• No results found

Krachtvoer heeft grote invloed op milieubelasting melkveehouderij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Krachtvoer heeft grote invloed op milieubelasting melkveehouderij"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

21

totale milieubelasting van melkveebedrijven berekend, uitgedrukt per kilogram meetmelk. De LCA-methodiek omvat verliezen naar de lucht, het water en de bodem, zowel op het bedrijf als tijdens de productie, verwerking en het transport van voer, stro, pesticiden of kunst-mest. In totaal zijn drieëndertig melkveebedrijven geanalyseerd (referentiejaar 2002/2003). Deze melkveebedrijven maakten onderdeel uit van de projecten: Bioveem II (biologisch), Koeien & Kansen (gangbaar met additionele maatregelen ofwel ‘gangbaar-plus’) en Caring Dairy (gangbaar in het gekozen referentiejaar). De milieueffecten landgebruik, energieverbruik, verzuring, ver-mesting en het broeikaseffect zijn onderzocht.

Gebruik natuurlijke hulpbronnen

Uit figuur 1 blijkt dat gangbaar en gangbaar-plus per kilogram meetmelk een lager landgebruik hebben dan de biologische melkveebedrijven. Dit wordt veroorzaakt door het grotere bedrijfsareaal van de geanalyseerde biologische melkveebedrij-ven. Er is geen verschil gevonden in het indirecte landgebruik (grondstoffen elders geteeld) tussen de verschillende bedrijfsgroepen onderling. Het totale energieverbruik van gangbaar en gangbaar-plus is hoger dan dat van de biologische melkvee-bedrijven. Dit wordt veroorzaakt door een hoger indirect energieverbruik, voornamelijk door de aankoop van kunstmest, pesticiden en grotere hoeveelheden krachtvoer. Conclusie is dat de gangbare melkveebedrijven efficiënter omgaan met land en de biologische melkveebedrijven efficiënter omgaan met energie.

Emissies en uitspoeling

De totale verzuring is voor de drie bedrijfsgroepen gelijk. De directe verzuring van de biologische melkveebedrijven is hoger, terwijl bij gangbaar en gangbaar-plus de indirecte verzuring hoger is. De hogere directe verzuring op de biologische melkveebedrijven wordt grotendeels veroorzaakt door een hogere ammoniakemissie. Per kilo-gram geproduceerde biologische melk zijn meer dieren nodig, waardoor de ammoniak-emissie per kilogram melk hoger is. De hogere indirecte verzuring van gangbaar en gangbaar-plus wordt veroorzaakt doordat meer krachtvoer wordt

aan-R U N D V E E

achter

gr

ond

R U N D V E E

achter

gr

ond

De invloed van grondstoffen op de totale milieubelasting van de melkveehouderij is aanzienlijk. Zij koopt

producten aan (ruwvoer, kunstmest, krachtvoer, pesticiden) en maakt gebruik van natuurlijke hulpbronnen

zoals land, aardgas en diesel. Onderzoekers van Wageningen UR hebben samen met enkele projectteams een

levenscyclusanalyse uitgevoerd op commerciële melkveebedrijven. Hiermee wordt de totale milieubelasting

in kaart gebracht.

ir. Marlies Thomassen

(ASG – Dierlijke ProductieSystemen, Wageningen Universiteit & Researchcentrum, Wageningen)

dr. Ir. Imke de Boer

(ASG – Dierlijke ProductieSystemen, Wageningen Universiteit & Researchcentrum, Wageningen)

ir. Michel Smits

(ASG - Animal Sciences Group van Wageningen Universiteit & Researchcentrum, Lelystad)

ir. Goaitske Iepema

(LBI – Louis Bolk Instituut, Driebergen)

dr. Ir. Klaas Jan van Calker

(LEI – Landbouwkundig Economisch Instituut, Wageningen)

ir. R. Werkman

(Afstudeeropdracht Wageningen Universiteit & Research-centrum, Wageningen)

ir. J. Jansen

(Afstudeeropdracht Wageningen Universiteit & Research-centrum, Wageningen)

ir. L. ’s-Gravendijk

(Afstudeeropdracht Wageningen Universiteit & Research-centrum, Wageningen)

