• No results found

Kinderen weten wat ze willen lezen, volwassenen weten wat kinderen moeten lezen. Een onderzoek naar het effect van jeugdliteraire prijzen op de Nederlandse kinderboekenmarkt.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kinderen weten wat ze willen lezen, volwassenen weten wat kinderen moeten lezen. Een onderzoek naar het effect van jeugdliteraire prijzen op de Nederlandse kinderboekenmarkt."

Copied!
162
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kinderen weten wat ze willen lezen,

volwassenen weten wat kinderen moeten lezen.

Een onderzoek naar het effect van jeugdliteraire prijzen op de

Nederlandse kinderboekenmarkt

Lisa Bosch

Scriptiebegeleider: mw. prof. dr. E. A. Kuitert Tweede lezer: dhr. dr. P. Dijstelberge MA Boekwetenschap en handschriftenkunde: kinderboeken Kunst- en cultuurwetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen

(2)
(3)

Dankwoord

Ik ben een aantal mensen dank verschuldigd voor de voltooiing van deze scriptie. Voordat u het resultaat leest, neem ik graag de gelegenheid om hen te bedanken voor hun hulp, motivatie, kritiek, eerlijkheid en voornamelijk begrip. Allereerst Lisa Kuitert, mijn scriptiebegeleider, die tot het laatste moment veel begrip heeft getoond tijdens het lange schrijfproces, waarvan ik altijd kon rekenen op eerlijke en directe feedback. Dankzij haar enthousiasme en inzet was het voor mij mogelijk om met veel vaart over dit onderwerp te kunnen schrijven en om het onderzoek uiteindelijk redelijk snel af te ronden. Daarnaast ben ik dank verschuldigd aan Victor Zwaan van de CPNB voor het opzoeken en opsturen van de ontbrekende juryrapporten. Ook wil ik graag Helma van Lierop-Debrauwer en Vanessa Joosen bedanken voor hun antwoorden op mijn vragen over de Woutertje Pieterse Prijs en het jurylidmaatschap. Tot slot wil ik graag een aantal personen bedanken die mij op andere manier hebben geholpen. Nick, Naomi en Sandra: bedankt voor jullie onvervangbare hulp tijdens de moeilijke momenten. Mijn collega’s bij Simon Lévelt voor de luisterende oren en de extra koppen thee. Als laatste Koen, als mijn vriend heb je veel te verduren gehad tijdens het schrijfproces. Dank voor je copy-editing skills tijdens je lange nachtdiensten, voor je (on)begrip op de moeilijke momenten en voor je onvoorwaardelijke steun en vertrouwen. Allen heel erg bedankt!

(4)

Abstract

In deze scriptie worden een kinderjury- en een vakjuryprijs tegenover elkaar gezet om te achterhalen welk effect zij hebben op de kinderboekenmarkt.

De Prijs van de Nederlandse Kinderjury is bekend bij basisschoolkinderen, maar de Woutertje Pieterse Prijs niet tot nauwelijks. De werkwijze, de opgestelde doelen, het beoogde publiek en de bekroonde boeken spelen een rol in het aanzien van de prijzen waardoor verschillen ontstaan op diverse niveaus. Deze onderdelen worden in deze scriptie verduidelijkt.

Verder wordt er een analyse gedaan van het effect dat de prijzen hebben op de bestsellerlijst. Of een bekroning direct een bestseller maakt en of hier verschil in zit tussen de twee prijzen wordt duidelijk dankzij dit onderzoek.

Uiteindelijk luidt de conclusie dat de Woutertje Pieterse Prijs en de Prijs van de Nederlandse Kinderjury beide effect hebben op de kinderboekenmarkt al zijn de onderlinge verschillen groot. Op de verkoopcijfers lijkt het effect van beide beperkt, maar op het publiek en de symbolische productie van literatuur hebben deze prijzen wel degelijk invloed.

(5)

Inhoudsopgave

Dankwoord 3 Abstract 4 Inleiding 6 Hoofdstuk 1 – Theoretische kader 7 1.1 Bourdieu’s veldtheorie 7 1.1.1 Het culturele veld 8 1.1.2 Het literaire veld 9 1.2 Literaire prijzen 11 1.2.1 Het effect van een bekroning 14 1.3 Eerder onderzoek in Nederland naar (kinder)literatuurprijzen 15 1.4 Opzet 19 1.4.1 Verantwoording 21 1.4.2 Definities en afbakening 27 Hoofdstuk 2 – De kinderboekenmarkt 30 2.1 De grote en belangrijke uitgeverijen 30 2.2 De goedverkopende auteurs en illustratoren 35 2.2.1 Veel verkocht en veel bekroond? 38 Hoofdstuk 3 – De jeugdliteraire prijzen 42 3.1 De Woutertje Pieterse Prijs 42 3.1.1 De instanties 43 3.1.2 Wie zaten in de jury’s van 2012-2016 46 3.1.3 De eigenschappen van de bekroonde boeken 2012-2016 48 3.2 De Prijs van de Nederlandse Kinderjury 54 3.2.1 De instanties 55 3.2.2 Het leesbevordering doel 56 3.2.3 Het stemproces en de Senaat 60 3.2.4 De eigenschappen van de bekroonde boeken 2012-2016 63 3.3 De verschillen tussen de Nederlandse Kinderjury en de Woutertje Pieterse Prijs 72 Hoofdstuk 4 – Het effect van het winnen van een jeugdliteraire prijs 73 4.1 Introductie en opzet 76 4.2 De resultaten 77 4.3 Interpretatie van de gegevens 82 Conclusie 85 Literatuurlijst 91 Bijlage A: De complete lijst met “uitgeverijen” 94 Bijlage B1: De juryleden van 2012-2016 99 Bijlage B2: De juryrapporten van de Woutertje Pieterse Prijs 2012-2016 100 Bijlage C: De juryrapporten van de Nederlandse Kinderjury 2012-2016 116

(6)

Inleiding

De Kinderboekenweek is alom bekend in Nederland. Kinderen worden in die week veel geïnformeerd en geïnspireerd door extra aandacht naar de kinderboeken door onder andere: het kinderboekenbal, het kinderboekenweekgeschenk en activiteiten op de basisschool en in de bibliotheek. De bekroonde Griffel en Penseel boeken verdienen een glimmende sticker op de kaft en ook het Jeugdjournaal neemt interviews af met de winnaars. Deze feestelijke week speelt zich af rond de herfstvakantie, zodat ouders de winnende boeken kunnen kopen en de kinderen deze kunnen lezen tijdens het najaarsweer. Voor de zomervakantie wordt een andere populaire jeugdliteraire prijs uitgereikt: de Prijs van de Kinderjury. De winnaars krijgen een pluim en een sticker op het boek en ook na de uitreiking komt het boek uitgebreid in beeld in de (kinder)media. Net voor de zomervakantie wordt de prijs toegekend, en ook hier kunnen de ouders het kopen voor hun kinderen om te lezen tijdens de lange autovakanties naar Zuid-Europa. Een rondje op de verjaardag van mijn zevenjarige neefjes concludeert dat alle kinderen bekend zijn met deze de Griffels en Kinderjury prijsuitreikingen. “Ik heb net nog een boek gekregen waarop een gouden sticker zit!” “Maar, wat vinden jullie dan van de Woutertje Pieterse Prijswinnaar?” Schouderophalend heeft niemand daar een antwoord op. Ook nadat de sugar rush voorbij is, blijven er vragende gezichten en begint één maar een mop te vertellen over een Pietertje om de stilte te doorbreken. Voordat ik met mijn opleiding begon, had ik ook geen weet van de Woutertje Pieterse Prijs, terwijl de bekroonde boeken zeker niet van de onderste plank komen. Hoe komt het dat deze prijs bij kinderen minder bekend is? Zijn het de soort boeken die kinderen niet interessant vinden en heeft de vakjury daar geen goed zicht op? Heeft het winnen van een prijs wel een toegevoegde waarde op de boeken en de verkoop daarvan of heeft een bekroning helemaal geen extra invloed hierop? Hebben de Griffel & Penseel en de Kinderjury betere marketingafdelingen met betere strategieën dan de Woutertje Pieterse Prijs? Het doel van deze scriptie is om meer duidelijkheid te scheppen over deze kwestie. Hiervoor zullen de kinderboekenmarkt en de -prijzen, maar ook theorie over het literaire veld en de eigenschappen, uitgelicht en toegepast worden. En zullen tastbare resultaten opheldering geven over het effect van jeugdliteraire prijzen.

(7)

Theoretisch kader

Veel basisschoolkinderen hebben geen kennis van de Woutertje Pieterse Prijs en de winnaars, maar de door de Griffel- en Kinderjury bekroonde boeken zijn wel alom bekend. De specifieke reden hiervoor zal moeilijk te achterhalen zijn, maar de wisselwerking in het literaire milieu, waartoe deze prijzen behoren, kan wel verduidelijkt worden om zo een beter beeld te krijgen van de jeugdliteraire prijzen en hun aanwezigheid in dit veld. De veldtheorie van Pierre Bourdieu zal de basis vormen voor het betere begrip van het literaire milieu. Hij biedt uitleg over waardetoekenning in het culturele veld en het functioneren in het veld. 1.1 Bourdieu’s veldtheorie Bourdieu stelt met zijn veldtheorie dat onze samenleving bestaat uit gerangschikte velden (champs), zoals politiek, cultuur en economie. Deze velden overlappen elkaar gedeeltelijk Elk veld heeft specifieke eigenschappen en is autonoom, maar alle velden opereren volgens universele veldwetten. Deze wetten zijn constant en geven kennis van het functioneren van de verschillende velden. Deze kennis ligt als basis voor het begrijpen van en deelnemen in elk specifiek veld.1

Een veld is als een geordende ruimte met posities die door deelnemers (mensen en instellingen) kunnen worden ingenomen. Een van de universele veldwetten is de continue machtsstrijd die zich intern afspeelt. Het doel van deze strijd is het behouden of verbeteren van ieders machtspositie. In de hoop uiteindelijk het alleenrecht te vergaren over de specifieke gedragingen van het veld.2 Dit is te vergelijken met een troep leeuwen waarin een of twee mannetjes de leiding hebben. Zij zullen worden uitgedaagd door hun eigen jongen en vagebonden voor hun leiderschap. Soms wint een nieuwe deelnemer en soms de huidige troepleiders. Deze machtsstrijd blijft continu doorgaan met totale zeggenschap als doel. Deze strijd is altijd aanwezig omdat men nooit tevreden is over zijn positie. De onvrede stimuleert de machtsstrijd en zorgt voor de aantrekkingskracht van het alleenrecht. 1 Bourdieu, P. Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip. Amsterdam: Van Gennep, 1989, p. 171. 2 Bourdieu 1989, p. 173.

