AFZETTINGEN WTKG20 (3), 1999 50
Boekbespreking
Lopen
op waterA.J.+(Tom) vanLoon*
Nederland geen waterland
Over de vraagof Nederlandnuwelofgeenwaterlandis, laat Dufour zich nietduidelijk uit.Hij geeft aan(Tabel 29) dat in Nederland
perjaar 923,2 miljoen m3waterwordt verbruikt-een
schatting (!)voor1967(!)-terwijler1900
miljoen m 3
zoet grondwaterbeschikbaar is. Erlijktdus geenvuiltjeaande lucht.Anderzijds vermeldt deauteur
(paragraaf 8.1) dat dehoeveelheidneerslag minus ver-dampingin Nederlandniethoog is,n.1.680m3per inwo-ner,terwijl dat in andere landen vaak veelmeer is (inde
Verenigde Staten 10.230m3). Dat deze verschillen wel
voornamelijk moeten afhangenvan de verschillen in be-volkingsdichtheid, vermeldt Dufour niet.
Intalrijke kaarten, tabellenengrafieken wordt
aangege-venhoe dewatervoorziening inons land zich heeft
ont-wikkeld. Dat is natuurlijkeenbelangrijkgegeven,alzijn
historischeontwikkelingen natuurlijkgeenbetrouwbare
leidraadvoortoekomstige ontwikkelingen.Het is daarom jammerdater(te?) weinigaandacht wordtbesteedaande recente periode en aan hethuidige beleid. Detoekomst krijgtzelfsbijna geheel
geenaandacht(hethoofdstukover
toekomstige ontwikkelingenomvatslechts 3 blz.enis ge-Wiezou erniet in staatwillenzijn om overwater te lo-pen? Volgens dehydrogeoloog F.C. Dufour kunnen we dat niet alleenallemaal, maardoenwehet ook. Onlangs isnamelijk zijnboek ‘Grondwaterin Nederland’
versche-nen, metals ondertitel ‘Onzichtbaarwaterwaarop we lo-pen’.Met dieondertitel, dieoverigens noch op de voor-kant noch op de rugvanhet fraaien stevig uitgevoerde boek is
terugtevinden, lijktal direct detoongezet. Het gaat namelijk nietzozeer om eenboek dat zich richt op vakmensen,als welom eenuitgebreidoverzichtvoor die-genen die-hetzijvia hunwerk, hetzijvia hun interesse in
de gesteldheid van Nederland- min of
meer zijdelings
metgrondwater temaken hebben.
Eendergelijke doelgroepheeftnatuurlijkin eerste
instan-tie behoefteaaneengoedoverzichtvandehuidige
gege-vens,gevatineenraamwerkdat leidttoteenbeterbegrip
vandehuidige situatieentotinzicht in degevolgen die ingrepenvandemensin denatuurlijke hydrogeologische processen kunnen hebben. Indatopzicht lijktDufour ge-slaagd, mededankzij deuitvoering van dit boekwaarbij kennelijkkosten noch moeitezijn gespaard.Het boek heeft zeerbrede marges(makkelijkvooreigen aantekeningen),
enisrijkelijk geïllustreerdmetduidelijke, relevante
figu-ren. Al lezend door de tekst doet ook de
‘amateur-hydro-geoloog’ zo eenschataangegevens op. Watdie gegevens overigenstemaken hebbenmethet‘lopenop onzichtbaar
water’, komt- helaas- verder niet
meer aande orde. De keuze vande ondertitelblijftdaaromintrigerend.
AFZETTINGEN WTKG20(3), 1999 51
speend vanenig cijfermateriaal). Toch kanmenzichniet aande indruk onttrekken dat deauteurzich zorgen maakt over detoekomstige waterhuishouding van onsland,en in hetbijzonder overdedrinkwatervoorziening. Een dui-delijk voorbeeldvan dezorgendie deauteurzich maakt
vormthoofdstuk 11, gewijdaandegevolgenvan mense-lijk ingrijpen. Nederlandverdroogt daardooris de bood-schap, endat wordt met talvankaartjes engrafieken on-derbouwd,ook al merkt deauteurzelfop dat de definitie
van hetbegrip ‘verdroging’ moeilijkisenzelfs(maar hij gebruiktdaarvooreenanderewoordkeus) manipuleerbaar. Als op het gebied van de beheersing van grondwater-standen werkelijk grote problemen dreigen, dan had de auteurdaaroverigens duidelijkerdevingerop dezereplek
kunnenleggen; enmoetenleggen,wanteenboek als dit is
bij uitstekgeschiktom als informatiebronte dienenvoor beleidsmakers.
Lopen overwater, zweven tussendoelgroepen Metzijn nogalbrededoelgroep voorogen heeft Dufour
logischerwijze beslotenomecht vanaf de basiste
begin-nen. Dat leidttot hoofdstukkenoverhydrologische
be-grippen, dehydrologische kringloop, klimaaten
water-huishouding, ende geologie vanNederland. Pas daarna
komt de ‘echte’ hydrogeologie in vier hoofdstukkenter
sprake, gevolgd dooreenflink aantal hoofdstukkenover hetgebruik enhet beheervanhetgrondwater, vooral in
hetkadervande drinkwatervoorziening. Dit‘hoofddeel’
vanhet boek wordtafgeslotenmeteenmijnsinziens
one-venredig lang deel met noten(15 hlz.),
literatuur-verwijzingen (20 blz.),eenlijstmettabellen(3 blz.),een lijstmetfiguren (8 blz.),eenlijstvanafkortingen (2 blz.), eenregister (22 blz.)en eencurriculum vitae(1 blz.)
Alleen alaandezeopzetiste merken dat Dufour moeite
heeftgehadzich teonttrekkenaanzijn
technisch/weten-schappelijke achtergrond en zich inte leven in watzijn doelgroep precies wil weten. Daarentegen geldt zonder meer dat deauteur zich wel degelijkbewust is geweest vande vaakongetwijfeld gebrekkigekennisvanzijn
doel-groep.Hijzorgtdaaromvoorduidelijke uitleg (ookal is die nietaltijdcorrect: zo zijnnietgeconsolideerde sedi-menten zeker geenafzettingen zondervast verband!) en illustratieveplaatjes (die overigens ookeen onjuiste
in-druk kunnenscheppen, zoalsdetekeningvankleideeltjes
in defiguren 1.11 en 1,12).
Het boekvormt, kortom, eenbronvan veel informatie,
metsoms watongelukkige keuzes enomissies. Hetzou meechter niets verbazen alserooiteentweede drukvan
ditvooralvoorbeleidsmakerszeerinzichtelijke boekzal
komen. Hopelijk zullen dan defoutjes wordenhersteld,
desomswathortendeschrijfstijl versoepeld, enhetsoms
teoverdadige spelen met detypografie (teveel cursief, vooral in onderschriften) ingeperkt. Maar laat niemand wachten
opdie tweede druk. Ooknuvind ik het boekzijn prijs waard, ook alslaag ik er nogsteeds niet in om te
lopenover water,zonder dat dat wordt
ingesloten door niet-geconsolideerde sedimenten.
F.C.Dufour, 1998. Grondwater in Nederland: onzicht-baarwater waaropwelopen. - Nederlands Instituutvoor
Toegepaste Geowetenschappen TNO (Delft), 265 blz. ISBN 90-6743-536-8(gebonden). Prijs ƒ 65,-.
*A.J. (Tom) vanLoon, GeocomB.V., Benedendorpsweg 61,6862 WCOosterbeek, tel 026-3390908, fax 026-3390783,emailtom.van.loon@wxs.nl