elkveehouders zijn sinds jaar en dag verplicht om aan de regel-geving tegen verzuring en vermesting te voldoen. Manage-mentmaatregelen zijn hierdoor voornamelijk gericht op de vermindering van nitraat- en fosfaatuitspoeling en ammoniak-emissie op bedrijfsniveau. De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor de vermindering van broeikasgassen, zoals de uitstoot van lachgas en methaangas uit de melkveehouderij. Tot nu toe is de uitputting van natuurlijke hulpbronnen (door bijvoorbeeld energieverbruik en

land-gebruik) en het milieueffect van aangekochte producten (inclusief transport) onderbelicht gebleven. Niet alleen het landgebruik in Neder-land is relevant, maar ook bijvoorbeeld het Neder- land-gebruik in Brazilië voor de productie van soja-bonen. Naast de methaanemissie van het dier en uit de mestopslag draagt ook de emissie van koolstofdioxide tijdens het transport van tapioca uit Thailand bij aan het broeikasgaseffect.

Onderzoek

In dit onderzoek is de ‘levenscyclusanalyse’ (LCA)-methodiek gebruikt. Hiermee wordt de

M

Krachtvoer heeft grote in vloed op milieubelasting

melkveehouderij

20

20

V-focus februari 2007 V-focus februari 2007

21

K R A C H T V O E R

De aanvoer van krachtvoer legt in de gang-bare melkveehouderij de grootste belasting op het milieu. Het gaat dan om energie-verbruik bij de teelt, landgebruik en transport over soms grote afstanden.

Foto: Frits Huiden

Landgebruik en energieverbruik van de verschillende bedrijfsgroepen, inclusief de variaties tussen de melkveebedrijven (standaarddeviatie)

Figuur 1

Broeikaseffect van de verschillende bedrijfsgroepen, inclusief de variaties tussen de melkvee-bedrijven (standaarddeviatie).

Figuur 2

Bijdrage van krachtvoer aan de verschillende milieueffecten per bedrijfsgroep

Figuur 3

(2)

V-focus februari 2007

gekocht. Bij de productie van krachtvoercompo-nenten vindt namelijk ook ammoniak-emissie plaats en bij transport emitteren zwaveldioxide en stikstofoxiden.

De totale vermesting op gangbaar en gangbaar-plus is hoger dan de vermesting op biologische melkveebedrijven. Dit wordt voornamelijk ver-oorzaakt doordat meer producten worden aange-kocht, waardoor gangbare melkveebedrijven een hoger nutriëntenoverschot hebben. Daarnaast wordt in de gangbare melkveehouderij meer krachtvoer aangekocht. Bij de productie van krachtvoercomponenten vindt nitraat- en fosfaat-uitspoeling plaats naast ammoniakemissie. Het verschil in vermesting tussen biologisch en gangbaar-plus is kleiner dan het verschil tussen biologisch en gangbaar. Dit komt waarschijnlijk door de additionele maatregelen van de Koeien & Kansen melkveebedrijven ten aanzien van vermesting en verzuring.

Uit figuur 2 blijkt dat het totale broeikaseffect van de drie bedrijfsgroepen gelijk is. Het directe broeikaseffect van de biologische melkveebedrij-ven is hoger dan van gangbaar en gangbaar-plus. Dit hogere broeikaseffect van biologische melk-veebedrijven wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere methaanemissie per koe en doordat per kilogram geproduceerde biologische melk meer dieren nodig zijn. Het totaal is echter gelijk doordat het indirecte broeikaseffect van biologische bedrijven lager is dan voor gangbaar en gangbaar-plus, doordat minder producten worden aangekocht.

Aandeel krachtvoer

Figuur 3 laat zien wat de bijdrage is van kracht-voer aan de verschillende milieueffecten per bedrijfsgroep. Krachtvoer heeft voornamelijk een grote bijdrage in het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, land (19-47%) en energie (46-73%). Opgemerkt moet worden dat in deze figuur de bijdrage aan het totale milieueffect

wordt weergegeven, terwijl als we alleen kijken naar de bijdrage van krachtvoer in vergelijking met andere aangekochte grondstoffen, kracht-voer de grootste bijdrage heeft (in gangbare melkproductie gemiddeld 88%). Krachtvoer draagt relatief minder bij aan de milieueffecten bij gangbaar-plus en nog minder aan biologische melkproductie in vergelijking tot gangbare melk-productie. Dit wordt veroorzaakt door de lagere aanvoer van krachtvoer per kilogram meetmelk op deze melkveebedrijven.

Valt er nog wat te verbeteren?

