• No results found

Fysisch Laboratoriumonderzoek van Potgronden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fysisch Laboratoriumonderzoek van Potgronden"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

^

{?(

MA

:

BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION; VOOR TUINBOUW

ONO,..;-: G.LA3 TiT NAALDWIJK

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Fysisch Laboratoriumonderzoek van Potgronden

door: F.M. Leijn van Dijk P.A. van Dijk

(2)

INHOUD : Pagina :

1. Inleiding 1

2. Proefopzet 1

3. Onderzoek 1

4. Resultaten 1

4.1. Nauwkeurigheid van de bepaling 3

4.2. Nader onderzoek naar het systematische

verschil tussen de pF-bakken 4

5. Samenvatting 4

6. Conclusie 5

7. Literatuur 5

(3)

1. Inleiding

Het doel van het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van G. Boertje is, na te gaan of de fysische gesteldheid van handelspotgronden op een laboratorium kan worden vastgesteld en of er mogelijkheden zijn om op basis van de verkregen analysecijfers kwaliteitsnormen op te stellen, waaraan potgronden zouden moeten voldoen. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de zogenaamde IB Routine-methode met mechanisch samendrukken (lit.l). Deze methode is op een aantal punten aangepast, waardoor het mogelijk was oiri het onderzoek op een gestandaardiseerde wijze uit te voeren. Bovendien is de IB Routine-methode uitgebreid met een bepaling voor het meten van het percentage krimp van potgronden.

2. Proefopzet

Op 5 verschillende data zijn telkens 5 handelspotgronden bemonsterd. Als regel zijn de monsters afkomstig uit partijen verpakte potgrond.die* naar mag worden verwacht, zijn samengesteld volgens RHP-receptuur. Bij ontvangst zijn de monsters eerst visueel beoordeeld door de afdeling Potgrondonderzoek. Deze beoordeling is vertaald in een waarderingscijfer, variërend van 1 tot 10, waarbij een potgrond met een betere structuur een hoger cijfer krijgt. Vervolgens zijn de monsters geanalyseerd, waartoe de volgende bepalingen zijn uitgevoerd: het gewichtspercentage vocht, het percentage organische stof, het volumegewicht, het poriënvolume; het volume­ percentage lucht en water en het A-cijfer bij pF 1,5, en het percentage krimp. De verkregen analyseresultaten zijn vergeleken met de waarderingscijfers. In bijlage 1 zijn de soortnamen van de onderzochte potgronden en de waarde­ ringscijfers gegeven.

3. Onderzoek

De IB Routine-methode met mechanisch samendrukken is gebruikt als handleiding voor de uitvoering van het onderzoek. Tijdens eerder fysisch onderzoek van potgrondmonsters is gebleken dat potgrond, afhankelijk van de samenstelling ervan, een zekere mate van krimp vertoonde. Dat was duidelijk te zien aan de klompjes potgrond na drogen, die van monster tot monster verschillend van afmeting waren. In het belang van het onderzoek is een methode uitgewerkt om deze verschillen te kunnen meten. Direct van invloed op het percentage krimp is de wijze waarop de beide cylinders van elkaar gescheiden worden. Door gebruik te maken van een zogenaamde cylinderklem, een apparaat dat speciaal hiervoor in samenwerking met de Technische Dienst is ontwikkeld en een zaagje, zijn goede resultaten verkregen. Dit komt tot uitdrukking in de relatie tussen het waarderingscijfer en het percentage krimp. De regressievergelijking en de correlatiecoëfficient hiervan zijn weergegeven in tabel 2.

De monsters zijn in viervoud geanalyseerd, waarbij gebruik is gemaakt van twee pF-bakken. Er is steeds per pF-bak in duplo ingezet. Om de pF-bakken in goede conditie te houden is veel aandacht besteed aan het vullen en onderhouden van de bakken.

4. Resultaten

De resultaten van het onderzoek zijn vermeld in de bijlagen 2 t/m 6. De ge­ middelde resultaten zijn gegeven in tabel 1. Het waarderingscijfer, als resultaat van de visuele beoordeling, is ook opgenomen in tabel 1.

(4)

-2-Tabel 1: Gemiddelde resultaat en waarderingscijfer van de 25 geanalyseerde potgrondmonsters

Monster­ Waarde­ Gewichts %'Orga- Volume­ Poriën­ Volume% Volumes ;A-cijfër %Kr imp

nummer rings­ % vocht nische gewicht volume water lucht bij

cijfer stof bij : bij 1 ; PF 1,5

PF 1,5 PF 1,5 82F-10 6 72 66 223 87,7 66,4 21,2 298 30,2 82F-11 8 66 67 234 87,0 65,3 22,0 279 21,1 82F-12 6h 69 67 248 86,1 64,4 21,7 259 26,4 82F-13 6 67 55 283 85,1 64,4 20,8 228 29,0 82F-14 10 72 90 167 89,7 65,2 24,4 390 15,3 82F-16 7 72 74 204 88,3 67,3 21,0 330 25,8 82F-17 6" 76 80 186 89,0 70,6 18,1 378 34,4 82F-18 7 64 55 272 85,8 63,7 22,1 234 23,9 82F-19 6h 70 66 226 87,4 65,2 22,2 289 29,7 82F-20 8 70 54 223 88,8 66,0 22,4 298 19,4 82F-21 5+ 76 87 186 89,2 68,4 20,8 368 33,3 82F-22 7~ 66 68 246 86,3 62,2 24,1 252 24,1 82F-23 lh 70 69 220 87,6 62,6 25,0 284 24,6 82F-24 5 73 67 234 86,7 68,5 18,2 293 34,5 82F-25 6h 72 78 214 87,9 64,8 23,1 302 30,2 82F-26 7+ 67 68 236 86,8 67,5 19,2 287 25,9 82F-27 7" 69 72 214 87,9 67,2 20,6 315 25,5 82F-28 6 h 69 74 226 87,0 65,5 21,5 291 29,4 82F-29 Sh 67 62 260 85,8 66,2 19,6 254 30,0 82F-30 5 70 : 75 255 85,3 66,6 18,7 262 29,5 82F-37 5h 73 78 210 87,6 64,1 23,5 305 30,3 82F-38 8~ 67 63 244 86,6 63,0 23,6 258 23,1 82F-39 7 67 , 73 229 86,9 63,0 23,9 276 22,6 82F-40 lh 63 63 260 85,8 60,1 25,7 232 22,9 82F-41 8~ 67 68 225 87,4 64,4 23,1 286 23,7

In tâbeli2 zijn eem aantalLrelaties gegevenstussen de verschillende bepa­ lingen onderling, met de bijbehorende regressievergelijkingen en correlatie-coëfficienten.

