• No results found

Het bereiken van afstemming in de operatiekamer: met het oog op toekomstige taken. ONDERZOEKSARTIKEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het bereiken van afstemming in de operatiekamer: met het oog op toekomstige taken. ONDERZOEKSARTIKEL"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

__________________________________________________________________________________

1

ONDERZOEKSARTIKEL

Het bereiken van afstemming in de operatiekamer: met het

oog op toekomstige taken.

Laura Huizinga. S3550699. Master Communicatiekunde. Rijksuniversiteit Groningen. Universitair

Medisch Centrum Groningen (UMCG). In opdracht van: M. Huiskes en P. Nieboer. Augustus, 2019.

CONTEXT

Samenwerken in de operatiekamer is een complex proces. Om tot samenwerking te komen, is afstemming nodig tussen de professionals die uitvoering geven aan een operatie. Hierbij is het belangrijk dat ze hun kennis, overtuigingen en veronderstellingen zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. Lukt dat niet, dan verliest het team de concentratie. Twee medische professionals staan centraal tijdens dit onderzoek, namelijk de chirurg en de instrumenterende. Zij proberen in de operatiekamer om door middel van verschillende practices tot afstemming te komen.

DOEL

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de manieren, waarop afstemming wordt bereikt in de operatiekamer in termen van joint activities. Ik wil een onderscheid maken tussen het “wat“, het “wanneer“ en het “hoe“. Hierbij kijk ik naar welke professional het “wat“ initieert, op welke manier het “wanneer“ wordt bepaald en hoe de lokale afstemming in zijn werk gaat. De kennis die ik verzamel tijdens dit onderzoek kan worden gebruikt voor het trainen van chirurgen en instrumenterenden in de operatiekamer.

METHODE

Opnames van 6 chirurgische ingrepen zijn geanalyseerd. De opnames zijn verzameld in het kader van een eerder uitgevoerd onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Van relevante practices zijn transcripten opgesteld. Vervolgens is een analyse van een selectie uit de video-opnames gemaakt, die betrekking hebben op de samenwerking tussen de chirurg en de instrumenterende. Op basis van deze analyse zijn drie categorieën gevormd, waarvan naast de kwalitatieve analyses, kwantitatieve gegevens zijn vastgelegd door middel van een turfsysteem.

RESULTATEN

Tijdens het uitwisselen van instrumenten in de operatiekamer wordt op verschillende manieren geprobeerd om afstemming te bereiken. Dit kan op twee manieren, namelijk door middel van een initiëring van de instrumenterende en door middel van een initiëring van de chirurg. Wanneer de instrumenterende initieert, dan biedt hij op eigen initiatief een instrument aan. Dit doet hij op basis van het script. Als dit niet gebeurt, dan dient de chirurg een verzoek te doen. De chirurg verwacht dan een reactie van de instrumenterende. Op het moment dat er geen reactie plaatsvindt, zijn er normatieve oriëntaties zichtbaar in het gedrag van de chirurg richting de instrumenterende.

CONCLUSIE

In dit onderzoek heb ik gekeken naar hoe afstemming rond het uitwisselen van instrumenten plaatsvindt in termen van joint activities. Coördinatie met betrekking tot deze taak bestaat uit gezamenlijke kennis tussen de chirurg en de instrumenterende over “wat“, “wanneer“ en “hoe“ een instrument wordt uitgewisseld. Deze kennis kan door de twee professionals in de meeste situaties worden afgeleid uit het script van de operatie, maar moet soms ook lokaal worden afgestemd. Het uitwisselen van een instrument kan geïnitieerd worden door de chirurg of door de instrumenterende. Soms zijn normatieve oriëntaties in het gedrag van de chirurg te zien, met name wanneer de instrumenterende zich niet volgens de normen in de operatiekamer

(2)

__________________________________________________________________________________

2

Inleiding

Samenwerken in de operatiekamer is een complex proces. Tijdens het samenwerken moeten medische professionals het eens worden over de taken die ze uitvoeren (Mondada, 2011). Samenwerken in de operatiekamer kan worden gezien als een joint activity. Een joint activity is een activiteit die door twee of meer personen gezamenlijk wordt uitgevoerd (Clark 1986). Joint activities in de operatiekamer worden mogelijk gemaakt doordat de

professionals dezelfde kennis, ook wel een common ground, met elkaar delen en deze kennis op elkaar afstemmen (Clark, 1986) (Clark, Schreuder & Buttrick, 1983). Door het afstemmen van kennis kunnen de professionals effectiever samenwerken en een taak laten slagen.

Het afstemmen van kennis door professionals is belangrijk tijdens het uitwisselen van instrumenten. De afstemming is nodig voor de veiligheid van de patiënt en voor het laten slagen van de operatie (Bezemer et al, 2011). Bij het uitwisselen van instrumenten gaat het erom dat de professionals hun kennis afstemmen over welk instrument uitgewisseld moet worden, wanneer een instrument wordt uitgewisseld en hoe het uitwisselen in zijn werk gaat. Sanchez Svensson et al (2007) hebben deze drie processen beschreven als het “wat“, het “wanneer“ en het “hoe“.

Afstemming met betrekking tot het uitwisselen van instrumenten vindt enerzijds plaats met behulp van procedures. Een procedure is een globale beschrijving van de stappen van een operatie. Elke stap bestaat uit een reeks van handelingen die samen uitgevoerd worden door de professionals in de operatiekamer. Tevens voert elke professional zijn handelingen uit volgens scripts. Scripts zijn de mentale representaties van de uitvoering van handelingen zoals professionals die eigen gemaakt hebben. De scripts bevatten voor de teamleden in de operatiekamer overeenkomsten. Professionals delen bijvoorbeeld kennis over welk

instrument nodig is voor een bepaalde handeling. Daarentegen bevatten de scripts ook verschillen, omdat de teamleden op elkaar aansluitende taken hebben. Voor de

instrumenterende is het bijvoorbeeld duidelijk op welke plek het gereedschap zich op de instrumententafel bevindt. Terwijl de chirurg meer kennis heeft over hoe het gereedschap wordt gebruikt. De professionals bouwen hun scripts op en uit op basis van hun eerdere ervaringen (Block et al, 1985). Doordat de kennis met betrekking tot procedures en scripts van de professionals overeenkomt, is het voor ieder duidelijk welke handeling op welk moment moet plaatsvinden. Mede hierdoor komen de professionals gezamenlijk tot

afstemming (Mondada, 2011, 2014). Een andere manier om tot afstemming te komen, is in het hier en nu. In het hier en nu kunnen onvoorziene situaties voorkomen, waarin de professionals hun taken met elkaar moeten coördineren op lokaal niveau. Een onvoorziene situatie komt niet voor in de procedures en in de scripts en kan daardoor leiden tot

interactionele problemen tussen de professionals (Bezemer et al 2011). In deze situatie is daarom extra lokale afstemming nodig.

Volgens Clark (1986) wordt afstemming mogelijk gemaakt door drie factoren. Ten eerste zijn dit de eerdere ervaringen die de professionals delen vanuit het medisch vak. De professionals hebben dezelfde opleiding genoten en kennen de stappen van het

operatieproces vanuit de procedures. De tweede factor vindt plaats vanuit gezamenlijke ervaringen van de professionals die zijn opgedaan tijdens eerdere samenwerkingen. Tot slot speelt de taal een rol die door de professionals wordt gebruikt om tot een overeenstemming te komen.

