“Curious Minds - Kunsteducatie”
Opbouw
1. “Idiocultureel kunstonderwijs” (Evert Bisschop Boele)
2. Talentenkracht (Herman Veenker)
Hoe het begon…
Beleidsmatige inzet:
-Cultuureducatie met Kwaliteit
-
Meer Muziek in de Klas
Maar ook:
-Focus op taal en rekenen
-
Onzekerheid over eigen kunnen
Het probleem
Groot verschil tussen het belang van kunst (i.c. muziek) in het
dagelijks leven en de status van kunstonderwijs op school:
- Van tegen de 90% van groepsleerkrachten in het basisonderwijs wordt gezegd dat
ze niet voldoende bekaam zijn om zelf muziek in de klas een plek te geven.
(Hoogeveen e.a., 2014)- Van alle Nederlandse examenleerlingen in het v.o. kiest iets meer dan 2% voor het
vak muziek als eindexamenvak.
(Alberts & Erens, 2015)- Stemmers op de Top 2000 gaven aan dat het vak geschiedenis hun favoriete vak
op school was; het vak muziek stond op plaats negen.
(Draaisma, Wijfjes & Vingerhoets, 2011)De duiding
Daniel Cavicchi – MayDayGroup
(www.maydaygroup.org)“Idio-cultuur” – “uniek begrip van wat het betekent om
muzikaal in deze wereld te zijn”
vs.
geïnstitutionaliseerde schoolmuziek-cultuur: ‘het werk’; de
“Idiocultureel
Muziek-/kunstonderwijs”
Doel:
… helpt leerlingen (idealiter) hun eigen kunstenpad te
vinden en andermans kunstzinnigheid te respecteren
en waarderen;
… en dat gebeurt in samenwerking (kunstonderwijs
vindt plaats in een systeem; het gebeurt niet alleen
in en door de school) door zelfbewuste professionals.
“Idiocultureel muziekonderwijs”
Vorm en inhoud
… kunstonderwijs richt zich op de persoonlijke
kunstzinnige ontwikkeling van het kind – ‘het
talent in ieder kind’
… kunstonderwijs verbreedt en verdiept
… basisonderwijs: de groepsleerkracht is een
centrale actor (maar niet de enige)
Talent in de klas
Kijken naar (W&T) talent van jonge kinderen
TalentenKracht Groningen
Rijksuniversiteit Groningen
Prof. dr P. van Geert en Dr. H. Steenbeek
i.s.m. Ipabo Amsterdam, Universiteit Utrecht
Dr Herman Veenker, Hanzehogeschool Groningen
Opbouw
• Ontwikkeling en talent
• De interactiedriehoek
• Het begrip ‘talentmoment’
• De leerkracht
– Pedagogisch-didactische strategieen
– Vragen stellen
• Het gebruik van video
– Kijkwijzers
Een belangrijk kenmerk van talentontwikkeling
• Ontwikkeling van talent is een niet-lineair
proces
– zowel langzame en gestage als relatief plotse
ontwikkeling
– toename en afname
– tijdelijke teruggang
De interactiedriehoek
kind kind taak taak volwassene volwassene beïnvloedt beïnvloedt beïnvloedt beïnvloedt beïnvloedt beïnvloedtTalentmoment
• spontaan (of uitgelokt) leermoment binnen
de les
• waarin er ruimte is om een onderwerp te
bespreken
• er sprake is van communicatie
– kind-volwassene-materiaal
• waarin de leerling
Talentmoment
• waarin de leerkracht
– dit talent ziet en/of ontlokt ... (maakt er gebruik van, werkt het
uit...)
– zijn/ haar eigen talent voor lesgeven / instructie laat zien
• In de vorm van feedback / doorvragen die aansluit op het hogere niveau
van de leerling
• En verder uitlokt
– scaffolding
15
De opwaartse talentspiraal
kind
volwassene
talentgebied
motivatie
motivatie
inspanning
De leerkracht
Drie pedagogisch-didactische strategieën
- vragen stellen
- gebruik maken van de empirische cyclus
- scaffolding
Logische vragen
–
Controlevraag: test (leerkrachtgericht)
–
Referentiële vragen: echte vragen
(leerlinggericht)
Reactievragen (echovragen)
–
Check begrip (leerkrachtgericht)
–
Bevestigende check (leerlinggericht)
–
Verklaringsverzoek (leerlinggericht)
Wat is een planeet?