Tabel 2: Relaties tussen een aantal bepalingen

Regressievergelij king Corr.

X : y y= A + B x coëff. r

Waarderingscijfer: % krimp A= 48,065 B=- 3,08004 - 0,84

Waarderingscijfer:volume% lucht A= 15,2378 B= 1,02162 0,62

Volume% lucht:% krimp A= 57,7445 B=- 1,37647 - 0,62

% organische stof :volumegewicht A=392,737 B=- 2,35016 - 0,79

Poriënvolume: volumegewicht A=2061,54 B=-21,026 - 0,95

A-cijfer : volumegewicht A=405 f905 B=- 0,612532 - 0,96

(5)

Uit tabel 2 blijkt, dat bij vergelijking van de visuele beoordeling met de analyseresultaten een goede correlatie gevonden is tussen het waarderings­ cijfer en het percentage krimp. De correlatie tussen het waarderingscijfer en het volume % lucht is wat minder. Bij vergelijking van de analyseresulta­ ten onderling zijn goede correlaties gevonden tussen het volumegewicht en het poriënvolume en tussen het volumegewicht en het A-cijfer.

4.1. Nauwkeurigheid van de bepaling

Uit de resultaten van de 25 potgrondmonsters zijn de standaardafwijking, de variatiecoëfficient en het gemiddelde van de verschillende bepalingen berekend. Het resultaat hiervan is vermeld in tabel 3.

Tabel 3: Standaardafwijking, variatiecoëfficient en gemiddelde, berekend uit de resultaten van de 25 geanalyseerde potgrondmonsters

Bepaling S VC m - k--.-/; ^bak+duplo's) % Volumegewicht 6,5 2,8 228,8 Poriënvolume 0,36 0,4 87,2 Volume % water 0,98 1,5 65,2 Volume % lucht 1,07 4,9 22,0 A-cijfer 8,8 3,0 1290 Percentage krimp 1,11 4,2 26,6

Uit de statistische verwerking is gebleken, dat in de waarde voor de standaardafwijking een fout zit, die veroorzaakt is door een systematisch verschil tussen de twee pF-bakken. Door voor de verschillende bepalingen de standaardafwijking van de duplo's binnen één pF-bak uit te rekenen, de zogenaamde dupliceerbaarheid, is het mogelijk om de grootte van de systema­ tische fout aan te geven. De dupliceerbaarheid is vermeld in tabel 4. Tabel 4: Dupliceerbaarheid, berekend uit de resultaten van de

25 geanalyseerde potgrondmonsters Bepaling S (duplo* s) VC % Volumegewicht 5,4 2,4 Por iënvolume 0,30 0,3 Volume % water 0,58 0,9 Volume % lucht 0,58 2,6 A-cijfer 7,3 2,5 Percentage krimp 0,84 3,2

Uit de vergelijking van tabel 4 met tabel 3 blijkt, dat de waarden voor de standaardafwijking inderdaad lager zijn geworden. De systematische fout was het grootste bij de bepaling van het volume % water en lucht. De lage waarden voor de verschillende variatiecoëfficienten duiden op een erg nauwkeurige bepaling.

(6)

-4-4.2. Nader onderzoek naar het systematische verschil tussen de pF-bakken Er is geprobeerd het systematische verschil tussen de pF-bakken op te heffen door deze op een andere manier te vullen. Vervolgens zijn 15 veen-substraatmonsters geanalyseerd volgens een nagenoeg gelijke methode. De resultaten hiervan zijn vermeld in de bijlagen 7 t/m 9. De statistische verwerking van deze resultaten is vermeld in tabel 5.

Tabel_5ï Standaardafwijking, variatiecoëfficient, gemiddelde en dupliceerbaarheid, berekend uit de resultaten van de 15 geanalyseerde veensubstraatmonsters Bepaling S VC m Dupliceerbaarheid (bak+duplo's) % S (duplo's) VC % Volumegewicht 6,3 4,9 127,7 6,9 5,4 Por iënvolume 0,35 0,4 92,5 0,39 0,4 Volume % water 0,80 If 6 49,1 0,75 1,5 Volume % lucht 0,98 2,3 43,5 0,92 2,1 A-cijfer 10,8 2,5 427 11,8 2,8

Uit tabel 5 blijkt, dat er geen systematisch verschil meer is tussen de twee pF-bakken. De gevonden waarden voor de standaardafwijking uit tabel 5 komen goed overeen met de waarden voor de standaardafwijking die gevonden zijn bij de statistische verwerking van de analyseresultaten van de

potgrondmonsters. 5. Samenvatting

In dit verslag zijn de resultaten opgenomen van de fysische analyse van

25 potgrondmonsters, en hun waarderingscijfer als resultaat van de visuele

beoordeling door de afdeling Potgrondonderzoek. Voor het opstellen van kwa­ liteitsnormen aan de hand van deze resultaten wordt verwezen naar het verslag van G.A. Boertje (lit.2).

Om het onderzoek zo standaard mogelijk uit te kunnen voeren is de IB Routine­ methode op een aantal punten aangepast, hetgeen vastgelegd is in een voor­ schrift dat opgenomen is in bijlage 10. Bovendien is de Routine-methode uit­ gebreid met een methode voor het meten van het percentage krimp van potgronden, wat ook vastgelegd is in een voorschrift dat opgenomen is in bijlage 11.

Het systematisch verschil tussen de pF-bakken is opgelost door deze op een andere manier te vullen, dit is vastgelegd in een voorschrift waarin tevens het onderhoud van de pF-bakken is opgenomen. Het voorschrift is vermeld in-bijlage 12.

Uit de statistische verwerking van de resultaten van de 25 geanalyseerde pot­ grondmonsters is gebleken dat de bepaling van het volumegewicht, het poriën­ volume; het volumepercentage lucht en water en het A-cijfer bij pF 1,5,en het percentage krimp, erg nauwkeurig is.

(7)

6. Conclusie

Uit de analyseresultaten is gebleken dat het goed mogelijk is om de fysische gesteldheid van handelspotgronden op een laboratorium vast te stellen. Om tot goede resultaten te komen is het wel van belang dat er zo gestandaardiseerd mogelijk gewerkt wordt.

Het onderzoek heeft geleid tot het opstellen van een aantal eisen en kwalificaties, waaraan RHP-potgronden moeten voldoen en tot het besluit om het fysisch laboratoriumonderzoek van potgronden met ingang van 1 januari 1983^voor de praktijk open te stellen.

7. Literatuur

1. Dijk, H. van, 1976. Physical Characterization of Peat Products and Plant Substrates. Instituut voor Bodemvruchtbaarheid in Haren (Groningen).

2. Boertje, G.A., 1982. Fysisch laboratoriumonderzoek van Potgronden. Proefstation voor Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk. Intern verslag nr. 49.

