Panama-conferentie 15-01-2021
Opportunities to learn offered
by primary school mathematics
textbooks in the Netherlands
Freudenthal Institute & Freudenthal Group Utrecht University, the Netherlands
Marc van Zanten
Overzicht
Opportunity-to-learn (OTL)
“Ability is nothing without opportunity” (NB)
Gelegenheid om te leren / geboden kans om te leren
In school: voornamelijk bepaald door de leraar en de methode
Bijdrage van methodes aan OTL
Internationaal:
• wiskundemethodes zijn de belangrijkste bron voor leraren, ook nu steeds meer digitale leermiddelen beschikbare komen
• de samenhang tussen lesgeven en methode is sterk, die tussen lesgeven en standards niet
Nederland, primair onderwijs:
• de meeste leraren volgen bijna alle inhoud van de methode
Curriculummodel
BEOOGD CURRICULUM Doelen en intenties UITGEVOERD CURRICULUM Onderwijsleerprocessen op scholen BEREIKT CURRICULUM Leeropbrengsten?
FORMEELBEOOGDE CURRICULUM
IDEËELBEOOGDE CURRICULUM
Opzet van het onderzoek
Inhoud
Watwordt aangeboden
Prestatieverwachtingen
Hoewordt dat aangeboden Learning facilitators
Opzet van het onderzoek
Focus Leerinhoud Groep
1 Didactische benaderingen Aftrekken tot 100 4 2 Didactische benaderingen Probleemoplossen 6 & 8 3 Historische vergelijking Decimale getallen 6, 7 & 8 4 Historische vergelijking Optellen en aftrekken 3, 4 & 5 5 Curriculaire coherentie Meerdere onderwerpen 3 t/m 8
Doorkijkjes in de resultaten
1. Didactische benaderingen – aftrekken tot 100
• Verschillen: inhoud, prestatieverwachtingen, learning facilitators
• Eén methode heeft prestatieverwachtingen t.a.v. begrijpen
Doorkijkjes in de resultaten
1. Didactische benaderingen – aftrekken tot 100
Doorkijkjes in de resultaten
2. Didactische benaderingen – probleemoplossen
• een niet-routinematig oplosbare opgave, waar de leerling die gesteld wordt voor deze opgave, niet direct een aanpak voor ter beschikking heeft
Doorkijkjes in de resultaten
2. Didactische benaderingen – probleemoplossen
• NL-methodes
– weinig niet-routinematige probleemopgaven – nauwelijks learning facilitators
– voornamelijk in de gedeeltes voor de betere leerlingen.
• SG-methode
– meeste niet-routinematige probleemopgaven – in de gedeeltes voor alle leerlingen
– systematisch heuristieken en andere learning facilitators
– maar op gespannen voet met het creatieve karakter van wiskundig probleemoplossen.
Doorkijkjes in de resultaten
3. Historische vergelijking – decimale getallen
• Meetgetallen: positiewaarde
1958
1969
2009
Doorkijkjes in de resultaten
3. Historische vergelijking – decimale getallen
Doorkijkjes in de resultaten
3. Historische vergelijking – decimale getallen
• Vrijwel alle onderscheiden realistische karakteristieken zijn in de actuele methode aanwezig
• De meeste karakteristieken zijn (in aanzet) al aanwezig in de twee oudere methodes
• De mate waarin is in de oudere methodes duidelijk minder dan in de actuele methode
• In de actuele methode wordt weinig aandacht besteed aan het zelf kiezen van de rekenvorm en de relatie tussen
verschillende oplossingsstrategieën.
Dit is in de oudere methodes meer aanwezig
1958
1969
2009
Doorkijkjes in de resultaten
4. Historische vergelijking – optellen en aftrekken
• gebruik van realiteit als bron, modellen, eigen inbreng van leerlingen, niet-routinematige problemen
• verschillen met name in modellen 1975
1990 1999
Doorkijkjes in de resultaten
4. Historische vergelijking – optellen en aftrekken
• methodes:
–in grote lijnen overeenstemming
1991 2000 2019 1975 1990 1999
Doorkijkjes in de resultaten
4. Historische vergelijking – optellen en aftrekken
Doorkijkjes in de resultaten
5. Curriculaire coherentie
• beoogd: in grote lijnen overeenstemming, niet volledig
• methodes: niet altijd volledige overeenstemming met
beoogd 2006
2010
Doorkijkjes in de resultaten
5. Curriculaire coherentie
• Sinds de invoering van het Referentiekader (2010) maakt het beoogd curriculum onderscheid in niveau: 1F en 1S
– 1F is het “minimale basisniveau”, passend voor de 35% leerlingen die doorstromen naar vmbo-bb en -kb (ambitie 2008: 85% behaalt) – 1S is het “streefniveau” bedoeld voor de 65% leerlingen die
doorstromen naar vmbo-t, havo en vwo (ambitie 2008: 65% behaalt)
• Sinds 2015 geven de eindtoetsen een indicatie of een leerling 1F danwel 1S beheerst
– 87 tot 94% behaalt 1F – 44 tot 48% behaalt ook 1S
2006
Doorkijkjes in de resultaten
5. Curriculaire coherentie
• methodes maken onderscheid in drie niveaus
niet (alleen) faciliterend, maar (ook) naar doelstelling 2006
2010
Conclusies
Implicaties
• Niet alle leerlingen wordt dezelfde OTL geboden om bepaalde reken-wiskundestof te leren.
Zelfs niet als ze les krijgen uit dezelfde methode, omdat methodes zo zijn georganiseerd dat niet alle leerlingen dezelfde opgaven voorgelegd krijgen.
• Het onderscheid tussen het ‘hoe’ en het ‘wat’ waar de NL overheid naar streeft, is bij rekenen-wiskunde niet zo gemakkelijk te maken.
• Methode-analyses blijven noodzakelijk
Dank voor uw aandacht!
Van Zanten, M. (2020). Opportunities to learn offered by primary school mathematics textbooks in the Netherlands. Utrecht: Universiteit Utrecht, Faculteit
Bètawetenschappen, Freudenthal Instituut. https://doi.org/10.33540/81
Binnenkort samenvattend artikel in Volgens Bartjens Ontwikkeling en Onderzoek