• No results found

De banaliteit van jihadgang : een onderzoek naar de buitenlandse strijders in jihadistische groeperingen in Syrië en Irak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De banaliteit van jihadgang : een onderzoek naar de buitenlandse strijders in jihadistische groeperingen in Syrië en Irak"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Banaliteit van Jihadgang

Een onderzoek naar de buitenlandse strijders in jihadistische

groeperingen in Syrië en Irak.

Amsterdam, juni 2015

ONUR DOGAN

Universiteit van Amsterdam

10476148

Afdeling Sociologie

onurdogan@live.nl

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Begeleiding: Sander van Haperen & Prof. Dr. Justus Uitermark Tweede lezer: Mandy de Wilde

08

(2)

Woord vooraf

Tijdens het doen van mijn onderzoek ten behoeve van deze scriptie werd mij meerdere malen gevraagd naar het onderwerp, veelal reageerde men met oprechte belangstelling en een interesse om het te lezen. Ik hoop aan de verwachtingen te kunnen voldoen.

Ik zou hier graag de gelegenheid willen nemen om mijn dank te uiten. Allereerst gaat mijn dank uit naar mijn begeleiders Sander van Haperen en Prof. Dr. Justus Uitermark voor de zeer gewaardeerde hulp en het bieden van ruimte voor eigen inbreng en

ontwikkeling. Verder wil ik Mandy de Wilde bedanken voor de zeer nuttige feedback. Uiteraard wil ik mijn vrienden, klasgenoten en familie bedanken voor hun steun. In het bijzonder wil ik mijn vader bedanken, hij migreerde als zeventienjarige zonder enige opleiding naar Nederland. Het was een lange weg maar dankzij zijn

inspanningen was het voor mij mogelijk om als zeventienjarige mijn havodiploma te behalen. Ik dank jou uit de grond van mijn hart voor de onvoorwaardelijke steun, inspiratie en motivatie die het hebben mogelijk gemaakt om deze scriptie te voltooien. Deze is voor jou, babam.

Onur Dogan

(3)

Inhoud

1

Introductie

1.1 Inleiding 1.2 Probleemstelling 1.3 Opbouw

2

Theoretisch Kader

2.1 Inleiding

2.2 Interaction Ritual Chains en Emotionele Energie 2.3 Pan-Islamitisch Discours

2.4 Jihad als sociale beweging 2.5 Terror Management Theory

3

Operationalisering

3.1 Inleiding

3.2 Methode & Selectie 3.3 Beperkingen

4

Case-analyse

4.1 Inleiding

4.2 Islam Yaken ‘Hipster Jihadi’ 4.3 Mohamed Emwazi ‘Jihadi John’ 4.4 Damian Clairmont

4.5 Jake Bilardi ‘Jihadi Jake’

5

Conclusie & Discussie

6

Beperkingen & Aanbevelingen

7

Literatuurlijst

(4)

1.

Introductie

1.1 Inleiding

Volgens een ICSR rapport1 gepubliceerd op 26 Januari 2015, is het aantal

buitenlandse strijders die zich hebben aangesloten bij jihadistische groeperingen in Syrië en Irak sinds 2012 de 20.000 gepasseerd. De extremistische Islam lijkt groter dan ooit in de vorm van groeperingen als de Islamitische Staat, Jabhat al-Nusra en Boko Haram. Met de vele gruwelijke executies, verwoestingen van kunst en cultuur en de aanslagen recentelijk in Parijs en Kopenhagen doen deze cijfers misschien wel nog meer pijn. De angst en met name het onbegrip omtrent jihadgang is groot. Hoe kan iemand zich ertoe verzetten om aan dergelijke praktijken deel te nemen? Wie zijn deze mensen en waarom vertrekken zij naar Syrië en Irak? Wat als ze terugkomen? Het is een fenomeen dat oproept tot discussie.

Een van de centrale assumpties van dit onderzoek is dat economische

deprivatie, een gebrek aan opleiding en/of ideologie geen voldoende verklaringen zijn om jihadgang te verklaren. Het argument van dit onderzoek is dat pragmatische en emotionele overwegingen een belangrijke, aanvullende rol spelen in het proces van radicalisering en de uiteindelijke jihadgang. Een van de raadsels in dit onderzoek is het concept van verandering, ofwel de transformatie van ogenschijnlijk normale, goed opgeleide burgers tot jihadgangers en wellicht moordenaars. In de poging dit raadsel en het bovengenoemde argument te onderbouwen zal een beroep worden gedaan op de microsociologie. De relevantie hiervan is veelvoudig. Wat de microsociologie2 (Ritzer & Stepnisky, 2014: 491) kenmerkt is de nadruk op het individu en de situatie, met name patronen van handelen, gedrag en interactie zijn belangrijk. In de

microsociologie is meer aandacht voor emoties, overtuigingen en andere manieren waarop men de sociale werkelijkheid construeert. De arena van de microsociologie is kleinschalig, het speelt zich af in het ‘hier en nu’, in situaties en tussen individuen. Het is in deze kleine arena waar volgens Collins3 (2004: 5) de ‘energie’ oftewel de bron voor actie, beweging en verandering plaatsvindt. De microsociologie probeert verder te gaan dan de structurele, tendentieuze verklaringen die momenteel heersen,

1ICSR. (2015, 26 januari). Foreign fighter total in Syria/Iraq now exceeds 20,000; surpasses

Afghanistan conflict in the 1980s. Geraadpleegd op http://icsr.info/2015/01/foreign-fighter-total-syriairaq-now-exceeds-20000-surpasses-afghanistan-conflict-1980s/

2 Ritzer, G. F., & Stepnisky, J. (2013). Sociological Theory (9e ed.) International Edition: Mcgraw-Hill

Education

(5)

voorbeelden hiervan zijn eerdergenoemde verklaringen als deprivatie en ideologie. Waarom deze verklaringen niet voldoen zal verderop worden toegelicht. Alhoewel eerst vermeld moet worden dat het niet de bedoeling is van dit onderzoek om verklaringen te ontkrachten en af te serveren. De assumptie is dat deze verklaringen niet voldoende zijn om jihadgang te verklaren, ze kunnen dan nog steeds noodzakelijk zijn. Het idee van deprivatie behelst achtergrondverklaringen zoals armoede, gebrek aan onderwijs- en arbeidskansen. Dit idee komt vanuit de traditionele,

criminologische gedachtegang dat deprivatie en marginalisering leiden tot

criminaliteit. Echter gelden deze factoren vaker voor ‘kleine’ vormen van criminaliteit zoals diefstal. Terrorisme en/of jihadgang is een andere vorm van criminaliteit en het effect van achtergrondfactoren zoals armoede en een lage opleiding hierop blijkt erg laag. Zo zegt Peter Bergen4, journalist en veiligheidsdeskundige namens de CNN, het volgende: "Who becomes a terrorist?" turns out, in many cases, to be much like asking, "Who owns a Volvo?". Zijn argument is dat terroristen over het algemeen juist heel degelijk zijn opgeleid met kansen om een volwaardig leven op te bouwen. Hij baseert zich op meerdere onderzoeken5 waaronder naar Al-Qaeda leden, waaruit blijkt dat over het algemeen meer dan de helft van de terroristen uit een gemiddelde of zelfs bovenmodale achtergrond komen. Krueger & Malecková6 concluderen hetzelfde op basis van hun onderzoek naar de Hezbollah en Palestijnse en Israëlische

terroristen. Het idee dat deprivatie leidt tot terrorisme zou een mythe zijn. Peter Bergen noemt terrorisme zelfs een ‘bourgeois endeavor’, hij haalt hierbij een aantal extremistische groepen aan, waaronder de Baader-Meinhof groep. Hier zijn een aantal verklaringen voor, zo zou de gemarginaliseerde niet beschikken over de kennis, capaciteiten en mogelijkheden om zich te verdiepen in dergelijke ‘revolutionaire’ projecten. Echter wijst dit nog steeds op een noodzakelijke achtergrondkenmerk die verder niet helpt om jihadgang te begrijpen en te verklaren.

De tweede verklaring gaat meer uit van ideologie, zo meent ook Peter Bergen die zich richt tot de religieuze ideologie van de Islam. Met name de ultra

fundamentalistische stromingen waarvan de meest bekende het Salafisme (en Wahhabisme). De ideeën van deze theologie worden gebruikt door groepen als de

4 Bergen, P. (2015, 27 februari). “‘Jihadi John’: The Bourgeois Terrorist”. CNN.com. Geraadpleegd op:

http://edition.cnn.com/2015/02/19/opinion/bergen-terrorism-root-causes/index.html

5Sageman, M. (2004). Understanding terror networks. University of Pennsylvania Press. 6Krueger, A. B., & Malečková, J. (2003). Education, poverty and terrorism: Is there a causal connection?. The Journal of Economic Perspectives, 17(4), 119-144.