(8)

Om de ladder te kunnen beklimmen heeft men verschillende soorten kapitaal nodig: economisch (vermogen en vastgoed), cultureel (vaardigheden), sociaal (relaties en symbolisch (prestige). Per veld is een ander kapitaal belangrijker en zodra een persoon meer van dit kapitaal bezit, zal deze dan ook stijgen op de ranglijst. Elk veld heeft een monopoly als doel, maar waarover geregeerd wordt is per veld verschillend. In het politieke veld is dat de letterlijke macht: het laatste woord over beslissingen of vetorecht. In het wetenschappelijke of culturele veld heeft men andere macht dan in de politiek. Hier draait het voornamelijk om aanzien en legitimiteit van theorie of cultuur.3 1.1.1 Het culturele veld Zoals bekend is het culturele veld een van de autonome velden die deel uitmaakt van de samenleving. Cultuur is alles wat de mens voortbrengt en het is zowel materieel als immaterieel. Kunsten, media en letteren zijn onderdeel van cultuur. Literatuur, en dan voornamelijk kinder- en jeugdboeken, staat centraal in deze scriptie vandaar dat het culturele veld verder wordt behandeld en de andere velden niet.

Bourdieu is geïnspireerd door het culturele veld om vanuit een ander oogpunt naar kunst te kijken. Niet meer vanuit de traditionele opvatting, maar vanuit het vernieuwde social construct idee. De traditionele kunstvisie was een overtuiging waarin kunst een op zichzelf staand fenomeen is met intrinsieke artistieke kwaliteiten. Tegenwoordig worden bij waardeoordelen van kunst ook de cultuur en periode waarin het object is gemaakt als maatstaven gebruikt. Deze benadering van kunst gaat ervan uit dat de waarde van een kunstwerk niet louter bepaald wordt door alleen de intrinsieke eigenschappen, maar voornamelijk door de sociale context, waarbij de waarde wordt toegekend door instellingen en instituties. Voor schilderijen zijn deze instituties musea, galeries, en zogenoemde ‘kunstkenners’, en de waarde van literatuur wordt onder andere toegekend door uitgeverijen, recensenten en het onderwijs.

De culturele waarde van een product komt volgens Bourdieu tot stand door alle actoren en het spel van het veld. Het idee dat de kunstenaar de enige producent is waarbij alle waardetoekenning van hem uitgaat, is in zijn ogen niet juist.4 De waarde van een kunstwerk

3 Bourdieu 1989, p. 172. 4 Bourdieu 1989, p. 206.

(9)

wordt bepaald door verschillende factoren: de kunstenaar en diens prestige, instellingen en personen met autoriteit in het culturele veld, bijvoorbeeld boekhandelaren en onderwijzers.5

Deze autoriteiten zijn de verschillende instituten en personen die zich bezighouden met de promotie, productie en consumptie van de culturele goederen. Zij bevinden zich in het culturele veld en hebben allemaal de mogelijkheid om waarde toe te kennen. Toch wordt niet de waardetoekenning van elke deelnemer gezien als legitiem. Men moet namelijk wel autoriteit bezitten om gegronde waarde toe te kennen en deze autoriteit wordt vergaard in een continue machtsstrijd.6 Dat wat een institutie in het culturele veld aan gezag bezit is het symbolisch kapitaal, oftewel de prestige en aanzien van een persoon of instelling. 1.1.2 Het literaire veld Kunst is onderdeel van het culturele veld en kunst is ook onder te verdelen in kleinere en meer specifieke champs. Het literaire veld is hier een van. Daarin in zien we dezelfde wetmatigheden als in het culturele veld met betrekking tot waardetoekenning. De instellingen met het meeste symbolische kapitaal kennen gelegitimeerde waarde aan producten toe.

Dorleijn en Van Rees hebben de wisselwerking van het literaire veld met de verschillende instituties uiteengezet in een schema (afbeelding 1, zie pagina 6).7 Dit schema laat zien dat

het veld verdeeld is in drie categorieën: materiële productie, distributie en symbolische productie. De verschillende literaire instituties, organisaties en individuen houden zich bezig met het produceren en het verspreiden van literatuur.8 Materiële productie omvat alle acties

die leiden tot een tastbaar boek. Symbolische productie omvat de niet-tastbare waardetoekenning. Het distributieproces wordt uitgevoerd door boekhandels, bibliotheken en boekenclubs, die de boeken naar de lezers brengen. Per productieproces zijn er verschillende instanties die invloed uitoefenen op de waardetoekenning van het boek. De auteur staat bovenaan bij de materiële productie en heeft verder nauwelijks invloed op de 5 Bourdieu 1989, p. 262. 6 Bourdieu 1989 en Bourdieu, P. De regels van de kunst: wording en structuur van het literaire veld. Vert. Rokus Hofstede. Amsterdam: Van Gennep, 1994. 7 Dorleijn, G.J. en K. van Rees, red. De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000. Nijmegen: Vantilt, 2006. 8 Dorleijn en Van Rees 2006, p. 15.

(10)

twee andere processen. Hoewel zijn acties voornamelijk de basis zijn voor het literaire object, zijn het de overige instanties, zoals boekhandels en bibliotheken, leraren en critici, die het grootste aandeel leveren van de beeldvorming. De invloed van de uitgeverijen is volgens dit schema beperkt tot de materiële productie. Zij leveren net als de schrijver een gevormd boek af en hun invloed zal niet verder reiken dan het materiële product. Afbeelding 1: Het literaire veld. Bron: Dorleijn, G.J. en K. van Rees, red. De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000. Nijmegen: Vantilt, 2006, p. 15. Bourdieu schreef over waardetoekenning dat verschillende aspecten invloed hebben op de uiteindelijke waarde van een kunstvoorwerp, waaronder het symbolische kapitaal (de gedragingen en prestige van de auteur).9 De mening van de auteur over zijn eigen boek zal hier niet van invloed zijn op de waarde van het boek, maar zijn imago wel. Een kunstvoorwerp is verbonden met zijn schepper en dit zal bij beoordeling door anderen altijd meespelen. Het schema van Dorleijn en Van Rees zou hierdoor niet geheel juist zijn. Ook Kuitert (2008) geeft aan dat het schema niet volledig is. De uitgeverij neemt ook deel in de symbolische productie: 9 Bourdieu, P. “The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods.” In: Media, Culture and Society 2(1980): 261-293, p. 262.

(11)

De literaire uitgeverij is behalve een machinerie die boeken op de markt brengt, ook een smaakmaker, een stuurder, een setter van trends en stijlen waarmee ook waardeoordelen worden geïnsinueerd, en draagt als zodanig evenzeer bij aan de symbolische productie van literatuur.10 Dorleijn en Van Rees (1993) definiëren symbolische productie als volgt: “het specificeren en uitdragen van bepaalde opvattingen over literatuur (literatuurkritiek) en voor dit oogmerk specifieke kanalen aanwenden (literatuuronderwijs aan volwassenen en jeugdigen, wetenschappelijke en literaire tijdschriften, pers en media)”.11 De uitgeverij verzorgt

grotendeels de materiële productie, maar Kuitert laat zien dat deze institutie ook past in de symbolische productie. Uitgeverijen beslissen welke manuscripten gepubliceerd worden en hiermee bepalen ze als eerst welke teksten geschikt zijn voor de boekenmarkt.12 Ook levert

de uitgeverij waarde door middel van beeldvorming in een aanbiedingscatalogus, het toekennen van NUR-codes, vormgeving en promotiemateriaal.13 De belangrijkst symbolische

productie die geleverd wordt door de uitgeverij komt van haar publiciteitsafdeling. Zij regelen interviews met de auteur, advertentiecampagnes, boekpresentaties en andere acties die moeten zorgen voor het “in-de-markt-zetten” van de auteur.14 De uitgeverij verzorgt de

materiële productie, maar het maakt ook deel uit van de symbolische productie van literatuur. 1.2 Literaire prijzen Uitgeverijen zijn verantwoordelijk voor de materiële maar ook de symbolische productie van boeken. Ook het literatuuronderwijs en literaire kritiek bevinden zich in die laatste categorie van het literaire veld. Het schema van Dorleijn en Van Rees geeft niet weer tot welke categorie (literaire) prijzen horen. Volgens De Nooy zijn literaire prijzen een vorm van literatuurkritiek, het betreft namelijk het toekennen van een prijs door middel van

10 Kuitert, L. “De uitgeverij en de symbolische productie van literatuur: Een historische schets 1800-2008.” In, STILET 2, september (2008): 67-87, p. 68. 11 Van Rees, C. J. en G. J. Dorleijn. “De impact van literatuuropvattingen in het literaire veld. Aandachtsgebied literatuuropvattingen van de Stichting Literatuurwetenschap” Den Haag: Stichting Literatuurwetenschap: 1993. p. 4. 12 Kuitert 2008, p. 68-69. 13 Kuitert 2008, p. 80-81. 14 Kuitert 2008, p. 82.

