Formulering van een plooibaar membraanelement, herziene
versie
Citation for published version (APA):
Roddeman, D. G. (1986). Formulering van een plooibaar membraanelement, herziene versie. (DCT rapporten; Vol. 1986.033). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1986
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
Project: Biomechanica van de elleboog
Formulering van een plooibaar membraanelement
I herziene versie.
D. Roddeman
Augustus 1986
T.H.- Eindhoven, afd. W.
,
vakgroep W.F.W.$1 Inleiding
$2 Samenvatting
$3 De evenwichtsvergelijking
$ 4 Transformatie naar de ongedeformeerde situatie
$5 Het iteratieproces
$6 De Methode der Eindige Elementen; discretisatie van de vergelijkingen
$7 Een keuze voor de weegfuncties:
de werkwijze volgens Galerkin
$ 8 Uitwerking van het rechterlid
$9 Bepaling van de stijffieidstensor
Litexatuurlijst
Bijlage A: Formulering van een drie-knoops element
Bijlage B: Uitwerking van
a (
Ja )Bijlage C: Uitwerking van 64
Bijlage D: Uitwerking van 6 a en 6 8
Bijlage E: Uitwerking vanM( íE') en
Bijlage F: Geometrische lineariteat
Bijlage G: Drukbelasting j pagina -1- -2- - 3 - -4- -7- - 10- -12- -14- -15- -16- -A. 1- -B. 1-
-c.
1- - D . 1 - -E. 1- -F. 1- -G. 1-f l Inleidins
In het 'Elleboogproject' wordt de krachtdoorleiding in bindweefselstructuren rond de elleboog bestudeerd. De structuren bestaan voornamelijk uit dunne, vliesachtige delen welke gemakkelijk kunnen knikken (plooien).
In het rapport 'Het plooien van membranen' ( Roddeman, 1985) is een
mechanisch model van plooiende membranen gegeven.
Bij de numerieke analyse van de krachtdoorleiding wensen we gebruik te maken van de Methode der Eindige Elementen. In dit rapport wordt een plooibaar membraanelement geformuleerd.
$2 Samenvattinq
Uitgaande van de evenwichtsvergelijking in locale vorm wordt in paragraaf 3
een alternatieve integraalformulering ( een gewogen afwijkingen
formulering) afgeleid. Aangezien we hierbij over een konstant volume en
oppervlak wensen te integreren, vindt in paragraaf 4 'transformatie naar de
ongedeformeerde situatie' plaats. Vervolgens wordt de integraalformulering
gelineariseerd, zodat de niet-lineaire vergelijkingen op iteratieve wijze
kunnen worden opgelost { paragraaf 5
1 .
Discretisatie van de vergelijkingen (paragraaf 6) gebeurt .m.b.v. de Methode
der Eindige Elementen, waarbij de weegfuncties volgens de werkwijze van
Galerkin worden gekozen (zie paragraaf 7 ) .
In paragraaf 8 beperken we ons m . b . t . de voorgeschreven belasting voorlopig
43 De evenwichtsverseli-ikinq
Uitgangspunt van de beschouwingen is dat overal in een lichaam aan de locale evenwichtsvergelijking wordt voldaan:
-b
v
. , = a
waarin (T = (T C Hierin isB"
de gradientoperator.In het navolgende zal voor de locale eve~wi~htsve~gelijking volgens
( 1 )
eenalternatieve integraalformulering worden afgeleid.
Wiertoe nemen we het inwendig product van de locale evenwichtsvergelijking
met een willekeurige vectorfunctie
6
en integreren de verkregen vergelijkingover het volume V van het lichaam:
j
( v "
. a ) . $ dV = Ov
Aangezien $ een willekeurige vectorfunctie is, is alleen in alle gevallen
aan (2) voldaan indien
v"
.
CI = overal in V I zodat deintegraal~ormu~ering volgens ( 2 ) volledig equivalent is net de locale
formulering volgens
( 1 ) .
Met de gelijkheid:en met behulp van het theorema van Gauss kan voor (2) worden geschreven als
evenwichtsvergelijkin~ in integraalformulering:
-D waarin n
het lichaam is. Vergelijking ( 4 ) is de I' zwakke probleem formulering It
waarin lagere e k e n aan
dan in vergelijking (2).
de naar buiten gerichte eenheidsnormaal op het oppervlak A van A
34 Transformatie naar de onqedeformeerde situatie
Aangezien het volume V en het oppervlak A in de evenwichtsvergelijking ( 4 1 ,
a priori onbekend zijn wensen we over te gaan naar een toestand van het
lichaam waarin deze termen wel bekend zijn, te weten de referentietoestand van het lichaam.