(6)

Islamitische Staat. Ze beroepen zich op een zeer conservatieve, vaak te letterlijke leer van de Koran en legitimeren hun doel van een islamitische staat waar eenieder voor moet wijken. Uiteraard is dit een feit en heeft IS deze ideeën. Hoewel het de daden en doelen van IS legitimeert en daarmee kan dienen als een morele rechtvaardiging voor jihadgangers om zich aan te sluiten, helpt het onvoldoende om jihadgang en het proces van radicalisering te verklaren. De schatting is dat er wereldwijd grofweg 50 miljoen Salafisten zijn7, logischerwijs zijn dit niet allemaal terroristen. De Bie et al. (2014)8 halen in hun studie naar jihadistische netwerken Wiktorowicz9 aan,

laatstgenoemde maakt een onderscheid tussen drie types Salafisten. Ten eerste de puristen, zij streven naar een pure Islam en willen dit bereiken door middel van opleiden en propaganda. De tweede groep, ‘politicos’ gebruiken politieke middelen voor het bereiken voor hun doel. De laatste groep zijn de ‘jihadi-salafis’, het zijn zij die geweld zien als een legitiem middel en Jihad als de oplossing voor het bereiken van hun doel. Het is deze laatste groep dat centraal staat in dit onderzoek. Hoewel theologie/ideologie van noodzakelijk belang is verklaart het niet voldoende waarom een individu ervoor kiest om te vertrekken naar en misschien zelfs te gaan moorden in Syrië of Irak. Randall Collins (2004: pg. 37) benoemt, in de traditie van Durkheim, dat religie niet enkel een doctrine van geloofsovertuigingen is maar ook bestaat uit rituelen en interacties die de religie ‘vestigen’. Het is niet voldoende om te zeggen dat een bepaalde theologie direct de aanleiding is voor terrorisme of jihadgang. Zonder rituelen zouden overtuigingen verzwakken en eventueel zelfs verdwijnen. In het kader van jihadgang is het dus van belang om te zoeken naar de rituelen en gebeurtenissen die jihadgang en de achterliggende ideologie legitimeren en zogenoemd vestigen. De maatschappelijke relevantie zit dan vooral in het volgende. Het is problematisch dat de bovengenoemde verklaringen als leidraad worden gebruikt voor beleid om

radicalisering en terrorisme te bestrijden. Het zijn incomplete verklaringen en maken daarmee het beleid inefficiënt. Het bevorderen van de socio-economische en culturele omstandigheden van gemarginaliseerden of het beperken van de verspreiding van

7 http://en.wikipedia.org/wiki/Salafi_movement#cite_note-68

8de Bie, J. L., de Poot, C. J., & van der Leun, J. P. (2014). Jihadi networks and the involvement of vulnerable immigrants: reconsidering the ideological and pragmatic value. Global Crime, 15(3-4), 275-298.

9 Wiktorowicz, Quintan. “Anatomy of the Salafi Movement.” Studies in Conflict & Terrorism 29, no. 3

(7)

radicale ideeën is wel noodzakelijk maar slechts een begin. Sleutelen aan scholing of oplossen van armoede is belangrijk maar niet de oplossing voor terrorisme. Ten slotte kan het achterhalen van de emotionele gesteldheid, belangrijke gebeurtenissen

voorafgaand aan het vertrek en de sociale omgeving van een jihadganger de weg openen voor effectiever beleid en daarmee potentiele jihadgangers stoppen. 1.2 Probleemstelling

Zoals beschreven in de inleiding is het centrale argument dat het niet enkel deprivatie of ideologie is dat leidt tot jihadgang. Aan jihadgang liggen ook meer pragmatische en emotionele overwegingen ten grondslag die per geval kunnen verschillen. Hiermee is er al een deel theorie afgeschreven en blijkt er een bepaalde focus, echter gaat dit onderzoek nog steeds uit van een bredere probleemstelling die als volgt luidt:

Waarom vertrekken buitenlanders naar Syrië en Irak om zich aan te sluiten bij jihadistische groeperingen? Hier zijn een aantal redenen voor, ten eerste wilt dit

onderzoek andere verklaringen en mogelijkheden niet ontkrachten. Het doel is om een bijdrage te leveren aan het ontrafelen van jihadgang, waarbij wordt stilgestaan bij thema’s die onderbelicht en onderschat zijn in zowel het publieke debat als de academische wereld. Verder kan de probleemstelling de indruk wekken dat er wordt gezocht naar een generaliserend beeld voor jihadgang, ook dit is niet compleet waar. Het is niet de bedoeling om een vast type jihadist of een vast proces van radicalisering op te stellen, dit is uit voorgaande, grotere onderzoeken al onmogelijk gebleken. Het beantwoorden van de ‘waarom’ vraag is lastig maar wel belangrijk en ook

behulpzaam. Het dwingt de onderzoeker namelijk om ook andere vragen te stellen, zo kan afgevraagd worden hoe iemand is geradicaliseerd en wanneer. Wat was de

emotionele gesteldheid van de jihadganger? Wat zijn gebeurtenissen voorafgaand aan het vertek? Dergelijke vragen kunnen deuren openen om uiteindelijk een antwoord te geven op de achterliggende motivaties van jihadgangers. Het in kaart brengen van het sociale netwerk, het moment van radicalisering en voorafgaande ingrijpende

gebeurtenissen zijn vragen die ook praktischer zijn met betrekking tot onderzoek. De relevantie van dit onderzoek zit vooral in het niveau van onderzoek, door een beter beeld te krijgen van de emoties en gedachten van de jihadganger zelf, kan de

(8)

1.3 Opbouw

Het doel van dit onderzoek is om de recente jihadgang naar Syrië en Irak te belichten en tot een beter begrip te komen. Het onderzoek bestaat uit een aantal delen. In het theoretisch kader zal eerst het idee van ‘Jihad’ en jihadgang worden uitgezet. Om de zogenoemde verandering van ‘normale’ burgers naar jihadisten te begrijpen zal worden vertrokken vanuit de microsociologie van Collins waarbij met name wordt stilgestaan bij het concept van Emotionele Energie. Hierbij zal getracht worden een verbinding te maken tussen Emotionele Energie en de culturele benadering van sociale bewegingen zoals gegeven door Goodwin, Jasper & Poletta, het belang hiervan zal dan toegelicht worden. Om het verband tussen emoties en jihadgang inclusief de achterliggende ideologie te begrijpen zal gebruik worden gemaakt van het Pan-Islamitisch discours en de Terror Management Theory. Vervolgens zullen in de operationalisering verschillende concepten en begrippen gebruiksklaar worden gemaakt in relatie tot het doen van onderzoek. Verder zal de onderzoeksmethode worden behandelend en zullen daarbij de nodige kanttekeningen en aanmerkingen worden benoemd. Daaropvolgend zullen de cases toegelicht en geanalyseerd worden om uiteindelijk deze scriptie te finaliseren met een conclusie.

(9)

2.

Theoretisch kader

2.1 Inleiding

Het doel van dit hoofdstuk is om een aantal theorieën en concepten uiteen te zetten die van dienst zijn in het beantwoorden van de centrale vraag. Hierbij zal vertrokken worden vanuit een breed perspectief, om vervolgens ingekaderd te worden en zodoende te kunnen toepassen op jihadgang.

2.2 Interaction Ritual Chains en Emotionele Energie

Mijn theoretische uitgangspunt om de centrale vraag te beantwoorden is de

microsociologie en dan vooral de Interaction Ritual Theory van Randall Collins10. Een cruciaal concept dat wordt geleend van Collins is het concept van Emotionele Energie. De reden hiervoor is de focus op de situatie, Collins beschrijft zijn theorie als een theorie van situaties. Collins wisselt ‘theory’ ook af met de term ‘chains’, hiermee verwijst hij naar een opeenvolging (ketting) van situaties en interacties die de

volgende situaties beïnvloeden. Collins beschrijft zijn theorie als volgt: “It is a theory of momentary encounters among human bodies charged up with emotions and

consciousness because they have gone through chains of previous encounters.” (2004: 5). Collins spreekt dus van het opladen van emoties en bewustzijn in voorgaande situaties die de ‘huidige’ situatie bepalen. Deze ‘huidige’ situatie in dit onderzoek is het moment van vertrek, het doel is om de voorafgaande situaties aan het daglicht te brengen en daarmee een completere verklaring te leveren.

Collins’ zijn ‘Interaction Rituals’ theorie veronderstelt dat individuen zich van situatie naar situatie bewegen en hierbij interacteren door middel van rituelen. Hierbij wisselt men emoties uit en vormen zij een gedeelde teneur en focus, dit proces noemt Collins ‘entrainment’. Het is een concept dat lastig te vertalen is maar het wijst op een proces waarin participanten van een interactieritueel intersubjectiviteit ontwikkelen, een gedeelde gedachtegang en emotionele staat. In een interactieritueel ontwikkelen de deelnemers een gemeenschappelijke emotionele ervaring door het uitwisselen van emoties, dit is wat Durkheim ‘collective effervescence’ noemde en Collins een moment van intersubjectiviteit. Hierbij ontstaan een aantal uitkomsten: 1) een gevoel van solidariteit en toebehoren; 2) Emotionele Energie (EE) bij het individu: kracht,

(10)

enthousiasme, vertrouwen; 3) symbolen die de groep vertegenwoordigen; 4)

gevoelens van moraliteit en rechtvaardigheid. Het zijn deze uitkomsten die interessant en invloedrijk worden geacht in het proces tot het uiteindelijke vertrek naar jihad. De vraag is echter hoe dit gebeurt in de praktijk, wat zijn de situaties en/of rituelen die zorgen voor de door Collins benoemde emotionele ervaringen.