Het uitwisselen van instrumenten is een belangrijke joint activity in de operatiekamer. Het managen van instrumenten wordt met name gedaan door de chirurg en de

instrumenterende. De chirurg geeft uitvoering aan de operatie en de instrumenterende heeft hierbij een faciliterende rol. De instrumenterende houdt zich met name bezig met het

aangeven en aannemen van instrumenten. Hierbij is het uitgangspunt dat de

instrumenterende, het instrument dat de chirurg waarschijnlijk gaat gebruiken, al in de hand houdt. Het anticiperen door het juiste instrument in de hand te houden, wordt aan de

(3)

__________________________________________________________________________________

3

Het uitwisselen van instrumenten met de chirurg kan als main-event van de

instrumenterende worden gezien en kan op twee manieren gebeuren (Goffman, 1981). Enerzijds vindt het plaats op basis van scripts, waarbij de instrumenterende uit eigen initiatief een instrument aanbiedt (Bezemer et al, 2014). Anderzijds kan een instrument worden uitgewisseld op basis van recruitments, waarbij de chirurg een verzoek doet voor een instrument (Heritage, 2017). De instrumenterende moet in deze situatie het verzoek zo effectief mogelijk inwilligen.

Het uitwisselen van instrumenten vindt gevarieerd plaats en is daarom een

interessant proces om te onderzoeken. Vanuit de Conversatie Analyse (Bezemer et al, 2011) zijn een aantal zaken bekend rond het uitwisselen van instrumenten in de operatiekamer. Bezemer et al (2011) en Mondada (2011, 2014) hebben onderzoek gedaan naar het bereiken van afstemming tijdens dit proces. Zij spreken over het real-time afstemmen van taal en embodied acties tussen twee medische professionals. Er is echter nog niet eerder een systematische analyse uitgevoerd met betrekking tot het bereiken van afstemming.

In dit onderzoek breng ik de verschillende practices in kaart die de chirurg en de instrumenterende gebruiken om tijdens het uitwisselen van een instrument tot afstemming te komen. Hierbij staat de volgende onderzoeksvraag centraal: "Hoe wordt afstemming bereikt tijdens het uitwisselen van instrumenten in de operatiekamer?" Ik kijk bij het beantwoorden van deze vraag naar welke professional het “wat“ initieert, op welke manier het “wanneer“ bepaald wordt en “hoe“ de lokale afstemming in zijn werk gaat. Hierbij wil ik een beeld geven van welke rol scripts en recruitments spelen in de joint activity tussen de chirurg en de instrumenterende. De kennis en inzichten die ik verzamel tijdens dit onderzoek kunnen worden gebruikt voor het trainen van chirurgen en instrumenterenden en voor het optimaliseren van de samenwerking binnen operatiekamer teams.

Methode

In dit onderzoek heb ik zes videofragmenten van gestandaardiseerde heupoperaties geanalyseerd. De geanalyseerde operaties zijn verzameld in het kader van een eerder uitgevoerd onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Dit is een onderzoek naar recruitments in de operatiekamer van Dr. M. Huiskes en Drs. P. Nieboer. In figuur 1 is het jaar van opname en de duur per videofragment van deze operaties, weergegeven. Tijdens de operaties dragen de chirurg en de assistent een GoPro camera. Tevens hangt er een camera die een beeld geeft van een groot deel van de operatiekamer. De personen die uitvoering geven aan de operatie zijn van tevoren ingelicht over het

onderzoek. De patiënten zijn eveneens ingelicht en hen is om toestemming gevraagd voor het maken van beeldopnames. In mijn analyse heb ik voor gestandaardiseerde operaties gekozen, omdat tijdens deze operaties wordt gewerkt volgens een procedure die van tevoren vrijwel geheel vastligt. Dit maakt het mogelijk om terugkerend gedrag in de videofragmenten te onderscheiden en handelingen in de operaties met elkaar te vergelijken.

Videofragment Datum opname Duur operatie

1 18-01-2016 45.10 2 04-03-2016 1.10.31 3 11-02-2016 51.35 4 08-11-2016 1.47.32 5 21-11-2016 48.13 6 16-03-2016 44.19

(4)

__________________________________________________________________________________

4 Figuur 1. Informatie videofragmenten

De eerste stap was het transcriberen van de videofragmenten die nog niet vastgelegd waren. Van alle relevante practices voor dit onderzoek heb ik vervolgens aparte transcripten

opgesteld. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van de Conventions for Multimodal Transcription van Mondada (2016). Bij deze methode worden niet uitsluitend verbale uitingen, maar wordt ook non verbaal gedrag in de transcripten opgenomen. De non verbale elementen worden door middel van verschillende symbolen in het transcript aangegeven. Ik heb uitsluitend gebruik gemaakt van conventies die relevant zijn voor de transcripten in mijn onderzoek. De betekenissen van de symbolen die ik gebruik in de transcripten van dit onderzoek zijn weergegeven in figuur 2.

Figuur 2. Symbolen volgens de conventies van Mondada (2016) die voorkomen in de transcripten De plaats van een symbool in het transcript laat het moment zien dat een professional kijkgedrag vertoont of een handeling uitvoert. De plek van een herhaling van het symbool geeft het moment aan dat dezelfde professional zijn kijkgedrag of handeling heeft voltooid. Transcript 1 is een voorbeeld dat is opgesteld volgens de conventies van Mondada (2016). Onder het transcript geef ik een toelichting op de symbolen in het transcript.

Transcript 1. Voorbeeld transcript volgens de conventies van Mondada (2016)

In regel 143 t/m 145 worden verbale uitingen gedaan door de assistent en de chirurg. Tevens staan tussen de verbale uitingen verschillende symbolen. In regel 143 is voor het woord camera, het symbool ~ te zien. Zoals is weergegeven in figuur 2 wordt met dit symbool aangegeven dat de chirurg een handeling uitvoert. Onder regel 143 staat

aangegeven om welke handeling het gaat. Na het woord camera is vervolgens een herhaling van het symbool ~ te zien. De herhaling van het symbool betekent dat de handeling door de chirurg is voltooid. Vervolgens is in regel 145 het symbool # te zien. Op dit moment wordt het screenshot uit figuur 6 gemaakt, zoals onder regel 145 staat aangegeven. Hierna wordt het symbool ~ weergegeven dat refereert naar een handeling van de chirurg. Onder regel 145 wordt aangegeven dat de chirurg een instrument aanbiedt aan de instrumenterende. De chirurg is klaar met deze handeling in dezelfde regel (herhaling symbool).

Symbool Betekenis

^ Kijkgedrag door de chirurg

~ Handelen door de chirurg

< Kijkgedrag door de assistent

> Handelen door de assistent

+ Kijkgedrag door de instrumenterende

* Handelen door de instrumenterende

# Het moment van screenshot

143 A Caught on ~camera~

~c koppelt zich los van taak

144 (0.6)

145 C #~*Ja~* #fig.6

~c biedt instrument aan i aan

(5)

__________________________________________________________________________________

5

Vervolgens staat het symbool * aangegeven dat refereert naar een handeling van de

instrumenterende. Deze handeling wordt ook voltooid in dezelfde regel (herhaling symbool). In de resultaten van dit onderzoek staan meerdere fragmenten die ik op deze manier heb getranscribeerd.

