uit te oefenen op grond van een overeenkomst die is gesloten met een voetbalclub. Een derde partij mag geen invloed uitoefenen op het clubbeleid, evenmin op de wedstrijden van de club. De beslissing in de West Ham zaak wordt dus nogmaals bevestigd door het onafhankelijke panel.

3.3 Zienswijze UEFA op TPO

De UEFA is voornemens TPO te bannen uit de voetbalwereld. Om deze stelling kracht bij te zetten beroept de UEFA zich op diverse argumenten voor een uitsluiting van TPO.49 Ten eerste druist TPO in tegen ethische en morele waarden. Voor de derde partijen telt uitsluitend de hoeveelheid winst die ze maken met de diverse transfers van voetbalspelers; hoe meer transfers, hoe meer winst voor de derde partijen. Derde partijen beschouwen voetbalspelers op deze manier slechts als handelswaar. In het verlengde hiervan leidt een dergelijke

handelswijze van derde partijen tevens tot contractuele instabiliteit.

Zo zal een derde partij graag zien dat een voetbalspeler met een aflopend contract verkocht zal worden met het doel de investering in de voetbalspeler terug te verdienen. Daarentegen kan de club van mening zijn dat de voetbalspeler niet weg mag vanwege sportieve belangen. TPO leidt daarnaast tot tegenstrijdige belangen. Derde partijen kunnen immers economische rechten houden van meerdere voetbalspelers van meerdere teams in dezelfde competitie. Dit leidt tevens tot een inbreuk op de integriteit van de diverse voetbalcompetities.

49 “No place for third-party ownership”, 19 maart 2013,

http://www.uefa.org/aboutuefa/organisation/generalsecretary/news/newsid=1931937.html. Zie ook R.Simons, “Third party ownership in voetbal; een nadere analyse”, Tijdschrift voor Sport&Recht 2013-2, p.35

(20)

4.

Rechtsvergelijkend onderzoek: een kijkje over de grens

De FIFA heeft in haar statuten bepaald dat art 18bis bindend is voor elke nationale voetbalbond.50 Aangezien uit art 18bis niet valt op te maken wat er zoal onder de term “influence” moet worden verstaan, vertoont de regulatie van TPO in Europees verband een grote discrepantie. Zo staat het grootste gedeelte van Europese landen TPO toe zolang derde partijen geen invloed kunnen uitoefenen op het beleid van voetbalclubs.51 Een dergelijke regulatie van TPO is tevens niet onbekend in Zuid-Amerikaanse landen zoals Argentinië en Brazilië. Enkele andere Europese landen zijn zelfs een stap verder gegaan en hebben een bepaling in hun nationaal (bonds)reglement opgenomen die pleit voor een algeheel verbod op TPO. Het doel van dit hoofdstuk is een overzicht te geven op welke manieren TPO is

gereguleerd in diverse (Europese) landen. Tevens kunnen enkele Europese

wetgevingsmiddelen een kader bieden voor een meer gemeenschappelijke regulering van TPO. ( zie hoofdstuk 6)

Mijn rechtsvergelijkend onderzoek zal ik starten met de landen die een algeheel verbod op TPO hebben ingevoerd in hun nationaal reglement. Vervolgens behandel ik de landen waar TPO onder bepaalde voorwaarden wél is toegestaan.

4.1 Algeheel verbod op TPO

4.1.1 Engeland

Als tegenreactie op de West Ham zaak besloot de Premier League de regels omtrent TPO te wijzigen. Dit resulteerde vervolgens in een absoluut verbod op TPO voorafgaande het voetbalseizoen 2008/2009.52 De artikelen U36 en U37 FAPL Handbook reguleren dit verbod.53

Artikel U36 geeft voorbeelden in welke concrete situaties het Engelse Premier Leagueclubs is toegestaan geld te ontvangen van een derde partij. Geoorloofd is bijvoorbeeld de situatie dat een club geld incasseert via een transfervergoeding die door een andere (nieuwe) club betaald wordt. Hetzelfde principe is toegestaan bij een loonvergoeding.