Centraal in de theorie van Collins is het concept van Emotionele Energie (EE). Emotionele energie ontstaat door het deelnemen van een individu aan een ritueel of een interactie. Dit kan van alles zijn volgens Collins, van deelname aan een

grootschalige politieke demonstratie tot een simpel gesprek. Volgens Collins zouden individuen actief op zoek gaan naar emotionele energie. Individuen zouden zichzelf naar een bepaalde situatie bewegen om emotionele energie op te ‘laden’, een van de centrale aannames van de theorie van Collins is dan ook dat mensen sociale wezens zijn die hun Emotionele Energie willen maximaliseren. Emotionele Energie is van invloed op onze eigen welzijn en verwachtingen zowel als onze keuzes en interacties met anderen. Boyns & Luery11 geven een verhelderende uitwerking van het concept van Emotionele Energie en voegen het idee van ‘Negatieve Emotionele Energie’ toe aan de theorie van Collins. Dit idee van Negatieve EE zal ook in dit onderzoek worden toegepast. Boyns & Luery betogen dat Collins met zijn concept van Emotionele Energie voornamelijk focust op ‘Positieve Emotionele Energie’ en hiermee tekort doet aan de zogenaamde ‘Dark-Side’ oftewel, de negatieve manifestaties van EE. Ze maken een analytisch onderscheid, dat vertaald en schematisch weergegeven is hieronder in tabel 1. De reden dat zij dit onderscheid maken is gebaseerd op de aanname dat in de empirie positieve en negatieve ervaringen en emoties van elkaar verschillen. Waar gevoelens van passie, enthousiasme en liefde ervaringen van broederschap en solidariteit produceren, zouden negatieve emoties juist conflict en wantrouw produceren. Negatieve EE is als het ware een gevolg van falende interacties en relaties. Uitwisselingen en interacties die Emotionele Energie opleveren zouden volgens Collins worden geïnternaliseerd, Boyns & Luery verwijzen hiermee naar Mead’s concept van ‘Internal Conversation’. Zij betogen uiteraard ook dat Negatieve EE de subjectiviteit kan beïnvloeden. Waar het op neerkomt is dat voorgaande interacties en de daarbij behorende Emotionele

11Boyns, D., & Luery, S. (2015). Negative Emotional Energy: A Theory of the “Dark-Side” of Interaction Ritual Chains. Social Sciences, 4(1), 148-170.

(11)

Energie de subjectiviteit van mensen beïnvloed, dit ligt dan ten grondslag aan toekomstig handelen en manieren van denken (patterns of thought). De taak van de microsociologie is dan om de situaties te analyseren waarin individuen zich bevinden die hen Emotionele Energie bepalen en daarmee hun gedrag, emoties en keuzes kunnen bepalen.

Tabel 1. Postieve en Negatieve emotionele energie

Collins haalt, als zo vaak in zijn werk, Durkheim aan om zijn punt te verduidelijken. Durkheim beschrijft als voorbeeld dat wanneer een man zijn God gehoorzaamt en gelooft dat zijn God met hem is, daarmee emotionele energie opbouwt. Deze

Emotionele Energie bestaat uit gevoelens van zelfvertrouwen, kracht, moed. Collins voegt hieraan toe dat deze gevoelens individuen motiveren om interacties en rituelen te herhalen. Vervolgens spelen ook gevoelens van moraliteit een belangrijke rol. De rituelen en gevoelens van intersubjectiviteit ontwikkelen een moraliteit: concepten van goed en kwaad. Een individu voelt zich moreel gerechtvaardigd wanneer hij of zij handelt naar de emotionele energie verkregen vanuit de rituelen en interacties. Ook Boyns & Luery baseren zich op ideeën van Durkheim over onder andere solidariteit. Durkheim maakt een onderscheid tussen positieve en negatieve solidariteit. Positieve solidariteit zou meer normerend zijn (prescriptive) en uitgaan van gedragsregels tot deelname aan een groep of gemeenschap. Negatieve solidariteit zou daarentegen verbiedend zijn (proscriptive) en een straffende/coërcieve werking hebben op degenen die gedragsregels overtreden. Boyns & Luery maken een vergelijkbaar onderscheid omtrent Emotionele Energie. Positieve EE zou mensen meer mobiliseren tot

Positieve Emotionele Energie

Negatieve Emotionele Energie

Type affectie Cohesie Antagonisme

Emotie bij lage mate Verdriet, Depressie Schuw, Irritatie Sociale ervaring Eenzaamheid, Demotivatie

Verveling, Vervreemding

Frustratie, Terugtrekken, Onvriendelijk

Emotie bij hoge mate Geluk, Liefde, Blijdschap Passie, Enthousiasme

Schaamte, Woede, Afgunst, Wrok, Haat, Angst

Sociale ervaring Toebehoren, Vertrouwen, Solidariteit, Zekerheid

Conflict, Agressie, Wantrouw, Wreedheid, Wraak

(12)

solidariteit binnen een bepaalde groep, waar Negatieve EE juist mensen bij elkaar brengt tegenover een vermeende vijand of dreiging. Op microniveau betekent dit dat men zich ook gaat gedragen naar de regels van de groep om positieve solidariteit en EE te bevestigen. Het onderscheid betekent echter niet dat de twee vormen echt van elkaar te scheiden zijn, vaak zijn de twee samen te zien. Zo zou Negatieve EE instrumenteel kunnen zijn voor het waarborgen van de Positieve EE en het cultureel kapitaal van een groep. Collins zelf geeft het voorbeeld van de gebeurtenissen van 11 september 2001, waarbij in de VS zowel een groei in haat en wrok tegenover de daders als een groei in nationalisme en solidariteit onderling te zien is. Emotionele Energie kan dus tevens een stratificerende werking hebben, het is niet ondenkbaar dat in het kader van jihadgang er zowel sprake is van Positieve EE binnen een

extremistische groep en ideologie als Negatieve EE vanuit falende interacties in de ‘westerse’ wereld.

De relevantie van het concept van Emotionele Energie is dat het de invloeden van netwerken, groepen en gebeurtenissen op het subject laat zien. Het blijft wel een theoretisch hulpmiddel, de empirie is vaak veel meer fluïde en varieert, het is dan zaak om in de volgende paragrafen het concept van Emotionele Energie toe te passen op jihadgang.

2.3 Pan-Islamitisch Discours

Het concept van Emotionele Energie zal in de volgende paragraaf over het Pan-Islamitisch Discours gelinkt worden aan jihadgang, dit dient als het ware de functie van een synthese. Om te begrijpen hoe het concept van Emotionele Energie van Collins werkt in het geval van de jihadganger zal de ideologie achter jihadgang begrepen moeten worden. Jihad kan worden opgevat als een gemeenschap of een sociale beweging. In zijn paper spreekt Hegghammer12 over een beweging van buitenlandse strijders die is ontstaan uit een pan-islamitisch discours die ontstond in de jaren ’70 en sterk groeide in de jaren ’80 met onder andere de sovjet-invasie in Afghanistan. Het pan-islamisme is een religieus nationalisme waarbij wordt gestreefd naar een islamitische staat (Kalifaat). Echter begon het volgens Hegghammer in de jaren ‘70 vooral als een beweging om meer aandacht te genereren voor het lijden van moslims en samenwerking te bevorderen. Dit pan-islamitisch discours nam een zekere

(13)

slachtofferrol aan, het oriënteerde zich wereldwijd op allerlei gevallen waar moslims onrecht werd aangedaan. Dit werd gedaan door middel van wereldwijd gepubliceerde tijdschriften. Conflicten in Lebanon en Afghanistan waarbij vele moslimburgers omkwamen gaven dit discours kracht. Echter was het onder de leer van Abdullah Azzam dat een netwerk werd opgezet om strijders te mobiliseren. Azzam13 was een invloedrijke moslimgeleerde, hij was de mentor van Osama Bin Laden en

medeoprichter van Al-Qaeda. Met de sovjet-invasie in Afghanistan en onderdrukking van moslims in landen als Egypte en Israël kreeg Azzam’s oproep tot gebruik van geweld veel bijval. Volgens Hegghammer ligt de mobilisering van buitenlandse strijders niet enkel in een bepaalde theologie maar wordt er, middels een pan-islamitisch discours, een beroep gedaan op gevoelens van solidariteit en altruïsme onder moslims. Dit kan gekoppeld worden aan de ingrediënten voor rituelen die Collins benoemt. We zien in dit discours zowel de nadruk op een gedeeld doel en een gedeelde emotie. Het doel is om de moslim gemeenschap (Umma) te beschermen tegen dreigend gevaar. In de islamitische leer, zo volgt uit een gezegde van de profeet Mohammed, is de moslimgemeenschap één lichaam (Azca, 2011:89), als een deel van het lichaam pijn lijdt ondervindt de rest daar ook last van. Een aanval op een moslim is dus een aanval op alle moslims, dit resulteert in emoties van solidariteit maar ook angst en woede. We zien dit als het gaat om het Israël/Palestina conflict, waarbij er veel vijandigheid is vanuit de moslim gemeenschap naar de westerse wereld toe en met name naar de VS. Ook in het begin van de Syrische burgeroorlog speelde dit pan-islamitisch discours een belangrijke rol. Beelden van verschrikkingen tegen moslims worden tegenwoordig ook breder uitgemeten in de islamitische media en de sociale media tussen moslims. Zo laat een AIVD rapport14 ook zien hoe sociale media jihadistische netwerken meer fluïde en effectiever heeft gemaakt. Het zogenaamde pan-islamitische discours heeft daarmee een breder bereik. Zo staat in het AIVD rapport dat de burgeroorlog in Syrië heeft gewerkt als een katalysator voor het

jihadisme. De oppositie tegen Assad toonde steeds meer islamitische tinten, in de loop van de tijd werd de strijd in Syrië zelfs gezien als een mogelijkheid tot het oprichten van een kalifaat. Dit past in de historische ontwikkeling die Hegghammer beschrijft.