Na het transcriberen heb ik collecties gemaakt van de manieren, waarop het uitwisselen van instrumenten kan plaatsvinden (The Handbook of Conversation Analysis, Sidnell en Stivers 2012). Ik heb eerst alle situaties geïdentificeerd, waarin instrumenten worden uitgewisseld. In figuur 3 zijn de frequenties van deze situaties per videofragment weergegeven.

Videofragment Aantal momenten van uitwisselen instrumenten geanalyseerd 1 87 2 143 3 106 4 149 5 106 6 125

Figuur 3. Frequenties uitwisselen van instrumenten per videofragment

Vervolgens heb ik een analyse gemaakt met betrekking tot het “wat“, het “wanneer“ en het “hoe“. Voor elk van die momenten heb ik beschreven, wie initiatief had met betrekking tot het “wat“, wie het “wanneer“ initieerde en “hoe“ het instrument werd uitgewisseld. Op basis daarvan heb ik drie categorieën gemaakt. Ik heb gebruik gemaakt van een turfsysteem, waarin ik de frequenties van de categorieën heb genoteerd. Deze frequenties zijn per categorie terug te zien in figuur 5 in de resultaten.

Om een beeld te krijgen van de werkwijze tijdens een operatie heb ik in figuur 4, de personen en posities in de operatiekamer weergegeven. Tijdens de gestandaardiseerde operaties is de chirurg een arts in opleiding, de assistent is een specialist, oftewel de supervisor en de instrumenterende is een operatieverpleegkundige. De operatiekamer is ingedeeld volgens een bepaalde setting. De chirurg en de assistent staan face-to-face aan de operatietafel. Naast de operatietafel bevindt zich de instrumententafel, waaraan de instrumenterende is gepositioneerd om instrumenten aan te geven en nemen. Tevens zijn twee andere personen te zien. Deze personen worden niet meegenomen in dit onderzoek.

Figuur 4. Posities chirurg, assistent en instrumenterende in de operatiekamer

(6)

__________________________________________________________________________________

6 1

Resultaten

Het uitwisselen van instrumenten gebeurt op twee manieren. De eerste manier is het uitwisselen van een instrument door een initiëring van i. De tweede manier is dat c een initiëring voor een instrument doet. Tijdens het initiëren proberen c en i om op verschillende manieren tot afstemming te komen. Dit proberen zij met name tijdens drie practices. In de eerste practice vindt er een initiëring plaats door i. I bepaalt het instrument dat hij aanbiedt op basis van het script. Hij weet welk instrument hij moet aanbieden en deelt een common ground met c. Als i geen instrument aanbiedt, dan moet c om het instrument vragen. C geeft een initiëring voor het instrument dat tijdens haar volgende taak nodig is. Deze situatie komt voor in practice twee en drie. Als c initieert, dan is dit lokaal en moet er in het hier en nu afstemming worden bereikt. Het moment van deze initiëring, ook wel het "wanneer” genoemd, is hierbij variabel en kan op twee manieren plaatsvinden: c doet een verzoek tijdens het uitvoeren van haar taak (practice 2) of c doet een verzoek na de voltooiing van haar taak (practice 3) (Sanchez Svensson et al, 2007). In figuur 5 is te zien dat i gemiddeld 49 keer een initiëring doet voor een instrument. Daarentegen ligt het aantal

initiëringen door c een stuk lager, met gemiddeld 9 initiëringen tijdens haar taak en gemiddeld 18 initiëringen na de voltooiing van haar taak.

Videofragment 1 2 3 4 5 6 Initiëring door i 40 39 44 84 46 40 Initiëring door c tijdens taak 6 8 11 4 4 19 Initiëring door c na voltooiing taak 4 19 16 24 21 19

Figuur 5. Frequenties categorieën

1 c = chirurg, a = assistent, i = instrumenterende

(7)

__________________________________________________________________________________

7

Initiëring door i (i: “Ik wist al wat je nodig had”)

Het ideale scenario vindt plaats, wanneer i op eigen initiatief een instrument aanbiedt en dit instrument direct kan overhandigen aan c. I bepaalt in deze situatie het

instrument dat hij aanbiedt (het “wat“) en tevens het moment van overhandigen (het “wanneer“) (Sanchez Svensson et al, 2007). Door op eigen initiatief een instrument aan te bieden, laat i zien dat hij kan anticiperen op de taak van c. Door zijn gedeelde kennis binnen de joint activity met c kan hij anticiperen op de taken, die gaan

plaatsvinden.

Het “wat“ wordt door i afgestemd met behulp van het script, maar daarentegen moet het “wanneer“ lokaal worden afgestemd. I bepaalt het “wanneer“, door de huidige taak van c te monitoren. Hij neemt de taak van overseer op zich. I gaat staan op een positie dichtbij de operatietafel en kijkt mee met de handelingen die c uitvoert. Dit gedrag kan worden betrokken op het participation framework van Goffman (1981). Bij dit framework betrekken personen zich bijvoorbeeld meer bij een bepaalde situatie om deze beter te kunnen begrijpen. Het monitorende gedrag van i wordt

weergegeven in figuur 5. Zichtbaar is dat hij zijn lichaam recht naar voren richt. I bevindt zich hiermee in een zogeheten basispositie die door Kendon, Sacks &

Schegloff (1975) de home position wordt genoemd. Tijdens het monitoren hebben de bovenste lichaamselementen (nek en hoofd) de home position verlaten. Deze zijn bewogen uit het zogeheten transsectionele segment (Kendon, 1977, 1990). I neemt tevens de houding van een body torque aan (Schegloff, 1998), waarbij er spanning komt te staan op de spieren van zijn bovenste lichaamsdelen. Daarnaast vindt er een draaiing van zijn lichaam plaats.

Prototypisch voorbeeld.

Wanneer i denkt dat het juiste moment is aangebroken, pakt hij de hamer met zijn linkerhand van de instrumententafel. Tijdens het pakken van de hamer blijft zijn blik gericht op de handelingen van c. De blikrichting en de hamer in de linkerhand van i zijn aangegeven in het rood in figuur 6.

(8)

__________________________________________________________________________________

8

In figuur 7 bevindt c zich in home position. Haar blik en lichaamsoriëntatie zijn gericht op haar huidige taak. In figuur 8 heeft c haar huidige taak voltooid. Haar hoofd en blikrichting zijn vanuit de home position bewogen in de richting van i. In figuur 9 is vervolgens zichtbaar dat c haar hand loskoppelt van haar huidige taak. De

bovengenoemde bewegingen zijn manieren van c om te laten zien dat ze haar huidige taak heeft voltooid.

Figuur 7. C bevindt zich in home position

Figuur 7. C beweegt zich uit home position en oriënteert zich richting i

(9)

__________________________________________________________________________________

9

De bewegingen in figuur 7 t/m 9 vinden plaats, direct nadat i de hamer van de instrumententafel heeft gepakt. C beweegt haar hand richting i om het instrument in ontvangst te nemen (figuur 10). Ze strekt haar arm uit en presenteert haar hand. Voor i wordt duidelijk dat c availible is en het instrument kan aannemen. Hij overhandigt het instrument. Vervolgens neutraliseert c haar bovenste lichaamselementen weer terug in home position en begint ze met haar volgende taak. Door direct na de initiëring van i haar hand te laten zien, geeft c aan dat ze klaar is om het instrument in ontvangst te nemen. I kan het instrument direct overhandigen. Met zijn initiatief laat i zien dat hij kan anticiperen.

