• No results found

Staartwortel en watervlekken bij gelichte peen, 1961

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Staartwortel en watervlekken bij gelichte peen, 1961"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONBER

aus.

TE NAAIDWIJK.

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

A

3 D 98

Staartwortel en watervlekken bij gelichte peen,1961.

door:

T.Dijkhuizen.

(2)

Û

ß JS~. Zc

/'7. t g

j btW

D Proefstation voor de Groenten- en fruitteelt onder Glas te Naaldwijk.

f

A

'

s

kfs.

. '• » %>« %•

«* n

O

r

*

n v

.

•?. ütaartwortel en watervlekken bij gelichte peen. 1961«

Inleiding.

Bij de teelt van gelichte peen, dit is peen die in oktober of januari onder platglas wordt gezaaid waarna in april het glas wordt verwijderd (=lichten), wordt in bepaalde gevallen veel hinder ondervonden van

ataartwortel en watervlekken. Over de mogelijke oorzaken is nog niet veel bekend. Bij staartwortel wordt gedacht aan een combinatie van koude grond

Watet­

en nattigheid of aaltjes (Wiebosch 1961). Voor vlekken zou ongeveer het­ zelfde gelden nl een minder goede structuur, wateroverlast en koude

(^iebosch 1961). Hierbij wordt nog opgemerkt dat deze afwijking nooit voor­ komt op gronden waar peen voor het eerst wordt geteeld.

Opvallend is dat in beide gevallen voornamelijk aan ongunstige omstandig» heden in de grond wordt gedacht. In Amerika (Massachusetts) kent men bij peen de zg. cavity spot disease (Guba, Young en Tadao 1961) een afwijking die qua beeld en voorkomen sterk lijkt op onze watervlekken. Hoewel in Amerika in deze vlekjes steeds bacteriën en fusarium werd aangetroffen, wordt door genoemde onderzoekers verondersteld dat het voorkomen van deze organismen van secundaire aard is, maar dat de hoofdoorzaak in ongunstige omstandigheden in de grond moet worden gezocht, vooral een onregelmatige vochtvoorziening wordt door hen als schadelijk gekwalificeerd. Verderop zal blijken dat ook de resultaten van dit onderzoek in die richting wijzen.

Proefopzet (bijlage 1).

Tachtig betonnen putten geplaats in de kappen 1 en 2 van warenhuis 29 werden volgens plan met verschillende grondsoorten gerild. Het veen is afkomstig uit Reeuwijk (Teekens, Bodegraafse straatweg 52). Het perceel waarvan de grond afkomstig is, is zeer laag gelegen. De moeilijkheden bij de peenteelt hadden hier voornamelijk betrekking op de slechte groei en

(3)

2.

de kwaliteit (bleke, flauwe peen).

De klei komt uit de Lier (G. v.d. Lugt, Oude Campseweg 5a)« In voorgaande jaren was er voor de peenteelt regelmatig zand door de grond gewerkt en voor de teelt van "warme" meloenen rotte mest. De voornaamste kwaal van de peen was hier het optreden van watervlekken, staartwortel kwam op dit bedrijf niet voor. Het zand komt uit de Oranjepolder te Maasdijk (B. Mosterd Jr. Lange Kruisweg $0). Ook hier werd vooral bij vroeg (oktober) gezaaide peen veel hinder van watervlekken ondervonden.

Ten aanzien van de grondsoort zavel (proefstation) moet worden opgemerkt dat hier in feite sprake is van geestgrond, dit is zand met een laag ge­ halte aan afslibbare delen. Na het vullen van de putten werd voor onderzoek op aaltjes een grondmonster genomen en opgezonden naar de Plantenziekten-kundige Dienst te Wageningen.

Uitvoering van de proef.

Op 20 januari 1961 werd gezaaid. De opkomst was goed. Op 10 april werd uit enkele putten een moniter van de peen genomen en onderzocht

(zie verder). De volgende dag werden de ramen van net betreffende deel van het warenhuis gehaald, waarna de peen op 12 april werd uitgedund. Het

dunsel werd opnieuw op afwijkingen onderzocht. Vanaf het moment van lichten werden de putten 5 maal op de aangegeven wijze gegoten (a putten normaal, b putten veel). Dit gebeurde op 11 april, 6, 13» 20 en 27 mei. Op 24 april werden alle putten volgens het bemestingsadvies (bijlage 2) op gelijke wijze bijgemest. Op 3 en 4 werd nogmaals monsters peen uit de putten getrokken en nader onderzocht.

Resultaat van het aaltjes onderzoek.

Nagegaan werd in hoeverre de grond van de verschillende herkomsten besmet was met parasitaire wortelaaltjes. Gemiddeld werden per 100 ml grond de volgende aantallen aaltjes gevonden»

veen klei zand zavel

Pratylenchus 275 + Tylenchorrhynchus 10 180 65 Rotylenchus 100 - - 8 Hemicycliophora - 6 Trichodorus - 5 -Overige Tylenchida 105 10 100 80 Saprofage aaltjes 1490 710 1100 2270

(4)

3.

Hierbij werden de volgende opmerkingen geplaats:

Be Pratylenchus populatie in het monster veen betreft de soort P. crenatus (eerder P. pratensis genoemd), het aantal in de grond is hoog genoeg

om een afwijkende groei van peen te kunnen verklaren. In het kléimonster werden enkele exemplaren van P. neglectus (*= P minyus) aangetroffen. De besmetting met andere vrijlevende parasitaire wortelaaltjes is slechts laag en te gering om zonder meer afwijkingen in peen te kunnen verklaren. Van Hemicycliophora is aangetoond dat deze schade kan veroorzaken in verschillende gewassen o.a. in peen. Het aantal aaltjes dat wij hier hebben aangetroffen is echter relatief laag. Het peencyste aaltje (Hete-rodera oarotae) hebben wij in geen van de monsters aangetroffen. Aldus Ir. K Kuiper in een brief dd 13 febr. 1961 waaruit alleen niet terzake doende opmerkingen werden weggelaten.

Waarnemingen tijdens de teelt.

Op 10 april werden uit 5 putten per grondsoort 5 plantjes gerooid en nader bekeken. Tevens werden loof en wortel naar hun ontwikkeling beoordeeld en per monster met cijfers gewaardeerd. De resultaten hiervan zijn in onderstaande tabel vermeld.

Grondsoort:

Klei Veen Zand Zavel

vlgnr loof wort. vlgnr loof wort. volgnr loof wort. vlgnr loof wort.