Hiertoe wordt vergelijking (4) 'getransformeerd naar de ongedeformeerde
situatie' :
waarin :
en :
J = dY / dYo
Ja = dA / &Ro
en
ZA
de eenheidsbuitennormaa1 op het gedeformeerde oppervlak A is.Isw staat voor de werkelijke deformatietensor van het lichaam.
Gebruik makende van enige tensorgelijkheden kan vergelijking (5) ook
geschreven worden als:
We- def inieren:
-+
z i n A . B als belasting op dA
zodat :
zo
= Ja $ "geinterpreteerd" kan worden als belastingOP dAo
- i Be term Fw
Kirchhoáf spanningstensor,welke genoteerd wordt als:
.
J o in vergelijking ( 8 ) is gedefinieerd als de eerste Biola-- 2
.
-5-
We werken de uitdrukking voor de eerste Piola-Mirchhoff spanningstensor nog enigszins verder uit voor de situatie waarin het membraan plooit.
In deze situatie zijn de werkelijke deformaties te interpreteren als een deformatie van het ongedeformeerde membraan naar een denkbeeldig vlak
membraan met bijbehorende deformatietensor
IF
,
gevolgd door het plooien vandit membraan met bijbehorende deformatietensor ff zodat:
9
Fw = IFg
.
PP
L
waarbij we voor E de volgende vorm nemen:
cl (13) 4 - + + - + a n. n
-
ij 1 j Fg-
n2 n2 -F I: i=l en 3 j=i en 3 -0Be vectoren ni vormen het orthonormale hoofdspann8ngsstels~l van de Cauchy
spanningstensor. In de richting n, is het mem~raan geknikt en is de Cauchy
hoofd~panning gefijk aan nul.
-P
De termen onder het sommatieteken zorgen alleen voor deformaties in het vlak opgespannen door n,'
een niet-plooiend membraan zou tensor iF
Boor gebruik te maken van de twee voorgaande vergelijkingen kan aangetoond
worden dat bij een geplooid me~braanelement voor de eerste P i o l a - K i r ~ ~ ~ ~ o f f
spanningstensor ook geschreven kan worden: - b - +
oftewel het uitknikken van het membnaandeel (voor
" 3
gelijk zijn aan de eenheidstensor). g
-1
-1
. ( J a )-1
i)
Aangezien er alleen spanning in n2 richting aanwezig i s :
is aan te tonen dat:
lT = IF-’
.
(i$
i2
+
Ei=? en 3
j=l en 3
We doen nog een ge~achtenex~eriment.
De deform~tie van het vlak me~braan beschouwen we nu als eerst een
deformatie waarbij de dikte van het membraan constant blijft, aangegeven
door een ~efor~~atieten~or IFs I gevolgd door een nadeformatie waarbij de
dikte van het ~e~ibraan zijn werkelijke waarde krijgt:
- b - b + + 4 - b
IF = (nlnl
+
n2n2+ DIDO n3 n3).
Eswaarin D de werkelijke dikte in vervormde toestand aanduidt, en Dg de dikte
in referentietoestand
.
Gebruik makende van vergelijking ( 1 7 ) kan als verdere vereenv~udiging voor
de eerste Piola-Kirchhoff s~annin¶s~ensor worden gekregen:
-1
w = I F
.
( J o 1 = Ps-1
.
( +n n 4+
n2n2 4 4+
D/DO 4 n3 n3 i) 1-1
1 1
dus :
Ook voor niet-plooiende membranen kan uitdrukking ( 1 8 ) worden afgeleid,
zodat deze vergelijking geldt voor willekeurige membranen.
De evenwichtsvergelijking in integraalformulering wordt nu geschreven als:
waarbij voor de Pinla-Kirchhoff
zo
.
$ dAo (19)$ 5 Het iteratieproces
Voor een meer uitvoerige beschouwing verwijzen we naar
Brekelmans, 1985
.
Stel dat tijdens het iteratieve proces een geschatte toestand is bereikt
welke we aanduiden met een superfix
*
.
Indien deze toestand nog nietnauwkeurig genoeg aan de evenwichtsvergelijking ( 1 9 ) voldoet zullen we
uitgaande van deze geschatte toestand een betere schatting van de evenwichtstoestand trachten te bepalen.
Het verschil tussen grootheden uit de geschatte situatie en de situatie die
voldoet aan de evenwichtsvergelijking geven we aan met een 6 zodat b.v. :
Hiervan gebruik makende kan de evenwishtsvergelijking ( 1 9 ) geschreven worden
aks :
*
*
* 4 c -+ J ( I T i- B W ) : ( D o h ) d V O =Zo
+
a”k,
1.
h d A O of tewel :*
Het verplaatsingsveld in de toestand die voldoet aan evenwicht wordt als primaire onbekende van vergelijking (20) beschouwd.