Heb je wel eens een planeet gezien? Okay? Snap je dat?
Zeg je eigenlijk dat…?
Wat bedoel je?
Leerlinggerichte vragen
Dus je bedoelt dat …?
uitzoeken?
Gegevens verzamelen: vragen gericht op het
handelen
Waarnemingsvragen Meetvragen Vergelijksvragen
Gegevens verzamelen: vragen gericht op het
handelen Waarnemingsvragen Meetvragen Vergelijksvragen Doorvragen en aanmoedigen Aanmoedingsvragen Reactievragen: - Bevestigende check - verklaringsverzoek Doorvragen en aanmoedigen Aanmoedingsvragen Reactievragen: - Bevestigende check - verklaringsverzoek
Constateren: gericht op denken en redeneren
Constateren: gericht op denken en redeneren
Hoe komt het dat, denk je? Conclusies trekken: gericht op denken en redeneren Conclusies trekken: gericht op denken en redeneren
Klopt het met wat je eerder dacht? Hypothese opstellen: vragen gericht denken en redeneren Hypothese opstellen: vragen gericht denken en redeneren
Wat zie je?
Hoe warm is het water?
Welke is langer?
Kun jij dat ook?
Dus jij
zegt…?
Wat bedoel je
precies…?
Kijkwijzer
• Kijkwijzer als instrument bij het leren zien van
talentvol gedrag in korte filmpjes in de klas of
groep
– Kijken vanuit de leerkracht
– Kijken vanuit de leerling
– Kijken vanuit het materiaal en de taak
Voorbeeld Kijkwijzer
•
Videoclip ….
1. Wat gebeurt er?
2. Wat valt je op?
3. Welk talentvol gedrag laat het kind zien?
4. Welk talentvol gedrag laat de man zien?
Onderzoek: interacties in kaart
brengen en analyseren
Observeerbaar gedrag
v a n d e l e e r k r a c h t
Soort uiting
Aanmoediging
Open vraag
Gesloten vraag
Informatie geven
Instructie
Stop
Stadium niveau van inzicht
Voorbeeld van uiting van leerling
Niet codeerbaar Het kind geeft antwoord op een gesloten vraag. (ja/nee)
Sensorimotor actions “Het is wit.” “Je kunt dit knopje induwen.”
Sensorimotor mappings
“Je kunt dit stokje in de buis duwen.”
Sensorimotor system “Als je draait, dan gaan de staafjes op en neer.” Single representations “Het object drijft, omdat het licht is.”
Representational mappings
“Het hendeltje draait de wieltjes en dan kunnen de wieltjes het ene staafje hoger duwen (representatie 1) dan het andere en zo gaat de bal elke keer en plekje naar voren op die staafjes (representatie 2).” Representational
systems
“In deze spuit zit lucht en als ik duw, dan gaat hij door het slangetje naar de andere buis. Daar duwt de lucht dat ding van die spuit
omhoog en dan kan ik hem weer induwen en dan gaat die andere weer omhoog.”
Belangrijke vragen:
Hoe kan een opwaartse schaal voor een
gebied uit de kunsten (specifiek voor
muziek, beeldend, drama) worden
gedefinieerd?
- mate van creativiteit?
- mate van originaliteit?
- mate van betekenisvol –zijn?
En dan:
Hanzehogeschool Groningen, Center of Expertise Healthy Ageing.
• dr. Jeannette Doornenbal (Participeren & Leren) - lector
• dr. Henderien Steenbeek (Leren & Gedrag) - lector
• dr. Evert Bisschop Boele (Kunst, Cultuur & Zingeving) - lector
• dr. Ineke Haakma – postdoc onderzoeker
Doel van het onderzoek
Het toegankelijk maken van de TalentenKracht benadering voor
het kunstonderwijs.