9 3 5 5 5 6 1 5 7 14 7 8 18 4 5 22 5 6 35 5 7 27 7 8 31 5 6 39 6 5 43 5 5 53 6 8 45 5 7 49 5 7 57 4 6 61 5 8 71 3 5 63 6 8 68 4 8 75 5 6 gem. 4,0 5,6 4,4 6,4 4,6 6,6 6,0 7,6

Het blijkt dat de waardering zowel voor loof als wortel in de volg­ orde klei- veen- zand- zavel verloopt. Met een binoculair werden ver­

volgens de worteltjes bekeken. Het bleek dat bij vrijwel alle peenmonsters kleine roestvlekjes op de wortels voorkwamen. Slechts in

Sén

geval(^?n wor­ tel uit veenput 5) waren deze met het blote oog zichtbaar. De resultaten van dit onderzoek zijn vermeld in onderstaande tabel.

(5)

4.

Aantallen wortels met roestvlekjes. Grondsoort:

Klei Veen Zand Zavel

vlg

nr roestvlekjes vlg nr

roestvlekjes vlg

nr roestvlekjes vlg nr roestvlekjes 9 5 zeer weinig 5 5 1 5 zeer weinig 14 1 zeer weinig

18 5 22 5 weinig 35 5 weinig 27 4 zeer weinig

31 5 weinig 39 5 43 5 weinig 55 4

45 5 49 5 57 5 61 4 weinig

71 5 63 5 68 5 75 5

De mate waarin roestvlekjes voorkomen neemt toe in de volgorde

zavel-zand-klei en veen. De plaats waar de roestvlekjes voorkomen verschilt enigszins. Bij de in veen gekweekte peen komen de roestvlekjes "behalve op de aanhechtingsplaatsen van de wortels ook verspreid over de opperhuid voor. Dit laatste kwam bij de andere grondsoorten niet voor. Vele roest­ vlekjes bevonden zich op plaatsen waar wortels zijn afgebroken. Kennelijk zijn de wortels hier brozer en daardoor minder sterk.

Op 11 april werden de uitgedunde' worteltjes verzameld en gewogen (bijlage 3) In onderstaande tabel zijn de verkregen gegevens samengevat.

Gewicht van het uitdunsel in grammen.

Grondsoort vak A B C D E totaal Klei 43.8 23.0 22.7 61.8 28.0 179.3 Veen 36.5 49.8 4O.8 37.7 54.8 219.6 Zand 33.1 25.O 39.6 36.3 44.2 178.2 Zavel 92.6 43.4 111.9 87-5 76.0 411.4 Totaal 206.0 141.2 215.0 223.3 203.0

Vergelijking van de verschillende grondsoorten toont aan dat de hoeveelheid dunsel bij zavel ruim tweemaal zo groot was als bij klei en zand en bijna tweemaal zo groot als bij veen. De hoeveelheden dunsel per vak lopen per grondsoort nogal uiteen, dit blijkt ook bij vergelijking van de vakken per 4 grondsoorten tesamen. Vak B blijft duidelijk ten achter bij de overige vakken die verder op een vrijwel gelijk niveau liggen.

(6)

peen-5

monster bestaande uit drie worteltjes per put genomen en daarna "beoordeeld. De volgende gegevens werden verkregen»

Klei, put 47 a, normale vochtvoorziening.

De wortels waren weinig ontwikkeld en geringd. Bij de plaatsen van aanhechting van de zijworteltjes kwamen kléine roestvlekjes voor.

ZW£irt6

Op

éên

hoofdwortel kwamen kleine puntjes voor die deden denken aan het beginstadium van staartwortel.

Waarderingscijfers» wortel 5»0 loof 5»0* Klei, putten 11b, 18b, 33b en 73b.

De wortels waren slecht ontwikkeld, bleek van kleur en geringd. De hoofdwortel was lang en dun. Op de wortel werden witte dwarsstreepjes aangetroffen en hele wortels vertoonden roestvlekjes. Op het onderste deel van enkele wortels kwamen zwarte puntjes voor. De loofontwik-keling was matig. De structuur van de grond werd bij de monstername als slecht gekwalificeerd.

Waarderingscijfers» wortel 4»5> loof 5>3• Veen, put 51a, normale vochtvoorziening.

De wortels waren matig tot goed ontwikkeld, vrij lang en geringd. Op en naast de aanhechtingsplaatsen van de zijworteltjes kwamen bij enkele wortels roestvlekjes voor.

Waarderingscijfers» wortel 6,0, loof 6,0. Veen, putèen 7^» 22b, 41^ en 65b.

De wortels waren vrij goed ontwikkeld. Ze waren vrij lang, geringd en bleek van kleur. Enkele wortels vertoonden witte dwarsvlekjes, sommige wortels hadden kleine roestvlekjes bij de aanhechtingsplaat­ sen van de zijworteltjes. Ook kwamen bij enkele wortels zwarte puntjes op het ondereinde van de wortel voor.

Waarderingscijfers» wortel 5»5» loof 6,8. Zand, put 59a normale vochtvoorziening.

De wortels waren vrij goed ontwikAd, ze waren lang en bleek van kleur . Naast de aanhechtingsplaatsen van de zijwortels kwamen kleine roest­ vlekjes voor. Op het onderste deel van enkele wortels werden zwarte puntjes gevonden.

Waarderingscijfers» wortel 7» loof7,5* Zand, putten 3^> 13"b> 37^ en 69b.

De wortels waren matig tot slecht ontwikkeld, ze waren vochtig en bleek van kleur. Enkele wortels waren bovendien geringd.

(7)

6.

Op enkele wortels werden tussen en op de aanhechtingsplaatsen van de zijworteltjes kleine roestvlekjes gevonden.

Waarderingscijfers s wortel 5,0, loof 5>8» Zavel, put 55a, normale vochtvoorziening.

De wortels waren goed ontwikkeld, op enkele wortels kwamen witte dwarsvlekjes voor, eveneens werden bij enkele wortels kleine roest­ vlekjes naast de aanhechtingsplaatsen van de wortels waargenomen. Waarderingscijfers: wortel 8,0, loof 8,0*

Zavel, putten 14b, 29b, 61b en 77b»

De wortels waren vrij gaed ontwikkeld, bleek van kleur, iets geringd en soms wat bochtig. Op enkele wortels kwamen witte dwarsstreepjes voor. Een enkele wortel vertoonde tussen of op de aanhechtings­ plaatsen van de zijworteltjes kleine roestvlekjes.