Merk op d a t tot nu toe nog geen en ader in gen zijn ingevoerd. Vergelijking
(20) geldt nog exact. In het navolgende nemen we aan dat de geschatte toestand een goede benadering is van de werkelijke evenwichtstoestand.
De evenwichtsver~elijking (20) kan dan lineair benaderd worden in het
verschil tussen het verplaatsingsveld in evenwichtssituatie en geschatte situatie.
We werken eerst de term in het linkerlid uit. Aangezien we aannemen dat de schatting goed is geldt bij benadering:
zodat bij benadering ook te schrijven is :
Het linkerlid in deze laatste vergelijking schrijven we enigszins anders
Voor de uitwerking van de eerste term hierin maken we gebruik van :
zodat voor de eerste term in het linkerlid geschreven kan worden:
( 2 5 )
Nu enkele termen zijn herschreven luidt vergelijking (22):
-1
*
*
-1
*
-
í F s . ( J e ). ( ? o g ) c l : í I F s
.
6Fsl ] dVo 9*
*
J 6Zo
.
$ dAo-
J TI : (?,
h”
)‘ dVo+
vOZoals reeds vermeld lineariseren we de evenwichtsvergeli~king in het
verschil tussen het verplaatsingsveld in de geschatte toestand en de
e v e ~ w i ~ h t s t o e s ~ ~ n d . In principe is hiervoor uit de laatste vergelijking een
s e t gekoppel~e partiele d i ~ f e r e ~ ~ i a a l - v e r g e ~ ~ j k i n g e n af te leiden door te
eisen dat deze vergelijking moet gelden voor alle weegfuncties $. Hiervoor
zijn in het algemeen geen analytische oplossingsmethoden bekend zodat we
gebruik wensen te maken van een benade~ing~met~od~. ~ i ~ wordt gekozen r b ~ ~
voor de Eindige Elementen Methode. Met behulp van deze methode wordt het v e ~ p l a a ~ ~ i n ~ s v ~ l d gediseretiseerd. Voor de d ~ ~ ~ r e ~ i s a t i e van de weeg functie^
wordt de werkwijze volgens Galerkin gekozen
-
Voor de onbekende knooppuntsverplaatsin~en ~ u n ~ e n tijdens een
iteratief proces m.b.v. de gelineariseerde evenwichtsvergel~jking steeds
j 6 De Methode der Eindise Elementen : discretisatie van de verseliikinsen Omdat in het algemeen geen analytische oplossingen van de vergelijkingen bekend zijn voor een specifiek probleem, zullen we een benaderingsmethode toepassen. Het lichaam onder beschouwing wordt verdeeld in een eindig aantal elementen. Per element worden positie vectoren van materiele deeltjes
afhankelijk gesteld van de positie vectoren van een aantal discrete punten in dat element, de knooppunten.
We werken in het navolgende een driehoekig, plooibaar membraanelement uit, zie ook Bijlage A.
In de hieronderstaande figuur is het element met de bijbehorende materiele coordinaten getekend:
Voor de positie van een punt van het vlak ( fictief ongeplsoid ) element
wordt g e ~ Q ~ e n :
-0 -+ -+
x = $,
xk+
E,
D n3 ( sommatieconventie waarbij k loopt van1 tot en met 3 ) ( 2 7 )
-9
waarin D de dikte van het membraan is $k vormfuncties zijn en xk
positievectoren van de knooppunten
.
De vormfuncties $ zijn functies van de materiele coordinaten
E,
enE 2
,De eenheidsvector
B,
geeft de richting loodrecht op het element aan.We merken hier nog op dat in formule (27) sommatieconventie wordt; gebruikt.
Dit gebeurt elders in het rapport ook.
Met beinulp van deze discretisaties wordt de gelineariseerde
De term ö ( Jo
1
uit vergelijking (26) i s afhankelijk van variaties in deknooppuntsverplaatsingen en mag volgens bijlage B geschreven worden als:
4
(281
3 *
ö ( Ju ) = uk
.
&uk-b
waarin u knooppuntsverplaatsingen zijn.
k
*
De tensor 3ctk is afhankelijk van de momentaan geschatte
knooppunsverplaatsingen.
De verandering in de deformatietensor IFs luidt ( zie Bijlage A ) :
( k loopt van 1 tot en met 3, i van 1 tot en met 2) (29)
-+
waarin € . materiele coordinaten zijn en y reciproken van basisvectoren in
de onvervormde situatie
.