(8)

Bijlage 1

Lijst van onderzochte potgrondmonsters en hun waarderingscijfer

Monster­ Soort potgrond Waarderings­

nummer cijfer 82F-10 Verpakte potgrond 6 82F-11 Verpakte potgrond 8 82F-12 Verpakte potgrond 6% 82F-13 Verpakte potgrond 6 82F-14 p.g. Calceolaria 10 82F-16 Verpakte potgrond 7 82F-17 Sla potgrond 6" 82F-18 Verpakte potgrond 7 82F-19 Verpakte potgrond 6%

82F-20 Tomatenpotgrond met klei 8

82F-21 Verpakte potgrond 5+ 82F-22 II It 7" 82F-23 If II lh 82F-24 11 If 5 82F-25 Il II 6 h 82F-26 II If 7+ 82F-27 II If 7" 82F-28 II If 6 h 82F-29 If If 5h 82F-30 If ff 5 82F-37 II II 5 H 82F-38 If If 8" 82F-39 II II 7 82F-40 If If lh 82F-41 II If 8"

(9)

B •H 1 a M VO

«

G\ VO 00 vo en VO H rH a\ 0 vo O VO «q* r- VO

«

te te te te te te te te w * % te te te te te * dP 00 rH o\ o H O es o VO vo m f^ av O CT) 00 ro vo vo CS m es ro es es es es es es es es es ro es es H rH i*H rH in te U rH û> MH fa •ri Çu •H U TO ro in VO 1 -H ro m vo o es <n o m es ro tn r» 00 a» vo co r* ro in VO < ,Q en o <J\ o co r^ 00 t>- vo vo m in ro CN es CN a* o\ co co es ro es es es es es es es es CN CN CN CN CN ro 00 ro ro lO te H 1 -u CI £ tu e m r>. R U Ml in 01 3 D O) «*• r* es <Tt r- in es «s* es ro in in «3* 01 r- rH 1—t f—H *r~i te a* te % % % te te *1 te te te * te te te 0 -H rH CN r-H PH es rH ro es es H es co rH rH rH rH tn in > DP jQ CS es es es es es CN es CM es es es CN es es es es CN es es lO te H t u 0 O h Ë 4J ft VO vo o\ o vo «41 O R* vo Ö ro 0 m r^ 00 « 0 m D (0 % te % te te * * * H % * te te te te te te te H S -n in m m vo m ro ro ro TT ro ro M «3» O -H VO vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo vo VO vo vo • > «*> J3 1 C <D •AT C •w <3 •H D m o vo vo 1H o> ro Ci es H 0 es r- es 0 CN 00 vo M fH te te te te te * te te * te te te te te te te 0 0 0D r^ r^ r- vo VO vo vo vo vo m in m 1n G\ o\ Oi a\ 0< > CO a> 00 CO 00 co 00 00 00 00 co 00 00 co co 00 co 00 00 ' 00 1 -P a) x: g o D -H vo r- es LO o\ vo co rH 00 CN CN CN VO vo co 00 1—1 s CM rH es es ro ro es ro m r» 00 co 00 vo vo vo vo 0 0) CS CN es es es es es es es es es es es es es CN rH rH rH rH > t? 00 es CN 1n • te * *» te 1 u in vo r- m a> •H 0 vo vo vo tn 00 C 4J «t m (U Ui o o r^ o\ vo 0 ro o\ rH U (U « te te te %» « te O x; vo m 00 m vo R^ vo Ch o\ o vo vo vo vo vo vo in in 00 00 <#> ÖJ es «3» 1 te te te te m CS vo c\ r* rH 4J -u r- vo vo vo r» JC JS 2 8 rH vo o rp ro CN i> cr> crv 3; > te te te «b te « te te te 0) es es vo vo o\ o\ r- 0 rH O <*> r^- vo vo vo vo vo vo 4- r- r-tJ •u x5 'O C c c C 0 0 0 0 u u u u m 0> en 4J -P 4J 4J ta 0 0 0 O ta a eu CU Oi •H 0) eu 0) a> (O 4J •p -p 4J rH 0 <0 <0 m (0 a) u a D» Ol eu o O u u M i-i rH 2 0) <tt 0 0) (0 > > > > a f m ro m ro ro ro 4J \ \ \ \ \ (0 r* V r*> r- p* Q rH »-4 rH 1—1 rH • S-l O r-i es ro C rH r-1 rH rH 1 rH I -9 1 fa CM 1 1 b fa (M PM <M CN CN

(10)

a e •H U LO V0 vo r- O <N CN i-H CN r- C\ vo r* r^ 00 r-

r-«

« te te % te te te te te te te te te te te te te te te te VO ro VO in CN ro CO 00 a\ rH co o 00 00 <#> CM CN oa CN ro ro ro ro CN CN CN <N CN CN CN ro H CN rH rH to te U H <D «M fa •m Oi •H O -n CN CN vo rH f—1 r- 00 r* O* a\ CN CN m <T\ <X\ CN O O <3« 1 -H m co CN ro 00 r- r* r* CN ro ro ro C\ co 00 00 OS ro r- a\ < JQ m co ro ro ro ro ro ro CN CN CN CN CN CN CN CN CN ro CN CN in % » .H 1 4J a> J3 fa s o a 3 3 H rt-n CM (N O vo r* Ci ro ro CN co o 00 rH ro 0 «H • te te * te te te te te te te te « te te te te te te te

>

dH £> (N rH o o 00 co t^ r* CN rH CN CN CN CN CN rH CN CN rH ro CN es (N <N rH H rH rH CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN m te H 1 u ai a» fa 6 JJ û 3 10 m CM ** CN ro O VO CN vo «3« tn CN VO VO vo ro O CN •-H 3 -n « . te te te te te te te te te te te « te te te te te te te 0 -H Vû r- 00 O O rH O ro ro ro m m tn in r** vo in > # J3 VC vo VO vo r- r- vo VO vo vo vo VO vo vo vo vo vo vo 1 c a) :a> S -H 3 VI r-l tn rH CN o o <J\ cr> vo o\ 00 r* vo ro ro vo 0 0 « «•> te te te te- te te te te te te « te te te te te te te ft > 00 CO G0 CO 0\ o^ CO 00 m in in m r- r- 00 r* co OO 00 00 00 00 00 00 00 00 CO 00 00 00 00 00 00 co 00 00 00 I 4-1 <U Si <U Si e o 3 -H O CN r* vo in vo 00 tn o rH vo vo in 00 o O o o 00 00 00 00 r* r* r*» CN CN CN CN CN o «a» H 0 <V CN CN CN CN rH H rH rH CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN > 0> ro o m o 1 M-l « te te « te • H O O m vo «V C 4-1 r- 00 tn vo tn m en O» m a> 1n «H 00 O ro 00 o o 00 CN O- JS • •h te te te te * te te te o o o tn vo o r-dp (0 r- 00 00 m m vo vo tn tn 1 a* CN o o to * te te « te 4J 4J H , vo •«fr o a\ JC X: r* r- vo r* vo n ri vo •H O S > 00 o m CO o rH rH o vo CN a> • te te te te te te te te o <*> H CN vo tn «S* O o 00 rH r* vo VO r- vo r» ••H 0) rH M *0 »O + C c c 0 0 0 C S-l u u 0 0] & u 4J 4J 4J 0> O c 0 0 4J o 0 Û4 a 0 u Û4 04 a» CT> 0) o 1 4-> 4J 4J 4J c 0 J* Q> <8 Ol 1 (0 (0 4J .M Û Ol 1 eu a (0 u VJ (0 u u è ai CD rH o Q> 0 2 > co > > h* r . O co ro ro ro ro 4J IG \ \ \ \ O CM CN CN CN CN • i-i C 10 n r- CO av O • rH rH rH CN SX 1 1 ! 1 1 <8 EM fa tj IM CM

