• No results found

Agrarisch natuurbeheer: effect aanpassingen GLB- en SAN-vergoedingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Agrarisch natuurbeheer: effect aanpassingen GLB- en SAN-vergoedingen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

AGRARISCH NATUURBEHEER: EFFECT AANPASSINGEN GLB- EN SAN-VERGOEDINGEN

Tanja de Koeijer (WOT Natuur en Milieu) en Raymond Schrijver

Om te bepalen in hoeverre de taakstelling agrarisch natuurbeheer kan worden gerealiseerd, is in opdracht van de WOT Natuur en Milieu de bedrijfseconomische inpasbaarheid van agrarisch natuurbeheer bepaald met het optimalisatiemodel FIONA. Het blijkt dat de sinds 2003 gewijzigde vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer een groot effect hebben op de economische inpasbaarheid van de verschillende typen agrarisch natuurbeheer. Ook komt naar voren dat het in 2006 aangepaste Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waarbij onder andere gewaspremies voor maïs en graan zijn omgezet in bedrijfstoeslagen, effect hebben op de gewaskeuze van melkveebedrijven en daarmee ook, zij het in geringe mate, de ruimte voor agrarisch natuurbeheer vergroot.

Aannames

Alleen bedrijven met grond in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) kunnen deelnemen aan agrarisch natuurbeheer. In het model kan daarom niet meer agrarisch natuurbeheer worden opgenomen dan het areaal per bedrijf dat in de EHS ligt. Gemiddeld is dat een kwart van het areaal. Verondersteld wordt dat de ondernemers agrarisch natuurbeheer opnemen in het bedrijfsplan zolang één extra hectare geen negatief effect heeft op het inkomen. Eventuele extra kosten voor de inzet van eigen arbeid zijn niet meegerekend. Wel is eigen arbeid aan een maximum gebonden. Bij overschrijding daarvan moet vreemd personeel worden aangetrokken, waarvan de kosten wel zijn meegenomen. De ondernemers kunnen kiezen tussen twee soorten agrarisch natuurbeheer: weidevogelbeheer en botanisch beheer. De te kiezen pakketten weidevogelbeheer verschillen afhankelijk van het uitstellen van de eerste maaidatum. Weidevogelbeheer gebaseerd op enkel nestbescherming, dat in de praktijk veel voorkomt, is niet ter keuze gesteld. Dit pakket zou altijd opgenomen kunnen worden omdat het nauwelijks inperkingen voor de bedrijfsvoering kent terwijl er wel een vergoeding tegenover staat. Dit weidevogelpakket is bovendien sinds 2007 niet meer opengesteld aangezien de effectiviteit daarvan wordt betwijfeld. Bij botanisch beheer wordt onderscheid gemaakt tussen botanisch beheer met naweiden en botanisch hooilandbeheer.

Botanisch beheer aantrekkelijk

De berekeningen tonen dat de realisatie van de taakstelling voor agrarisch natuurbeheer mogelijk is. Ook blijkt dat botanisch beheer economisch aantrekkelijker is dan weidevogelbeheer. Dit is opmerkelijk aangezien berekeningen uit 2005 aangaven dat juist het weidevogelbeheer gunstiger was. Na 2005 hebben twee belangrijke wijzigingen plaatsgevonden. Ten eerste zijn de vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer veranderd: door de ontkoppeling met de bergboerenregeling is vooral de vergoeding voor het weidevogelbeheer gedaald (tabel 1). Ten tweede is het GLB aangepast: sinds 2006 worden niet langer gewaspremies uitgekeerd maar ontvangen de bedrijven een bedrijfstoeslag, onafhankelijk van de oppervlakte bouwland.

Tabel 1 SAN-pakketvergoedingen (euro per ha) voor botanisch- en weidevogelbeheer in 2003 en 2007

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Pakket Vergoeding 2003 Vergoeding 2007 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

1 juni weidevogelbeheer 299 209

8 juni weidevogelbeheer 399 311

15 juni weidevogelbeheer 503 417

22 juni weidevogelbeheer 559 472

Botanisch beheer met naweiden 915 979

Botanisch hooilandbeheer 1122 1103

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Bron: Schrijver en Rudrum (2007).

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Om het effect van enerzijds de aangepaste vergoedingen en anderzijds het aangepaste GLB te analyseren, zijn de volgende berekeningen uitgevoerd: voor een representatief bedrijf, een relatief klein melkveebedrijf met 68 koeien en 40 ha waarvan 9 ha in de EHS is gelegen, zijn een viertal berekeningen uitgevoerd. Allereerst is voor de SAN-vergoedingen van 2003 het effect op het grondgebruik en het agrarisch natuurbeheer doorgerekend voor enerzijds met een gewaspremie voor maïs en anderzijds met een bedrijfstoeslag. Vervolgens zijn voor de SAN-vergoedingen van 2007 deze twee berekeningen met en zonder gewaspremie herhaalt.