Figuur 10. C beweegt haar hand richting i en laat zien, dat ze availible is

In de bovenstaande practice is er een perfecte alignment te zien tussen c en i. I weet welk instrument er moet komen en c staat klaar om het instrument aan te nemen. Soms is c echter nog bezig met het uitvoeren van een taak op het moment dat i een instrument aanbiedt. In deze situatie wordt het instrument (het “wat“) bepaald door i, maar wordt het moment van overhandigen (“het wanneer“) door c bepaald. I moet wachten, totdat c klaar is met haar huidige taak. C gebruikt een aantal technieken, waarmee ze door middel van haar gedrag laat zien wanneer ze klaar is met haar huidige taak. De eerste techniek is het loskoppelen van haar hand van de taak die ze uitvoert. Tevens presenteert c haar hand richting i. C geeft met haar blikrichting aan dat ze klaar is om het instrument van i aan te nemen. Dit doet ze door op te kijken in de richting van het instrument. In transcript 2 staat een voorbeeld van deze situatie. Onder het transcript staan afbeeldingen, waarin de handelingen van c en i te zien zijn.

(10)

__________________________________________________________________________________

10 Prototypisch voorbeeld.

Transcript 2. Situatie waarin "wat" wordt bepaald door i, het "wanneer" wordt bepaald door c I staat klaar met het klemmetje in zijn hand (het “wat“), maar hij moet wachten, totdat c haar huidige taak heeft voltooid. C koppelt zich na een aantal seconden los van haar taak. Ze beweegt haar arm met daarin een instrument uit haar transsectionele segment. C biedt het instrument in haar hand aan richting i (figuur 11).

Figuur 11. I biedt een instrument aan, c biedt tevens een instrument aan

I pakt het instrument met zijn linkerhand aan van c. Hij heeft het klemmetje vast in zijn rechterhand. Wanneer c het instrument overhandigt, doet a een verzoek voor c. A zegt in regel 146: "Heb jij- heb jij een klemmetje?". C ziet dat i het klemmetje al in haar hand heeft en zegt: "Ja." I beweegt haar hand richting c om het klemmetje te overhandigen, maar c beweegt haar hand vervolgens terug in home position. C maakt een posture shift, waarmee ze haar positie na het aangeven van het

instrument neutraliseert. Ze laat haar bovenste lichaamsdelen en romp terug in home position komen. C vervolgt haar huidige taak, terwijl i het klemmetje nog vast heeft in zijn rechterhand. In de pauze van 4.0 seconden daarna (regel 147), beweegt i het klemmetje drie keer in de richting van c. Vervolgens beweegt i het klemmetje een vierde keer richting c. In figuur 12 is dit moment te zien. Het klemmetje in de rechterhand van i wordt door middel van een rode pijl weergegeven.

143 A Caught on ~camera~

~c koppelt zich los van taak

144 (0.6)

145 C #~*Ja~* #fig.6

~c biedt instrument aan i aan

*i pakt klemmetje van instrumententafel 146 A <Heb je heb je een- een-? Klem* ja<* klemmetje

<a kijkt op richting i

*i pakt instrument aan

147 #+*(4.0)#+*

#fig.7

+i monitort de taak van c

*i beweegt klemmetje richting c en geeft deze aan #fig.8

(11)

__________________________________________________________________________________

11

Figuur 12. I wacht met het klemmetje in zijn hand tot voltooiing taak c

Wanneer i het klemmetje voor de vierde keer aanbiedt, beweegt c haar hand uit haar transsectionele segment richting i. Ze opent haar hand (figuur 13). C koppelt haar hand los van haar huidige taak. Dit is een techniek om zichtbaar te maken dat ze availible is om het instrument in ontvangst te nemen. I kan het klemmetje

overhandigen.

In deze practice bepaalt i het instrument dat wordt aangegeven. Daarentegen bepaalt c wanneer het instrument wordt aangegeven, omdat ze haar taak nog niet heeft voltooid. Na de voltooiing van haar taak geeft c aan dat ze klaar is om het instrument in ontvangst te nemen.

Figuur 13. C beweegt haar hand richting i en i overhandigt het instrument

De bovenstaande practices vonden probleemloos plaats. Er zijn echter twee

practices, waarin problemen kunnen voorkomen in de joint activity tussen c en i. Dit zijn contingente situaties, waarin extra lokale afstemming nodig is. Er zijn twee soorten problemen die voorkomen in mijn collecties van practices. In de eerste situatie vindt een onvoorziene taak plaats tussen de huidige taak van c en de taak, waarop i anticipeert (Mondada, 2011). Uit het gedrag van c en i is zichtbaar dat ze niet dezelfde kennis delen met betrekking tot de taak, die gaat worden uitgevoerd. In deze situatie laat i zijn oriëntatie zien op het script, maar moet c een tussentaak uitvoeren. C wijkt daarmee af van script. Na de tussentaak vraagt c alsnog om het instrument dat i voor het plaatsvinden van de tussentaak aanbood. Er is in deze situatie toch een optimale afstemming te zien, omdat de twee professionals zich

(12)

__________________________________________________________________________________

12

tijdens en na afloop van de tussentaak nog steeds oriënteren op de juistheid van het script. In transcript 3 wordt een voorbeeld van een onvoorziene situatie gegeven.

Prototypisch voorbeeld. 148 C ~Zo~

~C koppelt zich los van zijn taak 149 C ~Beetje *afvegen~*

~C dept met gaas in de wond

*i pakt schaar van de instrumententafel 150 C #*~Mag ik een mes?#*~*

#fig.9

*I biedt schaar aan c en trekt deze hierna terug ~C legt gaas neer en opent zijn hand richting i #fig.10

*I pakt mes van de instrumententafel en geeft deze aan

151 (9.0)*~+

~C voltooid taak

+i monitort huidige taak van c 152 C En dan inderdaad de schaar~+~

~C overhandigt mes aan i

153 ~(0.5)*

*i overhandigt de schaar aan c Transcript 3. C voert een onvoorziene tussentaak uit

C koppelt zich los van haar taak en zegt: “Zo" (regel 148). Met deze uiting geeft c aan dat ze haar huidige taak heeft afgesloten. Vervolgens zegt c: "Beetje afvegen". Ze geeft online commentary op haar taak en voorziet i van informatie over de handeling, die ze uitvoert (Heritage, 2017). C veegt bloed weg met een gaasje uit de wond. Tegelijkertijd pakt i de schaar (het “wat“) van de instrumententafel, hij houdt deze in de richting van c (figuur 14).

(13)

__________________________________________________________________________________

13

C legt het gaasje neer op de operatietafel en beweegt haar hand uit home position richting i. I wil de schaar aangeven, maar op dat moment zegt c: "Mag ik een mes?" (regel 150). De geopende hand van c is omcirkeld en de schaar in de hand van i is aangegeven door middel van een pijl (figuur 15).

