• No results found

Nederlandse handel in consumptie-eieren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederlandse handel in consumptie-eieren"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aandeel Duitsland in Nederlandse export van eieren blijft groot

De ramingen voor 2016 geven een vergelijkbare exportwaarde, inclusief wederuitvoer, van con-sumptie-eieren in vergelijking met 2015. Ook de invoerwaarde in 2016 blijft volgens de raming voor 2016 nagenoeg gelijk. De handelsbalans geeft voor 2016 een overschot van € 279 mln. Figuur 1 laat zien dat vooral het handelsoverschot met Duitsland dit resultaat verklaart.

Figuur 1 Import en export van consumptie-eieren in 2016 naar regio Bron: CBS, raming nov-dec door CBS en Wageningen Economic Research.

Voor de Nederlandse pluimveesector is Duitsland een heel belangrijke exportbestemming. Van de in Nederland geproduceerde eieren gaat circa de helft naar Duitsland. Het merendeel is export als consumptie-ei, maar ook veel eiproduct, zoals eigeel, gaat naar onze Oosterburen. De waarde van de export naar Duitsland van consumptie-eieren wordt voor 2016 geraamd op ruim € 370 mln. 43 -35 271 -300 0 300 miljoen euro Handelsbalans

Duitsland Rest van EU-28 Rest van de wereld 45% 55% Import miljoen euro 74% 17% 9% Export miljoen euro 223 502

Nederlandse handel in

consumptie-eieren

januari 2017

(2)

2 Wageningen University & Research

Figuur 2 Export van consumptie-eieren uit Nederland

Bron: CBS, raming nov-dec 2016 door CBS en Wageningen Economic Research.

Meerwaarde-eieren doen het goed in Duitsland

Van de totale export van consumptie-eieren gaat circa 90% naar EU-landen. Van de EU-landen is Duitsland veruit de belangrijkste bestemming. Van alles wat door Nederland wordt geëxporteerd binnen de EU heeft Duitsland naar verwachting in 2016 een exportaandeel van 81%. In 2015 was dit percentage 75%. In hoeveelheid blijven de aantallen Nederlandse eieren, uitgevoerd naar Duitsland, de laatste jaren redelijk stabiel. Door schommelingen in marktprijzen kan de totale exportwaarde van jaar tot jaar verschillen. Duitsland is vooral een markt voor zogenoemde meerwaarde-eieren. De gemiddelde exportprijs neemt toe door het grotere aandeel van dit soort eieren in de export. Voorbeelden van meerwaarde-eieren zijn eieren van hennen met vrije- uitloop- en biologische eieren. Hierdoor zal de raming voor 2016 in exportwaarde hoger uitkomen dan het voorgaande jaar. Naast Duitsland is er afzet, in kleinere hoeveelheden, naar maar enkele andere landen. De raming voor 2016 is: België (€ 52 mln.), Zwitserland (€ 24 mln.), Frankrijk (€ 10 mln.) en Italië (€ 5 mln.).

Figuur 3 Belangrijkste exportbestemmingen van consumptie-eieren uit Nederland Bron: CBS, raming nov-dec 2016 door CBS en Wageningen Economic Research.

Op de Duitse markt is Nederland een belangrijke speler. In 2016 is het aandeel van Nederland in de totale Duitse invoer 80%. De belangrijkste concurrent is Polen en, in mindere mate, België. Vooral de exportwaarde van Polen naar Duitsland neemt de laatste jaren toe.

0

100

200

300

400

500

600

700

2012

2013

2014

2015

2016

(raming)

m

il

jo

e

n

e

u

ro

Rest van de wereld Rest van EU-28 Duitsland

0

100

200

300

400

500

Duitsland

België

Italië

Zwitserland

Frankrijk

m

il

jo

e

n

e

u

ro

2012 2013 2014 2015 2016 (raming)

(3)

3 Wageningen University & Research

Figuur 4 Belangrijkste herkomstlanden van deDuitse import van consumptie-eieren Bron: Eurostat-COMEXT, raming okt-nov-dec 2016 Wageningen Economic Research.