13 Wikipedia. (z.j.). Abdullah Yusuf Azzam. Geraadpleegd op

http://en.wikipedia.org/wiki/Abdullah_Yusuf_Azzam

14 Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. (2014). Transformatie van het jihadisme in Nederland:

Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht. Geraadpleegd op https://www.aivd.nl/publicaties/@3112/transformatie/

(14)

De gebeurtenissen en vele conflicten in de Islamitische wereld hebben dit discours alleen maar kracht gegeven, jihadi’s15 menen dan ook dat oorlog de enige manier is om moslims te beschermen en een kalifaat op te richten met sharia, een plek waar moslims in vrijheid hun geloof kunnen belijden. Deze legitimatie van jihad en dit discours moet niet worden onderschat, het sentiment van een oorlog tegen moslims wordt breed gedragen. Met name door de vele ervaringen van discriminatie van moslims op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, maar ook is er een groei van rechtse partijen in Europa waar moslims en de Islam regelmatig het doelwit van zijn in het politieke debat. Dit betekent uiteraard niet dat men overgaat tot jihadisme enkel door discriminatie, wel kunnen deze negatieve ervaringen de Emotionele Energie van een individu beïnvloeden. Zoals ook beschreven hierboven beroept het discours zich op deze negatieve ervaringen, dit kan aantrekkend werken doordat men zich ermee identificeert en kan daardoor bijdragen aan jihadgang.

2.4 Jihad als sociale beweging

In de bovenstaande paragraaf wordt jihadgang behandelt als een beweging met in zekere mate een eigen ideologie. Dit idee van jihadgang als een sociale beweging is interessant omdat het ten eerste niet vaak is behandeld in het onderzoeksveld van sociale bewegingen. Jihadgang wordt vaak als enkel een ‘daad’ gezien die individuen of kleine groepen ondernemen. Echter zoals uit de inleiding bleek is het aantal

jihadgangers sterk toegenomen sinds 2012, er is een globale toestroom van

jihadgangers naar Syrië en Irak maar ook nog steeds naar Somalië. Het perspectief van jihadgang als een sociale beweging stelt het onderzoek in staat om te achterhalen of er een daadwerkelijk eigen logica is aan jihadgang en zo ja, waar deze uit bestaat. Een belangrijk onderdeel in het proces van radicalisering is de blootstelling aan propaganda. Uit een AIVD rapport uit 201416 blijkt dat sociale media tegenwoordig een cruciale rol spelen, de reikwijdte van de propaganda is veel groter dan voorheen. Daarbij zijn ook de aard van jihadistische netwerken veranderd. De huidige

15 Jihadi Ibrahim al-Mazwagi in een interview: "Our religion is one of superiority and honour, you know. We can't accept enemies of Allah for our religion - killing us, abusing our religion, belittling it, taking our lands. This is not something we stand for. So the Mujaheddin, those who practise jihad, are those who defend the Muslims." Verkregen op http://www.channel4.com/news/syria-war-rebels-jihadi-ibrahim-al-mazwagi

16 Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. (2014). Transformatie van het jihadisme in Nederland:

Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht. Geraadpleegd op https://www.aivd.nl/publicaties/@3112/transformatie/

(15)

jihadistische netwerken zouden veel meer horizontaal, fluïde en non-hiërarchisch zijn. Media zoals Facebook en Twitter zouden, in de woorden van het rapport, een

horizontale interactie ‘van velen voor velen’ hebben teweeg gebracht. Er is dus een online gemeenschap ontstaan waarin extremistische uitingen en materialen worden gedeeld. Deze conclusies bevestigen het belang om jihadgang als een sociale

beweging te zien en wel hierom, jihadisten radicaliseren niet meer enkel door actieve ronseling en deelname aan geclusterde, onafhankelijke groepen met fysieke interactie. Het aantal zogenaamde ‘home-grown’ jihadisten die hun ‘inspiratie’ online vinden neemt toe. Om te verdiepen in jihadgang als sociale beweging zal gebruik worden gemaakt van de theorie en literatuur van Goodwin, Jasper & Poletta17. Zij

omschrijven hun eigen benadering als een culturele benadering van sociale

bewegingen. Deze benadering geldt als een alternatief voor de bestaande theorieën in het onderzoeksveld van sociale bewegingen die de politieke structuur of de eigen belangen of mogelijkheden van een groep of individuen benadrukken. Een andere reden voor het gebruik van de zogenaamde culturele benadering voor dit onderzoek is wegens een gedeelde oorsprong in de microsociologie. De culturele benadering neemt identiteit, emoties en betekenisgeving centraal in sociale bewegingen. Azca18 maakt in zijn onderzoek naar jihadisten in Indonesië gebruik van deze culturele benadering. In dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van het onderzoek van Azca, het biedt namelijk een voorbeeld en een begrippenapparaat om de rol van emoties en identiteit in jihadgang te begrijpen. Een sociale beweging bestaat uit collectieve actie,

fundamenteel hierin is het concept van collectieve identiteit dat de basis is voor collectieve actie. Poletta & Jasper19 beschrijven collectieve identiteit als de

emotionele en morele connectie met een bredere gemeenschap, categorie of activiteit. Deze connectie kan zich baseren op een gedeeld kenmerk, interesse of relatie en meer een verbeelding zijn dan een directe ervaring. In jihadgang is het zijn van moslim een voorbeeld van een gedeelde identiteit, dit gaat vaak verder in het beroepen op

negatieve ervaringen zoals discriminatie en deze ervaringen doortrekken naar globale conflicten. Wat hierbij gebeurt is dat emoties opspelen die getriggerd worden door

17

Goodwin, J., Jasper, J. M., & Poletta, F. (2004). Emotional dimensions of social movements (pp. 413-432). London: Blackwell Publishing.

18 Azca, M. N. (2011). After jihad: A biographical approach to passionate politics in Indonesia. 19 Polletta, F., & Jasper, J. M. (2001). Collective identity and social movements.Annual review of

(16)

morele waarden en het breken daarvan. Om de rol van emoties in sociale bewegingen toe te lichten maken Goodwin et al. (2004) een onderscheid tussen vier emotionele dimensies in sociale bewegingen: reflexieve emoties, affectieve emoties, morele emoties en ‘moods’ oftewel stemming. Reflexieve emoties ontstaan zoals de naam zegt plotseling en onbewust. Ze dienen ertoe dat men snel kan reageren, zij noemen hier zes emoties bij: angst, verbazing, woede, walging, vreugde en verdriet.

Affectieve emoties zijn consistenter dan reflexieve emoties, ze duren langer omdat ze positieve, dan wel negatieve toewijding en inspanning eisen tegenover objecten, anderen, ideeën etc. Voorbeelden hiervan zijn liefde, haat, respect en vertrouwen. Morele emoties zijn emoties die voortkomen uit hoe men de wereld om zich heen interpreteert, uit morele waarden. Deze emoties zouden het belangrijkst zijn in sociale bewegingen met name omdat het vaak morele emoties zijn die ten grondslag liggen aan de acties van mensen. Morele emoties komen voort uit de manier waarop mensen de wereld interpreteren, wat zij als goed en kwaad, juist en verkeerd zien. Morele emoties bouwen voort op het idee Emotionele Energie van Collins, het gedrag van mensen wordt in grote mate bepaald door te doen wat men juist of goed acht, het volgen van morele regels. Dit leidt tot gevoelens van trots en vertrouwen, waardoor men dit gedrag zal herhalen. Echter wanneer men dit niet doet kan het onder andere leiden tot schaamte en schuld. Ook speelt sociale controle en de groep hierbij een rol. De morele regels en emoties komen overeen met de eerder behandelde concepten van solidariteit door Durkheim. Morele regels bepalen wie toebehoort aan een groep, men oordeelt op basis van hun overtuigingen andere mensen, dit kan afhangend van de mate van religiositeit of dogmatisme leiden tot conflict. Azca (2011) spreekt van ‘moral shocks’ als een van de kernredenen die ertoe hebben geleid dat men

uiteindelijk deelnam aan jihadgang. Dit idee van een morele schok is zeer interessant, zeker micro-sociologisch gezien. Sageman20 spreekt zelf van ‘moral outrage’, beiden gaan uit van een gevoel van onrecht, woede en overtuiging tot actie. In de

operationalisering zal de toepassing hiervan in dit onderzoek worden toegelicht.

20Sageman, M. (2011). Leaderless jihad: Terror networks in the twenty-first century. University of Pennsylvania Press.

(17)

2.5 Terror Management Theory & Pragmatische Overwegingen

In deze paragraaf zal getracht worden duidelijk te maken wat jihadgang aantrekkelijk maakt. McBride21 behandelt in haar onderzoek de Terror Management Theory, een sociaalpsychologische onderzoeksrichting die de existentiële angst bij mensen centraal neemt. Zij concludeert op basis van voorgaand onderzoek dat een ideologie helpt om angst te verminderen en de wereld beter te begrijpen. Dus wanneer iemand met haar of zijn eigen sterfelijkheid wordt geconfronteerd zal degene zich dieper in een bepaalde ideologie. Dit sluit aan op de theorie van Collins waarin hij betoogt dat men zoekt naar de situaties om emotionele energie op te laden, het opdoen van gevoelens van kracht, zekerheid en zelfvertrouwen. Met name religie zou een belangrijke bron zijn voor betekenisgeving en daarmee het verminderen van existentiële angst. Religie biedt namelijk een oplossing voor ‘het probleem van de dood’. McBride (2011) haalt Hannah Arendt22 aan om haar punt toe te lichten. Arendt meent dat de aantrekkingskracht van een ideologie ligt in het vermogen om zin te geven aan een wellicht zinloze wereld, waarin orde, coherentie wordt veronderstelt met de toezegging op een betekenisvolle en belangrijke toekomst. McBride betoogt terecht dat er niet een directe link is tussen religie en terrorisme of geweld. Religie wordt vaak gecombineerd met een sociale of politieke agenda voordat het tot geweld leidt. In deze zin kan jihadgang gezien worden als een beroep op de Islam, dan wel op een ultraconservatieve stroming, met als doel een kalifaat op te rechten waar de Sharia gehandhaafd kan worden. Een interessante bevinding van McBride is dat wanneer de mate van existentiële angst hoger is bijvoorbeeld door een confrontatie met terrorisme of geweld, aanhangers van sterke conservatieve religieuze stromingen minder stress ervaren dan bijvoorbeeld seculieren of meer traditionele gelovigen. McBride zegt dat terroristische groepen door middel van religie hun doelen legitimeren en betekenis geven. In Jihadgang worden regelmatig citaten, wellicht uit context, uit de Koran gehaald of Fatwa’s van invloedrijke imams aangehaald om de noodzaak voor oorlog en strijd duidelijk te maken. McBride betrekt Becker23 hierbij, deze beweert dat een individu (existentiële) angst kan overwinnen door zich heroïsch te voelen, want, zegt Becker, heroïsme verandert de angst voor de dood in een soort onsterfelijkheid. Onder

21McBride, M. K. (2011). The logic of terrorism: Existential anxiety, the search for meaning, and terrorist ideologies. Terrorism and Political Violence, 23(4), 560-581.

