• No results found

Is ‘goed’ voor Nederland ook ‘goed’ voor Vlaanderen? Een eerste vergelijking van de Nederlandse en Vlaamse KRW-beoordelingsmethoden voor macrofyten aan de hand van Vlaamse wateren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is ‘goed’ voor Nederland ook ‘goed’ voor Vlaanderen? Een eerste vergelijking van de Nederlandse en Vlaamse KRW-beoordelingsmethoden voor macrofyten aan de hand van Vlaamse wateren"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Is ‘goed’ voor Nederland ook

‘goed’ voor Vlaanderen?

Een eerste vergelijking van de Nederlandse en Vlaamse

KRW-beoordelingsmethoden voor macrofyten aan de hand van Vlaamse wateren

An Leyssen, Luc Denys, Jo Packet, Peter Adriaens & An Hendrickx

Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel

Instituut voor Natuurbehoud

Opzet

Opzet

Aan de hand van in 2004 gemaakte opnamen zijn de uitkomsten vergeleken van de Nederlandse en Vlaamse beoordelingsmethoden voor macrofyten in 13 stromende en 5 stilstaande wateren (figuur 1). Hierbij kwamen uiteenlopende watertypen aan bod. Voor waterlopen zijn 100 m trajecten opgenomen (incl. beide oevers), waarvan soms 2 in eenzelfde waterloop (20 trajecten); bij ‘meren’ is het volledige wateroppervlak en de oever in rekening gebracht.

De Vlaamse werkwijze wordt meer volledig beschreven in de hand-outs; de voornaamste verschilpunten zijn:

• De Nederlandse beoordeling maakt gebruik van 3 maatlatten – de Vlaamse van 4 of, bij

bepaalde watertypen, 3 deelscores voor de watervegetatie en 2 scores voor de oevervegetatie, die elk afzonderlijk als een EKR zijn opgevat (tabel 1).

• In Vlaanderen geldt ‘one out – all out’ voor het bepalen van de uiteindelijke EKR (= de laagste

deel-EKR).

• Eerder beperkte soortenlijsten in Nederland; alle hydrofyten en freatofyten in Vlaanderen,

aangevuld met enkele niet-freatofyten.

• Het Nederlandse beoordelingssysteem voorziet in een uitmiddeling van de maatlatscores

macrofyten en fytobenthos, terwijl in Vlaanderen de twee EKR’s apart beschouwd zullen worden.

Tabel 1: Schematisch overzicht van de Nederlandse en Vlaamse beoordelingsmethoden.

Waarin verschillen de Vlaamse en Nederlandse

Waarin verschillen de Vlaamse en Nederlandse

beoordeling

beoordeling?

?

Nederland Vlaanderen

Maatlat Deelmaatlat Score Deelscore

oever oever water water water oever Typespecifieke soortensamenstelling Diversiteit groeivormen Abundantie Groeivormen (SNEFKO) Soortensamenstelling

fytobenthos Fytobenthos (in ontwikkeling)

Macrofyten Macrofyten en Fytobenthos Soortensamenstelling macrofyten Aandeel verstoringsindicatoren Abundantie ondergedoken vegetatie De watertypering en een synopsis van de samenstelling van de watervegetatie worden

getoond in tabel 2, evenals het kwaliteitsoordeel volgens beide methoden.

Op 6 van de 25 locaties scoort de Nederlandse methode minstens één klasse hoger dan de Vlaamse methode, op 8 locaties scoort de Vlaamse methode een klasse hoger dan de Nederlandse. Op 11 locaties, waarvan 10 in waterlopen, wordt geen klasseverschil vastgesteld.

Tabel 2: Typering en synopsis van de samenstelling van de watervegetatie.

1. De ene maatlat/score is de andere niet…

De Nederlandse methode

Figuren 2 en 3 tonen de uitkomsten voor de deelmaatlatten bij de waterlopen (gegroepeerd volgens afmetingen) en de ‘meren’. De maatlat macrofyten scoort altijd merkelijk slechter dan de drie overige maatlatten. Door het rekenkundig uitmiddelen worden de lage

macrofytenscores uitgevlakt door aanzienlijk hogere scores voor groeivormen en fytobenthos.

Figuur 2: Nederlandse EKR voor waterlopen. Figuur 3: Nederlandse EKR voor meren. De Vlaamse methode

Figuren 4 en 5 tonen de scores voor de waterlopen en de ‘meren’. Bij de waterlopen is vooral de verscheidenheid aan groeivormen doorslaggevend, maar ook de indicatie voor verontreiniging weegt sterk door bij grotere beken en kleinere riviertjes. Bij de meren is de verscheidenheid veel groter – vrijwel elk aspect kan hier het eindoordeel bepalen.

Figuur 4: Vlaamse EKR voor waterlopen. Figuur 5: Vlaamse EKR voor meren.

Resultaten

Resultaten

Deze studie kaderde in het Interreg IIIB NWE project ‘Scaldit’. Het volledige rapport (Leyssen et al. 2005. Monitoringsproject: toepassing van verschillende biologische beoordelingssystemen op Vlaamse potentiële interkalibratielocaties overeenkomstig de Europese Kaderrichtlijn Water – partim “Macrofyten”)

is binnenkort downloadbaar op www.instnat.be.

