• No results found

De laagsgewijze verschillen in chemische eigenschappen der bouwvoor bij de overgang van bouwland naar grasland op zandgrond

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De laagsgewijze verschillen in chemische eigenschappen der bouwvoor bij de overgang van bouwland naar grasland op zandgrond"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3

WAGSHINGEN

Intern Rapport nr. ^9 (i960)

DE LAAGSGEWIJZE VERSCHILLEN IN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN

DER BOUWVOOR BIJ DE OVERGANG VAN BOUWLAND

'NAAR GRASLAND OP ZANDGROND

h

Ir. H.A. te Velde

en

Ir. C.J. Cleveringa

(2)
(3)

biz.

1. Inleiding 5 2. De methode van onderzoek en de onderzochte objecten 6

3. De methode van bewerking 8

if. De pH 9 5. Het humuspercentage 13

6. Het kaligetal 17 7. Het P-getal en P-citroenzuurgetal 21

8. Het magnesia-gehalte 28 9. Het antstaan van een eventuele differentiatie op de

wisselbouwproefvelden 31 10. Het omrekenen van een kengetal van de bouwvoor voor

de zodelaag en omgekeerd 37

11. Samenvatting kO

(4)
(5)

5

-• 1. INLEIDING

;-.,.,. jje, plantenwortels en de voedingsstoffen .die door .de wortels worden opgenomen, zijn bij bowland en grasland in verschillende mate geconcentreerd in lagen van het bodemprofiel. In de diepere lagen wordt het vóórkomen van wortels en voedingsstoffen voornamelijk be-kaaid door de riätuurlijke samenstelling en opbouw'van het profiel én de Waterhuishouding van de grond. Voor de bovéngrond (tot ongeveer 20 cm onder het maaiveld, de bouwvoor) is het ingrijpen van de mens van grote betekenis; speciaal het ploegen, dus een kerende

grondbe-werking, oefent een grote invloed uit. bij bouwland. Door ploegen en

aridere grondbewerkingen- worden- de .oppervlakkig toegediende meststoffen . door de bouwvoor gemengd. De kerende grondbewerking beïnvloedt

be-halve ,de chemische, ook.de fysische en biologische eigenschappen van de bewerktei-laag en hierdoor de groei en activiteit van de wortels. By bpuwland speelt de opname van voedsel door de plantenwortels zich voornamelijk af in de bouwvoor, dus in de bovenste 15 à 20 cm. Op

grasland hebben de meststoffen en de graswortels de neiging zich in de ..bovenste 5- cm-laag (de, zodelaag) :te concentreren. De diepte van

bemon-stering voor het onderzoek naar-het voor de plantenwortels beschikbare ypedsel, de pH en het humuspercentage is op deze situatie afgestemd.

• ..Bij, het toepassen van wi.sselbousr wordt eenzelfde perceel in de

loop der jaren afwisselend gebruikt; als bouwland en grasland

(kunst-wè^de).'De lengte van de kunstweide- en akkerbouwperiode bedragen ' meestal elk 5 à 4 jaren. De bewqrteling van -ingezaaid grasland op

bouw-land ontwikkelt zich aanvankelijk als die van .akkerbouwgewassen, maar daarna komt geleidelijk de overgang naar de situatie zoals die bij oud grasland wordt aangetroffen.

De vraag rijst dan welke bemonsteringsdiepte voor het chemisch on-derzoek móet worden gekozen, daar geadviseerd wordt ongeveer 'elke 5 'j'äär hét' grondonderzoek' te herhalen. Dé' uitvoering hiervan is het een-•. voudigst; door alle 'percelen van een bedrijf gelijktijdig te bemonsteren.

•Deze'werkwijze'hééft ten gevolge, dat op een wis.selbouwbedrjjf kunstwei-den van verschillende leeftijd', ; die daarna als bouwland zullen workunstwei-den gebruikt, moeten ¥/ordén bemonsterd. Het zal aanbeveling verdienen van alle. percelen*'de gehele bouwvoor te bemonsteren, opdat de verkregen

:grondanalyse: gedurende de volgende 5 jaren zowel voor de•

kunstweide-als bouwlandperiode kunstweide-als basis voor het bemestingsplan kan dienen. De vraag rijst :nu,echter in hoeverre, een analyse van de gehele bouwvoor een deugdelijke basis vormt voor/de 'bemesting van 3 à 4 jaren oude kunstweiden.. Het antwoord hierpp.is mede afhankelijk van de snelheid waarmee een min of meer homogenejverdeling van meststoffen-en wortels in de bouwvoor overgaat in de scherpe discontinue verdeling welk in oud graöland met een uitgesproken zodelaag wordt aangetroffen. Aange-zien -óver deze Ontwikkeling van een bouwland- naar een graslandprofiel

weinig: bekend was^is door de' afdeling Wisselbouw v a n h é t

' voormalige Cl.L.O. hiernaar een 'onderzoek ingesteld. Dit ' onderzoek -wordt op het P.A.ÏÏ. voortgezet.7

In. dit verslag wordtslechts aandacht geschonken aan de dis-continuïteit die : er optreedt : in bepaalde chemische eigenschappen van „zandgrond bij de.overgang van bouwland naar .grasland. In een volgend

verslag zal gerapporteerd worden over het resultaat van het onderzoek omtrent het optreden van andere verschillen in de grond bij de over-gang van bouwland naar grasland.

(6)

6

-2. D E METHOD_E_._YAH ONDERZOEK EU D E ':ÖlfoEBZ0CH3IE OBJECTEN

Het onderzoek is op twee manieren uitgevoerd:

A« Er.:he.eft 'éenolaagsgewy's grondonderzoek plaats gehad op-een-groot ., aantal .•.'pexcelen' grasland, ^waär éé leèrftyd varieerde 'van :0 laar

• tot. i zeer oud. •--.- ..-.•?: .•• :;...-••• 't.--- • -.^ '•'•• -:::; Ï" ^ •

B.'0p .vier ï7isselbou.TOrqefyeldén ,i r s.. nagegaan.welka.;.yeranderingen- er in de loop, van enkele jaren optraden,.-,'in.,.de chemische kengetallen van opeenvolgende .lagen in;de hoT^y^oqr. ...,- .

Het .onder A vö:rffield;e- onderzoek''hééft betrekking op steekproeven

die in een bepaalde :tyd:: op vëfschiiïende'percelen z'yn genomen. Het

onder B vermelde ondé2?zo"ek; betreft* he-t^ in dé loop' -van ' de tyd'periodiek bernons teren van • dé'zêlf dé percelen,' '• waarop een wissëlböuwvruchtwïsse-lihg:;werd •toegepast.' 'Hét eerstgenoemde' onderzoek hqeft tio.v. het ['./ tweede "het voordeel van'^een 'gróte "spreidih'^in klimaat,1 bodemtyp?e> ' bodemvruchtbaarheidj: •gebruikswijze' eriz.< LA'an de aldus gevonden resulta-ten :kah: een' algemene geldigheid worden-''toegekend. Er is e ven wél 'kans -uafr een eventueel aanwezige- wetmatigheid •in de overgang van een

bouw-land« naar een graslandprofiël -niet tot 'uiting komt 'wegens 'genoemde •grote spreiding. Deze eventuele wetmatigheid'"1 kan' duidelijk;'aangetoond worden volgens h e t onder* B-genoemde 'onderzoek. In verband .met het

-beperkte aantal percelen -zal echter voorzichtigheid in ' auht genomen moeten ï/orden mét h e t generaliseren van de' aldus gevonden, resultaten. De onder A en B-genoemde onderzoekingen vullen elkaar aan en de'

resul-taten, zullen dan' 'ook in 'hun 'onderlinge samenhang'nader' worden beschouwd. D e onderzochte objecten'warende volgende s

-1. Öp 6J percelen 'Van,, wisselbou^roefbedry^en. is. i ^ augustus 1955 de pHK.ct, het. humusp'e.reentage> het. P-getal, en P-o.itroenzuurgetSLL, het K-getal en. het!•MgO-ge'ha^^"te': van de lagen 0-5,. 5-10, 1CKÎ5,

; 1,5-20 en 20-3.0. cm beneden. het maaiveld bepaald. De voorlopige

resultaten zyn door de heren''J.=W»:;.FLOOR en 'p'. TILMA bewerkt in een scriptie voor Prof..Schuffelen.