Waarderingscijfers s wortel 7>0> loof 7>5» Waarnemingen ti.idens de oogst.

Op 4» 5 en 6 juni werd de peen geoogst. Per put werden alle wortels op afwijkingen onderzocht. De verkregen gegevens zijn in bijlage 5 ver­ meld. Het aantal afwijkingen en kenmerken waarop werd gelet bedroeg 21, deze worden in bijlage 4 nader toegelicht. In totaal bleek het aan­ tal combinaties van afwijkingen en kenmerken 108 te bedragen. Terwille van de overzichtelijkheid werden de combinaties van afwijkingen en ken­ merken ontrafeld en de aantallen hiervan per put in bijlage 6 vermeld. Tevens werden hierbij de gegevens van de putten die tot een gelijk toehandelings objeot behoren bij elkaar geplaatst. Daarna werden deze gegevens per object gesommeerd waardoor bijlage 7 ontstond. Om wille van een goede vergelijkbaarheid werden daarna alle afwijkingen en ken­ merken op 1000 wortels omgerekend (bijlage 8). Dat het aantal afwijkingen en kenmerken steeds het getal 1000 overtrft wordt veroorzaakt door het grote aantal hiervan, die tesamen bij de wortels voorkomen. Van de af­ wijkingen die bij het voorgaande monsteronderzoek werden aangetroffen zoals roestvlekjes.en witte dwarsvlekjes werd vrijwel niejbs meer gezien. Een uitzondering hierop vormt de afwijking"zwarte puntjes". Het lijkt niet onmogelijk dat deze inderdaad het begin hebben gevormd van een lichte staartwortel aantasting gezien het feit dat deze afwijking bij alle

(8)

Bespreking van de resultaten. (Bijlage 7 en 8).

a. Invloed van de grondsoort,

In onderstaande tabel zijn de gemiddelde aantallen van de belang­ rijkste kenmerken en afwijkingen per 1000 wortels gegeven#

Klei Veen Zand Zavel

G geringd 663,0 575,3 103,1 540,9 Gs gescheurd 11,0 8 6,6 32,3 12,7 H . hoekig 597,9 2,8 1,3 15,9 K staartwortel 55,5 105,4 23,1 29,3 P puntig 542,1 502,4 505,6 547,8 S stomp 147,3 272,5 294,3 321,8 Spr. sprantelig 98,4 52,9 90,7 40,7 Th te kort, harig 100,2 45,3 34,9 10,8 W watervlekken 2,3 23,9 15,7 12,6

Tussen d^ grondsoorten bestaan, wat het aantal afwijkingen betreft, vrij grote verschillen.

Klei gaf een groot aantal geringde, hoekige, sprantelige en te korte wortels, ook het aantal staartwortels en puntige wortels was vrij hoog. Het aantal gescheurde en stompe wortels en het aantal wortels met wa­ tervlekken was daarentegen laag. De struktuur van deze grond is matig tot slecht. Ten aanzien van een aantal van deze afwijkingen zoals geringd, hoekig, sprantelig en te kort bestaat er vermoedelijk wel een zeker verband met de struktuur. Hetzelfde geldt in mindere mate voor puntig, naarmate de wortels rijper worden, worden de wortels meestal stomper. Bij staartwortel zou een parasiet (aaltje) in het spel kunnen zijn. Veen gaf een groot aantal gescheurde wortels, staartwortels en een vrij -groot aantal wortels met watervlekken, geringde en te korte wortels. De struktuur van deze grond is gunstiger dan die van de klei. De water­ huishouding was in deze putten, mede door de wijze van water geven niet gunstig genoeg om een regelmatige groei van de wortels te waarborgen. Gescheurde wortels, wortels met watervlekken en wtaartwortels in mindere mate, lijken vooral door een minder gunstige watervoorziening te worden veroorzaakt. In de tweede plaats komt dan de struktuur.

Zand gaf een vrij gruot aantal gescheurde, stompe en sprantelige wortels en wortels met watervlekken. Het aantal hoekige wortels was hier zeer

(9)

8.

laag. Laag was ook het aantal staartwortels. De struktuur van het zand lijkt goed. Een zwak punt vormt de waterhuishouding die bij de gevolgde wijze van watergeven aan sterke schommelingen onderhevig was. Het grote aantal sprantelige wortels zou het gevolg kunnen zijn van mechanische beschadiging op de zandkorrels. De watervlekken zijn zeer waarschijnlijk het gevolg van de ongunstige waterhuishouding.

Zavel gaf een groot aantal puntige en stompe wortels dit is een gevolg van het feit dat het aantal afwijkende wortels waarvan bij deze proef de punt niet apart werd beoordeeld (gescheurd, sprantelig en te kort) bij deze grondsoort zo laag was. De hoekigheid van een aantal wortels hangt vermoedelijk evenals bij klei samen met de struktuur. Het grote aantal geringde wortels wijst er op dat de omstandigheden voor een regelmatig groeiverloop niet steeds even gunstig zijn.

Invloed van het watergeven en de aanwezigheid van planten parasitaire aaltjes.

Aantallen per 1000 wortels

Klei Veen Zand Zavel

a b a b a b a b Geringd 680,9 643,0 571,7 578,8 399,2 406,9 571,0 510,8 Gescheurd 12,4 9,5 80,8 92,3 31,1 33,5 13,9 11,4 Hoekig 631,3 564,5 2,1 3,4 0 2,5 19,2 12,5 Staartwortel 53,0 58,0 91,4 119,4 18,9 27,3 41,6 17,0 Puntig 570,5 513,6 504,7 500,0 523,6 487,6 585,9 509,0 Stomp 146,6 147,9 264,6 280,4 290,9. 297,7 284,9 358,7 Sprantelig 87,9 108,9 58,4 47,3 75,8 105,5 42,7 38,6 Te kort harig 87,9 112,4 47,8 48,8 33,8 36,0 18,1 5,4 . Watervlekken 3,4 1,2 12,8 34,9 18,9 12,4 14,9 10,2

a «= normaal, b = extra water.