Meer toegevoegde waarde

In 2016 is de totale Nederlandse eierproductie vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het gemid-delde prijsniveau is echter lager dan in 2015. Vooral tijdens de zomer en het najaar waren de eierprijzen, in vergelijking met het voorgaande jaar, relatief laag. De reden hiervan was een groot aanbod van eieren in Nederland en in Europa. In Duitsland neemt de laatste jaren zowel de eigen productie als de consumptie toe. De zelfvoorzieningsgraad schommelt zo rond de 67%. Dit bekent dat er een grote behoefte is aan invoer van consumptie eieren en eiproducten. De Duitse markt vraagt om een kwaliteitsproduct met veel aandacht voor dierenwelzijn. Hierdoor neemt elk jaar de vraag naar eieren van hennen met vrije uitloop en biologische eieren toe. De verwachting is dat dit aandeel de komende jaren verder zal groeien. Nederland is een belangrijke leverancier van deze eieren.

Dataverantwoording

Deze publicatie is onderdeel van een serie publicaties die is uitgebracht voor de Grüne Woche, waarbij de staatssecre-taris van Economische Zaken traditiegetrouw de eerste schatting van de landbouwexport van het voorgaande jaar bekendmaakt. In de serie publicaties is de bron voor de goederenhandel CBS, waarbij 10 maanden realisatie worden opgeteld bij 2 maanden schatting (over november en december zijn nog geen cijfers bekend). De schatting door Wageningen Economic Research, waarbij CBS heeft ondersteund, is gebaseerd op de procentuele ontwikkeling in de eerste tien maanden van 2016 ten opzichte van 2015 en de realisaties in november en december 2015. Andere bron-nen die zijn gebruikt bij de presentatie van Nederlandse cijfers over de goederenexport zijn: Eurostat/Comext (voor de berekening van het belang van Nederland in de Duitse import), Destatis (voor cijfers over de Zuid-Duitse handel met Nederland) en VN/Comtrade (voor de vergelijking van de Nederlandse export met de exporten van andere lan-den). CBS levert daarbij de Nederlandse cijfers aan Eurostat en de Verenigde Naties. De agrarische export betreft de eerste 24 hoofdstukken van de goederenindeling Gecombineerde Nomenclatuur plus enkele aparte goederensoorten. Zie www.agrimatie.nl voor meer informatie.

0

70

140

210

280

350

420

490

Nederland

Polen

België

Denemarken

Spanje

m

il

jo

e

n

e

u

ro

2012 2013 2014 2015 2016 (raming) Contact

Wageningen University & Research Postbus 29703 2502 LS Den Haag www.wur.nl/economic-research Gerben Jukema Onderzoeker T +31 (0)70 335 83 59 E gerben.jukema@wur.nl Contact

Wageningen University & Research Postbus 29703 2502 LS Den Haag www.wur.nl/economic-research Gerben Jukema Onderzoeker T +31 (0)70 335 83 59 E gerben.jukema@wur.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met andere woorden: een verklaring van het (vroege) eind van de vervolgingen in Holland moet niet in de eerste plaats worden gezocht in wat zich aan het eind van de zestiende

We zullen wel nooit precies weten, wanneer Leiden zijn eerste schepenen en zijn eerste om- grachting heeft gekregen, maar de heer Van Oerle houdt niet van onzekerheid en wil alles

Als de conclusie moet luiden, dat de syndici niet in staat zijn gebleken 'door hun per- soonlijke inbreng van het Syndicaat een enigszins gerespecteerd college te maken' (159),

1. zwakke dunning; deze neemt doode en onderdrukte boomen weg. matige dunning; deze neemt alle of een gedeelte van de be- heerschte boomen weg. sterke dunning; deze neemt ook een

Het onderzoek van de schrijver is, op grond van een vrijwel uit- puttende analyse van de Nederlandse pers, vooral toegespitst op de vraag, hoe de Neder- landse publieke opinie op

Validation of the 2014 European Society of Cardiology guidelines risk prediction model for the primary prevention of sudden cardiac death in hypertrophic cardiomyopathy.

Böveixdien werden niét de jonge tere delen ontsmet, dus » gavei materiaal én door het direkt verwerken (niét nog eens verzamelen) méér turgescent materiaal* Een nadeel is echter,

Per etmaal werd dus bijna 2 m voedingsoplossing rond­ gepompt in deze slurf, terwijl het verbruik maximaal op 50 liter per etmaal kan worden geschat.. Voor bevloeiïng werd