Focus op:
- beeldende vakken (tekenen, schilderen, handvaardigheid)
- primair onderwijs
Inhoud onderzoek
1. Verkenning
2. Vertaling
3. Coaching
1. Verkenning
Hoe wordt het beeldend kunstonderwijs momenteel
vormgegeven op de basisschool?
Wordt er al gebruik gemaakt van de uitgangspunten van
TalentenKracht?
2. Vertaling
Hoe kan de Talentenkracht benadering worden vormgegeven in
het beeldend onderwijs?
Vertaling van de pedagogisch-didactische strategieën
1. vragen stellen
2. de empirische cyclus
3. scaffolding
Methode:
- Literatuurstudie
- Observeren in de klas
- Interviews
3. Coaching
Is het mogelijk een coachingstraject op basis van Talentenkracht
te ontwikkelen voor leerkrachten op de basisschool?
3. Coaching
- Hoe moet dit coachingstraject eruit komen te zien?
- Welk effect moet het hebben op de leerkracht?
- Welk effect moet het hebben op de leerling?
- Interacties in kaart brengen en analyseren
Belangrijke vragen:
Hoe kan een opwaartse schaal voor een
gebied uit de kunsten (specifiek voor
muziek, beeldend, drama) worden
gedefinieerd?
- mate van creativiteit?
- mate van originaliteit?
- mate van betekenisvol –zijn?
En dan:
Observeerbaar gedrag
v a n d e l e e r k r a c h t
Soort uiting
Aanmoediging
Open vraag
Gesloten vraag
Informatie geven
Instructie
Stop
Stadium niveau van inzicht
Voorbeeld van uiting van leerling
Niet codeerbaar Het kind geeft antwoord op een gesloten vraag. (ja/nee)
Sensorimotor actions “Het is wit.” “Je kunt dit knopje induwen.”
Sensorimotor mappings
“Je kunt dit stokje in de buis duwen.”
Sensorimotor system “Als je draait, dan gaan de staafjes op en neer.” Single representations “Het object drijft, omdat het licht is.”
Representational mappings
“Het hendeltje draait de wieltjes en dan kunnen de wieltjes het ene staafje hoger duwen (representatie 1) dan het andere en zo gaat de bal elke keer en plekje naar voren op die staafjes (representatie 2).” Representational
systems
“In deze spuit zit lucht en als ik duw, dan gaat hij door het slangetje naar de andere buis. Daar duwt de lucht dat ding van die spuit
omhoog en dan kan ik hem weer induwen en dan gaat die andere weer omhoog.”
Samengevat
Het doel van dit onderzoek is om in het basis onderwijs
leeromgevingen te creëren die talenten van kinderen op het
gebied van de beeldende kunsten ontlokken en stimuleren.
on their way to work.
Three minutes went by and a middle aged man noticed there was musician playing. He slowed his pace and stopped for a few seconds and then hurried up to meet his schedule.
A minute later, the violinist received his first dollar tip: a woman threw the money in the till and without stopping continued to walk.
A few minutes later, someone leaned against the wall to listen to him, but the man looked at his watch and started to walk again. Clearly he was late for work.
The one who paid the most attention was a 3 year old boy. His mother tagged him along, hurried but the kid stopped to look at the violinist. Finally the mother pushed hard and the child continued to walk turning his head all the time. This action was repeated by several other children. All the parents, without exception, forced them to move on.
In the 45 minutes the musician played, only 6 people stopped and stayed for a while. About 20 gave him money but continued to walk their normal pace. He collected $32. When he finished playing and silence took over, no one noticed it. No one applauded, nor was there any recognition.
No one knew this but the violinist was Joshua Bell, one of the top musicians in the world. He played one of the most intricate pieces ever written,with a violin worth 3.5 million dollars.
Two days before his playing in the subway, Joshua Bell sold out at a theater in Boston and the seats average $100. This is a real story. Joshua Bell playing incognito in the metro station
was organized by the Washington Post as part of a social experiment about perception, taste and priorities of people. The outlines were: in a commonplace environment at an inappropriate hour: Do we perceive beauty?
Do we stop to appreciate it? Do we recognize the talent in an unexpected context?
One of the possible conclusions from this experience could be: If we do not have a moment to stop and listen to one of the best musicians in the world playing the best music ever written, how many other things are we missing?