22Arendt, H. (1973). The origins of totalitarianism. Houghton Mifflin Harcourt. 23Becker, E. (2007). The denial of death. Simon and Schuster.

(18)

jihadisten zien we dit bijvoorbeeld in het concept van martelaarschap, strijden en sterven in naam van Allah en de overtuiging dat dit in het hiernamaals wordt beloond. Verder is het niet ondenkbaar, in termen van Emotionele Energie, dat de jihadistische ideologie en het concept van de dood de deelnemers een gemeenschappelijk doel biedt en een gedeelde ervaring en overtuiging. We zien dus een schepping van solidariteit doordat men zichzelf als individu verbindt aan een groter geheel en hiervoor sterven als een heroïsche en nobele daad ziet. Hierin schuilt ook

groepsvorming, vaak zien jihadisten de wereld als een tweedeling tussen gelovigen en ongelovigen waarbij de ongelovigen overtuigd en anders geëlimineerd moeten

worden. De vraag blijft echter waarom iemand voor een extremistische,

ultraconservatieve en met name gewelddadige ideologie kiest in plaats van een meer gematigde ideologie die ook betekenis en soelaas biedt. Het antwoord hierop is, zoals McBride zelf ook toegeeft, erg complex. Dit geeft ook weer dat enkel het

verminderen van existentiële angst, bieden van een betekenis en doel niet voldoende is om jihadgang te verklaren. De Bie et al. (2014) betogen in hun onderzoek naar jihadgang onder migranten dat de ideologie achter jihadgang niet voldoende is om de aantrekkingskracht te verklaren, zij menen dat er naast ideologie ook meer

pragmatische redenen zijn om deel te nemen aan jihad. De Bie et al. menen dat migranten zijn aangetrokken tot jihadistische netwerken omdat het voorziet in basale behoeftes als een huis en voeding, verder bieden de jihadistische netwerken

zekerheid, veiligheid en betekenis. Alhoewel dit onderzoek met name focust op de aantrekkingskracht op migranten is het wel handig om te behandelen. Er kunnen mogelijke overeenkomsten zijn en het concept van pragmatisme kan wellicht waardevol zijn. De inhoud van de pragmatische overwegingen van jonge, opgeleide jihadgangers zijn naar alle waarschijnlijkheid anders, het is van belang om te

achterhalen of deze een rol spelen. Een sluitende aanvulling hierop is de invloed van propaganda, een post op de website van VICE24 geeft hier een aantal voorbeelden van. In de post worden verschillende foto’s en berichten van jihadisten weergegeven, deze geven een beeld van een gemeenschap waarin broederschap heerst, waar goed eten is en allerlei snoepgoed wordt gedeeld en waar alle jihadisten een eigen huis krijgen. Deze ogenschijnlijk simpele en ‘onschuldige’ beelden kunnen de indruk wekken bij sympathisanten en potentiele jihadisten dat aan alle pragmatische

24 Roussinos, A. (2013, 19 december). Jihad selfies. Geraadpleegd van

(19)

benodigdheden wordt voldaan en dan het leven daar net zo goed of beter is. In een Australische tv-uitzending wordt de radicalisering van een jonge jihadist, genaamd Jake Bilardi, behandeld25. Hierin wordt gesproken met zijn vader en ook met professor Anne Aly, haar interesse gaat uit naar counter-terrorisme en de moslimgemeenschap in Australie. In dit interview wordt zij gevraagd naar de propaganda video’s en beelden die worden verspreid door bijvoorbeeld de

Islamitische Staat, zij antwoord door te zeggen dat de schokkende, negatieve beelden met name voor ‘ons’, het westen en de ongelovigen zijn bedoeld. Maar de jongeren die worden gerekruteerd zouden heel andere beelden zien, beelden van

kameraadschap en avontuur. In deze beelden zou een utopie worden weergegeven, tegelijkertijd wordt het beeld geschetst van het westen dat een dreiging zou zijn voor deze utopie en verantwoordelijk voor het leed van moslims.

Een voorbeeld hiervan is een video die het media apparaat (Al-Hayat Media Centre) van de Islamitische Staat verspreidde aan het eind van de Ramadan in 201426. De video ziet er erg gelikt uit met een zeer goede beeldkwaliteit, de sfeer in de video is erg positief met veel licht. Er wordt een utopisch beeld geschetst waar ook

welbespraakte jihadisten uit onder andere Engeland en Finland vertellen dat ze alles hebben wat ze willen in het land van het kalifaat en dat het een plek is waar ze in vrijheid en vrede kunnen leven. Deze beelden kunnen van invloed zijn op jihadgang, het schept verwachtingen die inspirerend kunnen werken.

25 9Jumpin. (2015, 22 maart). Jihad Jake [Video]. Geraadpleegd van

http://www.9jumpin.com.au/show/60minutes/stories/2015/march/jihad-jake/

26 Eid Greetings From the Land Of the Caliphate. (2014, 02 augustus). Geraadpleegd van

http://jihadology.net/2014/08/02/al-%E1%B8%A5ayat-media-center-presents-a-new-video-message-from-the-islamic-state-id-greetings-from-the-land-of-the-caliphate/

(20)

3.

Operationalisering

3.1 Inleiding

Om een antwoord te geven op de centrale vraag zal gekeken worden naar vier

bekende gevallen die zijn afgereisd naar Syrië of Irak om te vechten aan de zijde van jihadistische groeperingen. Hierbij zal per case een zo uitvoerig mogelijke

beschrijving worden gegeven van het proces voorafgaande aan het vertrek. Het is zaak om zoveel mogelijk beschikbare data inventariseren en van daaruit kenmerken, netwerken en gebeurtenissen te destilleren waarvan de assumptie is dat deze van invloed zijn geweest op het radicaliseren en uiteindelijk het vertrek naar Syrië of Irak. In het voorgaande hoofdstuk zijn hiervoor al een aantal mogelijke verklaringen besproken, het is zaak om in dit hoofdstuk toe te lichten hoe deze theorieën toegepast kunnen worden op de empirie. In de inleiding werd al het raadsel geschetst van de transformatie van ‘gewone’ burgers tot jihadisten. Deze transformatie wordt veelal aangeduid met radicalisering, ook in dit onderzoek. Sageman27 beschrijft het als volgt:

“I use the term radicalization to express this process of transforming individuals from rather unexceptional and ordinary beginnings into terrorists with the willingness to use violence for political ends.”

Wel is hier een kanttekening bij te plaatsen, Maher & Neumann28 betogen namelijk dat er gevaren zijn aan het kwalificeren van jihadgangers als terroristen. Dit zou namelijk kunnen werken als een self-fulfilling prophecy. Uit hun onderzoek en contact zou blijken dat veel jihadgangers gedesillusioneerd raken wanneer zij eenmaal in Syrië of Irak aankomen. Velen zouden zijn vertrokken op basis van misleidende informatie en een jeugdig ‘enthousiasme’ (Exuberances of Youth). Dit onderzoek is niet in staat om iets te zeggen over de ervaringen van de jihadgangers wanneer zij eenmaal zijn aangekomen, dit is ook niet het doel. Wel blijkt uit het punt van Maher & Neumann dat misleidende informatie, oftewel propaganda een rol kan spelen in de radicalisering. In dit onderzoek zal dit ook behandeld worden. In het theoretisch kader is het concept van Emotionele Energie al behandeld, het is zaak om in dit hoofdstuk nader te verklaren hoe verwacht wordt dit concept te onderzoeken in de vier cases.

27Sageman, M. (2011). Leaderless jihad: Terror networks in the twenty-first century. University of Pennsylvania Press. Preface.