2 . Op de: Cl 203-proefvelden in'Nöörd-Brabant is in âè winter van

194s een laagsgewijs 'onderzoek' geweest haar' de p H „ _0,; hét humus -percentage, h e f P-getal én"P-citrigétâien het K-getal'. Dé , resultaten van 'dit onderzoek 'zyn- iïi 1950 door 'de 'heer G-. C. ' ? EilTK bewerkt in} een -'ëcfiptië ! voor '-'Prof 'i ' Sóhüffelén. De

ver-deling van de bemonsterde lagen was; als'volgts 0-5/5-1 Ö s n

10-20.: cm beneden het'maaiveld. ;,''° -• "•

-3' In. de. winter van 1948, zyn , van-de serie 55.van de interprovin-ciale proefvelden,.fosfaatproefvelden aangelegd. Hiervoor is

een onderzoek verricht naar de pH„ n, he,tihumuspercentage,

het P-getal, en P-ci,tr . ^getal.van-âe .l'^gén 0-5,, 5-1,0; e;n 1.0^20 cm beneden het maaiveld op grasland van verschillende-ouderdom. 4 . In de winter van 1949 is de serie 56 van de interprovinciale

proefvelden voor. dé toetsing 'van grondonderzoek naar.,de kali-'•.-•"•" toestand -op- gràslaM~;mét'versdMl'xh'ieefty'd aangelegd. Dé

lagen Ö-5j 5-10- en'H0-20'-cm 'beneden.het maaiveld zyn onderzocht

op. depHjj.Q-,. -het'-'hum^^ ;:

De grondanalyses voor zandgrond van de'onder 3 en 4 g e -noemde onderzoekingen werden ons welwillend door dr. van der Paamsr van het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid ter beschik-king gesteld.

(7)

ad B» Op enige kunstweiden van wisselbouwproefvelden is nagegaan hoe de waarde van de pHKCl, het humuspercentage, het P-getal en

P-citr.getal en het MgO-gehalte op eenzelfde perceel veranderen na de aanleg van de kunstweide. Er werd gemiddeld 1 keer per

jaar gemaaid:.

Het betreft hier de volgende percelen: 1 . OB 3^18 te 1-iaarheeze op zandgrond

2. EC 326 te Emmercompascuum op jonge veenkoloniale grond 3. Cl 2251. en Cl 2307 op rivierleemgronden.

Het eigen onderzoek b.epaalde zich dus tot dat op de wisselbouw-proefbedrijven (wpb). en op de wisselbouwproefvelden (wpv).

De.grond-monsteranalyseresultaten van ad A 2, 3 en ^f. genoemde proefvelden op

zandgrond zijn daarnaast ook. gebruikt bij de bewerking der gegevens. Daar de bemonstering op. de wpb, in tegenstelling tot de overige bemonsteringen, in augustus werd uitgevoerd kunnen enkele

differen-tiaties .wel iets geprononceerder zijn dan bij winterbemonstering. Daarom is het...ook goed om.de uitkomsten van andere onderzoekingen er bij. te vergelijken. Het is.evenwel nuttig om een beeld van de

differentiatie in de zomer te hebben.

De indeling van het grasland op de wpb naar leeftijd is als volgt: Leeftijd in jaren: 1

n

2

-2i

-

3*H

-5*

10

-i

1*

2

2*

3*

>**

5*

10

oud

-1e

He

2e

2-^e

3e

ke

5e?

6

-3 s

10

e graslan -f

ars

ti H n ;i ii ii ;t kunstweiden

u

il I! ;t tl grasland d ouder dan 10 jaar Totaal

8

8

6

6

11

7

6

6

5

03

p

P

ercelen, it H ii ii H ;i il II ercelen totaal it tt n tt n it it -n

7 x

8 x

6 x

6 x

11 x

8 x

8.x

7 x

6 x

maaien

tt tt tt tt . : . it . it 11 II 1)

Volgens deze indelin weidén in hét voorjaar zo vrucht ingezaaid. 'Janneer of in de stoppel van een-inzaai in de volgende jar' in rekening gebracht. Na

Het onderzoek op:de

hier' besproken vier proef 'onderzoek wordt echter op siteit van het grondonder 'van twee monsters per per

perceel in één jaar.

in leeftijdsklassen zijn eerstejaars kunst-nder dekvrucht of okunst-nder groen geoogste

dek-een kunstweide onder- rijp geoogste dekvrucht hoofdgewas werd ingezaaid is het jaar van de en bij de leeftijdsbepaling voor een -g- jaar 3 jaar is naar beneden afgerond,

wpv is nog niet afgesloten, hoewel op de velden de kunstweiden zijn gescheurd; het

andere proefvelden voortgezet. De inten-z'oek op de proefvelden heeft gevarieerd ceel in drie jaren tot drie monsters per

1) De percelen werden in het algemeen 1 keer gemaaid en verder beweid. Het aantal keren, maaien'heeft betrekking op het totale aantal percelen.

(8)

8

-3. DE METHODE VAN BE.7ERKING

De onderzochte percelen die in het vorige hoofdstuk onder A zijn genoemd, zijn in groepen gerangschikt naar leeftijd. Per leeftijds-groep zijn de gemiddelde waarden, ven de grondanalyse voor de diverse lägen"'berekend'.

Voor. "de praktijk is het belangrijk te weten hoe de: differentiatie 'tussen de 'verschillende onderzochte lagen in de bouwoor' verloopt en

welk verschil er is tussen" de" 0'-5 en 0-1'5 cm-laag. ':Vöor-: het nagaan

van eventuele verschillen is daarom speciaal gelet 'op dé verschillende waarden van de 0-5 :cm-laag.t »o.v. de 5-10, ,10-15 e». 0-1-5- cm-laag

beneden het maaiveld.

Van de 15-20 cm-laag werd enige aaien de indruk Verkregen dat de ondergrond, die in chemisch opzicht veelal armer ia. dan de- bouw-voor, deel uitmaakte van de grond onder de bouwvoor.

. De .waarden van de grondanalyse voor de diverse onderzochte lagen zijn op twee verschillende manieren bewerkt. .'Jherzijds is gelet op de wérkelijk berekende verschillen (de absolute verschillen) van de.' 0-5

cm-laag t.o.v, de:5-1Ö; 10-15 en 0-15 cm-lagen. Dé •gemiddelde'

rijk-dom aan voedingsstoffen in de .0-15 cm-laag is voor de kunstweiden-per leeftijdsgroep échter niet even groot. Welke invloed "dit "verschil in rijkdom op de verdeling van de voedingsstoffen per bemonsterde laag heeft, is niet bekend. De mogelijkheid bestaat dat bij een grotere rijkdom van de 0-15 cm-laag deze meerdere rijkdom in'verhouding tot de

uitgangssituatie evenredig :over de verschillende bemonsterde lagen

is verdeeld. .Daarom zijn ook de relatieve verschillen van de diverse

chemische kengetallen tussen de bemonsterde lagen berekend in yi van

de onderste laag.

Voor het onderzoek nacr significantie van verschillen is gebruik gemaakt van de tekentoets omdat mat een ^root aantal verschillende percelen is gewerkt. De tekentoets kon niet toegepast wor.den voor 'het oude•grasland van de wpb daar'het aantal onderzochte percelen 'hiervoor te 'gering was. Voor oud grasland is deze toets daarom

toe-gepast op de analyse-resultaten van de interprovinciale series 55

'en 56. De toets is niet toegepast op de andere resultaten van ge-noemde .series en op die van Cl 203, daar er leeftijdsgroepen waren met een te gering aantal onderzochte percelen.

De resultaten van het onderzoek op de wisseltaouwproefvelden zijn samengevat in tabellen, die de leeftijd van de kunstweide en het tijdstip van de monstername:..aangeven. De kengetallen van de twee overeenkomstige lagen van eenzelfde object zijn gemiddeld. (De objec-ten op de wpv liggen in tweevoud). In dé tabellen is het verschil

van een bepaald kengetal van de bovenste laag t.o.v. de onderliggende bemonsterde laag (lagen) '?van de. bouwvoor aangegeven. De kengetallen• zijn per object van ieder proefveld vermeld.

. •'. Bij OB 3^'l8 (Màarheeze', zandgrond) konden de. resultaten van het onderzoek op de pH niet worden gebruikt, daar diverse objecten met verschillende hoeveelheden GaO/ha zijn..bekalkt, terwijl daar bij som-mige objecten de kalk oppervlakkig, is toegediend' en bij andere

objec-ten is•ondergeploegd.