50

Artikel 1 lid 3a FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players

51

“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 31

52

Een woordvoerder van de Premier League lichtte dit algeheel verbod nader toe:“The clubs decided that third-party ownership was something they didn’t want to see. It raises too many issues over the integrity of

competition, the development of young players and the potential impact on the football pyramid. It was felt the Premier League was in a position to take a stand on this. No one wants to see what has happenend to club football in South America repeated over here.”

http://www.guardian.co.uk/football/2008/dec/10/premierleague

53

Premier League, handbook 2013-14 http://www.premierleague.com/content/dam/premierleague/site-content/News/publications/handbooks/premier-league-handbook-2013-14.pdf Zie in dit verband ook Rule B.1 en Rule B.2 FA Third Party Ownership Regulations.

(21)

Een ander voorbeeld betreft de situatie dat de club geld leent van een bank met het doel te investeren in nieuwe voetbalspelers. Deze lijst van genoemde voorbeelden is echter niet definitief, in het artikel U36 is een uitputtende lijst opgenomen.54

Het verbod op TPO is het meest concreet gereguleerd in artikel U37. Dit artikel houdt in dat een Premier League club een derde partij dient uit te kopen in het geval een Premier League club een speler wilt contracteren wiens economische rechten in het bezit zijn van een

dergelijke derde partij: “In respect of a player whom it applies to register as a Contract

Player, a Club is permitted to make a payment to buy out the interest of a person or entity who,not being a Club or club, nevertheless has an agreement either with the club with which the player is registered, or with the player, granting it the right to receive money from a new Club or club for which that player becomes registered.”

Deze formulering houdt bovendien in dat bij een eventuele volgende transfer van de

voetbalspeler de transfervergoeding exclusief toekomt aan de Premier League club. De club is dan houder van de volledige economische rechten van de desbetreffende speler, derde partijen spelen immers geen rol meer aangezien de club deze derde partijen in een eerder stadium juist heeft uitgekocht.

4.1.2 Frankrijk

Het algeheel verbod op TPO is in de reglementen van de Ligue de Football Professionel ( hierna LFP) geregeld in artikel 221.55 Dit artikel bepaalt dat een Franse club geen contract mag sluiten met andere derde partijen (met de uitzondering van een andere voetbalclub) die dezen direct/indirect de mogelijkheid geven tot het investeren in de economische rechten van voetbalspelers. Het doel van deze bepaling is te verzekeren dat Franse voetbalclubs het recht behouden over de volledige economische rechten van hun selectiespelers. In het verlengde hiervan kunnen de clubs tevens de controle over hun beleid handhaven.

Deze bepaling van de Franse voetbalbond is tamelijk ruim omschreven waardoor de bepaling mogelijkerwijs van toepassing kan zijn op situaties die verder gaan dan slechts een verbod op TPO. De LFP heeft echter in een perscommuniqué vermeld dat artikel 221 exclusief bedoeld was voor het verbieden van TPO.56 Hierdoor zijn andere mechanismen toegestaan waar derde partijen een rol in spelen. Hierbij kunnen de talrijke voorbeelden van artikel U36 FAPL Handbook ter illustratie dienen.

54

J. de Dios Crespo Pérez & A. White, “A review of third party ownership – Where do we go from here?”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p.47

55

Ligue de Football Professionel , Reglements 13/14

http://www.lfp.fr/reglements/reglements/2013_2014/reglement_integral.pdf

56

Dit bracht het LFP Bureau naar buiten de dato 4 maart 2011. Zie tevens voetnoot 24. V. Melero & R. Soiron, “The dilemma of third-party ownership of football players”, EPFL Sports LawBulletin June-October 2012, nr. 10, p. 42

(22)

In vergelijking met de Engelse en de Poolse regeling omtrent het algeheel verbod op TPO gaat de Franse regeling een stap verder. Dit blijkt uit het feit dat artikel 221 de nationale voetbalbond een meer actieve rol toebedeelt. De Franse bond heeft namelijk als opdracht toe te zien op de mogelijke overtredingen van clubs om zich alsnog in te laten met een third party owner.57 Dit is tevens een alternatieve manier om de invloed van TPO te beperken.

4.1.3 Polen

Ook in de Poolse nationale voetbalcompetitie is TPO verboden. Dit blijkt uit art 33.4 van de Status and Players Regulation van de Poolse voetbalbond58: “clubs cannot sign any contract

with a third party which may have an impact on loans or transfers or may create any obligation from clubs towards a third party in case of temporary or permanent transfer of a player.”