De invloed van het watergeven komt niet duidelijk tot uiting. Ver­ moedelijk is het tijdstip waarop het verschil in watergift werd ingevoerd te laat geweest en waren alle afwijkingen al in meerdere of mindere mate aanwezig. Daarbij is ook de aanwezigheid van planten parasieten als

schimmels en aaltjes van belang. Zo werd in het veen een vrij groot aantal aaltjes van de soort Pratylenchus crenatus aangetroffen. Hierdoor zou het

(10)

vrij grote aantal staartwortels bij veen kunnen worden verklaard. In klei werd een klein aantal aaltjes van de soort Pratylenchus, neglectus gevonden. Ook hier was het aantal staartwortels vrij groot. Het lijkt niet uitgesloten dat in deze grondsoorten de aanwezigheid van dergelijke aaltjes, althans voor het optreden van staartwortel belangrijker is dan betrekkelijk geringe verschillen in de vochtvoorziening in een laat stadium. Mogelijk geldt iets dergelijks ook ten aanzien van andere

afwijkingen waarvan de juiste oorzaak nog in het geheel niet bekend is.

Samenvatting.

Bij een peenproef in putten (gelichte peen) werd een groot aantal afwijkingen en combinaties van afwijkingen waargenomen. Het totale aantal afwijkingen was het grootst bij klei, daarop volgden veen, zavel en zand. Dit hangt vermoedelijk samen met verschillen in struktuur en vochthuis­ houding, factoren die in ongunstige toestand, de mogelijke oorzaak kunnen vormen voor afwijkingen als, hoekig, gescheurd, watervlekken e.d. terwijl een afwijking als staartwortel mogelijk door aaltjes van het geslacht Pra tylenchus wordt veroorzaakt.

De proefnemer!

T. Dijkhuizen.

Naaldwijk, 1 aug. 1963» A.B. B.

(11)

Bijlage 1 Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk.

Proefschema over staartwortel en watervlekken "bi.i gelichte peen.

1960-1961.

Doel: Er zal worden getracht staartwortel (kwaadstaartigheid) en watervlek­ ken bij gelichte peen op te wekken.

Opzet s De proef wordt op het proefstation genomen in 80 betonnen putten. Er zijn 8 objecten in 5 voud.

1a veen*\ 11) veen "N

2a klei l normaie grondwater- 2b klei ( grondwaterstand 3a zand ( 3t&nà 3h zand ( afwisselend.

4a zavelj ^ zavelJ

Zie plattegrond.

Werkzaamheden: Tuin: L. Spaans. Laboratorium:

1. Tachtig putten van binnen met feiturnen bestrijken en een laag kiezel van ca. 7"à erin aanbrengen.

2. Yeen, klei en zand halen op bedrijven waar peen zeer slecht was, d*i. resp. in Beeuwijk, De Lier en aan de Maasdijk. Met iedere grond­

soort 20 putten vullen en eveneens 20 putten met zavelgrond van het Proefstation vullen.

3. 80 x 200 mg gewreven peenzaad (Amsterdamse bak) afwegen en de peen zaaien.

4» Voor de normale cultuurwerkzaamheden zorgen.

5. In het voorjaar bij de b groepen na overleg en enkele malen te veel* water geven.

6. Op een vroeg tijdstip de ramen van het warenhuis lichten.

7. Enige malen tijdens de groei de stand van het gewas een cijfer geven. 8. Enige malen peenmonsters op afwijkingen controleren.

9. Bij de oogst alle peen op staartwortel en watervlekken controleren.

T.W. no 1669 Naaldwijk, 10 jan. '61.

(12)

Bijlage 1 biz. 2. Warenhuis. 29< goot b b I?

z6

12 25 a 11 ^4 10 a 23 b 4

22

8 b a 7 <?n 6 a 19 b 5 18 4 A 17 b a 3 16 2 15 a b 1 14 44 a AL 42 b

11.

40 a ' -JS 39 38 b •W— 36 a 34 b 32 a : Jil-30 b

-29-28 a -2-Z— C 62 b 61 oü a 12. 58 b

57

56 a JL5_ 54 b

3S-52 a 51_ 50 b

A3-48 a

AL

46 b

M

D 80 a 79 78 b 77 76 a 75 74 D 41 •

JJL

72 a H_ 70 b 69 68 a JLL

66

b 65 64 a AL E 4 grondsoorten

LZ3

zand I 1 klei veen I I zavel 2 1 c m = 1 p u t railpad

(13)

PROEFSTATION VOOR DE Bijlage

GROENTEN. EN FRUITTEELT ONDER GLAS Zuidweg 38, Naaldwijk

telefoon 01740-4S45 - 4546

ANALYSEVERSLAG

de Heer Mej. de Brouwer,

Proefstation.

Uaaldwijk, 21 april 1961.

AARD VAN DE GROND TOESTAND ZOUT VOEDINGSTOESTAND

Jummer Merk Orga­ nische stof Kool­ zure kalk pH Ijzer Alumi­

nium Keuken zout Gtoei-rest Stikstof Fosfor Kali Magne­sium Man­gaan

* * •** *** ** * ** ** ** *** *** spoe< 2536 i z d 3.1 3.9 7.8 0.8 0.0 5 0.05 1.5 2.7 4*4 48 13 — 2337 z 1 5-9 0.8 7-4 1.4 0.3 5 0.05 2.1 3.5 6.5 67 9.9 2338 k 1 5.1 2.0 7.4 1.1 0.0 5 0.05 1.8 5.4 8.3 81

9

.1 2339 V •Ê- 0 • 1 0.2 5.9 6.9 7-7 18 0.11 3.6 2.1 14.- 226 5.6

Datum van ontvangst

TOELICHTING EN ADVIES

Dat

"

m van yerzending

Brief no.

Gebruik voor het bijmesten een mengsel van 1 deel kalisalpeter en 1 deel kalksalpeter.

Dit oplossen tot een concentratie van 0,5 Per put 4 1 van deze oplossing geven.

De peen direct flink nabroezen. 20 gr per put » ^ gram kali salpeter. 10 " kalk »

* Uitgedrukt inlprocenten ) ~ .

omgerekend op bij 105® C gedroogde grond ** Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond S

Uitgedrukt in delen per miljoen (d.p.m.) in het extract Alle metthoeveelheden zijn aangegeven per ere (100 vlerk, meter)

(14)

Bijlage 3

Gewicht van de uitgedunde wortels in grammen.

vak klei veen zand zavel

a a a a A 25,2 17,2 21,4 50,9 B 19,8 29,6 12,8 26,2 C 12,5 16,8 12,0 62,0 D 21,3 11,2 20,5 41,8 E 13,8 28,6 23,2 39,2 j 82,6 103,4 8?,? 220,1

vak klei veen zand zavel

b b b b A 18,6 19,3 11,7 41,7 B 13,2 20,2 12,2 17,2 C 10,2 24,0 27,6 49,9 D 40,5 26,5 15,8 45,7 E 14,2 27,2 21 ,0 36,8 96,7 117,2 88,3 191,3 Totaal 179»? 219,6 178,2 411,4

(15)

Bijlage 4* Verklaring van de gebruikte termen.