Bij EC 326 (Smmercompascuum, jonge veenkoloniale grond) is. de humus zeer heterogeen door de bouwvoor verdeeld, waardoor eventueel ontstane kleine veranderingen in humusgehalte niet aangetoond kunnen worden.

Bij EC 326 is op enige objecten het fosfaat toegediend vóór het diepploegen voor de inzaai van de kunstweide, waardoor kunstmatig een onregelmatigheid is veroorzaakt. De P-getallen en P-citroenzuur-getallen van deze objecten konden niet gebruikt worden bij de samen-vatting.

In het volgende worden eerst de kengetallen voor de chemische

bodemvruchtbaarheid in afzonderlijke hoofdstukken behandeld; ten slotte wordt op het ontstaan van een eventuele differentiatie nader ingegaan.

(9)

k. DE pH

Op de wpb en wpv is van de grondmonsters de pHKCl bepaald op de proefvelden behorende tot de serie.55 en;56 en op CI 203 (Nrd.-Brabant) de pHjj Q . De seizoensinvloed op de pH van laatstgenoemde proefvelden zal echter van geringe betekenis zijn, daar de monsters ongeveer op eenzelfde tijdstip zijn genomen.

In tabel 1 is het resultaat van het onderzoek op de wpb

weer-gegeven, 'we zien hier dat gemiddeld de pH van de 0-;5 cm-laag van.

grasland ouder dan 1 jaär iets hoger is dan van de 5-10, 10-1.5 of

de 0-15 cm-laag. De 93% betrouwbaarheid van de verschillen is echter

veelal niet aan te tonen. Voor oud grasland bleek dat in 19^8 op 35

percelen van de serie 55 het verschil tussen de 0-5 t.o.v. de 5-1Ö en t.o.v. de 10-20 cm-laag sterk niet-significant was.. In 19^+9 was op de 16 percelen oud grasland van de serie 56 het verschil van de 0-5 t.o.v. de 5-10 cm-laag significant, maar ten opzichte van de . 10-20. cm-laag niet-significant.

Bij de gemiddelde pH's van tabel 2 is ook te zien dat gemiddeld de 0-5 cm-laag een iets -hogere pH heeft dan de 5-10» 10-15» 10-20 en

0-15(20) cm-laag, maar veelal zal dit verschil niet-significant zijn. De tendens is ook niet aanwezig.dat de verschillen ; tussen de bemon-sterde lagen bij het ouder worden van het grasland groter worden.

Uit de tabellen 1 en 2 is af te lezen dat de'pH van de

Ionder-grond gemiddeld iets lager is dan van de bouwvoor. j Het resultaat van .'het onderzoek op de wpv is samengevat in tabel 3. Zoals reeds is medegedeeld moesten de waarnemingen van het proef-veld OB 3^18 vervallen,•daar. de kalk van sommige_ percelen in : de bo-venlaag was gekomen en van andure onder in de boùwvoor. Maar de ge-vonden pH's voor* dit proefveld laten duidelijk zien! dat, v/anneer er steekproeven genomen worden voor laagsgewijs onderzoek op kunstweiden van verschillende leeftijd, men de voorgeschiedenis'van ieder perceel behoort te v/eten om de kengetallen voor de diverse bemonsterde lagen op de juiste wijzfe te kunnen interpreteren. Voor het opstellen van

een landelijke ^bemonsteringsdiepte of -^bemestingsadvies is deze kennis onontbeerlijk. ' ' '

Volgens tabel 3 is op de vier-jarige kunstweide (V) van het proefveld EC 326 in de loop der.,jaren de. pH van de; 0-6

cm-laag t.o.v. de 6-12 cm-laag steeds hoger geworden.,0p de driejarige

kunstweide is deze tendens ook aanwezig. Bij de twe:e-jarige kunstweide

is dit nog niet het geval.

Op de rivierleemgronden is de gemiddelde differentiatie in het ene geval ten gunste, en in het andere geval ten. qngunste van de

zodelaag geweest. ' • . . . • "* ;

In het algemeen is de pH.van de zodelaag (0-5 cm-laag)' iets hoger dan van de gehele bouwvoor, maar het verschil bleek zojwel voor oud grasland als voor kunstweiden in het algemeen "niet-significant te zijn. Bij kunstweiden kan de pH zowel van de 0-5.'cm-laag als van de gehele bouwvoor uitgangspunt zijn voor het bemèstingsadviés.

(10)

1 0 -fi PA & 0 t J P4 O CD 02 m 3 3 - • 02 t l

?

«H . CD 0 r - l FH CO tô A :• *2 Cl ce r - l :02 tô h tyo

s

î> . ^ o. N U CD

•s •-••

O. . 02 -0 02

SP"

H . . • •P 0 •cl W je rH O

g

^ 4 0) T3 r H © ' Ö TJ •H • a 0 ; t»D (D • <H H (D , Q cô EH • -O » - p a o i n 1 o ' d cô. .. t> r - l • H rf ü 02 U CD |> r - l CD S> •rrl CÔ cô a © 0 . ri 0 rO • a ƒ - " LPl 0 . ^ -H 1 -P o d cô Ü m - H H «H 1 -H O ri •H ttO • H 02 O vH h 1 CÔ" -ITVCÔ ri . LA ^ C ^ O ri . m • -• H Î H '"" 1 0 : O -H -H -P .-: cô • r-l O 0 H m 1 . . . : m i n • H 1

. o

- p . ' m s ^ 3 ' l ' H O O <H M r Q CÔ O 1 , m • i n • s H 1 O " - o . rn 1 O CM O : CM 1 LO, H LP! • H 1 O . • ' ' H O sH -A \T\ m 1 O -ri t i :p? PI -P 0 <H ri u 0 -H CÔ 0 'i-D 1-3 1 1 + L, 1 1 1 + H- 1 + 1 M 1 1 1 + -1 -1 l + + l + -1 H • H " ' •' I I I + . I l l 1 + 1 + l M O «vb ^J- t— Ö C— F— LT» t— H - . O CO V O - ^ t - VO r O .-sH/ O V VO s-l -H -H <H -H O vo vo- ON H ON ON m m • H CM CM • v t L T N ^ ^ r p ' ^ -Os O s O s -Os O s O N • O N O N 0 0 , 0 0 0 0 0 0 0 -• . «=t • m ^ - . oo t— D— LT\ co ; • . . , Os O s ON O S O S O S . O S . p \ p O O O O O O - O Ó : - o*") ' . " r O LTN VO I f N LP\ r O ' U N O * O s <S. • > . O s Os ON Os Ô O " o o . o - o O O O

• V O , . J T \ . . CM " s f -sHy- .VO ^ VO "si" • s • O s " ' O s • O s Os - S N O s O s O s LTN LTN. LfN , LTN LTN LTN LTN LTN _ LTN (M - H «s}-' - " t - CO CM CO ON < b ' O S ; . O s . - t * \ - - O s O s • Os - Os O s O s L r N L T N ^ - s t - s j - L r N - s j - - s 4 - L r N î n mO s O ON- O >HS O s O s O :m Os O s CM O O s O s O s i n i n - s t L n L n L n L n i n m NO rO -H -H -H 'PO .-H '-sj1- O • O s O N - O N O S , OS O N O S S>S OS ir\ ir\ m : try m :' irs ' m ... ur\ \r\

' • • -VO ^ . ^ . - r n _ rr\ LP» rO1 M3 rO O s O s CN O N » S O S B S 'OS ' ON . i n . i n ;tr\. i n i n i n . m . m i n NO C— -sH/. . 0 0 ON O .co- ON CO O s O N O S « ' S » N * S » S P N ."- : O s m m i n . . m i n vo i n i n i n --CO --CO VO N0 -rt: D— vo. v o . i n ^ . - , - . . t i

VH|08 H | « THI« H|OÎ IHIÇJ O PS • H C M C M r O - ^ - i n s H O 1 1 1 1 1 1 1 1 H|0! H(0! H'|0! H|0! VHIOJ O H|C8 r l H C \ l ( \ l ^ " N - l " H . 9 s i£> += ri cô O ' • H CM •H ri sa • H . 02 II + • — s • H ^ ^ " s R •H += ri CÔ o • H CH • H ri bû • H 02 PH: 0 0 S) II + + 9s

o

• •H

-A

O -P -H1 cô ri i n o - ^ -H «H •H ri sa M 02 Î : -P 0 •H '• S -p "S 0 0 •H -P ri 02 Il II 1 1 1 ri • H 0

S!