Evenals de Franse bepaling kan de Poolse bepaling ruim worden opgevat. Uit de bepaling is niet direct af te leiden of het een Poolse voetbalclub bijvoorbeeld is toegestaan de ontvangen vergoeding van de transfer van een contractspeler te gebruiken voor andere specifieke

doeleinden waarvoor de club een andere derde partij moet inschakelen.59 Op deze manier kan een club bijvoorbeeld, met de ontvangen vergoeding voor de contractspeler, besluiten om de veiligheid van het stadion te verbeteren waarvoor de club aangewezen is op de hulp en kennis van een beveiligingsbedrijf (derde partij) Is een dergelijke overeenkomst tevens verboden volgens dit artikel? In tegenstelling tot de LFP heeft de Poolse voetbalbond deze interessante vraag (vooralsnog) nog niet beantwoordt waaruit afgeleid kan worden dat een dergelijke overeenkomst wel degelijk in strijd is met artikel 33.4 Status and Players Regulation van de Poolse voetbalbond.

57

Ligue de Football Professionel , Reglements 13/14, article 221: “ La Direction nationale du controle de gestion est compétente pour connaître des violations de la règle fixée au premier alinéa du présent article.”, http://www.lfp.fr/reglements/reglements/2013_2014/reglement_integral.pdf

58

Polski Związek Piłki Nożnej (Poolse voetbalbond), Status zawodników występujących w polskich klubach piłkarskich oraz zasady zmiany przynależności klubowej,

http://www.pzpn.pl/index.php/content/download/1117699/10909449/file/UCHWA%C5%81A%20ZARZ%C4% 84DU%20PZPN%20Z%20, zie ook “An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 26

DNIA%2029%20CZERWCA%201992%20R..pdf.

59 “An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin

(23)

4.2 TPO wél toegestaan

4.2.1 Portugal

De nationale voetbalbond van Portugal ( FPF) heeft in haar reglementen geen uitdrukkelijk verbod op TPO opgenomen.60 Hieruit kan indirect worden afgeleid dat TPO is toegestaan in de Portugese voetbalcompetitie. Dat TPO in Portugal is toegestaan blijkt bovendien uit het feit dat Portugese clubs verplicht zijn een registratielijst bij te houden waarin is te lezen welke derde partijen een bepaald percentage van de economische rechten van Portugese

voetbalspelers bezitten.61

Daarnaast was Portugal één van de eerste Europese landen waar voetbalclubs gebruikmaakten van een investeringsfonds.62 Dit is een fonds waarbij derde partijen zich kunnen verenigen om te investeren in de economische rechten van voetbalspelers van een bepaalde club. De opzet van een investeringsfonds achtte de Portugese mededingingsautoriteit niet in strijd met de wet waardoor dergelijke fondsen algemeen geaccepteerd zijn in Portugal.63Enkele voorbeelden van bekende Portugese investeringsfondsen zijn het “Benfica Stars Fund” en het “Sporting Portugal Fund”.64

4.2.2 Spanje

In de Spaanse voetbalcompetitie is TPO eveneens niet verboden. Dit blijkt uit het feit dat in het reglement van de Liga Nacional de Fútbol Professional geen expliciet verbod op TPO is opgenomen.65 Op deze wijze was het mogelijk voor de Spaanse club Sporting Gijon om in 2011 in zee met investeringsmaatschappij Doyen Sports die vervolgens als tegenprestatie een percentage van de economische rechten in bepaalde spelers verkreeg.66 Sinds 2013 heeft de Spaanse Liga Nacional de Fútbol Professional het competitiereglement uitgebreid met regels die betrekking hebben op de financiële huishouding van de Spaanse voetbalclubs.

60

Federação Portuguesa de Futebol ( FPF), Regulamento do Estatuto, da Categoria, da Inscrição e Transferência dos Jogadores. http://www.fpf.pt/pt-pt/institucional/normas/regulamentosregimentos.aspx

61

http://www.fcporto.pt/IncFCP/PDF/Investor_Relations/Ingles/RCConsoliado 20112012INGLES.pdf blz 54,

http://www.peprobe.com/peprobe-library/document/6314/Sporting%201st%20Half%202012-2013%20Results.pdf blz 26

62

F.V. Gomes,“Third Party Ownership, Again!”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 63

63

De Portugese mededingingsautoriteit publiceert geregeld lijsten waaruit blijkt welk percentage van de

economische rechten het investeringsfonds bezit in de betreffende contractspeler. Zie bijvoorbeeld een overzicht van de Portugese club Benfica http://web3.cmvm.pt/sdi2004/emitentes/docs/FR25467.pdf

64

“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 25.