Be term 6g3 hierin is nog a~hankelijk van variaties in de
~noo~punsverplaatsingen. Volgens bijlage C is te schrijven:
1 Oi
*
waarin de tensor &?3k afhankelijk is van de momentaan geschatte waarde van de
knooppuntsver~laatsingen. Voor de verandering in de defosmatietensor fF
volgt:
S
Voor vergelijking (261 volgt met ( 2 8 ) t/m (30) :
c
(31
1
*
$ 7 Een keuze voor de weeafuncties: de werkwijze volaens Galerkin
Voor de vectorf unctie
2
worden dezelf de interpolatiefuncties gekozen alsvoor de verplaatsingsvectoren:
4 -3
h = $ h
1 1
waarin
Vergelijking (31 1 is nu ook te schrijven als:
de waarde van de vectorfunctie
"k
in knooppunt 1 is.1 4 ") 3 *
*
-1 -3 +f
i
ep.
/a~~
Si
yOj.
1~~.
ok . ö u k } . e P-
vO 4 e P f 62,.
(32)*
?Í dAo
-
f B : (3,
$ )'dVO -i-vO -3 d 1 e2 waarin e in uitdrukking -3
,
e3 een orthonormaal stelsel is welk is ingevoerd om de(31) voorkomende dubbel inwendige producten uit te werken.
Ook kan geschreven worden ( omdat alle ternien onder de v o l ~ m e ~ n ~ e g ~ a a l over
( 3 3 )
waarbij gebruik is gemaakt van
rechtsgeconjugeerde van een derde orde tensor:
de definitie-vergelijking voor de
-B
3 4 -D 3 r c -b
( I ; a , . v ) . w = ( d . w ) . v voor alle vectoren v en 4 3 w
3 8 Uitwerkinq van het rechterlid
In het navolgende wordt de formulering uitgewerkt voor een membraanelement vrijgemaakt van zijn omgeving. Als belasting laten we voorlopig alleen bekende constante knooppuntsbelastingen toe.
De eerste term uit het rechterlid van vergelijking ( 3 3 ) is dan gelijk aan
nul :
J
do
.
dAo = OAO
Be tweede term wordt als volgt geschreven:
hetgeen g e ~ o ~ ~ e ~ ~ ~ kan wonden als:
(34)
Aangezien we voorlopig alleen een constante uitwendige belasting meenemen
geldt voor de laatste term uit het rechterlid van (34):
de uitwendige belasting op knooppunt 1 van het element is.
39 Bepalins van de stiifheidstensor
Samenvattend kan de gelineariseerde evenwichtsvergelijking (33) geschreven
worden als:
4
*
ga
.
IKlk.
Buk =.
[2,
-
5,
1
waarin de tensoriHlkstaat voor de term [ Vo
vergelijking (33).
Aan (37) wordt voldaan voor alle
Sb
door te stellen:.
.
.
. .
d 4 *
IKlk
.
6Uk ..,-
Zl
-
f l1
= 1 , 2 , 3(37)
hetgeen ook te schrijven valt als:
11
9 29
21 IK22 IK2 2
31 '32 3'
oftewel :
De matrixrepresentatie van?
-
t.o.v. een basis wordt de s t i j f h e ~ d ~ m a t r i ~ vanLiteratuurliist Brekelmans, 1985
Dictaat 'Niet-lineaire mechanica
-
numerieke aspecten'Roddeman, 1985
Biilase A Formulerina van een drieknoopselement
In deze bijlage wordt een drieknoops membraan element geformuleerd. Beschouw een driedimensionaal membraanelement:
- -
-
7,
= '4 2 3-
- -I,:
-
'/tk=
'
7 4 s- -
\ \ aA
\1,-
y
\I,=o
ft=
*
Voor de positievector van een punt van het element in de vervormde situatie geldt :
waarin $k vormfuncties zijn
,
de dikte van het. menibraan in de vervormde situatie is.
De weegfuncties
ak
z i j n functies van de materiele coordinaten:PIk
positievectoren van knooppunten zijn en D\Li, =
E l
i dJ2 = E2 ; 4J3 =1
-E l
-
€ 2 ( A . 2 1Raakvectoren aan de krommen
Ei=
constant worden in de onvervormde situatiegegeven door:
-3 -B
'03 = 'On03 *
waarin XOk positievectoren van de knooppunten in de onvervormde situatie
en de reciproken van deze naakvectoren luiden:
-b 4 4
Yo, = l / c co2
*
co3y02
co
1 Y03 = l/c CO? c02 4 4 = l/c co3*
i ,* +
4 4* +
-e 4 co3 * =o2 waarin c =Voor de gradientopexator geldt:
-$
i;o -
-
Y o ja
/ aEjen voor de deformatietensor ìF :
( j loopt van 1 tot en met 3
1
( i loopt van 1 tot en met 2)
Be ~ ~ ~ o ~ ~ ~ a t i e t e ~ s o r IF kl Toepassing van g5=
a$,/
vergelijking (17) en ( A . 6 ) levert: (A.41 ( 8 . 5 1 I iBiilaqe 3 Uitwerkincl van ti( J 0 I.