SAN-vergoeding belangrijk

Op basis van de SAN-vergoedingen in 2003 en de gewaspremies is het voor dit bedrijf aantrekkelijk om bijna 9 ha weidevogelbeheer (uitgestelde maaidatum tot 22 juni) uit te voeren. Botanisch beheer is niet aantrekkelijk. Dit geldt ook voor de situatie met bedrijfstoeslag. Bij vergelijking van de twee situaties met de SAN-vergoedingen van 2007 blijkt in beide gevallen botanisch beheer aantrekkelijk te zijn. De switch naar botanisch beheer is dus geheel toe te schrijven aan de gewijzigde vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer. Volgens de berekeningen heeft de verandering van het GLB wel gevolgen voor de geteelde hoeveelheid snijmaïs. Deze wordt meer dan gehalveerd. Tegelijkertijd zou bij handhaving van de gewaspremies iets minder agrarisch natuurbeheer in de bedrijfsvoering kunnen worden ingepast dan nu het geval is (tabel 2).

Tabel 2 Effect afschaffing van gewaspremies en gewijzigde SAN-vergoedingen op het areaal (ha) agrarisch natuurbeheer voor het 'Klein melkveebedrijf met bouwland'

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Met gewas- Met bedrijfstoe- Met gewas- Met bedrijfs-premies 2003 slagen 2003 premies 2007 toeslagen 2007 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grasland 28,9 35,1 29,3 37,1 Snijmaïs 11.1 4.9 10.7 2.9 Botanisch beheer - - 7.9 9 Weidevogelbeheer 9 9 - - ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Bron: Schrijver en Rudrum (2007).

Modelberekeningen versus praktijk

In de praktijk zal de deelname aan agrarisch natuurbeheer lager zijn dan volgens de modelberekeningen optimaal is. Figuur 1 toont de relatie tussen het areaal agrarisch natuurbeheer en het inkomen voor de onderscheiden bedrijfstypen. Hierbij is er vanuit gegaan dat agrarisch natuurbeheer op het gehele bedrijfsareaal mogelijk is. Naarmate het aandeel agrarisch natuurbeheer dichter bij het maximale inkomenseffect komt, worden de inspanningen van de agrariër steeds minder beloond. Voorbij het optimum neemt het inkomenseffect af. In de praktijk zullen agrariërs daarom waarschijnlijk minder hectares agrarisch natuurbeheer uitvoeren dan hier als optimaal aangeven. Zo ligt voor het kleine melkveebedrijf met bouwland het optimale areaal bij 17 ha, maar levert 12 ha natuurbeheer nagenoeg net zo veel op.

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw -4.000 -2.000 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Deelname aan botanisch beheer met naweiden (ha)

Euro/jaar/bedrijf

melkveehouderij met bouwland klein melkveehouderij met bouwland groot melkveehouderij op grasland klein melkveehouderij op grasland groot zoogkoeienhouderij

Figuur 1 Ontwikkeling van de bedrijfswinst bij opname van het pakket botanisch beheer met naweiden, bij een vergoeding van 979 euro per ha

Bron: Schrijver en Rudrum (2007).

In de praktijk zijn er ongeveer evenveel botanische pakketten als weidevogelpakketten met uitgestelde maaidatum afgesloten, terwijl volgens het model het botanisch beheer economisch gezien gunstiger is. Dit verschil kan het gevolg zijn van de tussentijds gedaalde vergoeding voor weidevogelbeheer, terwijl het pakket is afgesloten voor een periode van 6 jaar. Ook zijn voor botanisch beheer structurele aanpassingen in de bedrijfsvoering nodig, wat in de praktijk nauwelijks gebeurt. Om dit te verwezenlijken is continuïteit in de subsidieregeling van groot belang. Met de jaarlijkse veranderingen ontbreekt het hier momenteel aan.

Meer informatie:

WOT-rapport

Potenties bij graasdierbedrijven voor deelname aan natuurbeheer (in voorbereiding).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The main areas of interest in this literature review include general human resource management, TVET college sector, scarce skills and employee retention.. Every organization,

De afwijking van het berekende aantal perceelshoeken (Hber) per gridcel ten opzichte van het getelde aantal p e r c e e l s - hoeken (Hgem) per gridcel in procenten van Hber uitgezet

Verschillen in gemiddelde plant- lengte, gemiddeld plantgewicht en gemiddeld aantal bloemen tussen jiffy-9 en perspot, waren niet van betekenis.. Het verschil in percentage

Terwijl werken als bediende voor vele (jonge) praktijk- dierenartsen veel comfort zou kunnen genereren, moet echter nagedacht worden over de onafhankelijkheid van de dierenarts

De waterbalans voor deelgebied Hargerpolder is door HHNK opgesteld voor de periode 2000-2010, maar het jaar 2010 is niet opgenomen in tabel 10, omdat de belasting van

AKK projectnummer en naam: KT-96.104 - Case-Base Agro-industriële Ketens Titel presentatie: Nieuw logistiek concept groenten- en fruitsector. Naam opleiding/vak: Logistiek

Tot 1959 werd voor het toetsen van zaailingen op resistentie voor ringrot gebruik gemaakt van een toets waarbij eerst knollen werden geoogst en vervolgens werden gesneden

Willen we in de thuiszorg dat mensen die afgelegen wonen een gelijk recht op zorg hebben, dan is het niet prudent om marktwerking toe te laten, maar niet te betalen voor reistijd