65

Liga de Fútbol Profesional (LFP), Reglamento General de la Liga Nacional de Fútbol Profesional, http://files.lfp.es/201312/19114251reglamento-lfp.pdf

66

(24)

Hierbij is de belangrijkste toevoeging dat clubs in Spanje voortaan verplicht een registratielijst moeten bijhouden van derde partijen die hebben geïnvesteerd in de

economische rechten van hun voetbalspelers.67 Een dergelijke registratielijst vormt namelijk een belangrijk criterium bij het controleren van de economische stabiliteit van de Spaanse clubs.

4.2.3 Duitsland

Elke voetbalclub uit de Duitse nationale voetbalcompetitie ( Bundesliga) is verplicht een spelersvergunning aan te vragen bij de Duitse voetbalbond.( hierna DFL)68 Voor het verkrijgen van de vergunning dient de voetbalclub in eerste instantie een arbeidscontract te sluiten met de voetballer. De spelersvergunning wordt door de DFLafgegeven ten gunste van de voetbalspeler op verzoek van een Duitse club.69

Indien de voetbalclub de spelersvergunning in bezit heeft, kan de club de voetbalspeler aanmelden voor (inter)nationale voetbalcompetities. In het geval een nieuwe voetbalclub bereid is om het arbeidscontract af te kopen van de voetballer met zijn oude club, dient de oude club de spelersvergunning af te geven aan de DFL. De DFL zal de spelersvergunning in deze situatie op zijn beurt afgeven aan de nieuwe club van de voetballer.70

Het arbeidscontract van een Duitse voetbalclub met een voetballer en de verkregen spelersvergunning verschaffen de voetbalclub twee rechten: het beslissingsrecht en het compensatierecht.71 Het beslissingsrecht kan zich bijvoorbeeld uiten in het geval een Duitse club een voortijdige afbreking van een arbeidscontract met een voetbalspeler accepteert. De Duitse club heeft vervolgens het recht een vergoeding te vragen voor een dergelijke

vroegtijdige afbreking van een arbeidscontract. Dit laatste is een voorbeeld van het compensatierecht van een voetbalclub.

Bij een transfer van een voetballer is de medewerking van de oude voetbalclub vereist. Zonder de medewerking van de oude voetbalclub kan de voetballer niet de noodzakelijke stappen zetten tot een transfer.72

67

Artikel 25, Reglamento General de la Liga Nacional de Fútbol Profesional 2013-2014 http://files.lfp.es/201312/19114251reglamento-lfp.pdf

68

Artikel 13.1 LizenzordnungSpieler( “LOS”)/DFL

69 Zie voetnoot 30. Reiter,G. (2013, 24 mei). Player investments without frontiers[PowerPoint] 70 Zie voetnoot 30. Reiter,G. (2013, 24 mei). Player investments without frontiers[PowerPoint] 71 Zie voetnoot 30. Reiter,G. (2013, 24 mei). Player investments without frontiers[PowerPoint] 72

(25)

4.2.4 België

De Belgische voetbalbond ( hierna KBVB) heeft TPO niet expliciet geregeld in het nationale reglement. Evenals in Spanje en in Portugal het geval was, kan hieruit afgeleid worden dat er geen verbod op TPO bestaat in België.73 In de Belgische voetbalcompetitie zijn de Belgische clubs verplicht een registratielijst bij te houden met de namen van derde partijen. Deze vorm van regulatie is tevens niet onbekend in landen als Spanje en Portugal. ( zie 4.2.1)

De registratielijst is een belangrijk controlemiddel voor de KBVB om te beoordelen of de Belgische clubs voldoen aan de financiële beoordeling.74

4.2.5 Nederland

De Nederlandse voetbalbond ( hierna KNVB) heeft artikel 18bis FIFA RSTP geïmplementeerd in artikel 57 van de Reglementen Betaald Voetbal:

“Het is een betaald voetbalorganisatie niet toegestaan een overeenkomst te sluiten waardoor enige andere partij de mogelijkheid heeft directe invloed uit te oefenen op:

– de onafhankelijkheid van een club in arbeidsgerelateerde aangelegenheden;

– de onafhankelijkheid van een club in aangelegenheden betreffende overschrijvingen van spelers binnen de KNVB alsmede van en naar buitenlandse bonden;

– het beleid van de betaaldvoetbalorganisatie;

– de verrichtingen van de elftallen van een betaaldvoetbalorganisatie.”

