Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
PERTUSSIS (KINKHOEST)
• Klinische aspecten en commentaren
o Typisch beeld: catarrale, paroxysmale en convalescentiefase bij niet gevaccineerde kinderen.
o Atypische klinische presentatie bij adolescenten en volwassenen (komt meer en meer voor) die meer dan 5 jaar voordien hun vaccinatie tegen kinkhoest hebben voltooid (persisterende hoest ≥ 3 weken) en bij onvolledig gevaccineerde kinderen (levensbedreigende pathologie met apnoe, zware ademhalingsmoelijk-heden en bronchiolitis met ARDS). Hospitalisatie voor cardiorespiratoire monitoring en ondersteuning kan vereist zijn.
o In 2013 werden 817 gevallen van kinkhoest gerapporteerd (een gevoelige toename ten opzichte van 2012 waarin slechts 331 gevallen werden gerapporteerd). Daarvan werden er 307 gevallen bevestigd via cultuur of PCR, terwijl 510 gevallen alleen via serologie werden gediagnosticeerd. Het aantal serologische diagno-ses illustreert de hoge incidentie bij adolescenten en volwassenen goed. Outbreaks doen zich voor in de gemeenschap.
De werkelijke incidentie kan bovendien nog hoger liggen omwille van de onderrapportering naar het refe-rentiecentrum sinds de introductie van de PCR techniek die niet alleen in het referefe-rentiecentrum beschikbaar is.
o De belangrijkste doelstelling van de anti-infectieuze behandeling is de onderbreking van de infectieketen door de besmettelijkheid te onderdrukken die zo beperkt wordt tot de eerste 5 tot 7 dagen na het begin van de ziekte (in vergelijking met 4 weken na de start van de paroxysmale hoest bij onbehandelde patiënten of langer bij patiënten die enkel lijden aan een hoest van lange duur).
Een anti-infectieuze behandeling:
roept de ziekte een halt toe of elimineert ze tijdens de catarrale fase. verkort de paroxysmale fase niet.
zorgt ervoor dat de pathogenen na 3 tot 4 dagen niet meer kunnen gekweekt worden uit nasofaryn-geale stalen.
o Belgisch referentiecentrum: UZ Brussel, Brussel.
o Meldingsplichtige ziekte.
• Betrokken pathogenen o Bordetella pertussis.
o Bordetella parapertussis (veroorzaakt een milde pathologie, geen noodzaak voor profylactische behande-ling van huisgenoten of andere personen die van nabij contact hebben gehad met de index patiënt).
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Geen (gedocumenteerde behandeling).
• Gedocumenteerde anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Eerste keuzes. Azithromycine. Clarithromycine.
Alternatief (enkel voor patiënten die intolerant of allergisch zijn voor de eerste keuzes): TMP-SMX.
o Standaard posologieën.
Azithromycine: (oplaaddosis van 500 mg po op dag 1, gevolgd, vanaf dag 2, door 250 mg po q24h x 4 dagen) of (500 mg po q24h x 3 dagen).
Clarithromycine: 500 mg po q12h.
TMP-SMX: (80 mg TMP + 400 mg SMX) po q12h.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling. Azithromycine: 3 of 5 dagen (zie hoger).
Clarithromycine: 7 dagen. TMP-SMX: 14 dagen.