(12)

argumentatie.15 Hiermee wordt waarde toegekend aan een boek waardoor de literaire prijzen

te plaatsen zijn in het vlak van de symbolische productie. Jury's en critici hebben als doelen het bepalen welke boeken als literatuur beschouwd moeten worden en welke boeken kwalitatief beter zijn.16 Besprekingen en bekroningen zijn beide manieren om de kwaliteit van

teksten te bepalen, maar geen van beide activiteiten berust op eenduidige en betrouwbare meetinstrumenten om de waarde vast te stellen.17 De kwaliteit wordt bepaald bij recensies

en prijzen door de literatuuropvattingen van de criticus. Toch zijn de maatstaven per prijs verschillend zo blijkt uit het onderzoek van Hoogstraaten en Lierop-Debrauwer. De doelstellingen van meerdere prijzen laten zien dat verschillen bestaan in de opvatting over de functie van literatuur, de rol die de jury opgelegd krijgt en het soort kritiek dat gebruikt wordt bij de beoordelingen.18 Als het doel van de prijs boekpromotie en leesbevordering is dan

nemen de jury's een voorlichtende of bemiddelende rol aan en bij andere doelen neemt de jury de rol van literatuurcriticus op zich.19

De website van de Woutertje Pieterse Prijs laat weten dat het doel van de prijs “het bevorderen van de literaire kwaliteit van het Nederlandstalig jeugd- en kinderboek” is.20 De

juryleden letten op een goed verhaal met mooie taal, maar ook op de vormgeving en illustraties bij de beoordeling van de genomineerde boeken. Zij hebben ook de mogelijkheid om de prijs niet uit te reiken als ze niet tevreden zijn over de kwaliteit van de ingezonden boeken. Dit is sinds de oprichting van de prijs in 1988 nog niet voorgekomen. De rol die de jury van de Woutertje Pieterse Prijs tot zich neemt is die van literatuurcriticus.

De Kinderjury geeft op de website geen informatie over de doelen van de prijs, maar www.literaireprijzen.nl geeft hier wel antwoord op: “De Nederlandse Kinderjury heeft tot doel zoveel mogelijk kinderen kennis te laten nemen van nieuwe kinderboeken en hen aan te 15 De Nooy, W. “Prijzen als vorm van kritiek.” In: Leesgoed 15, nr. 1 (1988a): p. 23-26. En, De Nooy, W. “Literary Prizes: Their role in the Making of Children’s Literature.” In: Poetics 18 (1989): p. 199- 213. 16 De Nooy 1988a, p. 23. 17 De Nooy 1988a, p. 23. 18 Hoogstraaten, M. en H. van Lierop-Debrauwer. “De stem van de jury”. In: Literatuur zonder Leeftijd 87, voorjaar (2012): 61-69, p, 66. 19 Hoogstraaten en Van Lierop-Debrauwer 2012, p.64-65. 20 http://www.woutertjepieterseprijs.nl/WPP/Vraagenantwoord.asp, bezocht op 22-2-2017.

(13)

zetten tot kritisch lezen”.21 Dit doel is een combinatie tussen de twee rollen, zowel

leesbevorderend als kritisch denkend. Alle Nederlandse kinderen worden aangespoord om zoveel mogelijk boeken te lezen die in het voorgaande jaar gepubliceerd te zijn en zij worden aangezet om kritisch te kijken naar de boeken die zij hebben gelezen. Hoogstraaten en Lierop-Debrauwer hebben het in hun artikel over de volwassenenjuryleden die pedagogisch of kritisch naar boeken kijken. Kinderen zijn onderdeel van de pedagogiek en de doelgroep van kinderliteratuur. Zij hebben niet de kennis die critici en pedagogen bezitten. Het uiteindelijke doel van de oprichters van de Kinderjury is voornamelijk leesbevordering met het oefenen van kritisch lezen, maar het doel van de kinderen is het boek kiezen dat zij het beste vonden. Het prestige van de prijzen en van de instanties die ze uitreiken speelt ook mee in de legitimiteit van waardeoordelen. De literaire bollebozen van de Woutertje Pieterse Prijs hebben meer symbolisch kapitaal dan de basisschoolkinderen die deel uitmaken van de Kinderjury. De Nooy schrijft hierover dat het prestige van mensen in het literaire veld afhangt van hun activiteiten, de positie die zijn bekleden en de duur van hun deelname in het veld.22

Ook wordt het prestige beïnvloed door de instituten waaraan men verbonden is. Een uitgeverij die veel belangrijke boeken uitgeeft, die het goed doen op de markt en een impact hebben op literatuur in het algemeen, zal een hoger prestige hebben en opbouwen. Terwijl een uitgeverij die zijn inkomsten genereert door massaproductie maar geen ‘pareltjes’ aflevert, minder prestige zal vergaren. De auteurs, uitgevers en andere mensen in het vak die verbonden zijn met de belangrijkere uitgeverij zullen hierdoor zelf ook meer prestige krijgen.23 Basisschoolkinderen die deel uitmaken van de Kinderjury zijn niet verbonden aan

belangrijke uitgeverijen of andere instituten. Hun connectie met het literaire veld is het lezerschap. De leden van de jury van de Woutertje Pieterse Prijs, daarentegen, zijn schrijvers, recensenten, letterkundigen etc. die wel verbonden zijn aan uitgeverijen.24 Prestigieus of niet maakt in de vergelijking met de basisschoolkinderen niet uit, zolang de juryleden verbonden zijn aan een literaire institutie, hebben zij meer prestige, oftewel symbolisch kapitaal, dan de 21 http://www.literaireprijzen.nl/Literaire-Prijzen/AwardID/276/AwardName/Prijs%20van%20de%20Nederlandse%20Kinderjury/Mode/ViewA wardYears, bezocht op 22-2-2017. 22 De Nooy, W. “Gentlemen of the jury…: The features of experts awarding literary prizes.” In: Poetics 17.6 (1988b): 531-545, p. 532. 23 De Nooy 1988b, p. 533. 24 Boonstra, B., et al. Voort weer gespoord naar een nieuw avontuur! 25 jaar Woutertje Pieterse Prijs. Den Haag: Ando, 2012, p. 39.

(14)

jonge kinderen.25 Het prestige dat de literaire prijzen hebben is gerelateerd aan het prestige

van de juryleden, concludeert De Nooy.26 Juryleden met meer symbolisch kapitaal zullen de

posities bekleden van prijzen met meer prestige. Deze leden genieten een hogere autoriteit als experts in het literaire veld.27 De Woutertje Pieterse Prijs en de Kinderjury hebben een

verschil van symbolisch kapitaal door de verschillende leden van de jury’s. Dit kapitaal en de bijbehorende autoriteit zorgen voor legitieme waardeoordelen die andere leden van het literaire veld zullen accepteren.28 Toch zal per lezer verschillen aan welke bekroning zij waarde

hechten. Het literaire veld is dynamisch, met verschillende actoren die zo hun eigen waardes hebben. De literaire geschoolde lezers hechten misschien meer waarde aan een waardetoekenning door iemand met autoriteit, terwijl onervaren lezers mogelijk liever lezen zoals hun leeftijdsgenoten doen. 1.2.1 Het effect van een bekroning

Behalve dat het winnen van een prijs gepaard gaat met media-aandacht, eventueel een geldprijs en een titel, zouden er volgens de conventies hierna nog andere positieve effecten volgen en dan voornamelijk betere verkoopcijfers.29 Een goede review, en dus ook het winnen van een prijs, leidt tot meer verkopen.30 Clement, Proppe en Rott stelden de vraag of positieve reviews daadwerkelijk een meetbaar positief effect heeft op het commerciële succes van een boek en of negatieve reviews definitief leiden tot slechte verkopen.31 Het is immers zo dat een review, ongeacht het oordeel, bij kan dragen aan het succes van het boek omdat het in elk geval meer aandacht genereert.32 Clement, Proppe en Rott bouwen voort op de resultaten

van Sorensen en Rasmussen die laten zien dat zowel positieve als negatieve reviews de

25 De Nooy 1988b, p. 533. 26 De Nooy 1988b, p. 543. 27 De Nooy 1988b, p. 534-544. 28 Bourdieu 1980; 1989; 1994. 29 Dodds, J. C., en M. B. Holbrook. “What’s an Oscar worth? An empirical estimation of the effects of nominations and awards on movie distributions and revenues.” In: Current Research in Film Audiences, Economics and Law 4 (1988), p. 72-87. En, Nelson, R. A., M. R. Donihue, D. M. Waldman en C. Wheaton. “What’s an Oscar worth?” In: Economic Inquiry 39.1 (2001), p. 1-16. 30 Clement, Proppe en Rott 2007, p. 78. 31 Clement, Proppe en Rott 2007, p. 78. 32 Clement, Proppe en Rott 2007, p. 78.