Waar artikel 18bis FIFA RSTP het slechts heeft over “invloed”, spreekt het Nederlandse artikel van “directe invloed.” Dit is een belangrijke toevoeging aangezien het meer

duidelijkheid schept over de vraag tot hoever de invloed van een derde partij mag reiken. Uit de terminologie van het Nederlandse artikel kan bovendien worden afgeleid dat indirecte vormen van invloed door derde partijen wel zijn toegestaan. Dit impliceert dat gentlemen’s agreements en sponsorovereenkomsten tussen derde partijen en Nederlandse voetbalclubs zijn geoorloofd.

73

In Scandinavische landen als Finland en Denemarken is TPO tevens niet expliciet gereguleerd in de reglementen van de nationale voetbalbonden.

74

“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 28

(26)

4.2.6 Zwitserland & Oostenrijk

Derde partijen mogen in Zwitserland investeren in de economische rechten van voetballers van Zwitserse voetbalclubs zolang ze geen invloed kunnen uitoefenen op het beleid van Zwitserse voetbalclubs. Daarnaast heeft een tuchtrechter de bevoegdheid eventuele sancties op te leggen aan dergelijke derde partijen die deze regel overtreden.75 Verder hebben Zwitserse clubs de bevoegdheid een registratielijst bij te houden, echter in tegenstelling tot landen als Spanje en België mogen de Zwitserse clubs slechts de voetbalspelers opnemen van wie zij de volledige economische rechten bezitten.76

Voor Oostenrijkse voetbalclubs geldt dat zij over de exclusieve en volle verantwoordelijkheid beschikken van hun voetbalspelers.77

De tuchtrechter heeft tevens in Oostenrijk de bevoegdheid bestraffend op te treden indien er toch sprake is van een overeenkomst tussen een derde partij en een voetbalclub waarbij de derde partij het is toegestaan invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van de voetbalclub.78

4.2.7 Brazilië & Argentinië

Het Braziliaanse recht erkent de situatie dat een third party owner een recht toekomt op een bepaald geldbedrag van een transfersom van een Braziliaanse voetballer indien de third party owner voor een bepaald percentage in de economische rechten van een Braziliaanse

voetballer heeft geïnvesteerd.79 Dit blijkt uit artikel 286 van het Braziliaans burgerlijk

wetboek: “ The creditor may assign his credit in case no objection is raised as to the nature of

the obligation, according to the law or the agreement with the debtor.”

Hiernaast is TPO toegestaan zolang de third party owner geen invloed uitoefent op het beleid van de voetbalclub.80Artikel 27-b Pelé Law:“Are null and void clauses of contracts entered

between clubs and third parties, or between third parties and athletes.which may intervene or influence the transfer of athletes, or even interfere in the performance of the athlete or club, unless otherwise provided in collective bargaining agreement.”

75

Artikel 60.2 Association Suisse de Football, Réglement de jeu,

http://www.football.ch/sfv/cm/WR_2012_F.pdf. Zie ook “An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 25

76 Zie voetnoot 71.“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL

Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 28

77 Zie voetnoot 64.“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL

Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 25.

78

Ōsterrechische Fußball Bundesliga, Lizenzierungs Handbuch, http://www.flutichtanlagen.at/Downloads/lizenzierungshandbuch.pdf.

79

Motta, M( 2013, 24 mei) Economic rights, Third Party and Multiple Party Ownership in Brazil (PowerPoint)

80

Zie voetnoot 79.Motta, M( 2013, 24 mei) Economic rights, Third Party and Multiple Party Ownership in Brazil (PowerPoint)

(27)

Argentinië volgt grotendeels de regulatiewijze van Brazilië.81 In het Argentijnse

voetbalreglement is echter gebruikgemaakt van nog een ander regulatiemechanisme: In de nationale voetbalcompetitie mogen third party owners voor maximaal 30% procent de economische rechten van een voetbalspeler bezitten.82

4.2.8 Schotland

Naast de verplichte implementatie van artikel 18bis FIFA RSTP heeft de Schotse Premier League ( hierna SPL) eigen regels vastgesteld die als doel hebben de mogelijke invloed van third party owners op het beleid van een voetbalclub te voorkomen. Enkele voorbeelden van eigen regelgeving zijn te vinden in de SPL Rules D1.17 en D4.8.83

D1.17:“A player shall not be Registered where there is any restriction or condition, however

arising, as to when, against whom or on what terms the Player concerned shall or shall not Play.”