Uit deze studie blijkt dat de biologische melkvee-bedrijven een lager energieverbruik en een verminderde vermesting bewerkstelligen. De gangbare melkveebedrijven hebben een lager landgebruik, een lager direct broeikaseffect en een lagere directe verzuring. Krachtvoer is de ‘hotspot’ in aangekochte producten aangaande milieubelasting.

Sinds 2002/2003 zijn door het stringentere mestbeleid verbeterstappen gezet op veel melk-veebedrijven om de stikstof- en fosfaatoverschot-ten op het bedrijf te verlagen. Efficiënter gebruik van krachtvoer en het verhogen van de eigen ruwvoerefficiëntie kunnen de sleutel zijn naar een (nog) milieuvriendelijkere melkveehouderij. De grote variatie in direct energieverbruik van de melkveebedrijven geeft aan dat hier ruimte is voor verbetering. Een laag energieverbruik is belangrijk met het oog op de schaarste van ener-giebronnen in de toekomst en het veranderde leefklimaat door een verhoogd broeikaseffect. Verdere verbeteringen lijken haalbaar door verder te kijken dan alleen naar milieubelasting op bedrijfsniveau. Door de nadruk te leggen op het gebruik van milieuvriendelijkere krachtvoer-componenten met minder transport, kan de milieubelasting van de Nederlandse melk-productie flink verminderd worden.

22

R U N D V E E

achter

gr

ond

Verzuring zwaveldioxide (SO2),

ammoniak en stikstof-oxiden uitgedrukt in SO2-equivalenten

Vermesting o.a. nitraat (NO3), fosfaat

en ammoniak uitgedrukt in NO3-equivalenten

Broeikaseffect koolstofdioxide (CO2),

methaan en lachgas uitge-drukt in CO2-equivalenten

Direct productieprocessen op het melkveebedrijf

Indirect productieprocessen en transport van aangevoerde grondstoffen

De volgende projectteams hebben mee-gewerkt aan de levenscyclusanalyse (LCA)

Koeien & Kansen

Koeien & Kansen is een onderzoeks- en demonstratieproject met als doel het op pioniersbedrijven implementeren van (verwachte) toekomstige milieuwetgeving, waarbij de milieukundige, technische en economische gevolgen in beeld worden gebracht.

Bioveem II

In Bioveem (2001-2005) bundelen 17

bio-logische veehouders, een aantal onderzoekers en adviseurs hun specifieke kennis, ervarin-gen en vaardigheden met als doel het verbre-den en versterken van de biologische melk-veehouderij. Bioveem is een initiatief van Praktijkonderzoek Veehouderij (WUR), het Louis Bolk Instituut en DLV.

Caring Dairy

Caring Dairy is een initiatief van ijsfabrikant Ben&Jerry’s (onderdeel van Unilever) met als doel richtlijnen te ontwikkelen voor duurzaam management op melkveebedrijven (startjaar 2004).

L C A - m e t h o d i e k

S a m e n s t e l l i n g p r o j e c t t e a m s

V a k b l a d v o o r a d v i s e u r s i n d e d i e r l i j k e s e c t o r

Altijd welkom

www.v-focus.nl

Altijd welkom

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The purpose of the study was to examine the relationship between job security, compensation and training among professional sport coaches in South Africa.. A quantitative

bedrijven voor, hetgeen zeer zeker vermeden moet worden in verband met een te grote belasting voor de werknemer en het samendrukken van de bos, hetgeen moeilijk- heden geeft bij

Geen enkele vorm van promotiemateriaal voor voedingsmidde- len en dranken voor zuigelingen mag toegestaan worden binnen de gezondheidsdiensten. • De zwangere vrouwen ontvangen

Turban et al (2004: 345) define e-government as the use of information technology in general to provide citizens and organisations with more convenient access to government

Figure 4-6 Influence of refining energy on the porosity of dried (A) and never-dried (B) Eucalyptus nitens pulp after treatment with the different

30 APC, AstroParticule et Cosmologie, Université Paris Diderot, CNRS /IN2P3, CEA/Irfu, Observatoire de Paris, Sorbonne Paris Cité, 10 rue Alice Domon et Léonie Duquet, 75205 Paris

Therefore, this study aims to investigate the relationship between person-environment fit, authentic leadership, psychological meaningfulness (positive meaning) and

15 Employees holding a high status position in their organisation will get a higher performance appraisal than is deserved (i.e. regardless of their real performance,