In het rapport 'Het plooien van membranen' i s aangetoond dat voor de
berekening van de spanningen in een plooiend membraan gebruik kan worden gemaakt van een fictieve deformatietensor:
( J u ) = P'
.
iH(E').
iF'(3.2)
9 +
met: E ' = ( lI
+
$ n,nl ).
IFBe parameter $ en de richting van het hoofdspanningsstelsel liggen vast met
de twee eisen dat de s c ~ ~ u i ~ s p a n n i n ~ in het hoofdspannangsstebsel nul i s
,
en de h o o ~ ~ s ~ a n n i n ~ ini+íl
richting nul ishoofdspanningsstelsel zullen aangeven met de hoek O L , zie bijlage C ) .
We v e r ~ e n v o ~ d i ~ e n in het n ~ v o ~ ~ e ~ d e eerst nog een aantal termen de ~ i ~ h ~ i n g van liet
De Green-Lasranse rektensor Voor deze rektensor geldt:
IE' = 0.5 [ IFF''
.
tF' -E
3 ( 3 . 3 )We werken eerst de volgende uitd~ukkin~ verder uit:
2 - p ")
De laatste twee termen in deze uitdrukking zijn beide gelijk aan nul.
Dit laten we zien aan de hand van de derde term voor het geval i=1:
4 + -e
omdat (x,
-
x 3 ) altijd loodrecht staat op n3.Noteren we:
waarin de tensor IF wordt ~ e ~ e f i ~ i e e r d ,
dan geldt dus voor de Green-Eagrange rektensor de volgende v e ~ e e n ~ Q u d ~ ~ d e u ~ t d r u ~ k i n ~ :
<n
C 2 - 9 -P
!E' = 0.5 [ IF'
.
IF'+
Dyo3y03 - H ]
VI <n (B.6)
Merk op dat de a ~ s c h u ~ f ~ e k ~ e n loodrecht op het vlak (vanwege de aanname voor
4 + - *
het ver~laatsingsvel~) allemaal nul zijn, b . v . ( met w1,w2,w3 als
orthonor~aal stelsel in de o~ge~efor~eerde situatie waarbij
Zl
enW
in ìiet~ ~ ~ b ~ a a n v l a ~ liggen
1
: 2-
-9 -4 w 1.
"'c.
IF'.
w3-
VI De tensorfunctie MWe nemen dan ook aan dat de tensorfunctie iiI (afhankelijk van de Green-
Lagrange rekken) nog slechts van de volgende vorm is:
i W = H ; ; + I 3 w w + H ;$ + H
G G
+ HG G
1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2 1 2 2 2 2 3 3 3 3 (B.7)
i *
De Cauchy spanninqstensor
De eis van vlakspanning levert:
- -> -e n3
.
(Ja).
n3-
- t 4 * { % wlwl-
4 -t n3.
P '.
IH.
IF"I
.
n3-
wu
1
t 4 *....
+
Bs2 w2w2+
- a +Vanwege de a a n ~ e ~ i g h ~ i d van de termen
a$k/aF;i
xk. n3 zijn de laatste drietermen in de voorgaande vergelijking gelijk aan nul, zodat vlaks~annin~
levert :
=
o
íl3.81waaxmee de rek E33 ( in het stelsel ;i) I en dus ook de dikte D van het
~ e m ~ r a a n vastliggen.
Voor de tensorfunctie iH volgt na eliminatie van H33 en E33:
+ - t 4 4
+ HZ w2w2
i H = H w w
+
. . .
11 4 1 (B.9)
hetgeen een vlakspanningsrelatie is waarbij de tensorfunctie M alleen nog
Gebruik makende van
(Ja) =
$ (
x
i.fG,nll
dit resultaat volgt:
(3.10)
-b -9
2'
omctat yo3 loodrecht staat op
W,
en wDe ~ ~ a n ~ ~ n ~ e n in een geplooid element kunnen dus berekend worden
m . b . v . :
Linearisatie van (B.11) levert:
6 ( J a
1
= 6P'.
M[.
P C t IF' VI.
6iH.
E ' C t iF' VI.
iH.
6 F S C VIVI VI
(B. 1 2 )
Aangezien:
(B. 13)
CE. 14)
Voor 6H kan men schrijven:
6W= $4 : t 0.5 öF"
.
Q '+
0 . 5 IF".
6 F ' VI fVI VI VI
4
waarin @i
( = a ~ / a
1 afhankelijk is van materiaaleigenschappen en rekken.V ~ ~ g ~ l i j k i n ~ (B.12) is ook te schrijven als:
6 ( J o ) = ( ( 6 0
9,
t @ 6ii, ;l t $z1
63,)
.