(11)

Ol s •H

u

ac CN rH ^3* rH O vo P- m rH co f-H O o vo co en O

* te

te.

i» te te te i* w te te te te te» te

dP en m oo CO rH ro VO n CM tn m *5« H O o> a> CN CM CN CN CN CN CN CN en CO co co CO ro CM CM tn w -O H •m fo •H Qi •H Qi O 1 Tl vo rH o LO O o VO co co VO VO m rH CO tn vo <J 1-4 vo VO r^ m tn tn m 00 00 00 00 00 o* o> o\ O o\ o o JÛ 00 00 co ro »• CM CN CN CN CN CM CN CN CN CN CN CM co CN co co Ifl te rH 1 -M OJ X! fa 6 O Ck 3 s r-t i-l -n co co vo ov a> r* o r* O O tn r-l rH r—! <*• o\ rH r- vo O -1-1 « te h w te te te te •k «» te te te te te te te > c*> J3 rH o o rH «y CN VO VO co CD <J\ 00 f^ co TT rH CM CN CN CN CN CN CM CN CM CN CM CM CM H rH r—f p—( CN CN CM CN m r—i 1 M 0) ai fa e ii a FH *" MJ 3 <0 VO VO <çt vo m r- m a» m en VO CM O CO O CO

fH 3 -n « te te

te.

*. te. H te. * «» <te te te te te te * te

O "H r* CO 00 00 rH rH CM m rH rH co co co r- 00 C\ co VO tn > <#> XI VO vo vo vo VO vo VO vo VO vo vo vo va VO vo VO vo vo VO vo 1 c a) :<D £ •H 3 CN Ch CN C0 en m rH 00 r- in o r- vo G\ CTV r- o\ U r-l « te. * te te te «t te te w te te te te te te te te O O CT> 00 a\ vo vo vo vo Is- r- r*- vo r* vo vo 0. > 00 00 00 00 00 co 00 00 00 00 00 co ca co 00 CD 00 00 00 00 1 -u v x: G o 3 *H •H S VO o in CM vo vo o\ r* 00 CN car 00 co tn co r- co o <u CO 0\ 00 00 rH rH CN CM co CM co co rH rH r-i rH > a> rH r—{ rH rH CN CM CM CN CN CM CN CM CM CM CN CM CM CM CN CM «e* o\ 00 -c» 00 1 U-4 * te ht «k te -H 0 r- C\ r^ c -u 00 vo vo VO r* <0 M vo o* u ai 00 O CM vo o vo cm VO <T\ VO O X! « te w te * « te. * te te u r- r* G\ vo o 00 vo GO r^ f* dp CO co co VO vo r*- vo vo VO r^ CM co vo tn 1 * «» «te. te 0} vo VO a\ CM rH 4J 4J - vo vo r-x: r-x: o o tn CM o m tn o 00 00 M •H O te te te. •te te te te & > vo vo vo vo o\ o ci CN o CM a> r* r- vo vo vo r^ r- r- r-U <#> 4 *o 'O 'O r& *o C C c a c 0 0 0 o 0 u u u U: u a» o> en Cfr CP 4-> 4J 4-> JJ 4J 0 0 0 o 0 Ol & 04 m a 0) 0) o m Q) 4J 4J JJ ±* 4-> -S£ JMS a (0 10 (TS 0 (C u a. eu Ol P» a <S) u u u u s o (U 0) & o > > > > > r <0 «91 4J \ \ \ \ % <0 rH r—1 rH r-t rH a • U in C rH CN CO in CN CN CN CM t CM JÛ « &4 CN 1 tu CM 1 CN PM 1 CM i CN

(12)

% Krimp % Krimp 25,5 24,9 m vo CM O * r^ CN 25,1 24,9 26,3 25,7 30,2 r-W r* CN 30,7 28,8 28,8 30,6 1 29,1 j 31,6 29,5 ! 28,5 30,5 * o\ CN in * U f-H 0) • »w fa •n Oi •H O -n « *H < J3 in * U f-H 0) • »w fa •n Oi •H O -n « *H < J3 287 295 287 278 331 310 312 308 295 301 cr\ CO CN 278 256 256 250 256 265 in CN 265 271 Volume- % lucht bij pF 1,5 Volume- % lucht bij pF 1,5 18,3 18,2 20,1 20.4 17,5 19,4 23,0 22,6 20.4 20,0 a\ • % ro CN CO •K •H CM R-R—1 * 00 R—I 21,7 O ' T Z % R-RH r-* R* RH O ' O Z R^ O> H

Volume- % water bij

pF

1,5

Volume- % water bij

pF 1,5 68,3 r-00 vo CO vo vo 66,2 70.4 T ' 8 9 65,1 65,4 VO « vo vo 67,2 in % ro vo CO *3« vo 67.8 67,4 64,3 65,1 67,9 66,2 65,7 66,2 Poriën­ volume Poriën­ volume 86,6 o\ * vo 00 86,9 86,6 87,9 87,5 88,1 88,0 O % r-* 00 87,2 87,4 VO VO 00 85.5 VO in 00 O vo 00 86,1 85,2 m * 00 r-m CD OL *k in 00 Volume- gewicht Volume- gewicht 238 233 233 238 213 220 209 212 227 223 220 233 265 263 257 254 256 CM r-CM 248 244 % Organi­ sche stóf • ; 67,9 71,7 73,8 ro * CN VO 75,0 % Organi­ sche stóf • ; 65,9 69,9 72,5 O r- 74,4 73,1 65,1 in a\ in VO «53* R-*> in R*» Gewichts- % vocht 67,0 -tn 00 vo 68,7 66.9 70,3 Gewichts- % vocht 66 ,6 67,4 69,2 67,8 00 in vo 6 ' 8 9 64.9 er* * 00 vo 4 70,3 70,3 Merk Verpakte potgrond Verpakte potgrond > Verpakte potgrond Verpakte potqrond Verpakte potgrond •• Data 14/4 14/4 14/4 14/4 14/4 b. nr. VO CNJ « CU CN 1 00 CN b 1 ÏF-29 O ro 1 OJ