28 ICSR, Maher, S., & Neumann, P. (2014, 27 augustus). Offering Foreign Fighters in Syria and Iraq a

Way Out. Geraadpleegd op http://icsr.info/2014/08/icsr-insight-offering-foreign-fighters-syria-iraq-way/

(21)

Emotionele Energie wordt opgedaan uit interacties, die zowel kunnen slagen als falen, hiertoe dient het analytisch onderscheid tussen Positieve en Negatieve EE. Interactie klinkt als nogal een breed begrip en dat is ook zo bedoeld door Collins. Interacties kunnen een variëteit aan activiteiten, gebeurtenissen en uitwisselingen bevatten. Voor Jihadgang is de invulling hiervan in het theoretisch kader al deels bepaald, de

verwachting is dat het Pan-Islamitisch discours een belangrijke rol speelt in het proces van radicalisering. Om dit toe te lichten kan gebruik worden gemaakt van wat

Sageman (2011) ‘moral outrage’ en Azca naar aanleiding van Jasper (1997) ‘moral shock’ noemt. Beiden verwijzen naar een soort van uitbarsting waar een gevoel van onrecht en woede mee gepaard gaan, deze gevoelens dragen bij aan het ondernemen van een bepaalde actie, waaronder uiteraard jihadgang. Uit het Pan-Islamitisch discours dat Hegghammer (2011) beschrijft, blijkt een bepaald wereldbeeld waarin moslims worden bedreigd. Ook Sageman (2011) herkent deze ideologie en betoogt dat gebeurtenissen waarin moslims worden belaagd vervolgens terecht of onterecht worden geplaatst in een bredere oorlog tegen Islam als geheel. Het eerder gegeven voorbeeld van een gezegde van de profeet Mohammed, namelijk dat de

moslimgemeenschap één lichaam is (Azca, 2011:89), is een krachtig metafoor dat regelmatig wordt gebruikt om dit idee te bevestigen. Deze ideologie zou volgens Sageman (2011) aantrekkelijk zijn omdat het overeenkomt met persoonlijke

ervaringen zoals discriminatie waardoor zij herkennen in de slachtofferrol. Sageman (2011) beargumenteert dat het vervolgens netwerken zijn waardoor ‘enkele’

individuen daadwerkelijk worden gemobiliseerd tot jihad. In het theoretisch kader is behandeld hoe netwerken en groepen van invloed kunnen zijn op het individu, daarbij is ook al deels een trend beschreven die zich heeft voltrokken in jihadistische

netwerken. Zo zouden deze veel meer fluïde en horizontaal werken, waarbij veel meer contact online zou plaatsvinden, ook Sageman’s werk heet niet voor niks ‘Leaderless Jihad’. Ten slotte, zal in de cases worden gekeken naar de emotionele gesteldheid van de jihadgangers voorafgaand aan het vertrek. Het onderzoek van De Bie et al. is hiervoor een inspiratie geweest. Zoals behandeld zou hieruit blijken dat er meer pragmatische redenen ten grondslag liggen aan jihadgang. Het idee van

betekenisgeving zou hierbij een belangrijke factor zijn, om het aspect van

betekenisgeving te doorgronden zal zoals in het theoretisch kader beschreven, een beroep worden gedaan op de Terror Management Theory. Centraal in deze theorie staat existentiële angst als gevolg van bijvoorbeeld een confrontatie met dood. In de

(22)

cases zal gekeken worden of er gebeurtenissen zijn die mogelijk een dergelijke werking hebben gehad.

3.2 Methode & Selectie

Om tot een antwoord te komen op de onderzoeksvraag zal gebruik worden gemaakt van vier individuele cases, deze zullen behandeld worden in het volgende hoofdstuk. Bij het selecteren van deze cases zijn een aantal afwegingen gemaakt. Dit onderzoek neemt de zogenaamde buitenlandse strijders centraal, een letterlijke vertaling van de Engelse term “Foreign Fighters”. Dit begrip wordt in dit paper afgewisseld met ‘jihadganger(s)’. De operationalisering van de term ‘jihadganger’ is ontleend aan Hegghammer29, hij bouwt voort op een betekenis van David Malet. Laatstgenoemde definieert ‘foreign fighters’ als ‘niet-burgers van het land van bestemming maar die wel meedoen aan het conflict’. Hegghammer breidt dit uit aan de hand van vier criteria: 1) een actor die enkel en alleen deelneemt aan het betreffende conflict; 2) iemand die niet de nationaliteit bezit van het land van conflict en/of geen directe verwantschap heeft; 3) is niet verbonden aan of handelt niet in dienst van een formele militaire organisatie; 4) krijgt niet betaald. Dit zijn enigszins verwarrende kenmerken maar Hegghammer gebruikt deze wel om belangrijke redenen. Het eerste kenmerk moet een onderscheid maken tussen internationale terroristen en jihadisten die voor het eerst meedoen aan een conflict. Het tweede kenmerk moet strijders uitsluiten die al een voorgaand belang hadden in het conflict en terugkeren. Het derde kenmerk sluit soldaten uit die handelen op basis van orders. Het vierde kenmerk sluit huursoldaten uit. Verdere overwegingen waren om jonge mannen te selecteren uit welgestelde achtergronden. De reden hiervoor is dat uit voorgaande onderzoeken blijkt dat juist deze groep overgerepresenteerd wordt onder jihadgangers. Ook dit leidt tot een afweging, de traditionele criminologische verklaringen van deprivatie lijken geen kader te bieden voor jihadgang onder de bovengenoemde groep, er is dus ruimte en belang voor nieuwe inzichten. Daarbij is ervoor gekozen om alleen jihadgangers naar Syrië of Irak te behandelen, dit is ingegeven door een studie van De Bie et al.

(2015)30, de conclusie van dit onderzoek is dat geopolitieke veranderingen en

29Hegghammer, T. (2011). The rise of Muslim Foreign Fighters: Islam and the globalization of Jihad. 30de Bie, J. L., de Poot, C. J., & van der Leun, J. P. (2015). Shifting Modus Operandi of Jihadist Foreign Fighters From the Netherlands Between 2000 and 2013: A Crime Script Analysis. Terrorism

(23)

technologische veranderingen van invloed zijn op de modus operandi van jihadisten. Door jihadisten naar andere gebieden of over de tijd erbij te betrekken kan het

vergelijken van cases en komen tot conclusies bemoeilijkt worden. Uiteindelijk zijn er ook praktische afwegingen gemaakt bij het selecteren van het aantal cases en de cases zelf. Ten eerste is dit een bachelor scriptie, de beperking van tijd en middelen eisen keuzes. Verder is de beschikbaarheid van informatie beperkend, primaire data is onmogelijk. De data in dit onderzoek is met name gebaseerd op nieuwsartikelen, reportages en in enkele cases interviews, tweets of blogs. De cases zijn dus ook gekozen om het feit dat zij de meeste media aandacht kregen, de verwachting is dat dit een completer beeld geeft van de gebeurtenissen en daarmee ook onderling beter te vergelijken zijn.

3.4 Beperkingen

Door het gebrek aan contact en gevaar voor journalisten en onderzoekers om op locatie data te verzamelen is er niet veel bekend. Om een antwoord te geven zal voornamelijk informatie van derden, met name nieuwsbronnen, moeten worden aangenomen. Hierbij is het lastig te bepalen of de informatie correct en/of volledig is. Veel zal afhangen van de interpretatie van bepaalde gebeurtenissen en verhalen van naasten. Het blijft de vraag of deze interpretatie in lijn is met de emoties en gedachtes van de jihadganger. Het is dan ook belangrijk om de vele beperkingen van dit

onderzoek te benoemen. Ten eerste, de cases zijn gekozen op beschikbaarheid en media aandacht waardoor het niet te generaliseren is doordat belangrijke cases kunnen worden gemist omdat zij geen aandacht kregen. Ten tweede, de cases betreffen alleen reeds uitgereisde jihadisten waar het vaak onmogelijk is om nog mee in contact te komen. Hierdoor kan dus alleen maar achteraf het proces voorzichtig gereconstrueerd worden. Verder varieert het soort data per case doordat data verzamelen een soort van ‘pakken wat je pakken kan’ is geworden. Het blijft ook maar de vraag of de case compleet is, het onderscheid tussen missende data en data gekwalificeerd als negatief of ‘nee’ is lastig te maken. Doordat het een recent fenomeen is komen er nog elke dag nieuwe feiten en verhalen uit in de media. Dit maakt het lastig om in te schatten wanneer een case ‘af’ is. Desondanks de beperkingen levert de data wel interessante informatie en inzichten op die in de analyse zullen worden belicht.

(24)

4

Case-analyse

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zullen de vier individuele cases worden toegelicht, er zal een profiel worden weergegeven op basis van de verzamelde data. Vervolgens zal getracht worden de behandelde theorieën toe te passen op de cases. Per case zullen de

concepten behandeld worden die in het theoretisch kader en de operationalisering zijn beschreven. Eerst zal de case zeer kort en samengevat toegelicht worden, vervolgens zullen de verschillende theoretische tools worden toegepast op de case om uiteindelijk een uitspraak te doen over de Emotionele Energie van de jihadgangers in kwestie en zodoende de redenen voor het vertrek te achterhalen. Sommige concepten zullen samen worden behandeld vanwege de vele raakvlaken, hierdoor is het mogelijk om een beter lopend stuk weer te geven en herhaling te voorkomen.