0 - p H CÔ - p ri cô cô II M

(11)

eu 03 03 c3 rH «H CD O H (4 ri

•a

a H 02 «o PI > ri G) • H .M 0) o Ca U : Q) i

•a"

o 0) N ' © 03

•SP'

£

.OJ ft <D * d H <D • H S (D to fi CM r-l EH • i> • o • 4s

a

o O i> rH •H ü 03 t i H 0) i> •H cö cö

e

ri <x> •tf o a 0) .O i n O H CM l IC? O O » ) - ' > - N «H ' i n o o * 4 CM - r i 1 A •** O Q cö rHsd<r4 (JJ 14

o

sri 1 in o • H CM i 1

o o

• *—' L P l ' O ' Pi H Ol 3 1 1 H O O O H r l œ S > O cö

o

•H 1 i n

<=>ó

o <* ! O a i o ru l i n •H 1 O Ti o 1 i n * i n 1

o

ri +3 o <D cö CD ' Q J — ' H <D t> «H © O 14 P4 O O O O O O O Os MD i n o s i n ü Os MD ö «\ MD O -e-' V O O Os V O co •H r a O <M M CM O 1 m :c\i 1 l O J CM •H Os

o ; o

1 : i CM vH O* Os O o 1 : 1 CS CN O : O 1 : CM ' O N Cs Os vo i n O . f-. Os Os vo i n •H o Os- Os vo; vo r O O Os Os vo vo OJ co Os Os vo i n •H ON Ós Os vo i n vö. i n ^ ON 1 1 CM i n

1

£

cö 14 ffl 1 0 S :;••: CM r a r a Os O CM Os O CM Cs

o

CM Os VO C O Os m o Os vo Ti Os VO Ti Os vo r a Os VO. vo O a i 1

o

•H O O O O O o CO Os i n c— Os i n co Os i n co Os i n co Os i n co Os i n co o O CM 1 o

'S"

l

'o

OJ 1 o '

•H > — y 'S" a i 1

o

O a i a i a i i a i a i r a o o a i o r a 1 •H H s -Os -Os ** O O O O H H W Os CS Cs

o o o o ;

Ti <M '• O O O O 1 O ON O N C— Os Os Os Os \o m in in ON ON co VO m m i n i n O ; ON O co vo : i n vo i n o : o o vo • * r * Os o s VD V O VO IfN C- m ON UP, e— i n •H I I •T\- a i ra. co • i n i n co © -^t •H ON U Ti o m . — . • ~ - . — CM r a a i H O CM Os

o

•H Os

o

Ti Os vo o Os MD •H vo a i MD VO O ï

o

CM CM r a O) • H Os O a i Os O ^4 Os O O N Os i n co Os i n O N i n

o.

— Os MD. CM a i MD i n o •ri u o m ai c—

^ £

a i m •H "vT

o o

CM O N Os Os O o •H r a Os Os

o o

Os Os i n i n r a a i Os Os i n i n -sj- c o i n m i n T\ Os Os i n MD. a i a i r a -=t ON *=t ON •H vo i n ai o ON a i •H ; vo. in ai r a r a H • \ O S W*

o o o

ifN ! i n H o ; 0 o r a r a Ti a\ tr\ <r* O O O r a vo vo Os Os » v i n i n i n H - ^ ^ û t n i n i n ra: vo vo . i n i n i n ' VO; O N C -»v » \ <N m m in ai. co r— ai- o • H . i n t l i l s • o in o •H OJ

(12)

12 -3 o £> H O m CQ •H & o -o ft O h o o > & s o £> o ^ st o fcuo Î J D ^ -•H K p-1 O FH -n> O -P Td rH d o o o ü O h Ti o P i 1> o • ba O -H • -P -p CQ a bo q H O 1 o a u o o !> >*~- o vo 1 0 o « w > m m 1 FH o o •p O CQ •ti ö o 3 a cC j> o Ti H _,

" s

m £> ft Si ü o <ö -ri rH ö o c3 -ö i> -ö •H o S ti o FH fctf) e i - — ' ei £ d o o Ti U H o o ba i> O «H M o o O FH n ft o rO H O rO Cl £H

3-«

rO ' v l -f - : CM x j - ' •H . -3" O O *vh • P Ti ra p) Ö«—> co 3 f ! « ^ © a u u Ti cö ffl W O r r t - p ^ d <H CD 0) r H © c6 _j=3 ï£ Os O m o m ©s O m •H •st-os o o CM Os O o -^H h— -. m CM Os O m CM: O Os O O os O in Os O CM in o os O •H •H O O O O Os O O LTS CÖ O -vt- r O CM • H LOi CM Os O m os o I m Os in CM m ü ba a ' c3 t> H • I o a » o - p CM vO - H I I O MD a o ba Ti a o FH ba r~\ (S Ti ft •H in CM CM H o » t> 0 o e -P i n l o &n c3 c3 i H 1 a o co •H 1 -o i^ ft a © © H FH © •H i> •H FH O CM o -p in &n. Cf, c3 rH 1 a o o n 1 ^o a o o H FH (0 •H > •H FH r o ; 0 s i n il ; ft

(13)

5. HET PERCENTAC-E HUMUS

Het is een bekend feit dat op oud grasland het humusperoentage van de 0-5 om-laag veel hoger is dan van de daaronder; liggende "bouwvoor. De significantieberekening van verschillen tussen het humusgehalte van de 0-5 cm-laag t.o.v. de 5-1° , de 10-20 en 0-20 cm-laag "bij

de oude graslanden van serie 55 9 n 5^ wees ook uit dat de verschillen zeer significant waren. Kaar hoeveel jaren na de inzaai komt er reeds differentiatie?

In de tabellen 4 en 5 zijn de resultaten van het onderzoek volgens steekproeven vermeld. Haar tabel 4 stijgt het humusperoentage van de zodelaag t.o»v. de : onderliggende bemonsterde lagen van de.bouwvoor regelmatig met de leeftijd van de kunstweide. Na het 2 jaar waren de verschillen in humusgehalte significant, maar gemiddeld waren er na 1 jaar reeds verschillen en deze verschillen waren soms ook significant.

Wanneer tevens de resultaten van tabel 5,.â.l$ overigens dezelfde

tendenzen aangeeft als tabel 4* worden bezien, dan blijkt, dat het humusperoentage van de 0-5 cm-laag van oud grasland ongeveer ; 60-80^

hoger is dan van de 10-20 cm-laag. Het is opvallend dat het

humus-peroentage van de 5-10 cm-laag na verloop van jaren gemiddeld slechts weinig hoger is dan van de 10-15 resp. de 10-20 cm-laag beneden het maaiveld. Haar tabel 4 is het gemiddelde humusperoentage van:de 15-20 cm-laag lager dan van de 10-15 cm-laag, maar hoger dan van de 20-30 cm-laag. Daar van diverse monsters de indruk is verkregen dat tot de 15-20 cm-laag ook de laag beneden de bouwvoor behoort, dus de laag, die overeenkomst vertoont met de 20-30 cm-laag, kan naar de steek-proefmethode niet ijiit gemaakt voorden of, absoluut bezien, er in de loop der jaren een ; vérhoging van het humusperoentage van de 10-15 om-laag komt, •.

Wanneer het humusperoentage van de 0-5 cm-laag vergeleken wordt met die van de gehele bouwvoor, dan blijkt dat op de wpb na enige

jaren het humusperoentage van de 0-5 cm-laag significant hoger is dan die van de. gehele bouwvoor. Bij oud grasland bedraagt het ] verschil

ongeveer 30$*x

Tabel 6 geeft.voor zandgrond aan dat hét humusperoentage van de zodelaag t.o.v. de.onderliggende laag der bouwvoor stijgt by het ouder worden van de kunstweide. Op de proefvelden op de rivierleemgronden bleek deze stijging na. enige jaren zeer sterk te zijn.

Het humuspercentage van de 0-5 cm-laag t.o.v. de er onderliggende

bouwvoor of t.o.v.;de gehele bouwvoor is gemiddeld na een jaar hoger

(bij êên onderzoekserie ook significant hoger) en ha 2 jaar

signifi-cant hoger. By' het ouder worden der kunstweide wordt de differentiatie steeds sterker. Bij oud grasland is het humusperoentage van de 0-5 om-laag ongeveer 30fo hoger dan van de gehele bouwvoor.

(14)

Ik

-0 "d ft ...o . . .'©... '• ta '•• ra. es r-i M < ra T ?