(13)

O. e ft u

«

m te H vo o\ r^ * te te te <*> 0 ro CN CN ro ro CN CN CN CN U1 l-l •—1 OJ <M Eu •n Q« •H 0 -r-i 1 -H H m RH vo ro r>- r* r- co o\ 0 O r- a\ O o\ o\ o\ < -Q CN r-i co O vo 00 r* r- vo ro ro ro CM r- 00 co co ro ro CN ro CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CM CN CN CN CN CN in •h " H ! 4J <d s: u* E O Û< O 3 RH RH T~i 00 co *3* 0 *3* r- r- vo a\ ro 0 00 «H r* O in 0 *H tk «. * * • te te te te te te te te> te te te te te te > CW> JQ ro ro ro CN ro CN ro ro CO m in vo in CN CN ro OJ CN CN CN- CN CS CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CM CN CN CN in R-H 1 U % ü & D «0 m CN CN o\ m vo tn in a> in CM vo a\ r- 00 o\ CO r* 0 •H S 1-1 « te te •» « te te « te te te te te te te te te te te O -H «*• TT ro ro CN CN ro ro CN CO CM o\ O O o\ «a4 fO > <*> ja VO vo vo vo vo VO VO vo vo VO vo vo in VO VO m vo vo vo vo 1 C dl :<ü e -H 3 CN O 0 ro ö CN G\ ro CN 0 CM co 0 CN CN 0 1 VS r** in kl rH te te * *k « * te te te te te te te te te te te te te te 0 0 00 CO r*» r- r- vo in r- vo m vo vo in r^ r* > 00 00 co co co 00 co co 00 00 00 co co co 00 co co 00 co co 1 4J <U Si E O E O 3 •-( H 3 0 H VO 0 00 ro ro tn co PH 0 vo CN 0 ro 0 ro O <D 0 0 CN H ro ro in in CN CN CM vo in m ro CN CN CN > O» CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CN CM CM CM CN CM CN CN CN co r- <T\ 0 O 1 <4-1 te «k te •te te •H 0 00 CN CN ro 00 C -U r* VO r- vo vo <0 co CT> VI Q) 10 *—1 CN CN 00 0 00 en CT» O O * * te W te te te te te Ü o\ r- CN ro CN ro ro CN r^ CO dP (0 p- r-» VO vo r- r^ vo VO vo vo 1 CN CM 0 0 (O te « te te te .U -U ro R- ro x: .c f % f U V I r^ vo vo vo vo vo •M 0 00 CO f—1 CN R^ R^ in *3* S > « te * * te te te te te te O) ro CN r- vo ro CM R- R-O <*> P- vo vo vo vo vo VO vo vo •O RO 'O *o *0 c £ c c c 0 u 0 0 0 0 u M u u »• 01 01 C7> a> JJ jj JJ ±> 4-> O 0 0 0 0 a Û Q* CU a

A> <D <U 0)

4J . 4-> 4J 4J 4J J* m (0 (0 m <0 U a a 0* CU a G w u u u u £ O <U V & > > > > > f (Q . 4J in in M in m m \ N \ \ \ Q VO vo vo vo vo • J-l C r» co a\ 0 i-H PO 1 ro • ro 1 1 JQ • 1 B 1 U* 1 Q CN CN CN CM CN ** flO CO

(14)

% Krimp % Krimp A-cijfer bij pF 1,5 A-cijfer bij pF 1,5 354 325 347 337 369 351 i 369 350 750 764 765 768 313 314 318 324 467 475 471 439 Volume- % lucht bij pF 1,5 Volume- % lucht bij pF 1,5 r-* 00 48,1 00 00 *3» r-t s O in * co 4Q< CN * CO *3* rH <7> 46,1 0\ w ro n 00 rr ro 34,7 34,5 55,6 55,5 54,4 54,2 46,7 45,2 o\ tn 44,5 Volume- % water bij pF 1,5 Volume- % water bij pF 1,5 C\ ro 43,9 43,7 42,5 44.5 44,3 00 CO < 46,0 6 ' 0 9 60,2 60,3 m o vo 38,5 38,6 39,7 39,9 46,9 ro 00 rr vo «fc r- 48,4 Poriën­ volume Poriën­ volume r^ w CN o\ 92,0 92,5 in CN C\ 00 % <N O* in CN O 92,9 92,2 94,8 O «» in C\ 95,0 95,0 rH 0> 94,1 O * O 94,1 93,6 93,5 93,5 93,0 Volume­ gewicht Volume­ gewicht 124 135 126 126 120 126 118 132 CN «b H 00 78,8 78,8 00 co r* 123 123 125 123 100 102 T O T OT T % Organi­ sche stof 80,2 81.4 97,3 37,2 97,2 % Organi­ sche stof 80,4 80,0 CN H 00 vo rH oo en r- 97,3 35,0 ! 39,5 97,4 rH o\ Gewichts- % vocht 67,2 60.3 co 00 00 O CN ! 70,5 Gewichts- % vocht 66,8 S' Z. 9 i 59,7 60,8 88,4 88,4 19,1 vo * CN CM •f 71,6 69,4 Herkomst G. Boertje G. Boertje G. Boertje G. Boertje G. Boertje Merk 30% styromull 30% turf-molm 30% turf-strooisel 40% zwart-veenvezels c <D (0 H CU c <U <u > 50% turf-strooisel 50% per liet 50% grove molm 50% zwart-veenvezels Data 5/10 5/10 O tH \ in 5/10 5/10 U c • JQ ÏF-85 VO 00 1 PM r~ 00 1 fa 00 co 1 Cm rsi 2F-89

(15)