9Voor de vasiatie van de deformatietensor in uitdrukking (B.16) geldt: (B. 1 7 )
en voox de variatie in de fictieve deformatietensor geldt verg. (B.14). -9
Verder zijn de in vergelijking (B.16) voorkomende variaties in nl en @
afhankelijk van de variaties in de knooppuntsverplaatsing~n, zie Bijlage C
en D: IB. 18) -# -9 6 n q = : W i k
.
6u.x
(3.19) -B 6$ =.
oukzodat met (B.17) t/m (B.19) voor (B.161 volgt:
- e )
.
6uk = ( e.
Buk) e (waarin= 1
.
6uk - (e,en door te schrijven auk e l f e2 f e3
P P
+ + -b
een orthonormaal stelsel is
1 ,
vinden we:-c.
1-In deze bijlage geven we aan hoe de positie van een orthonormaal
hoofdspanningsstelsel in het element kan worden vastgelegd.
3 4 t
We voeren allereerst in een orthogonaal stelsel v,
,
v2,
v3 inopzichte waarvan later de positie van ket hoofdspanningsstelsel worden.
i
6
3Voor de vectoren van dit stelsel geldt:
I ten bepaald zal d
1
= (x2 -4 - xl) t -4 t 3 + -4 -4 + 4 -4 4 -s 4 - P v = (x3 - x , ) - i(x3-
x1).Ix2 - xl) / ( X 2 - x p x 2 - X l H ( X 2 - X 1 ) 2 -b -+ -D -9 3 v3 = (x2 - xl)*
(x,-
xl)Voor de variaties in deze vectoren i s a f te leiden:
-+ -4 3
6 V l = (6u - O U l ) = [ - 1 ] O U 1 i- [ 1 ]
OU,
6Y2 = (?ju3-
63
11
- ( x 3 - x1).(6u2 - OU,)/(X,-
X+X2 - X I ) ( x 2-
xl) 2 i) + - D 3 -+ -9 -D d t -4 4 - 9 t + -3 -4 + -# t -4 -9 -(x2- x1).(6u3- 6Ul)/(X2-
x1).(x2-
x,) (x,-
x,) (x2-x1 (X2-X1 1. (6u2-6u11 1
-2 4 t 4 . 9 t t+
2 ( X-2
).
(;I
-x
) f(;I2-;,
1 .
(X2-X,
1 1
-
(x3-
xl).
(x2 -xl) I (x2 -xl) .‘X,
- XI) @U2-
6u1)-1
i- (x3-
x1).(x2 - x,)/(x2-
x1)’(x2 - x,,]n
.
Ou1+3 1 2 1
-D -4 - D 4 - 4 d -P 4 d
-9 -s -+ -s 4 3 -s t 4
-4 + - 4 -4 -3 -4 + -4 4 - 3 + -9 3- [ (x2 - x,) (x3 - x1)/(x2 - x,).(x2- x,) + (x2
-
X1)lX2-X,)/ ( ; , -; , ).
(x -x )-
2 ( X-x
1 .
(x2-x11
(x, - xll (x2 - XI 1 I('-2
1.G
-2
H-21.6:l -t - 3 - 4 - + + -+ - 3 4 -3 2 1 3 1 2 1 2 1 -4Deze variaties in de vectoren v . schrijven we a l s :
3 -9
6v.
= v j k
.
6Gk1
j = 1,2,3 ( C . 3 )De positie van een orthonormaal hoofdspanningsstelsel in het element wordt
- c .
3--4 -t i , t d
n, = cosa v1 / ii v,ii
-
sina v2 /11
v2 11d 4 -4 d +
n2 = sina v /
1
11 v 1 li + cosa v2 / it v2 11( C . 4 )
-4 d -4
n3 = v3 /i1 v3 11
zodat voor de variat.ie5 i n deze vectoren geldt:
-4 -4 4 t -4 d 3 + -+
6 n l = -sina v
1
/ 11 vlllöa-+
cosa 6vl / 11 vlii- cosa v1 / jr V l l i (vl.
GV,)- 4 - 6 vlvl
4 3 - 9 - 9
+
i( coca /li-
cosa / vl li vlvl.
\vlk
-4
= Nla G a
.
6Uk (C.5)4 -+ -4 79 4 4 3 - 4 i ,
öFi = cosa v 1 / vlilóa
+
sina ö v l / v i11-
sina v1 /11
v1 ji (vl.
6v1 I 2d d -4 4 - + 3 + -b
-sina
v
/ i(5
iI6a+
cosa 6v2 /[I v2u- cosa v / li v2 II (vz.
öv2)=De v a r i a t i e i n d e hoek u k n o o p p u n t s v e r p l a a t s i n g e n 4 6a = Nuk
.