Bleek (Bl). Zeer licht (wit, geel of lichtoranje) gekleurde wortel. Geringd (G) Diepe of ondiepe insnoeringen dwars op de lengte richting

van de wortel.

Gescheurd (Gs) Diepe overlangse scheuren in de wortel.

Hoekig

(H)

Min of meer vlakke kanten aan de wortels waardoor deze op dwarsdoorsnede niet rond zijn.

Harig (Har) Over de gehele lengte van de wortel, maar vooral hij de over­ gang van het verdikte gedeelte naar de normale wortel een sterke ontwikkeling van zijwortels.

Staartwortel (K, beginletter van kwaadstaartigheid een naam waaronder deze afwijking bij velenbekend is). Op het onverdikte deel van de wortel zijn de plaatsen waaruit de zijwortels ont­ springen sterk opgezwollen en donker gekleurd. Bovendien gaat het verdikte deel vaak min of meer geleidelijk over in het eigenlijke onverdikte deel.

Langharig (Lh) Als harig maar de zijwortels zijn langer.

Puntig (p) Het verdikte deel gaat zonder scherpe overgang over in het onverdikte deel.

lommei (

R

) Zeer kleine worteltjes (diameter

<5 MI

).

Roestvlek (Rv) Kleine roestkleurige zeer ondiepe vlekjes.

Stomp

(s)

Het verdikte deel gaat zeer snel over in het onverdikte deel van de wortel.

Scheurtje (Sch) Kleine ondiepe scheurtjes in de lengterichting van de wortel.

Schieter (Schiet) Stengel van de bloeiwijze duidelijk zichtbaar.

Schurftig (Schurft). De wortel vertoont een oppervlakkige verruwing van vaak grote omvang.

Sprantelig-Sprankerig (Spr) Eén of meer zijwortels hebben zich in vroeg stadium tot hoofdwortel ontwikkeld en zijn daarna gedeelte­ lijk verdikt.

Te kort (T) zeer korte meestal stomppuntige wortels. Te kort, harig (Th) Combinatie van te kort en harig.

Vraat

(v)

De wortels vertonen vraatvlekken, die meestal afkomstig zijn van insectenlarven.

Vlekje (Vl) Kleine ronde of ovale lichtbruine vlekjes die afhankelijk van de grootte 1 tot meerdere mm diep kunnen zijn.

(16)

Bijlage 4« biz. 2.

Vlekje scheurtje ("VI sch) Vlekjes die in de lengte richting van de wortel een scheurtje vertonen.

Watervlek

(w)

Iets ingezonken lichtbruine vlekken van ver­ schillende grootte.

(17)

Bijlage 5 bis 1 Klei. (K) a* •out nr.

?

10 20 ; 21 ?1 i ?2 47 48 71 72 tot. BI 41 ? 64 $

f

72 ! 7 4 57 ; 79 » 6 1 j 5 5 1 45 56 604 Gs \ t 1 ; 5 1 1 2 1 11 \ H t 55 59

I

62

67 50 71 60 49 49 58 560 K l 5 5 I 9 16 4 5 1 1 2 1 47 lh |

!

P | 1 1 lh |

!

P | 26 52 ! 67 52 43 61 57 52 47 49 506 S E } 1 2 ' 6 3 3 10 20 11 3 5 64 r

I

;

t

«

s I •V 15 13 7 17 15 22 7 12 11 11 130 Sch 1 1 1 2 Schiet i Schurft 1 1 1 1 Spr 1 2 16 8 7 12 7 4 10 2 10 78 T 1 £ 1 1 1 2 3 2 3 3 1 17 Th Î •1 8 9 18 17 7 7 2 4 3 3 78 v 1 1 .1 4 3 4 13 VI I Vlsch 1 I 1 • 1

f

1 1 , 1 1 W ? 1

i

f

1 1

I

1 1 3 Klei. (K) h. put nr. 11 12 18 19 3? 54 45 46 7? 74 tot. BI G 59 46 62 62 48 55 52 71 57 33 545 Gs 2 1 1 3 1 8 H 45 42 48 57 45 55 50 53 53 29 477 K 4 2 16 12 5 2 5 5 49 Lh P 43 29 55 49 33 39 47 61 48 30 434 R 1 2 11 4 5 5 16 28 9 2 m83 Rv 1 1 1 2 5 S 16 17 5 11 15 16 14 16 11 4 125 Sch 1 1 3 5 Schiet Schurft Spr 10 11 7 5 12 10 7 2 16 12 92 T 2 3 6 1 3 2 6 23 Th 9 20 17 10 7 10 10 5 3 4! 95 V 1 1 3 1 21 8 VI ! VISch 1 : 1 Î 2

¥

. i 1 1 l

(18)

Bijlage 5 Wz 2 Veen,

(v)

a* put nr 5 ' 6 24 2J> 40 •51 52 6? 64 Tot. B1 G 47 85 71 59 45 57 51 45 50 50 558 Gs 10 14 8 5 4 15 2 8 4 8 76 H 1 1 2 K 15 55 7 5 4 1 14 2 5 86 Lh P 59 81 72 58 55 50 57 40 45 58 475 R 4 6 7 6 2 7 7 5 5 49 Rv 2 1 1 4 S 23 15 19 46 27 54 29 14 18 24 249 Sch 2 2 1 5 4 12 Sohiet Sohurft Spr 6 1 5 5 7 6 15 7 5 4 55 T 2 8 5 4 17 Th 2 11 7 1 4 2 6 8 2 2 45 V 1 2 2. 1 1 5 4 11 4 29 VI 5 5 VlSoh 1 4 3 2 10 W 5 1 2 1 4 1 12 Veen,

(vj

T». put nr. 7 8 22 25 41 42 49 50 65 66 tot. B1 G 48 46 65 53 61 44 49 46 54 48 514 Gs 12 12 15 7 5 2 7 7 9 8 82 H 2 1 3 K 24 33 19 5 5 5 6 5 7 1 106 Lh P 38 59 52 50 46 55 47 54 58 47 444 R 2 4 5 2 5 5 5 4 4 4 58 Rv 1 1 S 28 24 24 29 25 28 15 19 29 50 249 Sch 2 1 1 5 5 14 Sohiet Schurft Spr 5 4 4 5 10 5 1 6 6 42

T

1 1 1 1 2 1 7 Th 3 4 5 1 12 1 5 6 1 38 V 2 1 4 2 4 5 4 4 7 4 57 VI 2 1 8 1 12 VISoh 1 1 2 2 5 9 W 6 2 4 5 7 5 4 2 51 Har 4 4

(19)

Bijlage 5 biz 3* Zand« (Zd) a* put nr. 1 2 ?6

4?