E •H kl dP in U rH 0 4-1 fa •H Ü *ri 1 *H (M r-O rp 00 00 O VO CO SO ro o O ro «H O ro rH O rH < .Q ro m CM 00 CO VO m ro vo vo vo m m ai o\ 00 00 ro ro en , m n ro ro ro «3« vo VO vo VO in * rH 1 -P <U J3 fa ä r\ « R U Ul D S m r- CO ro vo rH rH o\ CN rH vo ro ro CM o r- VO rH rH •r"i te * te % te ». a» te te te te te te te te te te te te te 0 VO vo r* a> a» 00 o\ O r- 00 vo rH rH rH H CM > dP JÛ ro ro ro «*• m in m in ** in 1—t 1 S-l 0) <U fa e -M a, 3 (0 00 o CN CN CN CN vo CN 00 00 00 00 co as ro in 00 r-«H S •!—> te te te w % te te te a» te te te te te te te te te te 0 -H in m m CM ro CN rH 00 vo in so CN CN CN CM rH CM o O > < # > £ > m m m m *3* in in in m 1 c a> :u> B •H D <N rH m ro r** ro vo m m ai CN CN rH rH ro CM ro ro U H te te w % te te te te te te te te te te te te te te te 0 0 CN CN CN CN •H rH rH rH ro ro ro ro nr m in in m

eu > a> o\ o\ Cl a> o\ o\ a» Ch o> a\ ai o\ a» a\ ai <j\ ai a\ Ok

1 jj a> ^ e o D -H co CN 00 CM o o 00 H s in CO ro rH o vo vo te vo te te te te te te te te 0 <V ro ro CN ro ro rr ro o o 00 o ro CN in vo > Ü» H rH »H r—! H rH rH rH rH rH C\ rH o\ <T\ ai ai r* 1 W • o 00 m 1H -H G •>. te te te te C -*J r*- 00 o\ r-H vo (0 (Q 00 00 Ol o\ O* O* u a) O x; CM GO VO O ro vo vo 00 ro 00 u w te te te te te te te te dp Cfl VO 00 a\ ai en rH rH VO in r- r- CO 00 00 00 o\ o> <J\ a» r- VO o G\ CN 1 te te te te te M vo Oï rH 00 rH 4J 4J VO VO r- r- 00 x: jc ° Ö •H 0 ** o\ •H rH o o r^ rH rH m S > % •b «» te te « te te te te a) m Oi O O c* co Ol rH rH o <#> VO VO VO r* r- r- 4 00 00 a) a> eu <D O)

•o •PO •ro •ro •ro

4J 4-» 4J 4J 4J 4J (0 U U U U U g 0 0) 0) <U 0) o 0 O 0 0 0 a CQ CQ CQ m U <U • • • • • S o u> o U Ü r—1 rH 4J 4J PH H (0 <0 3 a tO ro + a + g + CO rH fH 0 0 -1 04 Oi -se c u c u c a C C M Q> >i a) >i tu N o Q> (U 0) 4J (U 4J (U Cl) Q) O S > CO > CO > > > > £ H 1—1 rH H rH <0 r-j •—i rH rH rH •p \ \ \ \ \ <0 00 00 s* 00 00 00 Q »—1 r-i rH rH •H • S-l c o •H CN ro o\ a* <n o\ 1 1 m ro fa l ro fa 1 rsi fa 1 CN fa « CM fa

(16)

% Krimp % Krimp A-cijfer bij pF '1,5 A-cijfer bij pF '1,5 265 226 267 ' 240 227 233 241 229 334 332 335 352 464 468 473 460 568 548 569 561 Volume- % lucht bij pF 1,5 Volume- % lucht bij pF 1,5 CN « 0\ CN 27,7 30,2 29,5 29,8 31,0 32,5 32,1 43,8 45,9 44,6 47,1 VO te m m en te vo en CO te vo CO 00 te vo CO 49,2 rH te as 48,1 49,8

Volume- % water bij

pF

1,5

Volume- % water bij

pF 1,5 58,8 58,4 58,1 vo r-tn 56,7 56,0 55,1 55,0 47,8 46,0 47,1 te in ce» •k. vo in co te m m te vo in te m in 45,9 45,8 as te vo «sr 45,3 Poriën­ volume Poriën­ volume T ' 8 8 86,1 88,3 87,1 86,5 87,0 87,7 O r-GO 91,6 91,9 91,7 92,5 TN te. CNS a* r-te CM as r-te CM a\ 92,5 95,1 as te as 95,0 95,1 Volume­ gewicht Volume­ gewicht 1 222 259 218 240 250 241 229 240 143 138 141 129 122 119 119 121 80,8 83,6 82,4 8 ' 0 8 % Organi­ sche stof r-as in 60,4 as te r-CO GO CO 86,0 % Organi­ sche stof 59,3 60,2 60,3 60,5 78,8 H te r-* r-o te GO 88,7 86,6 85,4 Gewichts- % vocht 73,2 72,8 V L L »HI te-ex GO 84,7 Gewichts- % vocht 72.9 73,4 OS te rH r-vo te co r» te vo 77,2 ce* «c 09 82,3 4 84,8 84,7

Herkomst E.Maassen E.Maassen E.Maassen

C & m m m m S m E.Maassen Merk a U * t"D Veenplaat Data CN *— \ CN 2/12 - 2/12 2/12 2/12 b. nr. a U" EL. F-96 F-97 09 o* i !F-99

(17)

Bijlage 10.1

De bepaling van het volumeqewicht, het poriënvolume; het volumepercentage lucht en water en het A-cijfer bij pF 1,5, van potgronden, volgens de vereenvoudigde routinemethode met mechanisch samendrukken

Apparatuur:

Zandbak! inwendig 30 x 60 x 40 cm met onderin een toe- en afvoersysteem voor water. Indien de pF-bak van P.V.C. is gemaakt, ter versteviging een houten omlijsting om de gehele bak maken.

Oylinders: roestvrij staal, hoogte 5 cm, inhoud 250 cm3.

I

Pers: zelfbouw, met een staaf van 1,96 kg

Gewichten : 3,00 en 23,39 kg

Valinstallatie: hout, valhoogte 5,0 cm

Niveaucylinder : plastici, door middel van een slang verbonden met de pF-bak»

voor het instellen van het waterniveau in de zandbak. Cylinderklem; zelfbouw, met een verschuifbare opstaande wand van P.V.G.

Zaagje: ijzer

Stoof : met luchtafzuiging; instelbaar op 105 + 3 °C

Banden : rubber, 3,5 en 1 cm breed

N^londoejfe; Heidelberger Vlies

Waterpas

Analyse-materiaal:

Veldvochtige, gehomogeniseerde potgrond." : Uitvoering van de analyse:

Het % organische stof en het vochtgehalte van het potgrondmonster bepalen volgens voorschrift.vocht- en organische stof bepaling. Het Ar-cijfer moet tenminste 1,2 maal het % organische stof bedragen, indien lager zoveel water toevoegen totdat het A-cijfer tenminste 1,4 maal het % organische stof bedraagt. Het monster gedurende 24 uur in een gesloten plastic zak bewaren. De hoeveelheid toe te ooegen water kan m.b.v. de volgende formule worden geschat:

M (1,4 x H - A)

* = 100 f i waa"n!