O 'o,-H' U ~' rj Tl a ü H tQ . Ö £•) .s4 . > CD ;- o --&• . .o • T i • a. O-O 03-, ^ •-H. -p o -=)-. IC ! ; b to -P o o u . ©, ft ' © T): O Tl •H S 0) tlD -P O w H 0) E-i 0 • • o - •' o : " - P ' S O • L A . I ••' o , ö • r H • H -,d . O -ra o • >. • • : • Ç T i r H ! . O • H c5 C

a

ö o T i O Ö O S3 O T i ^ =H O o t l <D L A - H r H - P 1 f ) O c3 ü • H L P I C H O t i o . . . • H - H ' *'"" '."03. ™" O fn-• H c3" . 1 cd .. m ri L A ^ — N : " r H \ R . O si •H m • H «h l © O - H • H - P ö H O. O r H PH 1 L A L A . -• H • 1 Ö - P S I Ar H H 3 1 O O H2.V-• H rQ o • o '•••... •' 1- • H A ; :'trs; r H -1 O O ' O : . CM ' O C\J 1 L A • H . m r H 1 . : O <H • .-• O' : > . r H . 1 .;. -, IA .. I A , 1 O ,-. S4 o Ö fH • H C3 • r a 1 + 1 1 ! + + + + + H i 1 1 ! + + + + + M . r H I " + • ' " " , ,, _i 1 + + + +...;•+• + M. ' r - . • , O I A •sj- 0 0 <M o \ m H • H • H r H H CM r O . :.- CM rH LA I A m -H LA ó-'-'-o'-• H , " H CM r O . CM v j - , C*-:ó r- co. -m• H >H CM H m i V ON ON MD -H. LA • " CM r o # C— O O ^u V 3 Os »s # \ .-- bv p\ Os- »> o> ' O O " O O . ' O ^ H - H CM r -• H - ^ j - %u t — C M i n • D— m . L n " «S Os C \ «V V \ "V\ .Os »s t N . 0 . . 0 ' O ' Ö ' H V H «1J CM ^ J -< '•• • - - . : - • :;" • • - . • . t ' . •-r O MO V ) . O . Ttf-- CM C h ' - t Os Cs «s Os' «S- Oh. »s Os O. O Q O ' H T-l H . . •H r o , •• CM r n C— H . C— r o v - l P i VO r O . Os - Os ' Os O s ' Os »s Os Os Os i T i ^ - r - m i r i i n f - v o co , I A . r H O V r O ^ J - J A - %|- CM CO Os Os O s ô s Ôs O^ Os Os Os ••ro m m, •*$• -^ir rn LA -^- m yo o t n os o .Os. Os Os Os Os O s : ' " Os Os .Os" I A ,c— rH. t n . . «^u ^ j . - ^ ^ i . u^ . j . \o i r v LTN:.. •' ' / ' : ' . • '- ' . - . ' - - i r H r H MO 0 0 CM "CO.. CO C— ^u Os Os Os -Os Os O* Os Os Os L A - r j - r— r j - LTN -.;- MO L A MO • » CM' CM • - ^ ' " " b N '•v?' ON r O - H . L A cr* 0 \ »v !.. «^ »s- . « v » * * * ON . - . ' L A;-:' ^ f C— - ^ LTN '«if- D—" "MO ' C— •' •• •• CM ' A O ' . ' l A <J-' " r O ' l À ' O ' 'ÖY CS . -. ©s »s ' - » \ : OS ' »s # s »s OS ; "LA ' ' "<s|- CO I A MO MO CO CO O • , : ' "H C O C O M O M O r H C— MO MO. A r H T i H ! « H | « TH|01 HJO! HJ« O pi r H C M C M r ^ i ^ t L A - H O i 1 1 1 1 1 1 1 ri|0! ' H | « H|CÎ H ! « r l l « O H l C J H r H C M C M r O - s s h l A r H H O -p o •H

(15)

H m

s.

o

s-ï!

o,

1

S

?

a

o

S

& è t H O •H

§

<X) •t» O o ra (U ci

1

£ «h o m W H UM o .o o 4= ü l o

â

H •H ,4 O ra f4 CD >d P H O > • H •a •d o .Pi o

a

o L P i ' O " q_i . O O ö H H r H v_-> CD : 0 ; | : I A • m o . • H CM. . I 1

°3^

;

^ 3

i l A O 3 ; d t M H : 1 1 . O . O O : 0! , H - H r O ! . . v « Ç j ' o : I A ;

;33

! O .

! 'tl

! O ' CM ; \ ' ' O CM 1 i n • • H ' I A ; • H ! 1 !. : o j •H : o ' H 1 A . LTV | O : a ^ :+=> O ;<H fH • o c; O ' Q 1 1 ' ' : r ö . M O > «H O O U .. FM L A OO LPi CM O s O O s O CM O O Os, o r O O O s ^ * ; ON O s r O ^ O "^" CM o s <• . OO T H r O O CM M O CM LP! CM H o s O CM O s O • H O m O s CM O s r O 0 0 O » r-O CM-O s ^ m V f „--(_ V?

t

CM Ff

il

« ^ CM • H C —: O ; CM: + • ! o s o; C O ' O s o 1 H : o i: co « V CM ON r O J A * N %!" ' MD * s ^i-A •*Sr ^1-A A ON | I A ' • H CM 0 0 MD 0 0 O » CM C— O s OO r O O0 LP, C— O N m CA t N r O I A • s ^f ^ t • % * " CM • s co MD O CM | O O C\] I A r O O N , C N o\ o s H f -O s I A CO O s CM i r -O s rn m C s "xï" L H O s I A ^t O s E— CO • Ö p i O - p = s ^ — O CM 1 O "©" CM ' ^ ^ s . O CM

6,

• Ä » o CM 1 O •H ^—' O CM

6

"— f CM CO O ^H • H O s O s O O CM MD O s O s O o I A O s O O m co o s o s A -=3-CM MD O s O s L A ' „t ^ C -O s c s I A J -X,1- CM O S W i LP, LP, f - I A • H CM I A . I A O •H U O 02 0 0 CM • H : r o ; CO • s O CM ; O s ' • H O s rol Os; CM' »t •^t I A O s L A o\ t -1 r*) • H '4-rn H CM O s O MD O s •H O s <H O s L A C— O s CM O s L A r O O s MD L A I A H 1 co CM CM I A : MD CM : O s ' • H L A CM: I A O s • H ; ON! O s ' LA: c— H-O s LP, CM « s c— MD O "> 1 O A l D~ CM • H L A - H • H r O f - C— L A C -o s -o s O O O s O s LP, L A O s O s O o O A O s O s C— MD LP, I A O s O s MD I A O t ~ O s O s t - MD I A CM C s 4 N C— [ > -CM -CM CM rn MD . L A O • H h O W CM, ON • H - C— CM ON C N O CM I A m O s O s O r O L A MD *•-> I A [-— CM » s » s «^- A CM CM -^- "=* t — L A ^ t -CM -CM CM • H 1 x j - O • H CM f i L A MD O I A ON CM C— » S o O s H O s ON m O s o 0 0 . o CM • H CO O L A 1 I A CM CM CM MD m MD r O H CM • H O s • H r o MD O s MD 0 0 MD O s CO c— H [•H t — -ri 3 O

(16)

© T i d (!) © to. • H ; to-P . to • H H m Ci) T i d o © ri 9

>

»

O

- P

SP

a H i

s

o \o 1 o m l o a ri d Ci

>

(i) -P r-i Ci 02

a'

o •ä. ©: © U'. O-> O .

a-Ö ;

>

02 i m o - p 02 d; o

s;

© • d ,

a

f r j î>-d o • r i H © t j • d • H

s

o «JO d © • d d H O © to f» m d

a

s , d - p o A d ri i> © n U c i «r*, •3 <!> fc O to o c i <H © 0 fi ft

&

S o rO r-A Q 02 02 •ri

&

O •d ft 02 o © •n> fH "P-O H 0 O te f i pi h © p © P) .P ft \ 0 © te EH o -• H C — " r O ^ J * " ~ * H ~ O -• H r—" \.\J ^sl • H O -• H C—" sH " s j ~ • H ~ o -- H C—H f~*i «e-+—. V_J «Vj c e o «

• P - d 02 d d — c j d d ö ^ © S fn fH T j Ö O : p p - r - 3 r ö - P v _ ^ d CH © O H © c5 IrH . . W m ^o os o L A m os O C\J » s o o H » s O P O os O LP> O o m o - H Os o 1 m CM <H W CO r H

^~

r O m' O W M O vW 1 LP,

'

,—^ » ri > a o O U to - P >d . d • m cô 1 N . O w • LP, VO OS . o m 0 \ O ON O O s O

a

ra © d to S d • d

^

LP, O s m . r f c j

- 16

ON O s CM ^Sr O s O . oo • H 1 ^O . ' » i> 0 H LP, CM CM M ' O O o -- p LP, I O

-! PO O s rn • • CO O s H cq *H I ^ O o l> c— o I m CM H ' y o o o - p LP, l O 02

§

$

\ R -xh + ! s .

a

© © H U © ' • H i> •ri U ~—^ LP, VO os O o -Ni" Os O LP, CM Os o os o sH O s O PO Os O . m CM Os O • H O I

|

m CM; M . co • H

^

PO m o M ; LP\ ; H : I ! O • H j 0

••>

0

;

p !