6Uk i s a E h a n k e l i j k van d e ( z i e B i j l a g e D I r en zodat VOOK 6;. g e l d t : I d v a r i a t i e i n d e wordt geschreven a l s : met : 4 - 9PJjk = N j a Nak
+
iMjk ( geen sommatie o v e r a1
( C . 8 )
Biilase D Uitwerkincr van Öa en 6$
De waarden van a ( de hoek die de richting van het hoofdspanningsstelsel
aangeeft, zie bijl. C 1 en (de parameter uit de fictieve rektensor, zie
bijl. B } zijn via de eisen
i,
.
o.
n = O en n1.
o.
n2 = Ovan de knooppuntsvesplaatsin~en.
We schrijven deze eisen als :
+ -t + afhankelijk
1
-+ -t n 1.
( J ii 1.
n, = O 4 -9 n1 '
( J a ) . n s = O ( D . 2 )Linearisatie van de eisen (D.1) en ( D . 2 ) geeft:
9 -+ 9 9 -t
ön3,
.
( J ca.
n,+
n, ö ( J a 1.
nl+
n1 '
( J a ).
önl = OVoor de variatie in de vectoren
Z.
geldt (zie bijlage C ) :3
-a 9
6n. = N ba + I N jk
.
,
:
a
+
SF3-
5% h W Ç x \ W In w- 44 O w- M GJ=-
0 !=4+
w Y1 A 34 is v+
c1 w+
w 34 3.b is -.A v h W o W M w- ol Gb SF' 44 o w- v v Y n-.-
Y sk n+
-in 54 z4 2 is Q ol Fz+
w 34 Az
i.1 x ol C4 x U Sh h Y+
-a 5.1 34 iii -I v 0 W Ç X \ W M w- ol CI x 4+?.
v Y 5: sq-
n M A ri Q u II h c. ol 13 3+ 34+
w A A 21 I.. Q 3Q i.1 ol Q+
w 1 i.1 x M C1 x 3.b 43 -b = A B @ + A a Oa i- Ak
.
óuk 6 S u ~ ~van (D.5) t ~ ~en (D.6) ~ ~ ~in (D.3) e en (D.41 geeft: + -b 4 ( N l a Ba t Mlk.
Buk 1+
n,,.
( A 6 8 + A a 6a+
/Ak.
Buk ).
n1 -t- nl.
( J 0 ( J B1
.
n, + 3 3 -bB
-8 -b.
(dla
Ba t Nlk.
Ouk ) = O íD.6) (D.7)4 4 6 a + i M l k
.
6uk 1.
( J a1
.
n2 -B 3 4 + ( 'la + nl B.
( A 68 t Aa Ba+
/Ak.
5uk1
.
n2 3 4 * 4- n l.
( J a ).
( N2a 6 a -t.
6uk ) =o
(D.8)we vereenvoudigen d e n o t a t i e door voor (11.71 en (D.8) t e s c h r i j v e n :
4 +
a @
i- b l a 6ai+
Blk.
6 U k =o
6 @ -t- bsa 6a -t 2k.
&Uk =o
( D . 9 ) (D. 10) -3 b28 met : 4 -? b l p = n,.
-
-
'lol.
nl 4 -9 3 + -b 4 . ( J a ) . n l + n l . A a . n, + n ,.
( J a 1 . M i a 4 4 3 -? 3 * + 4 -Bi!
,,
= I M ~ ~.
e I . ( ~a n , e p + n l . ( A . e ) . n , ep + n l . ( J@Iaalk
P k P -3 -3 b2@ = n1.
fA@.
n2 -3 -3 4 4 + -9 b2a-
-
Nla . ( J o ) . n 2 + n l . / A u . n s + n l . ( J a f . M s a 3 3 4 3 .$ 3 4 3 4 -b B~~ = ( i b l l k.
e ) . ( JO 1.
n2ep+
n , . ( A . e ) . n 2 ep + n l - ( Ja P k PMet behulp van d e v e r g e l i j k h g e n ( D . 9 ) e n (B.10) z i j n op eenvoudige w i j z e
SB en 6 a a l s f u n c t i e s van d e v a r i a t i e s i n d e k~ooppuntsverplaatsingen t e b e p a l e n , h e t g e e n we n o t e r e n a l s : (B.11) 3 6$ =
N,,
.
6 U k (D. 12) 4 4 6a = Nak.
6uk4
Biilase E Uitwerkina van iH( E ' ) en
in(
E ' l+ -4 -4
Stel IK( E ' ) is t.o.v. een orthonormaal stelsel w1
,
w2 I w3 bekend.Indien de Green Lagrange rektensor hierin gegeven is t.o.v. het stelsel
e - a - 4
IE' = Eij ei e i
-4 + -4
geldt voor deze tensor t.o.v. het stelsel w1
,
w2 w3:w - 4 7
E' = Ekl wk
w1
met:
e - ? 7 4 +
Ekl w -- Eij wk.ei wl.ej
4 -4 -?