(15)

verkopen verhogen.33 Het vervolgonderzoek van Clement, Proppe en Rott gebruikt meer

variabelen om hun hypothese te toetsen. Zij ontwikkelden een formule waarmee zij wilden ontdekken hoe en hoeveel invloed een positief of negatief review effect heeft op de verkoopcijfers van boeken. Zij gebruikten onder andere het winnen van een prijs, positieve en negatieve media-aandacht, meningen van experts, genre en het imago van de auteur als variabelen in de formule. Hieruit concluderen Clement, Proppe en Rott dat positieve en negatieve reviews waarin duidelijke meningen uitkomen, leiden tot betere prestaties. Het winnen van een prijs heeft niet altijd een positief effect op de verkoopcijfers. De boeken die gecategoriseerd zijn als “flops” worden nog minder verkocht zodra de auteur een award heeft gewonnen terwijl de gecategoriseerde bestsellers juist significant meer verkochten zodra de auteur of het boek een prijs heeft gewonnen. Clement, Proppe en Rott nemen aan dat dit effect er is omdat het winnen van een prijs highbrow34 entertainment suggereert, iets dat de

lezers van bestsellers juist waarderen terwijl de lezers van flops dat afschrikt. Lowbrow35

lezers zouden waarschijnlijk auteurs mijden die een prijs hebben gewonnen.36 Critici hebben significante invloed op het succes van een boek. Het is niet de mening van de criticus die een boek laat stijgen of dalen op de bestsellerlijst, het is de extra aandacht die een boek krijgt die voor meer verkopen zorgt. Om te kunnen concluderen of de winnende boeken van de Kinderjury en de Woutertje Pieterse Prijs succesvol zijn, is de positie op de bestsellerlijst een goed uitgangspunt. Hieruit kan geconcludeerd worden of een boek voor de bekroning goed of slecht verkocht werd en of de positie daalt of stijgt na de bekroning. Vervolgens kan een conclusie getrokken worden over het effect van de bekroning op de verkoopcijfers. 1.3 Eerder onderzoek in Nederland naar (kinder)literatuurprijzen

Aan de basis van elk onderzoek ligt ander, eerder onderzoek. Theorieën vormen de bouwstenen van het werk, maar de resultaten van anderen functioneren als fundering. Hier 33 Berger, J., A. T. Sorensen en S. J. Rasmussen. “Positive effects of negative publicity: when negative reviews increase sales.” In: Marketing Science 29.5 (2010), p. 815-828. En, Sorensen, A.T. & Rasmussen, S.J. (2004). Is any publicity good publicity? A note on the impact of book reviews. Working paper: Stanford Graduate School of Business. 34 Highbrow literatuur zijn boeken met hoogstaande literaire kwaliteiten. 35 Lowbrow literatuur wordt ook wel triviaalliteratuur genoemd. 36 Clement, Proppe en Rott 2007, p. 96-99.

(16)

volgen nu verschillende onderzoeken gedaan uit verschillende gebieden die gekeken hebben naar onder andere (kinder)literatuurprijzen, de effecten van bekroningen en juryrapporten. Deze onderzoeken worden besproken om te verhelderen wat al onderzocht is en wat er nog mist op dit gebied om zo inspiratie te halen uit de resultaten.

De juryrapporten van verschillende jeugdliteraire prijzen zijn vaak het onderwerp van onderzoeken geweest. Twee masterscripties waarin de juryrapporten centraal staan zullen hier worden besproken. De eerste komt uit 2010 en is geschreven door Marte Hoogstraaten aan de Universiteit van Tilburg. Zij vergelijkt hoe de jury’s van drie belangrijke jeugdliteraire prijzen (Gouden Griffel, Gouden Zoen en de Woutertje Pieterse Prijs) oordelen over literaire kwaliteit. Door middel van tekstanalyses van de juryrapporten is “onderzocht hoe inhoud en argumentatie zich tot elkaar verhouden, welke argumenten worden ingezet, hoeveel aandacht er is voor reflectie op de institutie kinder- en jeugdliteratuur en hoe er wordt gedacht over de kritiek in het algemeen”.37 Omdat de Woutertje Pieterse Prijs onderdeel is

van dit onderwerp zullen alleen de kenmerken van die juryrapporten worden besproken. De Gouden Griffel en Woutertje Pieterse Prijs blijken meer waarde te hechten aan uitwerking van argumentatie. Het soort argumenten dat gebruikt wordt bij alle prijzen is voornamelijk gericht op het werk als autonoom geheel en op relatie met de lezer gericht. De Woutertje Pieterse Prijs besteedt veel aandacht aan argumenten die gericht zijn op het werk zelf en de focus in de rapporten ligt voornamelijk op de literaire kwaliteiten van het boek. Ook bevatten de inleidingen van de rapporten van de Woutertje Pieterse Prijs besprekingen van het gehele boekenaanbod waarin de kwalitatieve mindere boeken (de net-niet-winnaars) ook een beetje aandacht krijgen.38 De criteria in de juryrapporten komen overeen met de door het bestuur geformuleerde criteria. De focus ligt op literaire kwaliteit en niet of minder op de primaire verlangens van de jeugdige lezers. De winnende boeken zijn eigenzinnig en poëtisch van aard.39 Hoogstraaten concludeert dat als prijzen gejureerd zijn door volwassenen het te verwachten is dat zij zich voornamelijk concentreren op literaire kwaliteiten en niet zozeer rekening houden met de 37 Hoogstraaten, M. De stem van de jury. Een onderzoek naar tien jaar jeugdliteraire jury’s. Masterscriptie Algemene Cultuurwetenschappen. Universiteit van Tilburg, 2010, p. 3. 38 Hoogstraaten 2010, p. 114. 39 Hoogstraaten 2010, p. 117.

(17)

jonge lezers. “Het zijn immers literaire prijzen waarbij een jury van volwassenen een door een volwassene geschreven werk beoordeelt.”40 Zij concludeert dat het belangrijk is dat er

volwassenenjury’s en kinderjury's zijn die ieder verschillende doelgroepen bereiken en verschillende criteria (literair en lezersgericht) stellen die niet gecombineerd hoeven te worden, maar elkaar ook niet uit moeten sluiten.

De tweede scriptie komt uit 2012 en is geschreven door Ezra Homan aan de Universiteit van Tilburg. De werkwijze van twee literaire instituties en hun onderlinge relatie staan centraal. De recensies van journalistieke, literaire dag- en weekblad kritiek en de juryrapporten van de Gouden Griffel werden geanalyseerd door middel van het model van Krikhaar en Ros, waarbij de onderzoeksvraag is: “vanuit welke rol en literatuuropvatting beoordelen de Griffeljury en de literaire dag- en weekbladkritiek de bekroonde boeken in de periode 1992-200? En hoe verhouden de soorten kritiek die hieruit voortvloeien zich ten opzichte van elkaar?”41 Hieruit volgt hoe beide instituties oordelen over de boeken, welke

argumenten gebruikt zijn als onderbouwing, de aard van de recensies en de literatuuropvatting en de rol van de criticus. Uit de analyse komt voornamelijk naar voren dat in de juryrapporten de nadruk ligt op het geven van een oordeel en de onderbouwing met argumenten. De Griffeljury is hierdoor voornamelijk een literaire beoordelaar. Net als eerder uit het onderzoek van Hoogstraaten blijkt dat ook de Griffeljury weinig aandacht schenkt aan de inhoud- en lezersgerichte aspecten van een boek. De opmerkingen zijn wel aanwezig maar argumenten over de literaire kwaliteit nemen de overhand. Recensies bevatten meer informatieve en lezersgerichte opmerkingen waarmee zij de rol van voorlichter meer naar zich toetrekken.42

De resultaten van de twee scripties geven weer dat de opgestelde doelen goed doorklinken in de juryrapporten. Deze prijzen zijn alleen gejureerd door volwassenen over kinderliteratuur. Dat de juryleden zich bewust zijn van het doel van de prijs en deze toepassen in hun oordeel is in zeker zin te verwachten. Zij werken al langer in het literaire veld, hebben meer kennis van argumenteren en literaire doelstellingen. Kinderen daarentegen maken nog 40 Hoogstraaten 2010, p. 117. 41 Homan, E. ‘Kortom echt een boek om een Gouden Griffel te krijgen…’ Een vergelijkend onderzoek naar de werkwijze van de literaire dag- en weekbladkritiek en de Griffeljury bij het beoordelen van kinder- en jeugdboeken. Masterscriptie Literatuurwetenschap. Universiteit Utrecht, 2012. Web. 31. jan. 2017. p. 7. 42 Homan (2012), p.7.

(18)

niet lang deel uit van het veld en zullen ook niet dezelfde kennis hebben. De juryrapporten van kinderjury’s zijn in deze scripties niet besproken en of hierin de gestelde doelen van de prijzen naar voren komen zodra kinderen de oordelen vellen zijn geen uitspraken over te doen. Dit zal met verder onderzoek achterhaald kunnen worden.

Het artikel van Clement, Proppe en Rott wijst op het effect van recensies op de verkoopcijfers. Zowel positieve als negatieve recensies zorgen voor betere verkoopprestaties op de boekenmarkt ongeacht het oordeel doordat deze leiden tot meer aandacht. Zij besteden minder aandacht aan bekroningen, maar wel komt eruit dat bestsellers het meeste profiteren van prijzen. Vivian Roosen bekijkt het verkoopeffect van prijzen in de Nederlandse boekenmarkt. Net als bij Clement, Proppe en Rott staan in dit onderzoek literaire prijzen voor volwassenen centraal, maar wel geldt dit onderzoek specifiek voor Nederland. Roosen onderzocht de AKO Literatuurprijs, Libris Literatuurprijs en de NS Publieksprijs en bekeek met de aanwezigheid in de Bestseller60 het succes van de bekroonde boeken. Mensen baseren hun keuze om een boek te kopen op signalen over kwaliteit waarvan een bekroning er een is. Roosen verwacht dat elke prijs verschillende effecten heeft op het succes van een boek omdat de drie prijzen die behandeld worden gebaseerd zijn op verschillende criteria.43 Zowel

genomineerde en bekroonde boeken doen het beter op de boekenmarkt ongeacht de prijs waarmee ze worden verbonden. Kennelijk leidt het winnen van een prijs tot meer vraag. Wel was zichtbaar dat de boeken die genomineerd waren voor de publieksprijs langer en vaker in de Bestseller 60 blijven dan boeken genomineerd door de andere prijzen. Er kan uit Roosens onderzoek alleen geen conclusie volgen over het succes van een boek omdat alleen de aanwezigheid in de lijst meegenomen werd in de resultaten en niet de positie van de prijs in de lijst. Zo kan het zijn dat een boek 3 weken op nummer 1 staat terwijl een ander boek 7 werken op plaats 58 staat. Het eerste boek kan hierdoor totaal genomen meer succes hebben gehad dan boek twee. Helaas, zo schrijft Roosen, zijn de daadwerkelijke verkoopcijfers en het verschil tussen de plekken in de lijst niet meegenomen in de studie.44 Het ontbreken van het verschil in positie is waar dit onderzoek veel relevante informatie mist. De focus blijft bij dit onderzoek geheel op economische waarde van een bekroning, maar deze waarde is niet

43 Roosen, V. Effects of awards in the Dutch book industry. Masterscriptie Economics and Business.

Universiteit van Amsterdam, 2008. Web. 31 jan. 2017. p. 5.