Figuur 15. C presenteert haar hand, i wil het instrument aangeven

I wil de schaar overhandigen, maar c trekt haar hand vervolgens terug. I houdt de schaar vast in zijn rechterhand en maakt een beweging in torque om het mes met zijn linkerhand van de instrumententafel te pakken. Vervolgens draait hij zich terug in home position en overhandigt hij het mes aan c. I heeft de schaar gedurende de taak van c nog steeds vast in zijn rechterhand. Na 9.0 seconden, is c klaar met haar taak en geeft ze het mes terug aan i. Tegelijkertijd doet c in regel 152 de uiting: "En dan inderdaad de schaar." C ziet dat i de schaar al in zijn hand heeft en pakt deze aan (het “wanneer“).

Doordat i de schaar pakt, laat hij een oriëntatie zien op het script. I kent het script en de vervolghandeling, die door c gaat worden uitgevoerd. C moet een tussentaak uitvoeren en wijkt hiermee af van het script. Hierdoor moet i wachten met het instrument in zijn hand. Door in haar uiting na de tussentaak het woord "inderdaad" te gebruiken, laat c in haar interactie zien dat er sprake is van een gedeeld script met i, waar i zich terecht op oriënteerde. In de normale gang van zake zou de handeling volgen, waarop i zich oriënteerde. In deze situatie was echter een tussenhandeling nodig om de taak succesvol uit te kunnen voeren.

Een tweede contingente situatie vindt plaats wanneer i zich vergist en het verkeerde instrument aanbiedt. Uit het gedrag van de professionals is af te leiden dat hun scripts niet overeenkomen. Er is meer lokale afstemming nodig in deze situatie en door middel van kijkgedrag en uitingen maken c en a duidelijk dat i niet het juiste instrument aanbiedt. In transcript 4 is een voorbeeld van zo’n situatie weergegeven.

Prototypisch voorbeeld.

201 C ~Oké~

~C pakt zaag van het tafeltje naast zich

202 *(3.1)

*I legt gaas weg en pakt de spuit van de instrumententafel 203 A <Kun* je< weer wat ~zuigen~ eh Lisa?

<A haar blikrichting gaat van i naar haar taak en terug ~C geeft instrument aan i

204 (1.0)

(14)

__________________________________________________________________________________

14

Transcript 4. I anticipeert onjuist en biedt het verkeerde instrument aan

C begint met een uiting in regel 201 en zegt: "Oké." Dit is een woord ter afsluiting van haar huidige taak en een signaal om aan te geven dat er een nieuwe taak gaat

beginnen. C pakt de zaag die ze nodig heeft bij het uitvoeren van haar volgende taak. I monitort en legt het gaasje in zijn hand aan de kant. Hij pakt de spuit met zoutwater van de instrumententafel. Terwijl i de spuit pakt, vraagt a in regel 203 aan i: "Kun je weer wat zuigen eh Lisa?" Voordat i de zuiger aanpakt, overhandigt c een instrument aan i. Dit instrument legt i op de instrumententafel neer. Hierna beweegt hij zich uit home position en maakt hij een body torque om een positie dichterbij de operatietafel in te nemen. I pakt het zuigapparaat aan en assisteert bij de taak van c. In figuur 16 is zichtbaar dat i de spuit met zoutwater in zijn rechterhand vast houdt (rode pijl) en het zuigapparaat in zijn linkerhand (blauwe pijl).

Figuur 16. I de spuit in zijn rechterhand en assisteert met de zuiger in zijn linkerhand

De blikrichting van a beweegt vervolgens richting i. A zegt in regel 207: "Je hoeft niet te spoelen hoor." I verstaat de uiting niet en in regel 210 herhaalt a daarom haar uiting. Na de uiting in regel 211 gehoord te hebben, beweegt i zijn arm uit zijn transsectionele segment. Hij komt in torque en legt de spuit terug op de instrumententafel. I beweegt zich terug en vervolgt het assisteren.

*I pakt zuiger aan 206 <(1.0)

<A kijkt richting i

207 A <Je hoeft niet te spoelen hoor

208 (0.7)

209 I Wat zei je?

210 A Je hoeft niet te spoelen 211 I *Hoeft helemaal niet?*

*I legt de spuit terug op de instrumententafel 212 AC Nee*

*I gaat verder met spoelen

(15)

__________________________________________________________________________________

15

In dit prototypisch voorbeeld is uit het kijkgedrag en de uiting van a af te leiden dat ze niet hetzelfde script deelt met i. C en a voeren een taak uit, waar i zich niet op

oriënteert. Hierdoor biedt i niet het juiste instrument aan.

Initiëring door c tijdens taak (I: “Ik sta al klaar hoor”)

Zoals in de voorgaande voorbeeld situaties zichtbaar wordt, staat i vaak klaar met een instrument voor c. Dit gebeurt echter niet altijd. Op het moment dat i niet klaar staat, dan moet c vragen voor een instrument. C en i delen even niet hetzelfde script en de afstemming tussen c en i moet lokaal plaatsvinden. In de meeste situaties vraagt c voor een instrument in de vorm van een Request for Assistance, oftewel een verzoek om hulp (Kendrick & Drew, 2016).

In de meest ideale situatie doet c een verzoek en overhandigt i het instrument direct. Deze situatie is in mijn analyse het meest terug te zien. Daarentegen kunnen situaties voorkomen, waarbij een vertraging plaatsvindt tijdens het uitwisselen van het instrument tussen c en i. Deze situatie komt voor wanneer c een verzoek doet tijdens het uitvoeren van haar huidige taak. I moet na het verzoek van c vaak wachten met het instrument in zijn hand, totdat c haar taak heeft voltooid. Een voorbeeld van deze situatie is weergegeven in transcript 5.

Prototypisch voorbeeld.

182

C

Mooi!*

*I trekt zuiger terug

183

*~(6.7)~*

~C legt twee instrumenten op de instrumententafel

*I pakt de instrumenten van c en legt ze goed

184

C

#*~En een schaar~*

#fig.12

~C pakt gaas en wijst richting i tijdens zijn uiting

#*I pakt de schaar en biedt deze aan

#fig.13

185

~(1.1)

186

~Ah is zo wel goed

~C dept met het gaas in de wond

187

C

~(5.0)~*~

~C pakt de schaar aan van i

Transcript 5. C doet een verzoek tijdens haar huidige taak, i moet wachten

In de bovenstaande situatie voert c een taak uit en assisteert i bij deze taak door te zuigen in de wond. C geeft in haar uiting van regel 182 aan dat ze haar taak heeft voltooid. I legt op het moment na de uiting, de zuiger op de operatietafel. Vervolgens zet c een stap naar rechts en beweegt haar lichaam uit home position. Ze legt twee instrumenten op de instrumententafel en stapt weer terug. C pakt een gaasje van de operatietafel en steekt deze in de wond. Vervolgens zegt c in regel 184: "En een schaar?" (het “wat“) Tegelijkertijd met haar uiting wijst ze kort met haar rechterhand richting de schaar. Haar blik blijft in home position en gericht op haar huidige taak in uitvoering, zoals te zien is in figuur 17.

(16)

__________________________________________________________________________________

16

Figuur 17. C doet een verzoek, haar blikrichting blijft bij haar huidige taak

Na het verzoek van c blijft i staan in home position, maar oriënteert zijn blikrichting op de instrumententafel. Hij pakt de schaar en beweegt zich met het instrument in zijn hand terug naar de operatietafel. Op dat moment richt c zich nog op het voltooien van haar huidige taak. I moet wachten, totdat hij het instrument kan overhandigen. Zijn hand met daarin de schaar bevindt zich buiten zijn transsectionele segment (figuur 18).