44

P9

60 67 l 68 tot. I BI

I

G 41 39 33 26 29 32 31 32 32 295 Gs 2 2 3 2 5 3 4 2 23 H K 3 3 2 3 1 1 1 14 Lh P 69 36 42 31 37 52 41 38 41 387 R 2 4 4 1 1 1 2 3 18 Rv 2 1 3 S 27 29 23 24 18 18 30 27 19 215 Sch 1 1 1 1 3 2 9 Schiet Schurft Spr 3 5 7 8 .6 11 8 5 3 56 T 1 1 1 3 Th 7 1 2 2 4 5 3 1 25 V 2 2 1 3 4 2 3 17 VI 1 2 3 4 10 VISch 1 2 1 5 1 5 15 W 3 4 3 2 1 - 1 14 Zand.(Zd) b. putnr.

?

4 1? 26

37

38 57 6? 70 tot. B1 1 1 G 20 36 37 25 37 21 40 39 41 32 328 Gs 2 3 2 6 3 7 1 2 1 27 H 1 1 2 K 4 3 8 1 2 2 2 22 Lh P 21 41 35 41 40 45 39 38 46 47 393 R 4 7 1 6 2 6 3 8 37 Rv 1 1 1 3 S 28 20 44 19 19 11 23 23 21 32 240 Sch 1 1 5 1 7 Schiet Schurft Spr 11 7 2 10 10 7 12 16 7 3 85 T 1 1 1 4 7 Th 6 11 2 1 1 3 1 1 3 29 V 1 2 3 1 3 1 3 3 17 VI 2 2 1 5 VISch 2 2 3 4 11 W 1 1 2 3 1 2 10

(20)

Bijlage 5 biz 4 Zavel. (ZI) a. putnr. 16 17 27 28 ?5 ^6 75 76 I 79 80 tot. BI ' 1 1 2 G 58 67 87 78 38 51 36 41 41 38 535 Gs 58 2 1 2 3 2 2 1 I 13 H 2 7 3 5 1 18 K 2 18 1 2 6 8 2 39, I»h P 58 63 72 87 36 48 52 49 37 47 549 R 3 7 8 3 5 5 4 8 4 5 52 Rv S 3° 30 28 23 22 27 23 29 29 26 267 Soh 1 1 5 1 5 4 17 Schiet 1 1 Schurft Spr 5 4 8 4 4 3 4 8 40 T 1 2 1 2 2 1 | 2 11 Th 3 2 1 2

5 j

4 17 V 1 1 8 2 8 5 25 VI T 1 3 5 VISch 1 5 8

l

3Î 17 W 3 2 1 4 1

5

I

14 Zavel. (ZI) b. 14 15 29 30 5? 54 61 62 f 77 78 I tot. BI 36 , G 48 59 44 41 54 56 35 35 42 36 450 Gs 1 4 2 2 1 10 ïï 1 4 5 1 11 K 4 4 1 6 15 Lh P 57 57 61 59 46 42 32 25 38 32 449 R 2 2 3 1 4 3 3 9 3 30 Rv 1 1 S 29 3° 22 24 41 30 37 36 20 47 316 Sch 2 1 3 Schiet 1 1 Schurft Spr 2 3 3 2 4 4 8 1 4 3 34 T 1 3 1 1 3 9 Th 1 1 1 3

?

1 2 3 71 3 2 3! 1! 9 YlSch 1 1 1

I

ij 4 W 3 3 2 1 9

(21)

» W ' ,

I

g é o -T> P B l P B I C

J

VISiW pce* PÇ,^ P $ Ç » H PCjCjaK PÇjH PCjHK P Ç H K V P C j H R y PÇjHSck Pç,HV Pç,HVLScK PÇjHW PCjH«-Pc. H««- K Pç,vî P Ô K V PCj Rv P ç , R « V P<-)i<* P CjSch V*/ PCjT-te. pç,v P c , v W PÇjVL PtjVl SU, P q V l 5tk V PÇjW Ptji P 5 4 H K N Tr t 1

N N N

« <* "*

> > > > 5

i m9 *+

^ V,

^ ^ ^ - X

N N N N

M

Wk r *

<9 6 *

* *

6 * *> Z

*

'

'

-.. I o -

R! £

°. 7"

^ ^ >o r- ^ <r> ^

S &

« 22 /7 y/6 g ^ ^ * > N N N N N | Ï 2 C ^ ^

* i <x 4 6 ~* ** 6 4 *

*+

no ^ x> ï-» **> «n o N " I H , , ' ( V n « l i i f ) > J «S> y tt '9 V '3 2v2r • N «1 >

n n n n

t

"ï 1 1 N M N M

4 * «•* -9

\fi >o y- «o rj r) n o /y /3 /o 2o a*

^

xo iij /c 1 J 1 il

37 Ï3 Jg Jg /a. 17 / ^ 2T 57*/

3

/

/

22 ^7 3a 2 y 3 â. V 2 -3 /®

iq

^fsSj-pi

Il3}*'yf]

A-/y g < 4 / / 3 / / 0 . f

A / /Î J R 2

/ R

y

1 /

/

q 3 ?

* •* « N N l%l«y n 1 *T n > 3-4 I r f 3 /<;/' i3

> > > >

«

é

-*f

m) O «V ^ ^ 13. /5" IT/ S.UjZ' 3y 2^20 zj 2 7 / 3 ^ r o 3 * J V

/

/

/ /

/ 2. / ÎL î

3 /

J. I / . I /.

/.