(19)

compleet. Mijn onderzoek zal zowel de hoogte als de duur van de plaats in de bestsellerlijst meenemen in het bepalen van het succes van de bekroonde boeken.

Het laatste onderzoek komt van Yolanda Kaufman waarin zij de verschillen in bekroningen tussen kinder- en vakjury vastlegt.45 De vraag die zij stelde was: “is er op basis van

narratologische analyses, een verschil aan te geven tussen kinderboeken die vanaf het jaar 1997 tot en met 2000 een prijs van een kinderjury hebben gekregen en kinderboeken die in dezelfde periode een prijs van een professionele jury hebben ontvangen?”.46 Kaufman

onderzocht de winnende boeken met een narratologische analyse om de verschillende eigenschappen te ontdekken. Zij wilde achterhalen of de boeken die bekroond worden door een kinderjury andere aspecten (perspectief, verhaallijn, gebruik van stijlfiguren) hebben dan de boeken bekroond door een professionele jury. De discussie tussen leesbevorderaars en critici staat centraal, “plezierige” boeken versus “goede” boeken. De critici zouden kinderen vergeten en te moeilijke boeken waarderen en de leesbevorderaars zouden kinderen onderschatten en ze het recht op kwaliteit afnemen.47 De vergelijking tussen de winnende

boeken van de Gouden Griffel en de Kinderjury laat grote verschillen zien qua vertelperspectief, stijl en personage ontwikkeling. Kinderen kiezen voornamelijk de boeken met weinig literaire aspecten terwijl de professionele jury kiest voor literaire eigenschappen, maar Kaufman stelt dat kinderen niet eenzijdig kiezen en ook boeken willen lezen met stijlfiguren en verrassende verhaallijnen. Het doel moet zijn dat kinderen gaan lezen en blijven lezen en de makkelijkste weg daar naartoe zijn “simpele” boeken, maar zodra kinderen snakken naar meer zouden zij onder begeleiding geïntroduceerd moeten worden met vernieuwende boeken. Een kind zal kritisch gaan lezen zodra hem een variatie in lectuur aangeboden.48

1.4 Opzet

De voorgaande paragrafen hebben veel informatie opgeleverd over het literaire veld, waardeoordelen en eerder onderzoek gedaan naar literaire prijzen. Het effect van literaire 45 Kaufman, Y. “‘Niet kopen, zonde van het geld!’ Verschillen in bekroningen tussen kinder- en vakjury’s.” In: Tsjip/Letteren 12 (2002): p. 25-28. 46 Kaufman 2002, p. 25. 47 Kaufman 2002, p. 25-26. 48 Kaufman 2002, p. 28.

(20)

prijzen op de boekenmarkt is al onderzocht voor volwassenenliteratuur, ook het effect van positieve en negatieve recensies op het succes van boeken en de verschillende doelstellingen van de jeugdliteraire prijzen zijn onderzoeksonderwerpen geweest. De combinatie van deze drie onderwerpen mist nog voor kinderliteratuur en daarom is de hoofdvraag van deze scriptie:

Welk effect hebben de jeugdliteraire prijzen op de kinderboekenmarkt?

Deze vraag zal beantwoord worden door middel van een beeld schetsing van de werking van de kinderboekenmarkt en van de invloed van een bekroning op de bestsellerlijst van de periode 2012 tot 2017. De deelvragen die hierop volgen zijn: 1. Hoe ziet de huidige kinderboekenmarkt eruit? 2. Wat zijn de inhoudelijke verschillen tussen de Woutertje Pieterse Prijs en de Prijs van de Nederlandse Kinderjury? 3. Hoe varieert de positie en tijdsduur van de plek in de bestsellerlijst van bekroonde boeken voor, tijdens en na de bekroning, en verschilt dit per prijs?

Het voorgaande hoofdstuk vormt de basis waarop het onderzoek verder bouwt. Dit theoretische kader heeft inzicht gegeven over de wisselwerking van het grote literaire veld. Hoofdstuk twee zal dit veld verkleinen door een afbakening te maken van de kinderboekenmarkt en de verschillende facetten van deze niche. Dit hoofdstuk zal informatie verschaffen over belangrijke en grote uitgeverijen, de bekende schrijvers en illustratoren en het succes van bekroonde boeken in een periode van vijf jaar waarna antwoord gegeven kan worden op de eerste deelvraag. Deelvraag twee wordt beantwoord in hoofdstuk drie. Hierin worden twee jeugdliteraire prijzen onder de loep genomen waarbij veel informatie over de manier van werken van de prijzen, de gestelde doelen, de bekroonde boeken en jury’s wordt vergaard. De keuze voor twee prijzen wordt in paragraaf 1.4.1 uitgelegd.

In hoofdstuk vier wordt het onderzoek uitgevoerd en zal deelvraag drie worden beantwoord. Het onderzoek is naar het effect van bekroningen op de bestsellerlijst en wordt uitgevoerd met de beschikbare informatie gehaald van www.debestseller60.nl en met een cijfermatige vergelijking tussen de resultaten van de bekroningen van de twee jeugdliteraire prijzen op de positie in de bestsellerlijst. Aan de hand van deze resultaten en de besproken theorie zal een conclusie worden getrokken en antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag.

(21)

1.4.1 Verantwoording

De informatie over jeugdliteraire prijzen en de in paragraaf 1.3 besproken scripties hebben inzicht gegeven in de verschillende prijzen en de jury’s. In schema 1 die op de pagina 20 te vinden is, zijn alle nationale jeugdliteraire prijzen die hedendaags uitgereikt worden met ieders specificaties uiteengezet om een helder beeld te geven tussen welke prijzen een keuze is gemaakt voor dit onderzoek. Hieruit komt voort dat de meeste jeugdliteraire prijzen jury's met volwassenen hebben, maar twee prijzen hebben alleen kinderen in de jury: de Prijs van de Jonge Jury en de Nederlandse Kinderjury. De Jonge Jury leden zijn tussen 13 en 16 jaar en de leden van de Kinderjury tussen 6 en 12 jaar. De juryleden van de andere jeugdliteraire prijzen (De Griffels en Penselen, de Woutertje Pieterse Prijs, Nienke van Hichtum-prijs, etc.) zijn volwassenen met een achtergrond in het literaire veld. Hebben volwassenen en kinderen een andere kijk op boeken? Heeft dat te maken met de veronderstelling dat volwassenen meer ervaring hebben met kritisch analyseren? Hier hoop ik in de conclusie op terug te kunnen komen. De vergelijking van twee jeugdliteraire prijzen met vakjury’s is al eerder het onderwerp van onderzoeken geweest. Om deze reden is het interessant om een jury met volwassenen en een met kinderen te vergelijken. Tabel 1 geeft aan dat er twee landelijke kinderjury prijzen zijn: de Nederlandse Kinderjury en de Jonge Jury. De keuze tussen deze twee prijzen hangt samen met de keuze voor de prijs met een vakjury. Het beoogde lezerspubliek van de boeken die passen in de criteria zijn geschreven voor kinderen tot twaalf jaar. De Jonge Jury richt zich op kinderen van twaalf tot zestien jaar en de Kinderjury op kinderen van zes tot twaalf jaar. Om het beoogde lezerspubliek gelijk te houden is daarom de keuze gemaakt voor de Kinderjury.

De keuze tussen de prijzen met vakjury’s biedt meer mogelijkheden, aangezien er meer van deze jeugdliteraire prijzen zijn. De Nienke van Hichtum-prijs valt af omdat deze tweejaarlijks wordt uitgereikt terwijl de rest van de prijzen (zowel met volwassenen- als kinderjury’s) elk jaar een winnaar kiezen. Als de twee prijzen in dezelfde jaren een boek bekronen dan wordt de vergelijking zo gelijk mogelijk gehouden. Ook om deze reden vallen de Gouden en Zilveren Penseel af. Deze prijzen bekronen de best geïllustreerde boeken waarbij tekst geen rol speelt. De Kinderjury beoordeelt boeken op het gehele plaatje, maar voornamelijk krijgt de tekst de meeste aandacht. Om ook hier de vergelijking zo gelijk mogelijk te houden vallen de Penselen af. Dezelfde reden geldt ook voor de Griffels omdat