Figuur 18. I wacht met de schaar in zijn hand, c is bezig met haar huidige taak

Wanneer c haar taak heeft voltooid, maakt ze een beweging in torque, waardoor haar onderlichaam voor een deel richting i beweegt. C legt het gaasje in haar hand terug op de operatietafel, strekt haar linkerarm uit en presenteert haar hand (het

“wanneer“). Op dat moment overhandigt i de schaar aan c. In deze practice doet c een verzoek tijdens haar huidige taak. Hierdoor kan ze niet direct klaar staan om het instrument van i in ontvangst te nemen. I moet wachten, totdat c haar taak heeft voltooid en kan hierna het instrument aangeven.

(17)

__________________________________________________________________________________

17

Initiëring door c na voltooiing taak (C/A: “Schiet eens op”)

In het vorige geval moest i wachten op een reactie van c. I is echter niet altijd de persoon die moet wachten. Soms doet c een verzoek voor een instrument en moet ze wachten, totdat ze het instrument krijgt aangeboden van i. In deze situatie let i niet op, kan i een instrument niet vinden of richt i zich op het uitvoeren van een side-event. Dit gebeurt met name wanneer c een verzoek doet na het voltooien van haar huidige taak. Ze staat dan direct klaar om het instrument in ontvangst te nemen, terwijl i niet direct in staat is om te reageren.

In deze situatie zijn normatieve oriëntaties te zien vanuit c of soms vanuit a op de functie van i. Deze normatieve oriëntaties hebben betrekking op de snelheid, waarmee i komt tot een reactie op een verzoek van c of a. Op het moment dat i op zich laat wachten, wordt c of a zichtbaar ongeduldig. Ze laat dan in haar gedrag zien dat de instrumenterende zich niet gedraagt volgens de normen in de operatiekamer. Goffman (1981) spreekt over een footing shift die een verschuiving in de positie of het gedrag van de ene persoon door de andere persoon aangeeft. Een footing shift is terug te zien in het gedrag van c of a richting i. De instrumenterende dient

accountable, oftewel aanspreekbaar te zijn voor het gedrag dat hij vertoont (Suchman, 1993).

Een voorbeeld van een normatieve oriëntatie die naar voren komt in het gedrag van c of a is monitorend gedrag, waarbij c of a nauwkeurig de handelingen van i observeert. Tevens laat i of a haar hand direct zien, nadat zij een verzoek heeft gedaan of maakt zij een wijzende beweging in de richting van het benodigde

instrument. Met een handgebaar of door te wijzen, wordt in veel gevallen gestreefd naar het trekken van de aandacht van de andere persoon, waardoor deze persoon zich bewust wordt van de situatie (Streeck & Hartge 1992). Het kan tevens

voorkomen dat c of a haar verzoek herhaalt, vaak op een harder volume. In bepaalde gevallen noemt ze de naam van i of maakt ze opmerkingen over de situatie tegen een andere professional in de operatiekamer. Met deze uitingen probeert ze de aandacht van i te trekken. I is immers niet alleen een overseer, maar heeft ook de functie van overhearer in de operatiekamer. Hij hoort alle uitingen die door c en a worden gedaan. In het onderstaande transcript is een voorbeeld weergegeven van een situatie, waarbij c een normatieve oriëntatie laat zien richting i. Zichtbaar is dat c het benodigde instrument zelf van de instrumententafel pakt, op het moment dat i niet komt tot een reactie op haar verzoek.

Prototypisch voorbeeld. 2475 (1.4)#~*

#fig.15

~C beweegt haar rechterhand richting i

*I organiseert instrumenten op de instrumententafel 2476 C #Sis pincet?~

#fig.14 2477 ~(5.7)#~***#

#fig.16

~C stapt naar rechts en wil het sis pincet zelf pakken *I pakt het sis pincet en geeft deze aan c #fig.17

(18)

__________________________________________________________________________________

18

C heeft haar taak voltooid en zegt in regel 2476: "Sis pincet?" (het “wat“) De blik van c bevindt zich buiten haar home position en is tijdens haar uiting op i gericht. Dit is zichtbaar in figuur 19.

Figuur 19. C doet een verzoek, haar blik is gericht op i

I staat met zijn rug back-to-back, richting c (Schegloff, 1998, 1990) en is bezig met het uitvoeren van een side event, namelijk het organiseren van de instrumenten op de instrumententafel (Goffman, 1963). Hierdoor komt hij niet direct met een reactie op het verzoek van c. Dit is zichtbaar in figuur 20. I wordt aangegeven door middel van een rode pijl.

Figuur 20. I organiseert de instrumenten op de tafel achter de instrumententafel I bevindt zich volledig uit home position. Het onderste deel van zijn lichaam is meegedraaid met zijn bovenste lichaamsdelen. Er heeft een zogeheten resolution of the torque plaatsgevonden (Schegloff, 1998, 1990). C wacht op een reactie van i. Hij houdt i in de gaten door zijn handelingen te observeren. Vervolgens stapt c uit zijn transsectionele segment en zet een stap naar rechts richting de instrumententafel. Ze buigt zich buiten haar o-ruimte over de instrumententafel en strekt haar arm uit. C probeert het sis pincet zelf te pakken (figuur 21).

(19)

__________________________________________________________________________________

19 Figuur 21. C probeert het sis pincet te pakken

Op het moment dat c haar hand richting het sis pincet beweegt, beweegt de hand van i zich eveneens richting het sis pincet. I pakt het sis pincet, voordat c deze kan

pakken en geeft het instrument aan in de geopende hand van c (het “wanneer“) (figuur 22). Door het instrument zelf te pakken, laat c aan i zien dat i zich niet

gedraagt volgens de norm die geldt in de operatiekamer. De norm is namelijk dat i het instrument voor c van de instrumententafel pakt.

(20)

__________________________________________________________________________________

20

Opmerkelijke normatieve oriëntaties (c: “Een beetje haakloos”)

Zoals in de bovenstaande practice een aantal normatieve oriëntaties zichtbaar worden, zijn in andere practices opmerkelijk veel normatieve oriëntaties te zien. In transcript 7 is een voorbeeld gegeven, waarin het een lange tijd duurt voordat i komt met een reactie op het verzoek van c. C en a laten aan de hand van verschillende normatieve oriëntaties zien dat i zich niet gedraagt volgens de normen in de

operatiekamer. C probeert met een opvallende opmerking tegen a, de aandacht van i te trekken.

Prototypisch voorbeeld.