4.2 Case 1: Islam Yaken ‘Hipster Jihadi’

Naam: Islam Yaken Plaats: Cairo, Egypte

Leeftijd tijdens vertrek: 21 jaar Datum van vertrek: Eind 2013

Een jaar na zijn vertrek naar Syrië blijkt dat Islam is omgekomen tijdens een

zelfmoordoperatie in Kobane. Islam groeide op in een modale, middenklasse buurt in Cairo, Egypte. Hij zat op een Franstalige middelbare school en behaalde zijn diploma in Rechten aan de universiteit31. Volgens zijn vrienden en familie speelde religie altijd wel een rol maar was Islam nooit erg streng gelovig geweest. Hij werd gezien als een grappige, respectvolle en rustige jongen die geen problemen veroorzaakte. Hij ging vaak naar de sportschool, ging naar feestjes en had seksuele relaties met meisjes. Hij maakte veel foto’s van zijn bovenlichaam en instructiefilmpjes voor

fitnessoefeningen. In een filmpje van een van zijn vrienden praat Islam Yaken openlijk over seks en andere verleidingen32. Maar dat alles veranderde, er waren een aantal gebeurtenissen in het leven van Islam die daartoe hebben geleid. Islam’s droom

31Al Arabiya News. (2014, 14 november). How a young Egyptian man joined ISIS [Video]. Geraadpleegd van

http://english.alarabiya.net/en/webtv/programs/death-making/2014/11/16/deathmaking.html#subtitle210

32Spencer, R., & Samaan, M. (2014, 06 augustus). Islamic State's new icon is a hipster jihadi. The Telegraph. Geraadpleegd van

http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/middleeast/11011634/Islamic-States-new-icon-is-a-hipster-jihadi.html

(25)

was om een fitnesstrainer te worden en verder te groeien in bodybuilding. Een van zijn beste vrienden, Hossam Atef, vertelt dat het ondanks al zijn harde werk Islam niet lukte om een baan te bemachtigen. In de slechte economische en politieke situatie waarin Egypte verkeerde raakte Islam gedesillusioneerd, hij worstelde met zijn situatie. Volgens Atef begon Islam steeds meer te lijden onder schuldgevoelens over zijn levensstijl en met name over zijn relaties met vrouwen. Vervolgens raakte Islam Yaken in 2012 een van zijn beste vrienden kwijt in een motorongeluk. Volgens vrienden, bekenden en familie was het hierna dat Islam zich meer en meer bezighield met religie. Het was in deze tijd dat de moslimbewegingen in Egypte steeds meer stegen in aanzien en macht door het hele land. Islam begon met het groeien van een baard en kleedt zich in traditionele kleding. Hij verwijderde alle vrouwen van zijn Facebook en stopte met het bezoeken van gemengde (man & vrouw) sportscholen. Waar hij eerst nog de Moslim Broeders en Morsi steunde, noemde hij hen later

‘infidels’ oftewel, ongelovigen. Hij ging dagelijks naar de moskee en hield zich alleen nog maar bezig met zijn geloof, wat hij achtte als het enige en juiste geloof. Islam begon zich steeds meer te verdiepen in de Salafistische theologie, hij verkeerde steeds vaker in deze kringen. Hij ging naar religieuze scholen en naar een andere moskee. Eind 2013 vertrok hij plotseling richting Syrië waar hij nog steeds filmpjes

publiceerde met trainingsoefeningen voor potentiele jihadisten om zich voor te bereiden.

4.2.1 Pan-Islamitisch discours & Moral Shock

We zien een aantal gebeurtenissen in het leven van Islam Yaken die als een ‘moral shock’ hebben kunnen werken. Zo was er voorafgaand en ook tijdens de

radicalisering van Islam een heftige politieke turbulentie aan de gang waarin het leger wederom de Moslim Broeders had afgezet. In het geval van Islam blijkt ook dat waar hij eerst een voorstander van hen zou zijn geweest, later naar de Moslim Broeders verwees als ‘infidels’ ofwel ongelovigen. In een interview met de buurman van Islam, zegt hij het volgende:

“Islam was saying: ‘I am not from the Muslim Brotherhood. I hate the Muslim Brotherhood because they have a political objective they want to reach. We strive for the sake of God.” He said: ‘we stand by the people who are struggling for the sake of God and we have a message to address. We want to raise the word of prophet on earth through the prophet’s Sunni companions and the establishment of the Islamic State.’ This is what they used to talk about, and this is what they are convinced in. Some told him that there is Jihad. I was telling him:

(26)

“Islam, instead of being involved in Jihad in Syria, be involved with your mother and father.” And he said to me: “If there is Jihad in Egypt, I will come back here.”33

Het is niet ondenkbaar dat de instabiliteit in politieke en sociale zin van invloed is geweest op de emotionele energie van Islam met een groeiend wantrouw tegen het bestaande politieke systeem en een groeiend vertrouwen in een alternatief in de vorm van de Islamitische Staat. We zien in de bovenstaande citaat duidelijk een

weerspiegeling van de ideologie die jihadgang typeert. Het streven naar een hoger doel en het bijstaan van de moslims.

4.2.2 Pragmatische overwegingen & Terror Management Theory

Veel vrienden en bekenden menen dat Islam na de dood van een goede vriend begon te radicaliseren. Gecombineerd met vele onzekerheden over zijn toekomst doordat hij geen werk kon vinden en zijn vertrouwen in het politieke bestel van het land

kwijtraakte, kan met enige zekerheid gezegd worden dat Islam zich in een lastige situatie bevond. De Bie et al. (2014) beschrijven in hun onderzoek dat wanneer men zich in hopeloze situaties bevindt, zich sterker vastbijt in religieuze regels. Hiermee hopen ze dat Allah hun zal belonen, ook geeft het men een begrip voor hun ongeluk. Ze zouden gestraft worden door Allah voor hun onjuiste levensstijl, door een meer conservatieve aanhang van het geloof hopen ze het goed te maken. Het lijkt dat dit ook voor Islam Yaken geldt, hij haalt blijkbaar positieve EE uit een strengere geloofsbelijding. Amr Medhat had Islam Yaken ontmoet op een lezing van

salafistische religieuze school, hij vertelt in de documentaire dat Islam Yaken zich altijd bezighield met het hiernamaals en de beloningen.

“Islam was like anyone, he first joined the Salafi school, then the school of Jihadism. He was deeming all other schools as renegade, false and so on. He was so naïve because he was not reading something else. He was only educated in his area which is Jihadism. There were lessons about dignity, the life of the prophet’s companions and how they were fighting and religion was ruled. He was always concerned with awards and sanctions in heaven. He was believing that when you die, you will find heaven and nymps and the seven heavens will be open for you. He was inciting you by old stories like when you die, you will enter paradise.” (Al Arabiya News, 2014).

33

Al Arabiya News. (2014, 14 november). How a young Egyptian man joined ISIS [Video]. Geraadpleegd van

(27)

Deze obsessie met het hiernamaals sluit aan op de Terror Management Theory van McBride (2011) en het door Becker (2007) behandelde idee van heroïsme. Islam Yaken wordt duidelijk geconfronteerd met de dood en krijgt met vele onzekerheden te maken waarin het lastig is om een doel vast te stellen in zijn leven. Als gevolg hiervan zien we een terugtrekking tot religie en dogmatisme. Dit slaat dan door in een jihadi-salafistische overtuiging. Hierbij is vooral het netwerk van belang geweest, Islam Yaken zou in contact zijn geraakt met de verkeerde mensen en zich in een omgeving hebben bevonden waar jihad als normaal en een plicht werd gezien. Om jihad en de bijbehorende angst voor de dood te overkomen speelt het geloof in het hiernamaals een belangrijke rol. Hierbij is de overtuiging dat in het hiernamaals beloningen wachten op hen die sterven in de naam van Allah. Verder zien we ook andere

pragmatische redenen, Islam Yaken schreef naar verluid op zijn sociale media pagina dat hij zijn moeder en familie probeerde over te halen om zich bij hem aan te sluiten in Syrië34.

"I spoke with my mother and told her to come and stay in this flat on the Euphrates. She can eat and drink and study, with the family and everything. She replied, 'My son, what would happen if the owners of the flat came back? What will you do then?' I told her not to worry - they are dead and gone."

Het belang van deze meer basale benodigheden moet niet onderschat worden. De Islamitische Staat beschikt over voldoende financiële en materiele middelen, met name door plundering wordt veel buit gemaakt. In het VICE artikel (Roussinos, 2013) worden foto’s getoond van goudstaven die zijn afgepakt van ‘criminelen’, daarbij zijn foto’s van wapens, mooie huizen en goed voedsel te zien. Interessant is ook dat hoewel Islam Yaken er niet in slaagde om in Egypte zijn droom om fitnessinstructeur te worden waar te maken, postte Islam Yaken vanuit Syrië video’s met

trainingsoefeningen voor de mujahideen (jihadisten).

34 Spencer, R., & Samaan, M. (2014, 06 augustus). Islamic State's new icon is a hipster jihadi. The

Telegraph. Geraadpleegd van

http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/middleeast/11011634/Islamic-States-new-icon-is-a-hipster-jihadi.html

(28)

4.2.3 Netwerk

Het is uit de beschikbare data lastig vast te stellen waaruit het netwerk van Islam Yaken bestond. Wat geconcludeerd kan worden is dat na de dood van zijn vriend en de politieke en sociale chaos zich conservatiever begon te gedragen. Volgens de bronnen begon Islam’s radicalisering langzaamaan, hij liet eerst enkel een baard groeien, hij ging vaker bidden en droeg vaker traditionele kleding maar volgens vrienden gingen ze nog altijd normaal met elkaar om. Naar verluidt zou Islam Yaken werkelijk omgeslagen zijn omgeslagen toen hij lezingen ging bezoeken in een religieuze school in Cairo die bekend stond om de conservatieve, salafistische leer. Hij zou hierin zijn betrokken toen hij mensen van zijn leeftijd ontmoette die zich bezig hielden om de religie van de Islam te promoten. Naar waarschijnlijkheid is het in deze kringen geweest waar de radicalisering van Islam Yaken begon. Zijn buurman die Islam Yaken regelmatig tegenkwam bij de lokale moskee vertelt dat Islam de ramadan voor zijn vertrek in 2013 elders doorbracht in een onbekende moskee. “Some young people took him to a mosque in Nasr City, I do not know where it is but they took him and Islam started to go it after the 20th of Ramadan: the day that he said he wants to go on Jihad. We used to sit with him at dawn. We were praying and reading the Koran. Then, two men came with long beards and wearing short jilbabs joined us althought they do not know how to read the Koran. They were weird, and no one knows how they brainwashed him and left.” (Al Arabiya News, 2014).