(22)

PCj,K

PH

PHrW

FHT«* P H V P H ^ K PK P K V PtW P R * P i v U P S t h V

P S«K v»/

PT*. PV "PVl PVl Sek

PV

-S$ç,*K

$ $ h

i C j H V iCjHViici. 6 C , H W _SC|

H*«-iç, K

* > 9 « ^ -SCj-ScW i Cj 5vK V N N N * ^ •*. N «") •> tf > « -o i > ÎC X ÎC JC o a « ^ "•

» „»

M O O isj is) rsj N t -ç ^ « Ci w ^ ^ v ' % ^ ^ • % 4 '

/

5T 3 f 7

iç rn &

z

R I R

0 /<>

3/5-1

M M S

* ! f

1

9 /£ /J // 9 /x /7 /f /

*

*

X

^ «p <* f eg; <P °. ^ ^ N

Il

t f

1 4 3 / J / / 3 ^ ^ > > rM <* «*> rf < <0 *>f rj «* f (4

/ /

/ /

«w "W "V N rj rM M * < "O *Q ^ ^ T> o N N W ^ 4 2, / 3. /o 9 2iy U II J /5" V 5C ^ < < <P ^ «0 1 n 1 n

/

/

3

7 ' i

' i

' S f * J f

/3 /3 /r/£ -5 ^ i>l 1^ < Ó V» >• f> «-) ** -9 r— Q? o *o

/

/

/», g 7

9. 3 «

/

/ /

/ / / 2

A 3 / r * /v /4 U /r /o

/ / ,

/,

£ /,

3

/«X

t >

(23)

s sT«M

JSC, VI

<> VI ^cW 5CjW .S HT**

5 H V

- S K 5 Klik 3 KV i K W .Sftv S-SiW «ST*k .s«.u «3T*k V Slik. VI 3 V 3 VI 3 \ A ScU .s w Ç H U C H " U G K CjTüfc $T**K S4 Câ K ^ i i p < 5 ^ \ A / KK V

6 *ç *

—• •«! rj >

^ ^ ^ >

« « *P -9 V* >o Ï

<

X

< •

<fc «r> ° • • 5C * N N -9 S» 3 ? i •>1 >4 > «

I X *L 1

io B y ro

I t z

/

, , /.

f

X R> ï ï î

r

N N

* ^ ^ ^ |N ^ « * "»9 *i > V <o ^ N •» «4 N 3 / Z

/ /

• A.

t

i

l

i

/ 2 J /

4f '

1

0 3 ô s-N M s-N s-N 3 « ^ ^ ^ <r» ° ^ r4 «m * n ^ X X ^ « < -Q M» N O 3* » - » o n / I

/

4 / "* > > ^ N M N M V* >® !** o n o «

/

^ ^ ^ ^

* 3 ^ -O ^ ® * n •> o-

0-/

/ /

3 /

; /

/ /

j 1 z i

3 3 / 2 2 2 0 3 /X. 3 7

(24)

K U , ft _S>|»r

T

TV,

n n N M > > > > I » ^ ^

4

*V ^ ci «1 o- ^

I

X

/

y tf "V N N N

>

•n» N n 'V 1?

•/.

Nl N if C * If/ 2. u U î J < £ / if t/ (©•

II

2. 3 f

li

If

ir ^ * * * •* N - M N

/

* i I"* J- ^ öl «I ^ "V

1

*1

^ N V

v x a < ^ ^ I « « S» <©

It If i s

tr # }

If 10

/(? /^

-7-/

/

3

3 2 J V y> >v % I") «V t^ M N *9 Ä

n n ri ~

"• W •) 3-3 1 3 r / o /

'

/

6

l

$

i

3 3 /» r 5 /> 7 /i 7 n / o * Ni **3

"5 > 3

*• M *

4

«so ^ vO 7- *»

n n n

£j

/

C Z

-yt 6

to f

t L / z

•x V > *

i i <* > 4 I

O " N ») > M > ^ ^

2. 5~

J.

r

lo ù

f I /e (

t

(,*

/ /

* //

/

V ^

(25)

< V 4C ^ ^ ^ >0 v tt ^ «« ' * " ^ J «

P

P B I P Bl Cj VI S«.(, » > £ t <" => ^ ^ ^ > V) 3

A m.

*o vo vi 57 < * 2 3 / / 0 N N N I m * " 3 > ^ < v , 5> w ,T « - <* " > U ^ *v <? * '"• - (>NNN * ' " " O f ^ * -> J - " * ° ^ * * P«b P Ç j B l PÇjÇ,S P < > 5 > H P<j H P C , h K P Ç > t 1 K V P Ç j H R v PÇj H Su PÇ Hivj^, PS H y p ô H W ia P ^ H W PÇ)

H

P Ç j H ^ H

P Ç j K P & K V

P < j k

v P C K v V P&id. p & -s«.*, w p & r

VW

W S « f c '{ SJ.V

M

HK

£ /J

*

1 *

3 ' 0

1 6 n u

2. / f 3

'

/

i /

</o T3

3/

/ /

/ /

2 /

/

/ / / / J

/ £>

/

/

/

/

Z 3 I z

/

t Z

9

z

z

f /

/ z

/ 3

<i

/

/

/

/

> /

/

®" / 3 /

3 /

* A

J

2. / O /g

^•^2.8 ZZ 3

* O J Z H Z 3 / s

-/

2 /

* / /

/

/

/

Z

'

9*3Xfi3o

33fof,o /$

/

Lj *

/

f 3 1

3 / z

/

3 /

/

2

/

(26)

P Ç > » K PH P H K V P H T PH V PH«r

Y\

P K

F K V P K W

PRv

P-ScU Pi«hV P S . K W

PT

P V

P V f PV{5cl, ?W - , V > V v i ï " S « ~ ^ V x \ ** -«o « g -v

4

a d i

^

°

i O

d ^ X> ï * -s> ,9

to

en °

** «o o-v»*0 N- <r> o -3* 3" .a* ^ V» ^ m v* v* V* V* V» V» o >* >o o ^ ^ »- v «* r^ sa o-)© " ^ } C ^ ^ ^ 3 / /

r

3 /

/

2 t

/ /

X

' I /

/ / /

O ^ ^ N4 ^

Il t z

é 2

/ / / 3 / / 3 en o

<>>

/ 3

!

2 ^ 3

-/ -/

é

/

/

/

/

£ Ç j S Ç j f j i K 5 Cj H 5 Ç , H K i C . H T 5Çj H VI su. i Ç j H W 5Cj H«*./ SC, K iç, K, S C, Sil,

5> C, S«.* W

I

2V z l S i s $ •} 1 / 3 7 1 (9 /

! U

rl

8

icj

Q /if /Z II

/V

/

o

0

1

s- sr

/

/

2 / S 9 /é £

9 ?

/ 0

f(^ /Z. glj/^/l

y. 10 ro /y tz j.

L/ s *> l

1

/

*

Y

/

!