X = aantal ml minimaal toe te voegen water M = aantal g potgrond met A-cijfer A

H = % organische stof

Voor een homogeen submonster de potgrond goed mengen en bonkjes groter dan 2 cm kapot maken.

Bevestig twee roestvrij stalen cylinders; genummerd en gewogen tot op 0,1 g nauwkeurig, stel A-gram; met behulp van een 3,5 cm brede band op elkaar..&an een uiteinde van deze cylinderset een lapje nylondoek bevestigen met behulp

van een 1 cm brede band. De set nu gelijkmatig vullen tot de rand met

gehomogeniseerde potgrond met behulp van een lepel met een inhoud van 48 ml. Deze lepel volscheppen met potgrond en in één beweging met de vinger gladstrijken. Na elke toevoeging de set 5 maal laten vallen vanaf 5 cm hoogte op de houten

ondergrond van de valinstallatie. Na de laatste toevoeging 5 maal extra laten vallen vanaf 5 cm hoogte. Als de potgrond verzakt is dan weer vullen tot de rand echter zonder de set te laten vallen. Meerdere cylindersets per monster

(18)

Bijlage_10.2

vullen met een gelijk aantal scheppen potgrond. De potgrond nu samendrukken met een druk van 0,1 kg/cm^ met behulp van de pers waarop een gewicht van 3,00 kg is geplaatst. Het water in de pF-bak afvoeren met behulp van de niveaucylinder ingesteld op pF 2,0, en om nog aanwezige luchtbellen in het zand te verwijderen, water van onderen op laten komen door de niveaucylinder 2,5 cm boven het

zandoppervlak te plaatsen. Als het zandoppervlak bedekt is met een paar

mm water, de verbinding verbreken. De set met potgrond in de pF-bak plaatsen en licht aandrukken op het nylondoek voor een goed contact. Het waterniveau op 5 cm boven het zandoppervlak brengen door water van bovenaf toe te voegen via de petrischaal op het zandoppervlak. Na 24 uur verzadigen, de monsters op pF 2,0 brengen en deze onderdruk 24 uur volhouden. De monsters uit de pF-bak halen en samendrukken met een druk van 0,5 kg/cm^ met behulp van de pers waarop een gewicht van 23,39 kg is geplaatst. Het water weer van onderen op laten komen zoals hierboven beschreven is en de monsters weer in de pF-bak plaatsen. Water van bovenaf toevoegen tot een niveau van 5 cm boven het zandoppervlak. Na 24 uur de monsters op pF 1,5 brengen en deze onderdruk 24 uur volhouden. De monsters uit de pF-bak halen. De beide cylinders van elkaar scheiden en

de potgrond in de onderste cylinder vlàk afzagen op de volgende wijze:

het nylondoekje en de 1 cm brede band verwijderen, de cylinderset vastklemmen in de cylinderklem en de opstaande wand van p.V.C. tegen de onderkant van de cylinderset plaatsen en vastzetten. De 3,5.cm brede band opzij schuiven, de pot­ grond aan het open uiteinde tegenhouden en met het zaagje de potgrond in de onderste cylinder vlak afzagen. Direct de onderste cylinder met potgrond op

een filtreerpapiertje plaatsen en wegen. Stel B gram. Gedurende 1 nacht drogen bij 105 + 3 °C en na afkoelen terugwegen, stel C gram. Na weging de cylinder

verwijderen en van het klompje potgrond de krimp bepalen volgens voorschrift. Berekening:

Volumegewicht: aantal g droge grond per 1

aantal g droge grond in cylinder :,C-A

aantal g droge grond in 1 liter :1.000 (C-A)

waarin: V

C = gewicht cylinder met potgrond + filtreerpapiertje na 1 nacht drogen bij 105 °C (g)

A = gewicht cylinder leeg + filtreerpapiertje (g) V = volume cylinder, vastgesteld op 250 cnP. Poriënvolume: eigenlijk volume % poriën

volume van de poriën: V - (C-A)/SW

volume % poriën : V - (C-A)/SW * 100%

waarin: V

SW = soortelijk gewicht van de potgrond (g /cm )

100%

= % org, stof 100% - % org stof

2,65* 1,55*

x) het SW is afhankelijk van de samenstelling van de potgrond, nl. van het

SW van de organische stof en van het SW van de minerale delen, respectievelijk vastgesteld op 1,55 q/cnß en 2,65 g/cm"*.

(19)

Bijlage 10.3

Volume_|_wateri_bij_pF 1_,5: aant g water = B-C

volume % water = B-C 100%

V waarin:

B = gewicht cylinder met potgrond + filtreer-papiertje bij pF 1,5 (g)

I7Slû©£_â_lÙ££tj_bij_pF_2jj? : volume % poriën - volume % water

A-_cijfer_,_bij_pF_l_,5: aantal g water per 100 g droge grond aantal g water = B-C

aantal g droge grond = C-A A-cijfer - fcs

C-A

Het A-cijfer kan ook als volgt berekend worden.' volume % water

volumegewictLt ; s 1.000

oppmerking: De berekeningen kunnen opreenvoudige wijze uitgevoerd worden met

(20)

Bi jlaçje_ll

De bepaling van het percentage krimp van potgronden Apparatuur:

Zie voorschrift: Het bepalen van het volumegewicht, het poriënvolume; het volumepercentage lucht en water en het A-cijfer bij pF 1,5, van potgronden^ volgens de vereenvoudigde routinemethode met mechanisch samendrukken.

Schuifmaat Werkwijze;

Van het klompje potgrond na drogen op vier verschillende plaatsen de hoogtfer_

meten met behulp van een schuifmaat. Op drie verschillende plaatsen de dia­ meter van het klompje meten, namelijk bovenaan, in het midden en onderaan. Aflezen tot op 0,01 cm nauwkeurig.

Berekening:

De hoogste en de laagcsste waarneming, van de hoogte en van de diameter van het klompje potgrond, wegstrepen. De overgebleven waarnemingen middelen

Volume van het klompje potgrond = 1/4

TT

d2 x h

% krimp = V - 1/4

TT

d^ x h

V waarin:

V = volume cylinder (cm^)

d = gemiddelde diameter van het klompje potgrond na drogen { cm) h = gemiddelde hoogte van het klompje potgrond na drogen ( cm)

Opmerking: De berekening kan op eenvoudige wijze uitgevoerd worden met béhulp van Hewlett Packard 97 S, magneetkaart nummer 2.

(21)

Bijlage 12.1

Het vullen en onderhoud van de pF-bak voor fysisch onderzoek Apparatuur:

Zandbak; inwendig 60 * 30 * 40 cm met onderin een toe- en afvoersysteem voor water. Indien de pF-bak van PVC is gemaakt, ter versteviging een houten omlijsting om 'de gehele bak maken.