Het was na dit verblijf dat Islam Yaken de beslissing nam om op jihad te gaan. Het is niet mogelijk om exact te achterhalen wat er hier is gebeurd of gezegd, wel kan gezegd worden dat Islam Yaken tijdens dit verblijf werd gemobiliseerd. Amr

Medhat’s verhaal kan een indicatie bieden van wat er werd besproken in deze kringen. “I was not surprised when I knew that Islam went to Syria because in the last period before his departure everyone was talking about the Jihad and Syria. Everyone was preparing himself physically with martial arts and bodybuilding for the sake of Jihad. They were not openly saying that but they were training their bodies because a strong believer is better than a weak believer. Some of them were going to the gym where all people there are brothers. First, I was thinking that they wanted to travel to Syria to help civilians there and support the revolution. The first thing is that you should not join Jihad to support the revolution, people’s rights, democracy and these ‘satanic’ ideas. The talk was about traveling in order to establish an Islamic State there and a Caliphate for the sake of the Sunni-Shii war. They organize their travel with X and Y.” (Al Arabiya News, 2014).

Uit het bovenstaande kunnen een aantal bevindingen worden gehaald, ten eerste zou jihad een constant gespreksonderwerp zijn. Het doel was jihad en hier werd zowel

(29)

fysiek als mentaal op voorbereid. Ten tweede valt op dat de groep bijvoorbeeld samen ging trainen en studeren op specifieke locaties waarin de samenstelling nogal

homogeen was. Dit kan onderlinge solidariteit bevestigen en een bepaalde denkwijze versterken doordat het onder iedereen wordt gedeeld en als norm wordt gezien. Ten slotte komt ook de ideologie aan bod, opvallend is de afkeer van democratie en het streven naar het oprichten van een kalifaat. Dit wordt als noodzakelijk gezien door het te framen in termen van een oorlog met een sektarisch karakter.

4.2.4 Emotionele Energie

El-Nagger verdiepte zich in het leven van Islam Yaken35. In een interview met Hossam Atef, een van Islam’s beste vrienden vertelt hij dat Islam zich steeds

schuldiger begon te voelen nadat hij er niet in slaagde om een baan te bemachtigen en zijn dromen te realiseren. Hij zou zich schuldig voelen over zijn manier van leven, het missen van gebeden en zich ongehoorzaam hebben gedragen tegenover zijn ouders en de islamitische waarden.

“…Mr. Atef said, Mr. Yaken felt guilty about his relations with women. “When you’re doing something wrong, you still remember God,” Mr. Atef said, emphasizing that religion had remained central to his and Mr. Yaken’s identities even when they drifted from it. “He had sex with women.” (El-Naggar, 2015).

Deze schuldgevoelens worden ook door een andere vriend van Islam benoemd. In een documentaire namens Al Arabiya News over Islam Yaken36, vertelt hij het volgende:

“In the university I asked him: ‘my brother how do you walk with this djellaba (traditioneel gewaad)? Isn’t it a shame, its not nice. He said to me: ‘What’s the problem? All the Sunnis wear it and the prophet wore it.’ In the gym he would turn off the TV … He was saying that it is needless. When asking him for the remote, he was saying: No, I don’t want to feel guilty. After the protests, he said to me: “The army is infidel and the only solution to hit this Egyptian army is Al-Qaeda. Al-Qaeda is the solution to this infidel army. He was deeming everything as infidel: Us, democracy and even the constitution that we voted for! Everything

35 El-Naggar, M. (2015, 18 februari). From a Private School in Cairo to ISIS Killing Fields in Syria.

The New York Times. Geraadpleegd van http://www.nytimes.com/2015/02/19/world/middleeast/from-a-private-school-in-cairo-to-isis-killing-fields-in-syria-video.html?_r=0

36 Al Arabiya News. (2014, 14 november). How a young Egyptian man joined ISIS [Video].

Geraadpleegd van http://english.alarabiya.net/en/webtv/programs/death-making/2014/11/16/deathmaking.html#subtitle210

(30)

for him meant infidelity. Even on his Facebook page, he was cropping his photos as the rest of it is a flaw.”

Wat deze voorbeelden schetsen is het conflict tussen de westerse levensstijl en de conservatieve islamitische leer, dit komt voort vanuit schuldgevoelens die Islam had. Interessant is dat Hossam Atef meent dat religie op de achtergrond altijd een rol speelde in het leven van zichzelf en Islam Yaken, het wijst op een intern conflict tussen de lusten en wensen die ruimte krijgen in een meer vrije, westerse levensstijl en daar tegenover de islamitische waarden van de ouders en de gemeenschap.

Dit conflict uit zich eerst in een afname van de positieve EE bijvoorbeeld doordat hij teleurgesteld raakte omdat hij er niet slaagde een baan te vinden en het politieke systeem faalde. Daarbij raakt Islam een van zijn beste vrienden kwijt, het kan zijn dat Islam voelde alsof hij werd gestraft door Allah en uit schuldgevoelens en angst zich steeds conservatiever ging gedragen. Zoals De Bie et al. (2014) ook in hun onderzoek naar moslims migranten beschrijven, raken mensen meer verdiept en vastgeroest in een religie in moeilijke tijden. Deels door schuldgevoelens en de overtuiging dat ze worden gestraft zoals in het geval van Islam Yaken maar ook omdat ze verwachten een beloning te ontvangen voor hun dogmatisme. Deze schuldgevoelens vormen een hoge mate van negatieve EE omtrent de westerse levensstijl en alles wat niet

overeenkomt met de jihadi-salafistische ideologie. Islam zondert zich af van zijn vorige ‘leven’ en langzaamaan ook van zijn oorspronkelijke vriendengroep. Zo zou hij ook alle vrouwen van zijn Facebook hebben verwijderd en zou hij niet meer naar gemengde sportscholen gaan. Daarbij is ook een toename te zien in de positieve EE tegenover de conservatieve leer, waardoor hij de regels nog strikter en overtuigender gaat volgen. Uiteindelijk zou het netwerk dat hij opbouwde tijdens zijn toenemende religiositeit hem vatbaarder hebben gemaakt voor jihad en zijn uiteindelijke

(31)

4.3 Case 2: Mohammed Emwazi ‘Jihadi John’

Naam: Mohammed Emwazi Plaats: Londen, Verenigd Koninkrijk Leeftijd tijdens vertrek: 25 jaar Datum van vertrek: Eind 2013

Mohammed Emwazi is momenteel de meest beruchte jihadistische terrorist. Bekend als Jihadi John van de vele executiefilmpjes van IS. Emwazi groeide op in Noord-West Londen en haalde zijn diploma in informatica aan de Universiteit van Westminster. Emwazi zou in zijn jongere jaren een hardwerkende, rustige leerling zijn geweest die niet voor problemen zorgde. Na het behalen van zijn diploma in 2009 vertrok hij met twee anderen richting Tanzania waar hun toegang werd geweigerd. Emwazi werd tijdelijk vastgehouden en ondervraagd door de Engelse en Nederlandse veiligheidsdiensten. Ze werden verdacht deel uit te maken van een jihadistisch netwerk en zouden via Tanzania naar Somalië willen vertrekken om zich aan te sluiten bij Al-Shabab. Naar aanleiding van zijn aanhouding zou Emwazi zijn

lastiggevallen wat er ook toe leidde dat zijn verloofde hem verliet. Emwazi zou deel uitmaken van de zogenaamde ‘North-London Boys’, een netwerk van jonge moslims waarvan sommigen ook bevriend waren met elkaar. Zo zou Emwazi bevriend zijn geweest met meerdere Jihadisten voorafgaand aan zijn vertrek. Er zouden al meerdere gevallen van jihadisten uit Noord-Londen zijn. Verder zou de universiteit van Emwazi bekend staan om een sterke islamitische gemeenschap waar de conservatieve leer ook centraal staat. In 2010 keert Emwazi tijdelijk terug naar Londen waarna hij toegang tot Koeweit wordt geweigerd. Gedurende een lange periode wordt Emwazi

lastiggevallen door veiligheidsdiensten en slaagt hij er niet in om een leven op te bouwen. Uiteindelijk zou Emwazi er genoeg van hebben, hij verandert in 2013 zijn naam en vertrekt richting Syrië.

4.3.1 Pan-Islamitisch discours & Moral Shock

De radicalisering van Mohammed Emwazi is lastig vast te pinnen, de data die beschikbaar is begint bij zijn aanhouding in Tanzania. Er zijn aantoonbare bewijzen dat zijn safarireis met twee anderen toch niet zo onschuldig was. Zo werden zijn medereizigers al verdacht banden te hebben met jihadistische groeperingen in Somalië. Daarbij waren er ook al voorgaande gevallen van islamitische jongeren uit Londen en elders in Europa die via Tanzania afreisden naar jihad in Somalië. Naar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

How are children of military personnel, who lived in a Dutch community in a foreign country during (a part of their) childhood, attached to that place and

Bij de selectie van de rechtszaken tegen jihadistische buitenlandse strijders zijn de volgende criteria gehanteerd. 1) De veroordeelde personen moeten daadwerkelijk

If we give some credibility to the Quote-500 figures, these force us to interpret the top wealth shares from the household surveys as minimum estimates: if the top 500 of

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

vrije concurrentie op de markt tot stand gekomen prijs, de juiste norm is voor de economische mogelijkheden. Zoowel bij con- sumptie, productie als inkomensverdeeling spelen

Enerzijds blijkt het emotionele gedrag of oordeel niet zo voorspelbaar als Aristoteles dacht, anderzijds bevat de emotie een gedachte waardoor de emotionele beleving wel

als leidinggevende opneemt en bijdraagt tot een warme en dynamische omgeving waar medewerkers betrokken zijn, met betere resultaten als rechtstreeks

Andere geïdentificeerde obstakels voor de interventiemogelijkheden van familieleden betreffen een beperkt blikveld (de uitreiziger woont bijvoorbeeld niet meer thuis