PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, cl? TE NAALDWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk BIBLIOTHEEK
PROEFSTATION voor de GROENTEN- en FRUITTEELT onder GLAS te NAALDWIJK
A 2 W
Onderzoek naar het verschil in zout- en voedingstoestand tussen veur en pad bij de teelt van komkommers,1970.
door:
A.v.d.Wees.
PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK.
Onderzoek naar het verschil in zout- en voedingstoestand tussen veur en pad bij de teelt van komkommers.
( 1 9 7 0 j .
A. v.d. Wees
Naaldwijk, 8 januari 1971
1 .
Bij het onderzoek van grondmonsters, afkomstig uit komkommerkassen, bleek herhaaldelijk dat er nogal grote schommelingen in het zout en voedingsniveau bestonden.
Mogelijk worden deze schommelingen veroorzaakt door onjuist toege diende voorraadbemesting, verkeerd bijmesten en/of foutief water geven. Om deze en mogelijk andere redenen is een onderzoek op be perkte schaal verricht.
Doel
Het doel van dit onderzoek was om na te gaan, hoe het zout- en voedingsniveau zich gedraagt als men dit, door regelmatig be monsteren, op de voet volgt. Om hierin een juist inzicht te ver krijgen, zijn pad en veur apart bemonsterd.
Opzet (alg. )
De proef heeft op twee bedrijven plaatsgevonden. De grondsoort was een veengrond in Nootdorp en een kleigrond in Pijnacker. Beide percelen waren normaal gedraineerd (om de 6 meter 60 - 80 cm diep). De bemonstering is in tweevoud uitgevoerd. (Twee monsters van het pad en twee monsters van de veur). Met tussenpozen van 20 - 25 dagen is er in totaal 8 maal bemonsterd. Op beide bedrijven werden de veuren machinaal uitgeschoten. Na het opwerken kwam er
15-20 cm grond op de losgemaakte balen. Voorts werd er nagegaan hoeveel water en eventueel kunstmest er tijdens de teelt werd toegediend.
Opzet per bedrijf Veengrond
Als voorteelt had hier sla gestaan. De plantdatum van de komkommers was 28 februari 1970» - Er is geen voorraadbemesting gegeven
Voor de broei is er per raam 10 kg stro en 200 gram
kalkammon-salpeter gegeven. Gedurende de proef is er 749 Kim water gegeven.
De regenleidingcapaciteit was 47i mm/h. Tijdens de teelt is er 5 maal met 3 kg zwavelzure ammoniak bijgemest. Verder zijn de normale cultuurwerkzaamheden verricht en was de groei goed. Kleigrond^
De voorteelt was sla. De komkommers zijn op 16 februari 1970 uit-geplant. Als voorraadbemesting is gegeven s
5 kg kalksalpeter 5 kg 23 - 25 - 0
1 5 k g 1 2 - 1 0 - 1 8 ( D e h e l f t h i e r v a n i s t o e g e d i e n d o p d e v e u r n a . het opwerken).
3 kg dubbelsuperfosfaat.
Deze bemsting is, behoudens de genoemde 7 kg 12-10-18, toegediend vóór het opwerken over de uitgeschoten grond.
Voor de broei is hier 12 kg stro en 315 gram kalkammonsalpeter
per raam gegeven. In totaal werd er 587 mE1 water gegeven, met een
regenleidingcapaciteit van 53>75 mm/h. Er is niet bijgemest.
De cultuurwerkzaamheden waren ook hier normaal en de groei was goed.
Bespreking van de analysecijfers.
Daar er tussen de beide gelijktijdig gestoken grondmonsters, van zowel veur als pad, nagenoeg geen verschillen bestonden, zijn deze gemiddeld.
Veengrond NaCl^
Bij het eerste veurmonster - er was nog geen grondbewerking toe gepast - bleek het keukenzoutcijfer hoger te zijn tegenover dat van het "padmonster". Bij de tweede monsterdatum bleek het
keukenzoutcijfer van pad en veur vrijwel gelijk te zijn. Gedurende de verdere teelt bleven deze cijfers vrijwel gelijk en constant. Gloeire_s_t
Aanvankelijk daalde de gloeirest op de veur, maar mede onder invloed van het bijmesten liep deze later in de teelt op. De gloeirest van het pad was vrijwel steeds constant.
_Stiks_tof_
Dit cijfer daalde op de veur, na verloop van 2 monsterdata tot de helft van het oorspronkelijke, maar bleef daarna, doordat er werd bijgemest, vrijwel constant. In het pad bleef het stikstofcijfer steeds op hetzelfde niveau.
Posfaajb
Het fosfaatcijfer op de veur bleef, enige schommelingen daar gelaten, vrijwel constant. Dit gold ook voor het pad, waar het fosfaatcijfer steeds matig is gebleven.
Kali_
Het kalicijfer op de veur vertoonde aanvankelijk hetzelfde ver loop als het stikstofcijfer op de veur. Omdat niet met kali-houdende meststoffen werd bijgemest bleef dit cijfer echter tot het einde van de teelt dalen. In het pad bleef het kalicijfer constant.
Kleigrond Nacl^
De keukenzoutcijfers van het pad en veur vertoonden een regel matig stijgende tendens. Deze stijging was op de veur sterker. Bij de laatste monsterdatum bleken de keukenzoutcijfers op veur en pad echter weer lager te zijn dan de voorlaatste datum.
3 .