D4.8:“It is not permitted for a tranferor club to stipulate when or against whom a Player so

transferred may or may not Play and any such stipulation in any agreement or other document shall be void.”

4.2.9 Samenvatting

De open term “influence” in artikel 18bis FIFA RSTP heeft bij de implementatie van dit artikel in de nationale reglementen van diverse landen een discrepantie teweeggebracht. Zo staat het grootste gedeelte van de besproken landen TPO toe zolang derde partijen geen invloed kunnen uitoefenen op het beleid van voetbalclubs. In die landen is de tekst van de implementatiewet nagenoeg gelijk aan de tekst van artikel 18bis FIFA RSTP. Toch hebben sommige landen eigen, aanvullende regels vastgesteld die het doel hebben TPO op een betere manier te reguleren. In de Belgische, Portugese en Spaanse voetbalcompetitie zijn de clubs bijvoorbeeld verplicht een registratielijst van third party owners bij te houden waaruit

vervolgens blijkt voor welk percentage de third party owner de economische rechten van een bepaalde voetbalspeler bezit. In Nederland trachtte men het begrip “invloed” nader te

concretiseren door in de implementatiewet toe te voegen dat het voor third party owners verboden is om directe invloed uit te oefenen op het clubbeleid. Met deze terminologie is het voor third party owners niet verboden om op indirecte wijze invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van een voetbalclub. De intentie om het invloedbegrip te concretiseren valt te prijzen, hoewel de uitwerking in Nederland zijn werking mist doordat derde partijen alsnog indirecte invloed zouden kunnen uitoefenen op het clubbeleid. Hiernaast hebben landen zoals Zwitserland en Oostenrijk een bestraffend element toegevoegd in hun implementatiewet van art 18bis. Dit uit zich in de bevoegdheid van een tuchtrechter om bestraffend op te treden indien de implementatiewet wordt overschreden door derde partijen.

81

Artikel 2 jo. 2.1 Ley 20160 Estatuto del Jugador de Fútbol Profesional.

82

Artikel 2.2 Ley 20160 Estatuto del Jugador de Fútbol Profesional. Zie ook Branco Martins.R (2013, 13 november). The origins and scope of Third Party Investments (PowerPoint]

83

Zie voetnoot 64.“An Overview of Third Party Ownership in European Professional Football”, EPFL Sports Law Bulletin June-October 2012, nr. 10, p. 25.

(28)

Een andere vorm van de regulatie van TPO is te zien in Argentinië waar third party owners maximaal 30% procent van de economische rechten van voetballers in de Argentijnse competitiemogen bezitten.

Een aantal landen heeft besloten verder te gaan dan de implementatie van art 18bis FIFA RSTP. Zo hebben Engeland, Frankrijk en Polen gekozen voor de opname van een algeheel verbod op TPO in de nationale reglementen. Het bovenstaande heb ik samengevat in Figuur 1 waar ik een onderscheid heb gemaakt tussen de landen waar TPO geoorloofd is en tussen de landen waar er een verbod op TPO geldt.

Figuur 1.

TPO geoorloofd

Verbod TPO

 Portugal  Engeland  Spanje  Frankrijk  Duitsland  Polen  België  Nederland  Zwitserland  Oostenrijk  Brazilië  Argentinië  Schotland

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Furthermore, causal research is used to determine cause an effect relationships of, in the current case, the independent variable recommendations, on the dependent (perceived

In this case it seems that the price determines the relational attitude, and the outsourcer shows balance in contract management by being realistically in what to expect

Neither the implementation of the legal arrangements with the civil-law notaries and the court bailiffs nor the placing of third-party funds in a separate legal entity in the

In summary, the style of mediation during the Dayton peace talks was fully forceful, fully exclusive, and more narrow than wide; whereas the style of mediation

Taken together, we sought to comprehend the behavioral effects of anger, and how situational factors decide why anger leads to antagonistic behavior towards the perpetrator or

Taken together, we sought to comprehend the behavioral effects of anger, and how situational factors decide why anger leads to antagonistic behavior towards the perpetrator or

reminded of possible future contact (Shapiro, 1975; Zhang, 2001). Since the other party and maintaining a relationship with this party is not a main goal, the own interests are

For example, punitive and compensatory motivations have been studied within the field of economic games and experimental studies in which partici- pants have the opportunity to use