Deksel: PVC, bekleed met schuimplastic.

Blokzijlzand: luchtintredewaarde van + 150 cm water, dit komt overeen met pF 2,2. Reiniging van het zand, zie bijlage 1.

NyIondoek_: Monodur 300 micron Wlteritriilluchtpomp

Niveaucylinder: plastic, door middel van een slang verbonden met de pF-bak, voor het instellen van het waterniveau in de zandbak.

Werkwijze voor het vullen van de pF-bak:

De pF-bak van bovenaf vullen met 4 cm demi-water, het zand vermengd met demi-water in kleine hoeveelheden in de pF-bak brengen. Als het toe- en afvoersysteem voor water geheel met zand bedekt is, de afvoer van de pF-bak met de water­ straalluchtpomp verbinden en het overtollige water afzuigen. De zandlaag droog laten vallen en schoonschrapen. Van boven­ af demi-water in de pF-bak brengen tot een niveau van 4 cm boven het zandoppervlak en meer zand vermengd met demi-water toevoegen. Als de zandlaag met een paar cm toegenomen is, het overtollige water afzuigen met behulp van de water-straalluchtpómp, de zandlaag droog laten vallen en schoon­ schrapen. Op deze manier de pF-bak vullen met zand tot 12 cm boven het toe- en afvoersysteem voor water. Vervolgens van bovenaf demi-water toevoegen tot een niveau van 2,5 cm boven het zandoppervlak en het zand net zolang omroeren totdat er geen luchtbellen meer vrijkomen. Nadat het zand bezonken is het water afzuigen met behulp van de waterstraalluchtpomp tot een niveau van 1 cm boven het zandoppervlak. Het zand­ oppervlak waterpas maken en droog laten vallen. De pakking van het Blokzijlzand controleren door een + 3 cm diepe

gleuf in het zand te maken en te kijken of het zand een hechte laag vormt zonder gleuven of gaten. Tenslotte de pF-bak

geheel luchtvrij maken op de volgende wijze: water van onderen op laten komen door de niveaucylinder 2,5 cm boven het zand­ oppervlak te plaatsen. Als het zandoppervlak bedekt is met een

paar mm water, de verbinding verbreken en water van bovenaf toevoegen via de petrischaal op het zandoppervlak tot een niveau van

(22)

Het water weer afvoeren met behulp v/an de niveaucylinder, ingesteld op pF 2,0. Deze procedure minimaal 2 keer herhalen Tenslotte het zand afdekken met een nylondoek en het water-niveau op 2,5 cm boven het zandoppervlak brengen op de hierboven beschreven wijze.

Het onderhoud van de pF-bak:

Wanneer de pF-bak in gebruik is, eenmaal in de twee weken het zand reinigen met warm water. Hiertoe 5 cm warm water van bovenaf in de pF-bak brengen en dit weer afvoeren met behulp van de niveaucylinder, ingesteld op pF 2,0.

Na iedere proef in de pF-bak, de bak luchtvrij maken, zie Werkwijze voor het vullen van de pF-bak. Eventueel aanwezige

verontreinigingen op het zandoppervlak verwijderen met

een spons, het zandoppervlak waterpas maken en tenslotte de pF-bak vullen met 2,5 cm water.

Tijdens het aanleggen en volhouden van de onderdruk moet er een petrischaal gevuld met water op het zandoppervlak staan om de relatieve vochtigheid in de pF-bak zoveel mogelijk constant te houden en zo indrogen van de potgrond in de cylinderset te voorkomen. Bovendien voorkomt de

petrischaal opdwarrelen van het zand wanneer water van boven af in de pF-bak gebracht wordt.

Wanneer de monsters op het nylondoek in de pF-bak geplaatst worden, eerst de aanwezige luchtbellen onder het doek ver­ wijderen met een spons, omdat een goed contact tussen het monster en de zandlaag erg belangrijk is.

Omdat het leidingwater in Naaldwijk rijk is aan organisch materiaal wordt het 1:1 gemengd met demi-water.

De slang, die de pF-bak verbindt met de niveaucylinder, regelmatig controleren op eventueel aanwezige luchtbellen. Deze verwijderen door de slang door te spoelen met water. De afstanden die overeenkomen met de verschillende pF-waarden regelmatig controleren.

(23)

bi jlacje_l 2^3

Het reinigen van het Blokzi.jlzand:

Voordat de pF-bak met Blokzijlzand gevuld wordt, het zand reinigen met demi-water, en met waterstofperoxide ter verwijdering van de organische stof. Hiertoe het zand in kleine hoeveelheden behandelen in emmers. Voeg demi-water toe, goed omroeren en het zand laten bezinken. Het boven­ staande water afgieten en de donker gekleurde laag veront­ reinigd zand schoonschrapen.

Op deze manier het zand nog eenmaal spoelen met demi-water. Voeg weer demi-water toe en tevens 150'ml.30% waterstof­ peroxide, goed omroeren en gedurende een nacht laten inwerken. Vervolgens het zand minimaal 4 maal met demi-water spoelen op de hierboven beschreven wijze om te voorkomen dat er nog waterstofperoxide achterblijft.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verkoopadviseur Mobiliteitsbranche vraagt een kenteken aan en geeft dit door aan de klant samen met andere gegevens die de klant nodig heeft voor het verzekeren van het

To induce parturition, different protocols, such as single administration of prostaglandins, double administration of prostaglandin with 6-hour interval (split-dose technique) and

Intensiteit energieconsumptie zuivelketen (kJ per kg melk) ten opzichte van 2005 Elektriciteitsgebruik op melkveebedrijven (kWh/1000 kg melk) Dieselverbruik (incl. loonwerk) op

De FRVZ stelt voor om de herzieningen van 2019 en 2020 te bundelen, aangezien bepaalde onderdelen die herzien worden op basis van het financieringsjaar een impact hebben op

Belang van de systeemanamnese (re- cente reisbestemmingen naar endemische gebieden voor bepaalde pathogenen, professionele of acciden- tele blootstelling, immuundeficiëntie, ...)

2° des accords de mise en œuvre des programmes de prévention dans une ou plusieurs Communautés, qui font l’objet d’un consensus au sein de la Conférence interministérielle de

Bij antwoord (1 van de keuzemogelijkheden): ga door naar* onderaan deze pagina Stap 2: Bij geen respons / ‘Weet ik niet’ / ander antwoord: de vraag verduidelijken:

b) en dat het (fysiek of psychisch) lijden aanhoudend, ondraaglijk en niet te lenigen is. Hij neemt inzage van het medisch dossier, onderzoekt de patiënt en stelt een verslag op