56 (6.0)*~

*I back-to-back met c en organiseert de instrumenten ~C snijdt in de heup

57 A Haak voor mij?

58 (0.5)

59 C Scherpe haakjes 60 >(18.0)>~~

>I zuigt in de wond

~C beweegt zijn linkerhand en blik richting i 61 C Een beetje sappig he

62 (0.5)

63 A Hm hm

64 (4.0)

65 C Een beetje haakloos

66 (0.5)

67 A Ja<

<I kijkt richting i, haar hand beweegt mee

68 <(3.0)

69 A Hm

70 (6.0)

71 A (zegt iets onverstaanbaars)<

<A kijkt richting I

72 (3.0)<

73 A Heb je haken voor mij eh> André?

>I beweegt haar hand richting i

74 (4.0)**>

I beweegt zich richting a en geeft de haken aan Transcript 7. Normatieve oriëntaties zichtbaar na het wachten door c en a

C voert een taak op de operatietafel uit. I staat back-to-back met c en geeft uitvoering aan een side-event. C begint met haar taak door te snijden in de heup, waarna a in regel 57 aan i vraagt: "Haak voor mij?" (het “wat“) C doet 0.5 seconden later hetzelfde verzoek en zegt: "Scherpe haakjes?" (regel 59). A assisteert bij de taak van c, terwijl c verder gaat met snijden. Gedurende 18.0 seconden vindt er geen reactie vanuit i plaats. C en a vertonen beiden opvallend observerend gedrag richting i. C maakt een opmerking, waarop a reageert (regel 61-regel 63). Vervolgens zegt c tegen a: "Een beetje haakloos." A zegt: Ja en haar blik beweegt richting i. Er vindt nog steeds geen reactie plaats vanuit i. A zegt iets onverstaanbaars, waarna haar blik weer richting i gaat. A herhaalt haar verzoek uit regel 57 en zegt in regel 73: "Heb je haken voor mij,

(21)

__________________________________________________________________________________

21

eh André?" Tegelijkertijd met haar uiting beweegt a haar hand uit haar

transsectionele segment en laat deze staan in de richting van i. Hiermee laat ze zien dat ze op dat moment het instrument wil hebben. I komt in torque en beweegt zich weg van zijn side-event. Hij heeft de haken van de instrumententafel gepakt en geeft deze aan in de geopende hand van a (het “wanneer“).

In dit prototypisch voorbeeld komen verschillende normatieve oriëntaties naar voren. C en a laten op verschillende manieren zien dat i zich niet gedraagt volgens de norm. Het opvallende kijkgedrag, de handgebaren en de opmerking van c richting a leiden niet tot een reactie van i. De laatste manier om een reactie vanuit i te ontvangen, is door het herhalen van het verzoek door a.

Conclusie

In dit onderzoek heb ik gekeken naar hoe afstemming rond het uitwisselen van instrumenten in de operatiekamer plaatsvindt. De chirurg en de instrumenterende coördineren hun handelingen door middel van de kennis, die ze delen over “wat“, “wanneer“ en “hoe“ een instrument wordt uitgewisseld. Gezamenlijke kennis kan door de twee professionals in de meeste situaties worden afgeleid uit de procedure en het script van de operatie. Tevens komt het voor dat alleen het “wat“ vanuit de procedure of het script wordt afgeleid en dat het “wanneer“ lokaal moet worden afgestemd. Dit gebeurt als de chirurg haar huidige taak nog moet voltooien, voordat de

instrumenterende een instrument kan uitwisselen. De chirurg is in dit geval de

persoon die het “wanneer“ initieert. Beschikbaarheid, ook wel availibility, speelt hierbij een rol. De chirurg moet door middel van haar gedrag aan de instrumenterende duidelijk maken of ze klaar is voor het uitwisselen van een instrument. Hiervoor gebruikt ze verschillende technieken, zoals het presenteren van haar hand en het bewegen van haar blik richting de instrumenterende.

Het uitwisselen van een instrument kan geïnitieerd worden door de chirurg of door de instrumenterende. Uit de analyse blijkt dat de instrumenterende met name de persoon is die een initiatie doet. De initiatie en het overhandigen van het instrument aan de chirurg, verloopt in de meeste gevallen probleemloos. Er kunnen zich echter problemen voordoen, wanneer er onvoorziene situaties plaatsvinden. In deze situaties moeten de chirurg en de instrumenterende lokaal tot afstemming zien te komen. Door middel van het onderstaande organigram geef ik een beeld van de manieren, waarop het uitwisselen van een instrument kan plaatsvinden en welke practices hierbij kunnen voorkomen.

(22)

__________________________________________________________________________________

22

Figuur 23. Organigram van het proces van het uitwisselen van een instrument

Op het moment dat de instrumenterende initieert, biedt hij op eigen initiatief een instrument aan. De instrumenterende deelt dezelfde kennis met de chirurg en weet welk instrument hij moet aanbieden. Een initiëring door de instrumenterende vindt vaak probleemloos plaats. Bepaalde factoren kunnen echter leiden tot problemen.

Een factor dat kan leiden tot problemen is een onvoorziene tussentaak die door de chirurg moet worden uitgevoerd. In deze situatie vindt wel afstemming plaats tussen de twee professionals. In het gedrag van zowel de chirurg als de instrumenterende is immers

zichtbaar dat ze zich aan het script blijven houden. Een andere situatie vindt plaats, wanneer i het verkeerde instrument aanbiedt. Uit zijn gedrag is af te leiden dat i niet hetzelfde script deelt met c. Er is er geen common ground tussen c en i met betrekking tot het instrument dat nodig is tijdens de taak, die gaat worden uitgevoerd.

Als de instrumenterende niet initieert, dan dient de chirurg een verzoek te doen voor een instrument. Dit verzoek vindt lokaal plaats en er moet afstemming worden bereikt in het hier en nu. De chirurg kan een verzoek doen tijdens het uitvoeren van haar taak en tevens na de voltooiing van haar taak. Wanneer de chirurg een verzoek doet tijdens haar taak, dan moet ze vaak eerst haar huidige taak afmaken, voordat ze het instrument van de

instrumenterende kan aannemen. Op het moment dat de chirurg een verzoek doet na de voltooiing van haar taak, dan is de instrumenterende niet altijd in staat om direct te reageren. In deze situatie zijn er normatieve oriëntaties zichtbaar in het gedrag van de chirurg. Ze maakt op verschillende manieren duidelijk dat de instrumenterende zich niet gedraagt volgens de normen die gelden in de operatiekamer. De meest voorkomende normatieve oriëntaties door de chirurg zijn het nauwkeurig observeren van de instrumenterende, het maken van handgebaren en het maken van opmerkingen tegen de assistent.

Er zijn niet alleen verstorende factoren, maar ook factoren die leiden tot een bevordering van de afstemming. Het kijkgedrag en luistergedrag van de instrumenterende zijn hier voorbeelden van. Zichtbaar is dat de instrumenterende een rol van zowel een overseer, als een overhearer op zich neemt. Met deze rollen probeert de instrumenterende beter te anticiperen op de toekomstige taken van de chirurg. Tevens gebruikt de chirurg verschillende technieken om duidelijkheid te geven over het “wat“ en het “wanneer“ met betrekking tot haar taken. Online commentary is hiervan een voorbeeld.

Een vervolgvraag naar aanleiding van dit onderzoek is of mijn bevindingen ook gelden voor niet-gestandaardiseerde operaties. In bijvoorbeeld de traumachirurgie vinden veel onvoorspelbaarheden plaats, waarbij onvoorziene situaties voorkomen. Deze

onvoorziene situaties zijn juist de factoren die het bereiken van afstemming kunnen verstoren. Het is niet duidelijk wat voor effect deze onvoorspelbaarheden hebben op de afstemming tussen de professionals in de operatiekamer.