«

- p LA I o i i • | .'L

'

LP» O o. o •H W '^^

^

d o f4 to - d d Kl v—' LP, VU O s O r O Os ; 0 CO O 9 s ' O 9 '..a. © ,-to - d d o U to © CÔ • H d o r-i O © ©

>

© d0 o •r-3 © © n ft o to • H • P S • H © 'to © u d o fH © © ©

»

- P d © o © ft 02

1

d M : J 1 VO CM m Ü

P3

'

^ • - • ' d -o M to • H -d

(17)

6. HET KALIGËTAL

Het is bekend dàt by oud grasland het kaligetal van de zodelaag voor de bemesting in het algemeen hoger is dan van de daaronderlig-gende bouwvoor. By dé K-proefvelden van serie 56 bleken de verschillen ook zeer significant te zijn.

By het onderzoek op de wpb blijkt volgens tabel 7 dat in het eerste jaar van de kunstweide het verschil in K-getal van de 0-5 om-laag t.o.v. de 5-10 of de 10-15 cm-om-laag beneden het maaiveld of t.o.v, de gehele bouwvoor reeds significant is. Be verdeling van de hoeveel-heid kali in de grond is by een eerste-jaars-kunstweide als by oud

grasland. Dit is ook'uit J;abel 9 af te leiden. Volgens de samenvatting

van het onderzoek in: de tabellen J en 9 wordt zelfs de indruk ver-kregen dat het verschil tussen de zodelaag en de rest der bouwvoor in het eerste jaar zelfs nog iets groter is dan in de volgende jaren.

Tabel 9 laat duidelyk zien dat in de loop van het seizoen het verschil in kaligetal van de bemonsterde lagen geringer wordt en dat het verschil bij een eerste-jaars-kunstweide dikwijls groter is dan bij een tweede- en derde-jaars-kunstweide.

Volgens tabel 7! is hat K-getal van de 5-10 cm-laag van dezelfde grootte-orde als van de 10-15 cm-laag, maar dit behoeft nieti altijd het geval te zijn zoals uit tabel 8 blijkt.

Op de rivierleemgronden bleek de verdeling van de kali in de bouwvoor bij een eerste-jaars-kunstv/eide hetzelfde beeld te tonen als oud grasland dit pleegt te doen.

Bij de kalibemesting van sen eerste-jaars-kunstweide zal men er rekening mee moeten houden dat zich in dat jaar voor de kalivoorraad in de grond de overgang voltrekt van het beeld op bouwland naar dat op oud grasland.

(18)

18 -© P4 O . © ra ra r H ,M ra :H> -p «H © © H tô

1

ce H ra H © rQ EH r.' 0 !> 0 " O " « - p S o 1 O M cô •->••• r H • > r l ,3 Ü 02 U © t> -ri H © >' •H CÔ cô a d © -Ö © © F .. y . t i :s> - p «H © © t ^ U"N © H - H 1 -P O Ö CÖ • H L A «H H - H 1 rf O • H - H O U H (Ö ' 1 CÔ L P Ö LPl ^^-^ 1 ^ O Ö • H v ' LP, • H CH 1 © O -H •H - P r H O © •H U 1 LP, LP, ^H 1 -P O 3 LPl M • H O 1 ra O rQ • H ce o vH LPl LP, 1 " -o o r O ! O CM O CM 1 LP, • H ir> • H l o -H O . . •H 1 L P L P 1 O rf d © Pi u - M tô • o

+ +

+ +

+ +

^—^ • H VO x j -L n

-vf-o -vf-o

•H O H -H - *H O CM. CO - H i n T H H - H CM CO CM H r O MD CM >H t— L n CM CM CO H • H H ON -CM-• H CM O 00 CM - H • r O , O ^ 1 CM CM NO •Sf r O t«_ f -HJO! •H 1 rH|« vH + M + + i + H " . + H + + 1 + M

, +

+ ;.M •+ + • i -i- H • . ; . "<•'.. O CM ^H CM O 'VO CO m ^ m ^ - w CM i n O H CM O NO L P O O O N VO ON rn ~=t i n • H . • H • . :.' L . . O r o i n NO O r o o o v o m t — - r a - m . o • H •H CM r O CO ON LPi VO - H • H H - H CO r H r o CO CO H . CO • H CM vH" r H H vH CO c— CM " N O C— O L P • H - H <H H ^ f . • H . • ' . •=H- <H NO NO LP, r o ON CM r o CM CM CM CM H t - h - ^ ( J \ H H .CM ^H vH - H - H CM CM •H NO O N C— O N O CM CM' •H sH *H H (M CM r H CO r o H ON CM O CM • H CM CM H CM CM sH :C O ' t — CVf • * H r O ON LTY *H CM CM CM CM <H - H NO ^ J - ^ j - t— O O N O r O ^ r O r O r O CM r O NO L P O t - MD VO - s t T H <Ö H | « H | « H|O) HJM O 2 CM CM r o ^ i n H O 1 1 1 1 1 1 1 n i « H | « H|OJ H ] « HJO! O H CM CM r o •^J- L P - H -© CÔ - P © • H N H

(19)

m m M ra -d :p? -p © CD H fn ö

1

i H ra m to > fi CD i -H : M a> o u . 0) : -d o CD CD to ra to H :p? . H - p <D M CD - d rH (D -d •H S CD to -P . (D H C O H <D , Q EH i> o o - p E o • i n 1 o si i> H • H 44 O ra m © i> - d H (D !> • H CÔ rrt

a

s

(D • d CD si 0 rO

a

o

"" Sä

x-—' ! V , C H -i n o CD H CM . H 1 À -^ o q ce •H^IJ-H O fH •H 1 m , N i n o •H CM 1 1 o o , — N - p . m o p v-l CM 3 1 I M o o o eu O 1 . i n in o ^H CM 1 1 o o o

1"

: o CM O CM 1 . m H » . m • • •H i o ; vH , "* \ l H 1 : m i n l o

a

«K CD <K rd-. fH

a?Ä

— • * i'3 : Cl) >£•• • CD o • . J-T--PM • • i n CM m CM -3-. m vt--vf" t — VO H - i n H VD • H r O H O CM CO H O CM M Ü on m m co i > -m vu O • H oo VO • H CM • H CM H •^1-•H CM CM VO ^t" 1 CM

V\

• cô fi

4

fe, O m i r— oo ' r— co u^ ! r— t r -i o M Os jco ? CO , \ . m : -H ! i n C7\ 1 i n ' -ct-CM •H n~) CM UJ -=t m co r— rri : i • i i i , ^i-. • H VO H r O Ï H •H CM VO O ' CM 1 O M , i n CM m CM , i-si-: i n V f ^t-c— v.) • H oo • H VQ • H r <~n H ' O OJ CO T i 3 O ' o CM 1 O ,-—s o

3

•H • — s O CM 1 O v y s—s o CM 1 O •H O CM 1 O CM i n m i n •H • H co r O • H m OJ c— •H . m CM i n •H • H CM OO r O CM CM VU i n © • H 14 0 ra o ' VO V u ' "* • H ' C ) . c v M . ; i CM; H : '. C5\ H : VO • H O CM ' ! r O • H vo ^ Oil-r«1 CM r f l ON • * f C3N • H CO u-\ O CO CM r O C— C— •^t-• H CO CM • H i n H H CA • H CM ••^t-CM "vt-CM H H C ) f ~ u> ( A 1 ' i t -! CM H ' 0 0 ' C ) . • H ' C ~ • H CM CM ^H 1 ^H ^t-U^ CM CM ^H CM 0 0 C— <H •H CA r O • H O N • H • H O CM CO O m ! i n CM CM v j -co H M o i n r— r O • H 0O C— H , • H H VO • H vf-CM t ^ • d . o