(22)

voor deze prijzen de teksten centraal staan en de illustraties niet. De Woutertje Pieterse Prijs bekroont boeken om de teksten maar ook om de illustraties. De vergelijking tussen de Kinderjury en de Woutertje Pieterse Prijs heeft drie constanten, namelijk de jaarlijkse uitreiking, de beoordeling op basis van het gehele plaatje en ze bekronen tevens boeken voor ongeveer dezelfde leeftijdscategorie. Het grootste verschil is dan ook het onderzoeksonderwerp: het verschil tussen kinderen en vakmensen als juryleden. Gezien het aanbod aan prijzen en de verschillende jury’s had voor dit onderzoek nog een derde categorie gekozen en onderzocht kunnen worden, namelijk de gemengde jury die te zien is bij de Dioraphte Literatour Prijs: het is de enige prijs met een vakjury en een publieksjury. Jongeren werken samen met professionals in de jury met als resultaat een bekroning die is gebouwd op de meningen van vakmensen en kinderen. Het proces van de Dioraphte Literatour Prijs is nog specifieker dan de combinatie van professionals en jongeren in de jury. De prijs richt zich op boeken geschreven voor jongeren van 15+ en de vakjury zonder de jongeren stellen een shortlist met nominaties samen met twee categorieën: Origineel Nederlands en Vertaald. Nadat deze shortlist bekend is gemaakt kunnen alle jongeren online stemmen op hun favoriete boek. Tegelijkertijd komt de vakjury samen met een aantal jongeren en bepalen zij gezamenlijk welke boeken de Dioraphte Literatour Prijs verdienen in de twee categorieën. Zodoende volgt er een prijsuitreiking met drie winnaars: Origineel Nederlands, Vertaald en de Publieksprijs die alle drie een geldbedrag van €15.000,- krijgen.49 De vertaler en de auteur van de Vertaald winnaar delen deze prijs. Omdat de Publieksprijs los staat van het jurybesluit kan het ook gebeuren dat een boek twee prijzen wint, zoals het geval in 2016 toen Waar is het licht van Jennifer Niven en vertaald door Aleid van Eekelen-Benders (Moon) zowel de juryprijs Vertaald en de Publieksprijs won.50 Dioraphte Literatour Prijs is een jeugdliteraire prijs die luistert naar het publiek. Zo krijgen jongeren inspraak op de beslissing van de vakjury doordat zij deel mogen nemen aan de overleggen. Ook is er een publiekprijs waarop alle Nederlandse en Vlaamse jongeren mogen stemmen. Op deze manier worden beide meningen van het beoogde publiek en die van professionals gehoord. De twee gescheiden werelden van de vak- en publiekjury’s worden 49 http://www.literatour.nu/blog/detail/15/ernest-van-der-kwast-wint-dioraphte-literatour-prijs-jennifer-niven-wint-publieksprijs, bezocht op 8-3-2017. 50 https://www.cpnb.nl/nieuws/ernest-van-der-kwast-wint-dioraphte-literatour-prijs, bezocht op 8-3-2017.

(23)

hier samengenomen tot een wellicht gouden combinatie die als inspiratiebron gebruikt kan worden voor de personen die anti-vakjury of anti-publieksjury zijn om zo te laten zien dat het weldegelijk mogelijk is om professionals samen te laten werken met het publiek. Als deze prijs meegenomen wordt in het onderzoek wordt het verschil tussen de twee andere jury’s gecombineerd en dit zou een nieuw perspectief geven aan de onderzoeksvraag. Helaas heeft de Dioraphte Literatour Prijs een groot verschil met de Kinderjury en Woutertje Pieterse Prijs: de leeftijdscategorie waarvoor de boeken geschreven zijn. De laatste twee richten zich op kinderen tot en met twaalf jaar en de Dioraphte Literatour Prijs richt zich op jongeren, young adults oftewel kinderen van vijftien tot achttien jaar oud. De boeken die dus bekroond kunnen worden zullen veel met elkaar verschillen en dit is juist een eigenschap die constant is tussen de Kinderjury en Woutertje Pieterse Prijs. Als de Dioraphte Literatour Prijs een gemengde jury had met vakmensen en jonge(re) kinderen dan zou de vergelijking tussen de drie prijzen betere resultaten geven. Om deze reden is dan ook gekozen om de Dioraphte Literatour Prijs niet mee te nemen in het onderzoek.

De periode waar dit onderzoek zich op zal richten is 2012-2016. Dit zijn vijf prijsuitreikingen per jeugdliteraire prijs. De reden voor deze vijf jaren komt voort uit het onderzoek van Kaufman waarin zij maar naar drie jaar heeft gekeken en relatief weinig resultaten had. Ook het onderzoek van Roosen en Homan laat blijken dat te veel jaren het onderzoek lastig maken en te weinig jaren voor minder resultaten zorgt. Vijf bekroningen per jeugdliteraire prijs is in mijn ogen het perfecte aantal en omdat dit onderzoek geschreven wordt in 2017 zijn tussen de prijsuitreikingen van 2016 en tijdens het moment van onderzoeken maanden verstreken. Dit zorgt voor nog relevante informatie over de huidige kinderboekenmarkt tot vijf jaar geleden, terwijl een periode gekozen in de begin jaren 2000 meer een historische analyse wordt. De kinderboekenmarkt is dynamisch en maakt nog altijd veel groei en veranderingen door. De huidige markt ziet er al anders uit dan 10 jaar geleden. Vandaar mijn keuze voor een periode van vijf jaar die zo recent mogelijk is.

(24)

Tabel 1: De nationale kinder- en jeugdliteraire prijzen anno 2017. Peildatum: 2-4-2017.

Jeugdliteraire

prijzen Vakjury Kinderjury Nederlandse boeken Vertaalde boeken Nederlandse en Vlaamse auteurs en illustratoren

Buitenlandse auteurs en illustratoren

Leeftijdscategorieën Uitreiking Aantal prijzen Specifieke eigenschappen

Boekensleutel x - x x x x t/m 12 jaar onregelmatig

en met hoge uitzondering 1 Vernieuwende kinderboeken die buiten de reguliere categorieën vallen. Dioraphte Literatour Prijs

x x x x x x 15-18 jaar Jaarlijks 3: Dioraphte

Literatour Prijs, Publieksprijs en Vertaald De vakjury wordt ondersteunt door twee jongeren bij hun keuze. Gulden en Zilveren Paletten x - - x - Niet-Nederlandse illustratoren

t/m 12 jaar jaarlijks 3: Twee Zilveren Paletten en een Gouden Palet - Zilveren

Griffel x - x x Auteurs Auteurs t/m 6, 6 en ouder, 9 en ouder jaarlijks 10 Vijf categorieën (kinderen tot 6 jaar, 6 jaar en ouder, 9 en ouder, informatief en poëzie) waarin twee boeken per

(25)

categorie bekroond kunnen worden.

Gouden

Griffel x - x - Nederlandse auteurs - t/m 6, 6 en ouder, 9 en ouder jaarlijks 1 Dit boek wordt gekozen uit de bovenstaande categorieën.

Gouden Lijst x - x x x x 12-15 jaar jaarlijks 2:

Nederlandstalig en Vertaald Als reactie op het verdwijnen van de Gouden en Zilveren Zoenen. Zilveren

Penseel x - x x Illustratoren Illustratoren t/m 6, 6 en ouder, 9 en ouder jaarlijks 2 -

Gouden

Penseel x - x - Nederlandse illustratoren - t/m 6, 6 en ouder, 9 en ouder jaarlijks 1 Het best geïllustreerde kinderboek

Jenny Smelik-IBBY-prijs x - x - x - t/m 12 jaar tweejaarlijks 1 Boeken die een bijdrage leveren

aan een betere verstandhouding tussen de verschillende etnische groeperingen in de samenleving.

(26)

Nienke van

Hichtum-prijs x - x - x - 13 jaar en ouder tweejaarlijks 1 -

Prentenboek

van het Jaar x - x - x - (Ouders van) kinderen tussen 1/2

en 6 jaar. jaarlijks 1 - Prijs van de Jonge Jury - x x x x x 12-16 jaar jaarlijks 1 - Prijs van de Nederlandse Kinderjury

- x x x x x 6-12 jaar jaarlijks 2 Een prijs voor de

boeken in de leeftijdscategorie 6-9 jaar en een prijs in de categorie 10-12 jaar. Theo

Thijssenprijs x - x - Auteurs x t/m 12 jaar driejaarlijks 1 Oeuvreprijs

Woutertje

Pieterse Prijs x - x - x - t/m 17 jaar jaarlijks 1 De leeftijdsgrens van de boeken

ligt in principe bij 17 jaar, maar het blijkt dat voornamelijk boeken voor kinderen tussen de 5 en 12 jaar het meest bekroond worden.

(27)

1.4.2 Definities en afbakening

Om deze scriptie zo duidelijk mogelijk te maken voor elke lezer volgt nu een lijst van definities die gebruikt worden waarover enig misverstand zou kunnen ontstaan. Ook worden afbakeningen gegeven ter verduidelijking van het onderzoek, waarbij de eerste afbakeningen hierboven al zijn gegeven: de keuze voor de twee jeugdliteraire prijzen en de tijdsperiode. De termen jeugdliteratuur, jeugdboeken, kinderboeken en kinderliteratuur worden in deze scriptie veel gebruikt. Ze lijken uitwisselbaar te zijn en in de meeste contexten is dat ook juist, maar in deze scriptie is dat niet altijd het geval. De definitie van literatuur is volgens Van Dale: “alle proza-, poëzie- en toneelteksten van een bepaald niveau”.51 Dit begrip heeft

betrekking op veel verschillende verhalende en geschreven teksten. Voor kinder- en jeugdliteratuur heeft Van Dale geen definities, wel zijn er definities voor kinder- en jeugdboeken. Kinderboek: “boek, bestemd voor kinderen”52 en jeugdboek: “boek voor

(oudere) kinderen”.53 Kinderboeken zijn voor jonge kinderen en jeugdboeken voor oudere kinderen. Dit verschil is terug te zien bij de Kinderjury en Jonge Jury. De eerste richt zich op de jonge kinderen en de twee op oudere kinderen, oftewel tieners, oftewel de jeugd. Zodra ik het over kinderliteratuur heb dan spreek ik over alle proza-, poëzie- en toneelteksten voor jonge kinderen tot dertien jaar en jeugdliteratuur is alle proza-, poëzie- en toneelteksten voor de oudere kinderen van dertien tot achttien jaar. Hier komt een kleine kanttekening te staan: zodra ik spreek over jeugdliteraire prijzen betreft dit alle prijzen die zowel kinderliteratuur en jeugdliteratuur beoordelen. Hierbij wordt dus geen onderscheid gemaakt en de reden hiervoor zijn de eerdergenoemde masterscripties en jeugdliteratuur gerelateerde artikelen. Zij gebruiken jeugdliteraire prijzen ook als alomvattend begrip en om tussen hun en mijn onderzoek geen verwarring te creëren gebruik ik dan ook jeugdliteraire prijzen voor prijzen die kinderboeken én jeugdboeken bekronen.