Nu de r~kko~~on"nten in het stelsel w1
tensorfunctie EI( E ' ) bepaald worden:
w2 w3 bekend zijn kan de
(E.2)
(E.3)
-? -9 -4
Voor deze tensor geldt t.o.v. het ort-honormaal stelsel el e2
,
e3 :e - ? + iH( IE') = Hkl ek el met : -? -? w + 7 - 4 + el
.
w - e jHkl = ek
.
iH( IE').
el - Hij ek.
w i(E.5)
4 -9 -4
4
Voor de vierde orde tensor IM geldt t . o . v . het- stelsel w1 I w2
,
w3 :4 + + +
w w w w
met: en t . a . v . het stelsel er " s et e U + + - 4 3 - b + + - P
-
e .w e . w et.wk eU.wl-
Mijkl r i s j (E. 10) (E.11)Biilase F Geometrische lineariteit
We bestuderen welke invloed geometrische lineariteit op de vergelijkingen heeft. De deformatietensor + - 4 c l F = I + ( v o u l De fictieve deformatietensor + - * c - * - b IF' - 3
+
( Qo u1
4- B "1 nl Be Green-Lasranae rektensor * - * e E ' = 0.5[ (vo
u )+
(Go
)+
2 fiGI
z1
] De Cauchy spanninsstensor Ja = E( IE')De eerste Piola Kischof spanninsstensor
TI = Ja De Jacobiaan J =I Vereenvoudisinsen in Bijlacre B -b -* - * 9 - 4 - b a ( ~ a ) = ~ ? M : ~ o . s { N ~ ~ . ~ ~ nlnl
+
6 i ~ ~ ~ . e ~ n1 -b 9 + - 4+
$ n,iNlk.ep+
8ikk/8Ei e Y . 3 P 01W fl =>c K n (Dk Q3 U
o
o ll a (D N (D ba (D I-' a rP..
B- x h O W E 0) m t-'. m.6 rrg 44 O r- v i- O VI c.< P* v n u La ?N II..
h 4 U. x II O XI -A I Xk h) (D rr nDrukbelastinq
De in het voorgaande gepresenteerde modellering voor plooien geldt in principe alleen voor de situatie zonder drukbelasting. In deze bijlage bekijken we de invloed van drukbelasting bij niet-plooibare elementen. We bepalen de equivalente knooppuntsbelastingen horende bij een
drukbelasting p.
1
3Noteer voor de lengte van de zijden van het element:
3 -9 a =Ixl
-
x3n I + + b =IixS-
x l l ; -a 3 c =yx3-
X 2 "Voor het oppervlak van het element A geldt dan:
A=f(a+b+c)(a+b-c>(a-b+c)(-a+b+c)/lG1XXO.5
,
Net een drukbelasting p wordt voor de equivalente knooppuntsbelastingen
gevonden : + - + -9
sn,.
[ o . < ] d A = J z 3 . [ p n 3 n 3 , h ] d A = A A Voor 1=1 volgt: 3 pIT1
.
n3 1/3 A ==
g1
.
[ 1/3 A pG3]
waarin 1/3 A p
n3
een equivalente knoopuntsbelasting op knooppunt 1 t.g.v.de drukbelasting is.
Gelijksoortige uitdrukkingen vindt men voor 1 is 2 en 3
.
Vervolgens bestuderen we variaties in deze equivalente knooppuntsbelastingen
t.g.v. variaties in de knooppuntsverplaatsingen.
Voor de variatie in het oppervlak van het element geldt: 6A = 0.5/A [I(a+b-c)(a-b+c)(-a+b+c)/16
+[a+b+c)(a-b+c)(-a+b+c~/lS +(a+b+c)fa+b-~)(-a+b+c)/16 -(a+btc)(a+b-c)(a-b+c)/161 6a
+
i f a+b-c) (a-b+c) ( -a+b+c 1 / 16+(atb+c)(a-b+c)(-a+btc~/16 -(a+b+c)(a+b-~)f-atbtc)/l6
+(a+b+c) (a+$-c) (a-b+c)/lS) ób
t {(a+b-c)(a-btc)(-a+b+c)/?6 -fatbtc)(a-b+c)(-a+b+c)/l6 +(a+bic)(a+b-~)(-a+b+c)/l6 +(a+b+c)(a+b-c)(a-b+c)/l6} óc = Na 6a
+
Nb 6b f Nc 6c 3 4 + -9 +3 4 -4 3 4 4 +[ -Nb/b ( X2
-
XI) i- Nc/C ( X3-
X21
].
6G2 3 - b 4 3 - b -+ 4+C
+ N a b ( XI-
X3)-
Nc/c (x3 -
x2
1
].
6u3 -P-
- NAk .
6UkHiermee volgt voor de variaties in de equivalente knooppuntsbelasting op
de knooppunten:
4 i- 1/3 p O64 $,