Gl£eirest_
De gloeirest op de veur was onder invloed van de voorraad bemesting flink gestegen. Deze stijging bleef enige tijd aan houden en nam pas "bij de 4e monsterdatum af, waarna hij vrij wel constant bleef. De gloeirest in het pad bleef gedurende de gehele teelt constant.
_Stikstof_
Veroorzaakt door de voorraadbemesting steeg dit cijfer op de veur vrij sterk. De stijging liep enige tijd door en nam na de 3e irions terdatum, mede veroorzaakt door de watergift, sterk af. Deze afname liep, zij het steeds minder sterk, tot de laatste monsterdatum door.
In het pad was het stikstofcijfer door de voorraadbemesting nauwelijks gestegen en liep in vergelijking met de veur langzaam af.
Po sf aa t_
Mede ook weer door de voorraadbemesting liep het fosfaatcijfer tot de 4e monsterdatum vrij sterk op, waarna het in dezelfde orde van grootte weer af liep. Bij de laatste monsterdatum was het fosfaatcijfer echter weer wat opgelopen.
In het pad was het fosfaatcijfer matig en bleef dit gedurende de gehele teelt.
Kali_
Het kaücijfer op de veur vertoonde ook eerst een stijgende tendens en daarna een daling, zoals te zien was bij de gloei rest- stikstof- en fosfaatcijfers op de veur.
In het pad bleef het kalicijfer matig en vrij constant. Conclusie
Vergelijken wij de analysed jfers van beide bedrijven, dan valt direkt op, dat een voorraadbemesting een flinke verhoging van het voedingsniveau geeft. Temeer daar in het geval van de "kleigrond" de voorraadbemesting nogal fors was en hoofdzakelijk op de veur terecht kwam.
Op de veengrond verliep het voedingshiveau, zoals dit te ver wachten was geleidelijker en bleef door het bijmesten op een redelijk niveau.
De watergift bleek op beide bedrijven geen grote schommelingen in het verloop teweeg te brengen, mits het voedingsniveau als normaal gekwalificeerd werd.
O CM CT\ T— O CA LT\ O O MO LT\ LTV N"\ CM T- • • • TT- T"* • • VÛ LTN CM O O OA L"T\ O O LT\ G\ 00 O CvJ •=3" LT\ -=CF NA T— • • # <r- CM • • oo ^ CM O O O LTL «0 O CM T— T- N*\ LP» CM LT\ LPI (O, N~\ v— • • • v- CM • • C— ^ CM O O T>- C— O 00 CM t— T~ O C\ IT\ LPI LT\ NA CM • • • • r- CM • « CTNMO CM O Ö co o\ co c— T- O 0\ CM CM CM • V T- CM • • O 00 ^ CM O O CT\ CM CR\ MO CTN OD CM VO CM ^}~ LTi N~\ CM T— • » CM CM • • ^T" CM O O R— -VF O T- CM "SJ" r- \Q LT\ O MO U~\ •<- R<~\ CM T- • • rr\ CM • • CM O O u M U M U 2 <RJ P 3 ND P 0 CÖ CD Ö3 A) cd CD cd 0) CÖ t> P< I> FT i> ft > ft F> FT r- CM MO MO CM LPV 1 1 1 1 1 ON « • • « CDT-V T- O MO CM CVL -P PI -p O ra «H TSJ 0) O -p Ö M •P cö O CD •H ra CÖ NA CM Ai © <H •H • O K 2 O m I—i CO O CD 1—1 •P O cö • CD W 0 rl f*0 Ö t)0 ü CQ M O O FTF^H S S S
n Ï2H O PH ü H H i-l M CM 0) t£ ci I—1 •rH n 00 UTA C— O CM K\ CM VO m vo K\ C\i C\J CM 51 F-CM VO CM KAj OD T— CM CM CM KA KA CM C— KN CM CM CM CD CM T~ K"\ IT\ VO OJ r • • • • VO KA O O KA VO CM r-• m O O CM ON CM v— O O O c*— CM t— LT\ O KA CM O O CO CO r- T- CM «r-• «r-• O O CM KA • • f— KA • vo t » " CM OA N~N • • LTN CM OA T— CM v-• v-• O O LTAVO T— • LFA OA CM CM CM CM NA • • OA C-CM VO • • OA D-C— O O KA T~ IT\ CM r- • • • • Y— • • • O ^J- R— CM GO O O r~ KA KA LTA CM OA CO O- R- -XH KA OA KA . O OA CM • OA UTA O VO CVf CM T- • • OA KA CO O IT\ LTA • • R— CM OA OA O- M3 00 KA KA CO t— V* r— T~* • • • • • • • • GOOA KA CM CO T— O O tÙ fi « fi •H H H U U U •H 0 Ti ? 0 pj xä 0 rd M CD ci CD cô CD CÖ 0) CÖ 0) CÖ 0) -p > Pk > P< > ft !> P4 ï> Pi -P VH LTA O T- O 00 Kl •H 1 1 1 1 1 % • • • • fi Sic a) T— C-- T- O O u -P S Q) p! -P 0) -P O m tH rQ ri N ß o U -P O -P CÖ a CD •H CQ CÖ KA X (i> M <H •H • O -p •r*: 2 O •H CQ (—i CQ O
cti •H CD 1—1 -P O CÖ • CÖ ixj CD i—i
n EH M O CD W O O <3 C— CM r - VO MD O CM t>0 S S Ï50