Uitwisselen van een instrument Initiëring door chirurg Tijdens taak Na voltooiing taak Initiëring door instrumenterende

Probleemloos Met probleem

Onvoorziene

(23)

__________________________________________________________________________________

23

Een andere vraag is hoe de bevindingen uit dit onderzoek kunnen worden toegepast op het trainen van chirurgen en instrumenterenden in de praktijk. Er is een eerder onderzoek uitgevoerd naar het leren in de operatiepraktijk, namelijk het onderzoek Recruiting expertise: how surgical trainees engage Supervisors for learning in the operating room, van Nieboer & Huiskes et al (2019). Deze onderzoekers richten zich in hun onderzoek op het leertraject van chirurgen in opleiding. Een belangrijke bevinding is dat chirurgen in opleiding het meest leren in real time, wanneer ze de informatie van de supervisor direct kunnen integreren. In deze studie heb ik een inzicht gegeven in de manieren, waarop de joint activity van de

instrumenterende en de chirurg tot stand komt. Wanneer een supervisor, een chirurg in opleiding kennis kan bijbrengen over het tot stand laten komen van een joint activity, dan zal dit kunnen bijdragen aan een effectievere samenwerking in de operatiekamer. Tevens zullen de chirurg en de instrumenterende elkaar en elkaars handelingen beter op elkaar leren afstemmen. Geen chirurg zal zich meer “een beetje haakloos“ hoeven te voelen.

(24)

__________________________________________________________________________________

24

Bibliografie

Bezemer, J., Murtagh, G., & Cope, A., Kress, G., & Kneebone, R. (2011). ‘Scissors, please’: The practical accomplishment of surgical work in the operating theater. Symbolic Interaction, 34(3), 398–414. https://doi.org/10.1525/si.2011.34.3.398. Bezemer, J., Cope, A., Gunther, K., & Kneebone, R. (2011). “Do you have another Johan?” Negotiating meaning in the operating theatre. London Deanery.

Block, J., Fadiman, W., & Peyser, L. (1985). Scenariocursus. C.I.A.M. v.z.w., Brussel. Clark, H., Schreuder, W., & Buttrick, S. (1983). Common Ground and the

Understanding of Demonstrative Reference. Journal of Verbal Learning and Verbal Behaviour, 22, 245-258.

Clark, H., & Wilkes-Gibbs H. D. (1986). "Referring as a Collaborative Process". Cognition, 22(1), 1-39. https://doi.org/10.1016/0010-0277(86)90010-7

Goffman, E. (1963). Behaviour in Public Places: Notes on the Social Organization of Gatherin. New York: Free Press.

Goffman, E. (1981). Forms of Talk. Geraadpleegd van

https://books.google.nl/books?id=Z3bvx_T4Zu8C&printsec=frontcover&source=gbs_g e_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false

Heritage, J. (1984). A change-of-state token and aspects of its sequential placement. Structures of Social Action, 299-345.

https://doi.org/10.1017/CBO9780511665868.020

Heritage, J. (2016). Online Commentary in Primary Care and Emergency Room Settings. Acute Medicine & Surgery, 4(1), 12–18. https://doi.org/10.1002/ams2.229

Kendrick, K. H., & Drew, P. (2016). Recruitment: Offers, Requests, and the Organization of Assistance in Interaction. Research on Language and Social Interaction, 49(1), 1–19. https://doi.org/10.1080/08351813.2016.1126436

Kendon, A. (1977). Studies in the Behavior of Social Interaction. The Peter de Ridder Press.

Kendon, A. (1980). Gesticulation and Speech: Two Aspects of the Process of Utterance. In Mary R. Key, ed., The Relationship of Verbal and Nonverbal Communication. Mouton.

Kendon, A. (1990). Conducting Interaction: Patterns of Behaviour in Focused Encounters. Cambridge University Press.

Lingard, L. (2015). Joining a conversation: the problem/gap/hook heuristic.

Perspectives on Medical Education, 4(5), 252–253. https://doi.org/10.1007/s40037-015-0211-y.

Marks, A. R. (2012) Participation Framework and Footing Shifts in an Interpreted Academic Meeting. Journal of Interpretation, 22(1), 4.

(25)

__________________________________________________________________________________

25

Mondada, L. (2003). Describing surgical gestures: The view from researchers’ and surgeons’ video recordings. Proceedings of the First International Gesture

Conference.

Mondada, L. (2006). Video recording as the reflexive preservation of fundamental features for analysis. In: Knoblauch, H., Raab, J., Soeffner, H. G. and Schnettler, B. (eds). Video Analysis. Peter Lang, 51–68.

Mondada, L. (2011). The organization of concurrent courses of action in surgical demonstrations. In: Streeck, J., Goodwin, C. and LeBaron, C.. Embodied Interaction, Language and Body in the Material World. Cambridge University Press, 207–226.

Mondada, L. (2014). Instructions in the operating room: How the surgeon directs their assistant’s hands. Discourse Studies, 16(2), 131–161.

https://doi.org/10.1177/1461445613515325

Mondada, L. (2016). Conventions for multimodal transcription. Current version: 3.0.6. Nieboer, P., Huiskes, M., Cnossen, F., Stevens, M., Bulstra, S. K., & Jaarsma, D. A. D. C. (2019). Recruiting expertise: how surgical trainees engage supervisors for learning in the operating room. Medical Education, 53(6), 616–627.

https://doi.org/10.1111/medu.13822

Sacks, H. (1967) The Search for Help. No One To Turn To, In E.S. Schneidman Essays in Self Destruction, Science House, 203–223.

Sacks, H. and Schegloff, E. A. (1975). Home Position, paper presented at the Annuel Meeting of the American Anthropological Association, in Gene Lerner, Conversation Analysis: Studies form the first Generation. University Press of America.

Sanchez Svensson, M., Heath, C. and Luff, P. (2007) Instrumental action: The timely exchange of implements during surgical operations. In: Bannon, L. Wagner, I. Gutwin, C. et al.: Proceedings of the 10th European Conference on Computer Supported Cooperative Work. Springer, 41–60.

Schegloff, E. A. (1990). "On the Organization of Sequences as a Source of

Coherence in Talk-interaction", in Bruce Dorval ed., Conversational Organization and Its Development. Ablex Publishing Co.

Schegloff, E. A. (1998). Body Torque. Social Research, 65(3), 535-596. Sidnell, J., & Stivers, T. (2012). The Handbook of Conversation Analysis.

Geraadpleegd van https://onlinelibrary.wiley.com/doi/book/10.1002/9781118325001 Streeck, J. and Hartge, U. (1992). Previews: Gestures at the transition place. In The contextualization of language, John Benjamins, 135–157.

Suchman, L. (1993) Technologies of accountability: Of lizards and airplanes in Graham Button. Technology in working order: Studies of work, interaction and technology. Routledge.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

9) Heeft u problemen met andere regelgeving op het gebied van verkeer en vervoer?. O

Men kan niet beweren dat die honderden huizen in aanbouw in Beuningen en Ewijk nodig zijn om aan de behoefte van deze twee kernen te voldoen.. In die twee kernen is er geen

     Is mede ondertekend door zijn echtgenote en zoon. Kerssies heet Erik van zijn voornaam en niet Johan..  4) Piet Smits is van de HBD en niet van de

1) De ene boom van deze twee diende dus tot de vorming van de menselijke geest, door oefening in gehoorzaamheid aan het Woord van God; de mens moest door deze tot een kennis komen

&#34;Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?&#34; vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: &#34;Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

&#34;Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren&#34;, verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

&#34;Patiënten mogen niet wakker liggen van de prijs, ouderen mogen niet bang zijn geen medicatie meer te krijgen. Als een medicijn geen zin meer heeft, moet je het gewoon niet

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van