(20)

20 -P t ü u o o fc S o r " © Ti Si © tm bn • H r H M © Ti Si ü (1) •d o o • p tlD M © • r a P r H (1) <D O U Cl) P t © ön • H - F ra a o

•a

© 0) ?H 0 !> o CÔ s i f ) vo 1 o m 1 O 05 •n a crt i> H crt P CD bf) • H H

JS

p m A si al l> © T i (4 ai fs © J4 © ön o si Cl) W DJ u © p 03 Si « a © -o H Cu S> Si © -d H © -rt T ) • H a © ÖD Si m -d H © ï> «H © o U Pi ï> Si o r " H © M m •H & (15 n 0\ © CÔ EH O •H rO "3-vH CM ^ F O •H Ir-i n ». CM • H - ; m .CM H m CO i n ON •H -vh" •H -o • H ' C — -o -=t © CÔ -13 EG si

1

CÔ © :f? -d -P si HH © © H © CÔ i n rH •H 0 0 •H •H m c— •H i n C M CO i n O N •H m i n t — i n •H i n i n ON C M i n CM -=t t - VO VO O VO VO i n Os C M i n i n CM • H r O CM r H • W W M S © o rH i n CO •H ro m o i n I o

1

o ?H fclD • d si CÔ rH CM P © W S © ON ^h C M H m Ol i n CT* CO " * c— -vf rO (M rH î> > t> t> VO CM o F3 CM VO P O a © tlD VO tn i n r H vo •H m • H CM' • H VO VO -d si o u ba -d ov p © w a © Si © P I r H •H CÔ H .3 CÔ © CO 1 VO •H i n CM CM M O r— O r O CM H Ü m H -O O Cs O © p H cô © bo i n i O © i n vo co CM rH m CM' i n • H r O CM r H W W W i n •H l o o « p m l o 00 rH <r m m o

(21)

7. HET P-GETAL EN P-CITROENZUURGËTAL •

Het P-get. en P-citr.• getal van de zodelaag Ö—5 cm van oud gras-land is relatief bezien in het algemeen in no.g sterkere mate als dit voor het kaligetal het geval is, hoger dan de rest der bouwvoor of

dan de gehele bouwvoör. Voor de'fosfaatproefvelden van serie 55 bleken de verschillen ook zeer significant te zijn. Bij de. overgang van land naar grasland treedt de differentiatie van; de fosfaat in de bouw-voor niet zo snel en;sterk op als dit bouw-voor de kali het geval is,

zoals blijkt uit de tabellen 10 t/m 16. Het valt hierbij nog op" dat het P-get. en P-citr. getal hierbij nog verschillend reageren.

Bij de steekproef op de wpb bleek dat het hoger zijn van het P-get. van de 0-5 cm-laag t

bouwvoor na een jaar

..o.v. de daaronder liggende of t.o.v. de gehele reeds significant was en met het ouder worden van het grasland werden de gemiddelde verschillen ook steeds groter. Voor Cl 203 en serie ^ was dit ook het geval. : Op de wpv zien we deze

ontwikkeling bij enige' objecten van EC 326. Enige andere objecten van dit proefveld moesten vervallen daar de fosfaatbemesting vó6r het diepploegen voor de inzaai van de kunstweide- heeft plaats gehad. Het merkwaardige op de andere wpv is, dat de zodelaag veelal een lager

P-get. heeft dan de .'andere lagen, hetgeen in veel mindere mate he't

geval is voor P-citr:,, terwijl op de wpb pas 2; jaar na de inzaai een significant verschil komt tussen P-citr. van de zodelaag 'en het daar-onderliggende deel der bouwvoor. Ook voor P-citr. worden de verschillen

sterker naar Me ouderdom van het grasland. •

Bij jong grasland bleek er weinig verschil te zijn tussen de 5-10 en de 10-15 cm-laag. Bij grasland ouder dan 6 jaar "zijn het P-get. en P-citr. getal van de 5-10 cm-laag gemiddeld hoger dan van de 10-15 cm-laag.

j

In het algemeen is er bij een eerst-jaars,-kunstweidö nog weinig verschil in P-get. en P-citr. van de bouwvoor,'maar daarna voltrekken er zich veranderingen, waardoor het P-get. en P-citr. getal van de zodelaag hoger wordt dan van de gehele bouwvoor of van de rest.der bouwvoor. Met het ouder worden van het grasland worden de verschillen geleidelijk groter. Voor het P-get. bleek het ;verschil bij een ly jarige-en voor P-citr. bij ejarige-en 2-J jarigo-kunstweide significant ; te zijn. Na

enige jaren z:ijn P-get. en P-citr. van de zodelaag ongeveer 30 % hoger

(22)

22 -P i P4 O ra tô rH JM M TS © r H S4 s i r H ia U a !> © o N U © El O ClO m -p © H • p © © H 0 -tf TJ • r l S © - p © o © En 0 !> o 0 - p S o | O si cö 1> H •H ,3 ü ra © > -Ö H © •H CÖ CÖ a ri © Ti © si © S o TJ •f? -p «H © © j ^ „s rH ® 1 -H O -P ••'-si ——cö m O •H -H 1 «H O 'H H Si £»0 ra o •H rl 1 CÖ i n tä si •LTV~s H ^ . 1 O Si •rl • n .| f J/ LR rH «H 1 © O -H H - P ... 'CÖ rH O © •H U 1 U~\ i n •H

è

-p i n £ H1 rH 5 O O •H ra cö O •H 1 i n m H 1 o o m l o CM o CM 1 m rH m •H l o ^H O H 1 i n i n 1 o S3 si © s! U • H CÔ •ra H r O C~-rO H ON. O CM - Os O H » s O o 9 * r o c— os o. - s t os CM CA • o s CM O Os r ^ rH os m co. rt|ol *..::* + + + + + + ^ m CM r<~) tH/ rH ^t m OD 'D— m i— f - MD 9\ Os O -H rH -H ON . Os rH CM O C— Os Os •H CM 0 \ VO Os Os CM - s t ^ J - CM o s o s •H CM r O OO 9\ V% CM m i n rH • s Os CM ^ j -vo. in •* os CM m V O: CM • s OS m vo oo vo «H|CJ H CM 1 1 ril« H rH + .".+ . + + + . + O : 0 \ i n m i n CM o c— •H i n D— o\ co i n CM o s » s •H H r O CO os os CM r H CM C O Os O S CM rH O H Os Os-rn rO CO r n Os Os O rH CM - i t »S « s r H CM CM i n e s Os CM CM rO r O » s « S CM CM i n m Os Os -4- "st VO -H rH H | « H|C8 CM m 1 1 T H | « CM CM + + + + + + vo c~ vo c~-c— i n vo ir— vH rH ON x t CM CM H CM Ch ^ Os « s r H CM o in » s Os m m t— 0 0 &S »S CM r O O N r H ON ON CM rn t— m Os Os O rH «xh v o Os » s rH rH CO. O • S OS •H CM •H 1>-Os » s CM - H c o i n Os Os -.-;)- i n t— vo H|CJ H|M 1 1 H | 0 ! iHJW r O -ij" xh u^ i n 0 0 •H c -VÜ •=t »* rH vo « s CM VO » s •H vo »S CM m « s O ON • s O "st » s rH " 3 -• s CM O Vs ^ VO O rH 1 H | 0 ! l / \ H -H M o o •H i n co -=t i n rH CM •H Os C0 ff\ VO V0 os i n rH os • = * D'-Os o o 0S rH - s t O s •H VO » s CM CM OS co i n

1

l o •H © - p ffl. • r ) ta

(23)

0 m %

I

«H 0 0) ta «s s)

n

iH .ra :cô * 0 :Sl (D •H >M CD : 0 . 0

.•a

o i 0 i N 0 '% - p ; 0)

<p

O rH 0 -3 •H a bD P (D H •H •H d) CÔ EH 9 > O » - p a o m 1

o

3 c3 i> H • H Ü 03 u 0 i> •d r H 0 > • H cd S a 0 0 si CD fi • a ^-^ I A O ^ H C M ^ R . 1 J A O ô V J ^ C H ' V - K . 0 i n O «H <H CM -P • 1 i C3 *-i v j 0 h o. • H ' i n >•». L P l O ! H CM 1 1 O o ^-^ p • H CM r H 1 : l O O Q ra c5 O H ! LTN , „ I T Y O • H ' C M I I O i O , • ' ô ^ J Ô CM

8

i m • H . i n H ;i

o

H '" . •* o * • H :l m * n i | o sT i CD 0 •1-3 •• • > ' H : 0.' î>: (H: 0 ! o! u:.- . (H • '. : m OJ m r O •H 1 • H « s o m © s O m o s o 1 0 \ » s H . CO H i n O s • H -m •* CM O f-CM CO • H O CM H O 1 - : i n CM r\i m "& i n ^ o m « N O t— ** O vo O s <H O H m O s H m O s ^H

6

fcs CM vo ^Y .1 C M =P fi

8

m '. s C~ r O 'vt ^ 1 -D— :t > -CO '-CO t— : r— CO CO ' ON : m •S [ Os O : -H m : O • s - OS • H • CM r O ! O »s • es • H CM OM O • V o* •H m ; O i CO Os ^H; *H i n rO •»* «s <H CM : i n ro *. ». •H CM CO rn •S «N CM -sj-m vo. ; . O ON CM i 1 i n o : ; i O rO — 1 — . © o ^H O r O C ~ (^ O f n • v * ^H ; f -! Ov • o ; :rO O s 'CM j !