Het verschil tussen kinderboeken en jeugdboeken voor zover het de leeftijd betreft is nu duidelijk maar toch moet nog genoemd worden wat in deze scriptie beschouwd wordt als een boek. De definitie van een boek is: “een samengebonden of genaaid aantal bedrukte bladen”.54 Deze definitie houd ik aan. De kinderboekenmarkt is een overlappende term voor 51 http://vandale.nl/opzoeken?pattern=literatuur&lang=nn, bezocht op 19-3-2017. 52 http://vandale.nl/opzoeken?pattern=kinderboek&lang=nn, bezocht op 19-3-2017. 53 http://vandale.nl/opzoeken?pattern=jeugdboek&lang=nn, bezocht op 19-3-2017. 54 http://vandale.nl/opzoeken?pattern=boek&lang=nn, bezocht op 19-3-2017.

(28)

alle literatuur die gepubliceerd zijn voor kinderen en jongeren. Dit zijn gedichtenbundels maar ook stripboeken en non-fictie. Zowel kinder- als jeugdliteratuur behoren tot de kinderboekenmarkt.

Voor kinderen worden behalve fictieboeken ook non-fictie, schoolboeken en stripboeken gepubliceerd. Non-fictie en schoolboeken worden in deze scriptie achterwege gelaten omdat dit niet te boeken zijn die bekroond worden door de jeugdliteraire prijzen. Ook stripboeken, zoals de Donald Duck en Garfield pockets, worden hier niet besproken omdat zij niet bekroond worden door de Nederlandse Kinderjury of de Woutertje Pieterse Prijs. Prentenboeken kunnen wel bekroond worden en behoren dus wel tot de bovengenoemde begrippen, hoewel het verschil tussen stripboeken en prentenboeken niet groot lijkt te zijn. Beide bevatten veel illustraties die de tekst ondersteunen en samen een verhaal vertellen. Het grootste verschil tussen stripboeken en prentenboeken is de vormgeving. Een stripboek heeft op elke pagina meerdere kleine afbeeldingen die op een rij staan en ook van links naar rechts en van onder naar boven moeten worden gelezen. Elke pagina van een prentenboek bevat meestal maar één afbeelding waarin de tekst staat. Deze afbeeldingen zijn niet verhalende op de manier waarop strips dat zijn en elke pagina hoeft dus niet van links tot recht en van boven tot onder bekeken worden.

Zoals is gebleken uit de literatuur en het bovenstaande schema zijn er verschillende soorten jury’s die literaire prijzen uitreiken. Om verwarring uit te sluiten worden de drie soorten jury’s die een rol spelen in dit onderzoek gedefinieerd. Een kinderjury is samengesteld door kinderen. Deze kinderen worden niet geholpen of beïnvloed door volwassenen tijdens het bekronen van een boek, omdat volwassenen niet in de jury zitten. Een kinderjury kan kinderen bevatten van elke leeftijd onder de achttien jaar, maar de eigenschappen per prijs geven aan welke leeftijden de kinderen daadwerkelijk hebben. Zo zijn de kinderen van de Nederlandse Kinderjury tussen de zes en twaalf jaar oud en de kinderen van de Jonge Jury tussen de dertien en zestien jaar oud. Een volwassenenjury is een jury met leden vanaf achttien jaar oud en deze volwassenen kunnen zowel leken als professionals zijn. Een publieksjury en een vakjury zijn ook volwassenenjury’s. Een publieksjury is dus een jury met volwassenen die deel uitmaken van het algemene publiek en een vakjury bevat leden die werkzaam zijn in het betreffende gebied waar de prijzen zich op richten, in deze scriptie de kinderboekenmarkt.

(29)

Zodra men spreekt over Nederlandse literatuur heeft men te maken met Nederland en Vlaanderen. Telt Vlaanderen wel of niet mee? In deze scriptie wel, maar er zitten kanttekeningen aan. De boeken die genomineerd en bekroond kunnen worden door de jeugdliteraire prijzen moeten in het Nederlands zijn geschreven (origineel of vertaald), maar kunnen gepubliceerd zijn in Nederland of Vlaanderen. Vlaanderen doet dus wel mee als het gaat over de boeken die gepubliceerd zijn. Voor het onderzoek naar de bestseller-cijfers en de jeugdliteraire prijzen doet Vlaanderen niet mee. De bestsellerlijst van de Stichting CPNB is gebaseerd op cijfers van de Nederlandse verkoopcijfers en niet die uit Vlaanderen of België. Omdat alleen de Nederlandse cijfers bekend zijn, zijn de jeugdliteraire prijzen die besproken worden ook Nederlands. Hierdoor speelt een landsgrens tussen een Belgische prijs en de Nederlandse verkoopcijfers geen rol. Vlaanderen en Belgische auteurs en illustratoren tellen bij deze scriptie wel mee zodra het gaat over Nederlandse literatuur en boeken. De Vlaamse jeugdliteraire prijzen en verkoopcijfers doen in het onderzoek niet mee, omdat deze ook niet meegenomen worden in de bestsellerlijst van de Stichting CPNB.

(30)

De kinderboekenmarkt

Om uiteindelijk meer te weten te kunnen komen over het effect van het winnen van een jeugdliteraire prijs, moet eerst bekend zijn wát er waarín gemeten wordt. Wat is ‘succes’ op de Nederlandse kinderboekenmarkt? Dat wordt in dit hoofdstuk verduidelijkt met een analyse van de huidige Nederlandse kinderboekenmarkt. De belangrijke deelnemers: uitgeverijen, auteurs en illustratoren worden hier besproken. Uiteindelijk zal door dit hoofdstuk een antwoord kunnen worden gegeven op de deelvraag: Hoe ziet de huidige kinderboekenmarkt eruit? Wie de grote en belangrijke spelers in deze markt zijn, zal worden uitgezocht doormiddel van populariteits- en verkoopcijfers van deze instellingen. 2.1 De grote en belangrijke uitgeverijen Uitgeverijen die zich begeven in de kinderboekenmarkt publiceren boeken voor kinderen van 0 tot en met 17 jaar. Deze literatuur is net zo divers als de boeken voor volwassenen met net zoveel verschillende genres en onderwerpen als er kinderen zijn. Uitgeverijen kunnen gespecialiseerd zijn in kinder- en jeugdliteratuur, maar er zijn ook uitgeverijen die ook volwassenen- en wetenschappelijke literatuur publiceren. Deze laatstgenoemden zijn vaak grote uitgeverijen met veel afdelingen terwijl de gespecialiseerde kind- en jeugdboeken uitgeverijen minder afdelingen hebben waardoor iedereen zich bezighoudt met kinderboeken. De grootte van een uitgeverij zegt verder weinig over de rol welke deze speelt in het jeugdliteraire veld. Zo heeft uitgeverij De Wakkere Muis een klein fonds, maar is toch gezichtsbepalend omdat zij de boeken van Geronimo Stilton uitgeeft. De invloed die een uitgeverij heeft op de kinderboekenmarkt is daarom niet geheel concreet te maken. Om toch een beeld te creëren van de uitgeverijen die het meeste effect hebben op de kinderboekenmarkt zal de populariteit van de uitgeverijen en het succes van de boeken worden vastgesteld.

Uit onderzoek van Hendrik Beerda is gebleken dat lezers niet bekend zijn met de uitgeverijnaam als ‘merk’.55 Boekhandels hebben een betere merknaam, met meer online

volgers en trouwe klanten. Consumenten kiezen voor auteurs en boekenreeksen en zijn zich niet bewust van de uitgeverijen die ze publiceren. Een manier om de populariteit van een

(31)

uitgeverij toch concreet te maken is via cijfers op social media. Na WhatsApp is Facebook het meest gebruikte social media platform in Nederland.56 Men kan een persoonlijke pagina

aanmaken, maar ook een pagina voor bekende mensen, concepten, bedrijven, etc., die mensen kunnen liken en volgen. Uitgeverijen hebben meestal meerdere social media accounts waarvan de Facebook-pagina het frequentst gebruikt wordt en waarop de meeste interactie plaatsvindt tussen de institutie en de volgers. Om de populariteit van verschillende kinder- en jeugdboekenuitgeverijen te bepalen zal het aantal likes op hun Facebookpagina’s worden vastgesteld. Hier is een lijst met alle uitgeverijen van kinder- en jeugdboeken voor nodig die met behulp van de beschikbare data van de Koninklijke Bibliotheek wordt samengesteld.

De Koninklijke Bibliotheek heeft in samenwerking met en op verzoek van de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek de website NetUit opgesteld.57 NetUit

bevat een opgave van alle in Nederland gepubliceerde boeken vanaf 2001 tot april 2015. In 2001 stopte de uitgave van de Brinkman’s Cumulatieve Catalogus van Boeken en NetUit was hier de online opvolger van. Sinds 2015 wordt de website niet meer geüpdatet en dus is de informatie over het publicatiejaar 2014 de meest recente, complete en beschikbare informatie. Alle informatie vanaf april 2015 is te vinden via Nederlandse Bibliografie Online. Deze website biedt alleen geen volledige overzichten zoals NetUit dat geeft. Hoewel de website niet meer wordt bijgewerkt is de informatie vanaf 2001 tot april 2015 nog steeds beschikbaar. Per jaar zijn alle uitgaven onderverdeeld in drie lijsten:

• De A-lijst: bevat alle titels van de reguliere erkende uitgevers.