(27)

V u VI •î-• *eT

/

6ç,V \/( 5«.w 3Çj5 -S> H

/

^)HT i > H V/

;

S* b K T i *W «•?* i rtu/ S K v S S e k ST z < > T b c U ST V 5T Vt iV S V* i Wict, 5W C H U C H T C j K 9 1-6"n» .9* 5 s 5|»»

Ç)±

v ^ ^ ^ ^ M i^j ^ N

N

N

M

N

N

Im

^

^

^

•> m f

4

^ ^ <J"S>"*9 4 j •< S ) i( ^ ^ „ >o ^ en .°

~ f* f

1 O- ^ ^ ^ tf> o ^ 'X

*i > '

y

*3~ J~ J j-

\r *

^ tr> V» U» V*

V

> ^ >

O

v ^ N O n

O

n O n o ^ N 0 Jü i° ^ ^ ° ^ * *1 > > » > 0 ^ 0 , ^ ^ V> V* >o X) ^O yj xi X) y» <3 <N * > '/• ^ ^ 4 ^ f> o >» <N <~t ^ " 8 » •"" t <> V« Sc ,3 ' - ^ 3 . <b -r^o >c >0

2. ^ /

/

/

/

/

/ :L

2. r 5- I 3 /

/

/

/

/

/ / 6

3

/ / 2

/

!

/ /

/

y 3L ^ / / / 4

I

/

I

I I ! t

i

2

2. / / ^ /

Z 7 / * ( f

X .

/

/

/

7 /

£

/

/ /

/

/

2. / X / /

I

/ /

' V

/

/

/ • /

/

/

£ ^

*

/

( /

X

f

I

/

X 5l

2 2. / Z / t

(28)

K-Spr KTli R

«Sckict-S

t

r

T

n

Avisa ÎÏ N

«

<*»

>

s

u et

U z B

i o

/ / 7 * , r , ƒ ^

'

Z

/ / z

'

Z 2. /

>o Ni V V u »j ^ V N N N t . N N N N % f

5-3 Z Û 2 > y g 2

. £ j (f 3

/

0 7 3 ^ / 0 / ^ / 2 . ^ 3 ^ 3 ^ / 3 333^ JT /.

(29)

Bijlage 7. Werkelijke aantallen. 1 ? ï K V Zd ZI 1 a "b ! SL

l

h a "b a h 1 pleek BI j 1 2 feeringd . G 604 545 530 514 295 328 535 450 jGescneurd Gs 11 8 76 82 23 27 13 10 jjHoekig H 560 477 2 3 2 18 11 parig Har 4 1 iStaartwortel K 47 49 06 106 14 22 39 15 1 {Langharig Lh 1 1 JPuatig P 506 434 475 444 387 393 549 449 jBoaael R 64 83 49 38 18 37 52 30 lEoestvlek Ev 5

A "

1 3 3 1 Istomp S 130 125 249 249 215 240 267 316 ISoheurt je Sch 2 5 12 14 9 7 17 3 »Schieter Schiet 1 1 (Schurftig Schürfi 1 jSprantelig Spr 78 92 55 42 56 85 40 34 JTe kort T 17 23 17 7 3 7 11 9

fee kort, harig Th 78 95 45 38 25 29 17 3

praat V 13 8 29 37 17 17 25 3

plekje VI 3 12 10 5 5 9

IVlekje scheurtje VI sch 1 2 10 9 15 11 17 4

(30)

Bijlage 8. Omgerekend op 1000 stuks. K Y Zd ZX a ! b a b a ! b a

I

"b BI { 1.2 2.1 G 680.9 645.Ü 571.7 578.8 599.2 406.9 571.0 510.8 ;Gs 12.4 9.5 80.8 92.5 31.1 | 35.5 13.9 11.4

m

631-5 564.5 2.1 5.4 2.5 19.2 ! 12.5 'Har 4.5 k i 55.0 58.0 91.4 119.4 18.9 27.3 41.6 I7.O LH 1.1

|P

57O.5 515.6 5O4.7 5OO.O 523.6 487.6 585.9 509.6

P

1

72.1 98.2 52.1 42.8 24.4 45.9 55.5 34.1 JET

f

5.9 4,5 1.1 4.1

3

.7 1 .1

js

146.6 147.9 264.6 280.4 29O.9 297.7 284-9 358.7

jsch

2.3 5-9 12.8 15.ö 12.2 8.7 18.1 3.4 {Schiet 1.1 1.1 jSchurft 1.1 |Spr 87.9 108.9 58.4 47-5 75.8 105.5 42.7 38.6

r

19.2 27.2 18.1 7.9 4.1 8.7 11.7 10.2 |Th 87.9 112.4 47.8 42.8 35.8 36.0 18.1 ! 3.4 V 14.7 9-5 3O.8 41.7 23.O 21.1 26.7 3.4 jvi 5.2 15.5 13.5 6.2 5.3 10.2 lYlsch | 1.1 ; 2.4 10.6 ; 10.1 2O.3 13.6 18.1 4*5

!

jw H 1 .2 12.8 54.9 18.9 ! 12.4 14*9» 10.2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

27 The chairman of the Islamic Council (a native Congolese) hosts a weekly television broadcast on Islam and speaks about Congolese Muslim affairs in the Congolese media.

In de LIOR hebben we voor u opgeschreven aan welke eisen en randvoorwaarden de nieuwe of te vernieuwen openbare ruimte moet voldoen.. Eisen die er voor moeten zorgen dat een mooie

Geringer maar toch ook groot (behalve in 1886) is de behoefte aan bemesting m e t stikstof. Wij n a m e n ook het gemiddelde der jaren 1922, '26 en '28 op, waarvan de

Detaillering proces-competentie-matrix Machinist railvervoer Kerntaak 3 Rijdt spoorvoertuigen op het spoorwegnet 3.1 werkproces: Bereidt de rit voor. Omschrijving De

Figuur 1: typische symptomen van Tomato leaf curl New Delhi virus ToLCNDV op courgette A, komkommer B, meloen C en op de wilde planten Ecballium elaterium D; gewone

Het initiatief Groene Cirkels, gevormd door multinational HEINEKEN, provincie Zuid- Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland, en kennispartners Wageningen Environmental Research

Feit is echter dat het hier om een heel kwetsbare ‘groep’ gaat, waarbij trouwens de term ‘groep’ (ik zet dit niet voor niets steeds tussen

Als overgangsmaatregel kan de gegradueerde verpleegkundige die zijn diploma behaald heeft voor 31 december 2007 of de bachelor in de verpleegkunde, die op het moment