: o

H i n Os : -H en' V\ CM O , O s r O CO T=S 2 o ^-^ O CM 1 -Q-'S" C M ci •H O CM 1 O C— ON vo o m •H CM i n *st: m i t— D— i n m-, o CM 'rn «H n . m ^ TH: ^H ! r— ro o vo! m • H CO O ^ CM • H CM i n o o rn •% es ffv o \ os O O -H H -H n vo i n q . o Os *s 9s * s »s O O VH CM rn 1 1 CM c— co i n t— OS Ps »s Os Os O -H . ^ i C\J rO ; 1 CM \r-. 'co up> r— • s »s Os W\ Os vH -H - H CM m •• \ l 1 i •H vo : m m O Os • > î Os Ov Os H . - H '• - H - H C\J < j t C\J a i - ^ ^ o •. Os Os . Os - » * Os •H TH . vH CM -=d-( •vt CM • oo. i n Os *S O» Os •H CM CM r n i~n • t— Ln ON ,in vo i t ; 'in o , C"1- -H ^ t 1 i i •H CM m co . O . • • C M .-. i n m : © OOi i •H ^b . U ON' © >H . K2 | (

(24)

24 -u o o p-p» 3 o £> (i) T i Pt (!) bn bn • H r H h 0) 'd ö o o T i 0 > » o o - F bO tri cö i H 1 a Ü i o ,—% m © • o +> r H © O o u © P H © bn • H += m F! o

S

0 (!) fH (1) l> » ct cr> > m u © ra ö o a Cl) T j LTN I O CD T j Pi CO i> H cri - p CD bo 1 m -F Cl) ,3 Pt cri > © T i fH CÖ cri 15 0) m 0 bn o ,3 CD M ft CM • H r H 0 £> er! H c! Cl) T i H 0 T i T j • H Fi © b i l s^*s Pt 0 T i r H 0 i> «H © O u Pk £ pi O r " H 0 CO DJ • H 13 0 T J P H O o -\ •H C~ _ m ^ t . H -o a i -st-" •H c— -O N OS O 1 Os O I

o -

H m t~ Os

o

1 'Lf> •H ff*

o

1 r O <n T H -O •H ] > - . -Nh -P TJ Pt S P4- — * ce M a a © m +» -1-3 Pi C H V _ ^ 0 0 M © c3 LTN CM ON O (M I CO Os vo o 9% O I O, rn ON •H os CM O i n CM Os LTN Os

9

rO M H O • H LPi OD <H m o IT\ Pt O H b0

'S

Pt cö a © bO i n oo o -p © bo 1 a © bö CM Os CM r O r O .CM Os CM ON Os *=4-•H Os CM o o CM o* CO O N CM CM • s O l Lt~\ Os O I • * h CM " • * Os -Nf r O CM > > t> a © CM I MD MD CM m O VO

1

o u bO er) TJ co -P © bO P H © b O 0) > • r l a i 0 ! 0 CÖ f » H •H L O CM CM M Ü H o r O CM H ü . • • +» t> 0 PH 'O ie a I o © bo-rn m r— co •s es o o Os O i n m ON «H 1 1T\ CM ON

9

m o Os o I m 'CM H M S M •H II o •H p •p IA I O a © bo CO • H m m o

(25)

P4 © Ti ft o 0 ra m ce r H 44 ra •n :s> -p «H 0 0 H 14 cö T i d cö H ra co fH © O N m 0 <ri si o ttD 03 -P r Q

•ä

•P 0) 60 « -p • H ü I PH 0) r H O *a T ) •H B © - p o tel • H H 0 r û ï> » o « • p a o . i n l o £> > H • H .0 ü CQ (4 0 i> T i H 0 i> • H . < * c3 S ä 0 a 0 r Q S3 Ü T J W - P «H 0 © ^ m 0 • H - H 1 - P O S) c3 O m . H s H « H 1 - H O ri 1 ra p H fH '1 co-i n c3 i ö ü n ^ - v y H ^ . . -1 O PI : - H m H £ R 1 0 O - H • H - P CÖ H O © r H rH 1 un • H l o - p " U T s r H 3 1 r H O O • H ra • Û c3"É • H • 1 t n i n . H : i ~ o ;o r O 1 : o V . c x j o (M 1 i n ' H m • H i

o

•H O H 1 m, ! m l o ri ; • -a © o u • H c3 •ri ^-—-s • H O OJ ^ 1 o H • H 1 I r -i n o CM "sh vo m co . i n c— . i n co vo r H C— CM rH CM C— • H <H O N i n ^ H CM C— rn r H "vi-m ^," 'CM m co H | M H 1 r H 1 1 1 1

+

tr~ • H t — CM. m 'm O N m r H i n H CM i n O CM r H -3-0 -3-0 -=t \ o ^u H vo \o CM 1 HlO! H + + + co CM m i n co -4-r n • H • H CM ON H vo - t CM CM p i n m i co r o O xf-0 \ i n vo H | C ! CM 1 CM +

+

+ + + + m r O CM VO CM VO C— H VO CM VO CM r H i n CM CM ON m CM ^ i -CM ^ J -co VO • H • H HlO! rn 1 H | « CM 1 1 + A O rn co VO O vo-ir— ^H VO CM ' ^ 7 CM C— ^J-i n , r H CM rn CO rn o ^ i " N ) -VO i r ~ H|CM ^ 1 m + + + rn i n o ^H • H ir— O N H CM CM m O r o O .-•Kj-"sj" r H m CM ON CM • H PO r H \o VO

tS

1 H]N ' * + + -+ .co <*n O O r H tr— /=o-m CM CM -^t t r -CM • H A O r H •H m CM CM v t t — m ^, -0 -0 MD O r H 1 H | « i n H X H t -co o CM m rn r H m m K h m i n ^ V j ™ CO m c~-rn r H t -H vo OJ r H ir— . m ••PS 0 1 O • H H 0 , Q 0 • H N

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onderstreepte cijfers geven aan dat in die bepaalde periode de temperatuur gedurende kortere of langere tijd (meestal korte perioden per nacht) de gestelde waarde niet

voor. Bij de oogst bleek dat naarmate er dichter was gepoot) het gemiddeld gewicht per struik kleiner werd, maar het totaal gewicht per eenheid van oppervlakte, toenam. Bij

Ik zou niet weten waarom de landbouw in het Groene Hart geen toekomst heeft. Waarom zou je niet, analoog wat in Frankrijk, Italië en Spanje met ham en kaas gebeurt, een specifieke

 De sociale praktijken benadering voor consumenten gedrag laat zien dat gedrag niet gevolg is van gedachten, maar van een veelheid aan factoren zoals bewustzijn, lichamelijkheid en

onduidelijkheid over consequenties voor het aantal gebruikers in het gebied, ontwikkelt zich onzekerheid en bezorgdheid bij bewoners. De nieuwe universiteitsbibliotheek wordt

Op basis van deze metingen konden golflengtes gedetecteerd worden die typisch voor schurft zijn. Gebaseerd op deze conclusie kan een sensor

Deze private keurmerken stellen aanvullende eisen bovenop de Europese regels voor biologische producten, maar elk plus‐keurmerk legt wel haar eigen accenten.. Het Eko‐keurmerk

Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet (Multatuli). Eigenlijk is er maar weinig bekend over hoe vaak voedselfraude vóórkomt. Er is te weinig en te fragmentarisch