• De B-lijst bevat alle titels uitgegeven door bestuurslichamen en wetenschappelijke instellingen.

• De C-lijst: waarin alle recentelijk verschenen titels vermeld werden van niet erkende uitgevers en particulieren.58

Zowel volwassenenliteratuur als kinder- en jeugdliteratuur zijn onderverdeeld in deze lijsten, maar voor de kinder- en jeugdboeken heeft de website ook nog een apart gedeelte. Onder het kopje “Kinderjury” op de NetUit website wordt geen onderscheid gemaakt tussen de boeken en dus worden de A-, B- of C-lijsten niet toegepast bij dit onderdeel. Deze index 56 http://www.marketingfacts.nl/berichten/nationale-social-media-onderzoek-2017, bezocht op 19-3-2017. 57 http://netuit.kb.nl/titelpagina.ned.htm, bezocht op 19-3-2017. 58 https://www.kb.nl/organisatie/voor-uitgevers/informatie-over-de-nederlandse-bibliografie/geschiedenis-van-de-nederlandse-bibliografie, bezocht op 19-3-2017.

(32)

behandeld hier elk gepubliceerde stuk tekst hetzelfde en dat heeft tot gevolg dat de boeken van erkende uitgeverijen, bestuurslichamen, wetenschappelijke instellingen en niet erkende uitgevers en particulieren niet van elkaar onderscheiden zijn. Per jaartal staan alle nieuwe Nederlandse kinder- en jeugdboeken gerangschikt op alle denkbare mogelijkheden zoals genre, leeftijd, non-/fictie, maar ook NUR-code, AVI en uitgever. Deze laatste index geeft een lang overzicht van alle bedrijven die kinder- en jeugdliteratuur (fictie, non-fictie, (schoolboeken), prentenboeken en stripboeken) hebben gepubliceerd. Dit kunnen uitgeverijen, maar ook fondsen, instellingen en musea zijn en deze zijn gerangschikt op alfabetische volgorde volgens NetUit. Dubbele bedrijfsnamen die net wat anders zijn geschreven (spelfouten, wel of niet BV. in de naam) zijn samengevoegd om zo een overzichtelijker beeld te krijgen. De complete lijst van bedrijven in 2014 wordt weergegeven in bijlage A van deze scriptie. Deze lijst bevat 277 bedrijven en dit aantal is zo groot doordat het ‘Kinderjury’ kopje niet gebruikt maakt van de A, B, C-lijsten ordening. De complete lijst is te lang om te bespreken, om het onderzoeksgebied kleiner te maken wordt een selectie van uitgevers gemaakt op basis van uitgegeven kinder- en jeugdboeken in het jaar 2014. De uitgeverijen die meer dan tien fictieboeken hebben gepubliceerd in dat jaar zullen worden opgenomen in de analyse naar het aantal likes op Facebook. De geselecteerde uitgeverijen staan in de volgende lijst geordend op concern waar zij lid van zijn voor zover deze informatie bekend is: - LannooMeulenhoff: o Lannoo Kinderboeken o Van Holkema & Warendorf o De Boekerij - Weekbladpersgroep: o Leopold o Ploegsma o Querido Kind o Standaard Uitgeverij o Davidsfonds Uitgeverij o Zwijsen - Veen/Bosch & Keuning groep: o De Fontein - Overamstel: o Moon - Erdee Media groep: o De Banier - Royal Jongbloed: o Columbus - Zuidnederlandse Uitgeverij nv: o Deltas - De onafhankelijken (of onbekenden): o Ark Media o Averbode o Clavis o Delubas o Eenvoudig Communiceren o Elikser o Gottmer o Holland o Kluitman o Lemniscaat o Memphis Belle o NBD Biblion o Noordhoff o Rubinstein o Veltman Kind & Jeugd o De Vier Windstreken o De Wakkere Muis

(33)

Van deze 31 uitgeverijen zijn de Facebookpagina’s en de bijbehorende cijfers in een tabel gezet. Deze data is verzameld op 19 maart 2017 tussen 15:00 en 16:30. Tabel 2 (p. 29) geeft de grote verschillen tussen het aantal likes en volgers duidelijk weer. Columbus, Elikser, Van Holkema & Warendorf en Memphis Belle hebben geen Facebookpagina. Voor Standaard Uitgeverij, Leopold en Ploegsma zijn er ook geen individuele pagina’s, maar via hun officiële websites wordt gelinkt naar de Facebookpagina “Kinderboekennieuws” waarop informatie over nieuwe boeken van deze drie uitgevers én Querido en Zwijsen te vinden is. Dit is geen verrassing aangezien deze uitgeverijen allemaal behoren tot de Weekbladpersgroep. Querido, Lannoo en Veltman hebben Facebookpagina’s voor de gehele uitgeverij en voor de specifieke kinderboekenafdeling. De cijfers van de algehele uitgeverij zijn niet in deze tabel opgenomen, wel die van de kinderboekenpagina’s om het onderscheid tussen de verschillende bedrijven en afdelingen in stand te houden. De overige uitgeverijen hebben allemaal een eigen Facebookpagina. Uiteindelijk betekent dit dat er in totaal 25 Facebookpagina’s zijn.

Vijftien van de 25 Facebookpagina’s hebben tussen de 200 en 2.500 likes en volgers. Dit zijn Ark Media, Averbode, De Banier, Davidsfonds, Deltas, Delubas, Eenvoudig Communiceren, Lannoo – Kinderboeken, NBD Biblion, Noordhoff, Rubinstein, Veltmand Kind & Jeugd, De Vier Windstreken en De Wakkere Muis. De overige tien pagina’s hebben oplopend van laag naar hoog tussen de 3.000 en 21.000 likes en volgers: Gottmer, De Fontein, Kluitman, Querido Kind, Holland, Zwijsen, Clavis, Lemniscaat, Kinderboekennieuws en De Boekerij. In deze top 10 zitten uitgeverijen die zowel kinder- als volwassenenboeken publiceren als gespecialiseerde kinder- en jeugdboekenuitgeverijen. Opvallend is dat vijf van deze uitgeverijen onafhankelijken zijn en de overige vijf deel uitmaken van een concern. Kinderboekennieuws in een combinatiepagina voor de kinder- en jeugdboeken die gepubliceerd worden door de WPG-uitgeverijen Standaard, Leopold, Ploegsma, Querido en Zwijsen. Alle uitgeverijen van de top 10 zijn door het aantal likes de populairste kinder- en jeugdboekenuitgeverijen op Facebook die in 2014 meer dan tien fictieboeken hebben uitgegeven.

(34)

Tabel 2: Aantal Faceboek likes en volgers als bewijs voor populariteit van de uitgeverijen. Peildatum: 19-3-2017, 15:00-16:30.

Uitgeverij Facebookpagina Aantal likes Aantal volgers Ark Media Ja 1.620 1.559 Averbode Ja 1.699 1.626 Uitgeverij De Banier Ja 1.667 1.635 Boekerij Ja 20.658 19.919 Clavis Ja 13.253 13.031 Columbus Nee - - Davidsfonds Ja 1.890 1.788 Deltas Ja 828 796 Delubas Ja 687 659 Eenvoudig Communiceren Ja 260 255 Elikser Nee - - De Fontein Ja 4.330 4.229 Gottmer Ja 3.873 3.716 Van Holkema & Warendorf Nee - - Holland Ja 5.637 5.555 Kluitman Ja 4.341 4.134 Lannoo – Kinderboeken Ja 1.308 1.284 Lemniscaat Ja 15.106 14.720 Leopold Nee* - - Memphis Belle Nee - - Moon Ja 2.377 2.307 NBD Biblion Ja 288 294 Noordhoff Ja 931 922 Ploegsma Nee* - - Querido Kind Ja 5.584 5.495 Rubinstein Ja 1.509 1.467 Standaard Nee* - - Veltman Kind en Jeugd Ja 421 407 De Vier Windstreken Ja 2.224 2.150 De Wakkere Muis Ja 977 952 Zwijsen Ja 9.568 9.361 Kinderboekennieuws Combinatiepagina 15.460 15.306

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

C Het journalistieke veld is aan het veranderen, maar als traditionele en nieuwe journalisten meer met elkaar gaan samenwerken, zal de journalistiek aan kwaliteit winnen. D

Een verschil in de resultaten is dat de dove proefpersonen zinnen die op de eerste twee zinsplaatsen onderwerp en persoonsvorm hebben staan (plaats l derhalve) het gemakkelijkst

"Dit zijn belangrijke feiten, helaas zijn deze gezonde activiteiten niet voor alle kinderen weggelegd", vertelt Jan Hein Hoftijzer, voorzitter van de Stichting

The creation of the European Banking Union (EBU) was therein perceived as the most appropriate response to ensure coherent and consistent application of the

‘Een situatie te creëren, waarin kin- deren betrokken bezig zijn en ge- tracht wordt elke persoon als totaliteit aan te spreken – de verstan- delijke vermogens, het zelfbesef,

Once it has experimentally been settled that the synthesized ger- manene is indeed a 2D Dirac material the door to several very intriguing and interesting experiments, such as

Compared to students with native parents with a middle level of education (this applies to all socio-economic variable results in every model), students with immigrant parents with

Bijlagen 2.1 Ruimtelijke weergave basisgegevens metamodellen 2.2 Werkwijze correctie metamodel “nitraat in grondwater” 2.3 Resultaten nutriëntenuitspoeling per stroomgebied