0 0,2 0,4 0,6 0,8 1

Torfbroek Groot Schietveld Mellevijver Blokkersdijk De Gavers

EKR

Maatlat groeivormen Maatlat macrofyten Maatlat fytobenthos EKR Nederland

0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 bovenloop middenloop /

benedenloop riviertje rivier

EKR

Typespecificiteit (oever) Typespecificiteit (water) Verstoring (oever) Verstoring (water) Groeivormen Vegetatieontwikkeling EKR Vlaanderen 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1

Torfbroek Groot Schietveld Mellevijver Blokkersdijk De Gavers

EK

R

Typespecificiteit (oever) Typespecificiteit (water) Verstoring (oever) Verstoring (water) Groeivormen Vegetatie-ontwikkeling EKR Vlaanderen

2. Andere klemtonen, ongelijke uitkomst…

Figuren 6 tot 9 tonen het verband tussen de Nederlandse en de Vlaamse waarderingen van macrofytensoortensamenstelling en vegetatiestructuur, evenals van beide aspecten samen.

Figuur 6: Soortensamenstelling (water). Figuur 7: Soortensamenstelling (oever). Figuur 8: Vegetatiestructuur. De soortensamenstelling wordt met de Nederlandse methode

opmerkelijk lager gewaardeerd. Mogelijk volgt dit uit de beperkte soortenlijst per type die in Nederland gebruikt wordt; als minder soorten worden aangetroffen, zal de maatlat vlugger laag uitvallen. De vegetatiestructuur scoort echter positiever bij de Nederlandse dan bij de Vlaamse beoordeling. De beoordeling van macrofyten blijkt een bredere spreiding te vertonen volgens de Vlaamse methode; onderling is er vaak weinig overeenkomst tussen EKR-waarden.

3. Grote en kleine wateren: de lat even hoog?

Figuur 9: EKR.

Figuren 10 en 11 geven de eindbeoordeling weer volgens de grootte van het water en zonder met het fytobenthosoordeel rekening te houden. Bovenlopen worden volgens de Nederlandse methode gunstiger beoordeeld dan met de Vlaamse. De middenlopen / benedenlopen krijgen gelijkaardige EKR’s. Voor de riviertjes en rivieren is de Nederlandse EKR lager dan de Vlaamse. Bij de meren zijn de verschillen kleiner. Mogelijk scoren grote plassen volgens de Nederlandse werkwijze wel iets lager dan met de Vlaamse beoordeling.

Figuur 10: Eindbeoordeling van de macrofyten in waterlopen. Figuur 11: Eindbeoordeling van de macrofyten in plassen.

Bij deze beoordelingen is voor de waterlopen niet het hele waterlichaam beschouwd, zodat de resultaten wellicht niet goed weergeven hoe de Nederlandse beoordeling hier uiteindelijk zal uitpakken; in beide regio’s zal anders omgegaan worden met de schaal waarop macrofyten beoordeeld worden. Toch zijn er enkele vaststellingen die de aandacht trekken:

• Bij de Nederlandse beoordeling is de maatlat macrofyten voor deze opnamen steeds de

slechtst scorende. Door de uitmiddeling met de maatlat groeivormen en de maatlat fytobenthos gaat dit kritisch aspect geheel verloren.

• Beide methoden leggen duidelijk andere klemtonen, hetzij op vegetatiesamenstelling (NL)

dan wel op structuur (VL). Ook hun gevoeligheid lijkt anders.

• Het ‘verwachtingspatroon’ lijkt soms te verschillen naargelang het kleinere of grote systemen

betreft.

• Meren worden veel meer overeenkomstig beoordeeld dan waterlopen.

Besluit

Besluit

0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 bovenloop middenloop /

benedenloop riviertje rivier

EKR

EKR Nederland (excl. Fytobenthos) EKR Vlaanderen

0 0,2 0,4 0,6 0,8 1

Torfbroek Groot Schietveld Mellevijver Blokkersdijk De Gavers

EKR

EKR Nederland (excl. Fytobenthos) EKR Vlaanderen

klein groot klein groot B lo kke rs d ijk De G a ve rs G root S chi et ve ld M e lle vijve r T o rf br oek BB BE BS 1 BS 2 GM 1 GM 2 GN 1 GN 2 KN 1 KN 2 LA TB VB VE WB 1 WB 2 YS 1 YS 2 YZ 1 YZ 2 Watertype M14 M20 M17 M17 M11R5 R18 R6R5 R16 R16 R14 R5R6R5 R15 R13 R13 R17 R14 R14 R14 R6R6R7 Acorus calamus Alisma plantago-aquatica ● ● ● ● ● Apium nodiflorum ● ●

Baldellia ranunculoides subsp. Repens

Callitriche hamulata

Callitriche obtusangula ● ● ●

Callitriche 'obtusangula/ platycarpa' groep ● ● ● ● ● ● ●

Callitriche truncata Carex acutiformis ● ● Carex rostrata Ceratophyllum demersum ● ● ● ●● ● ● ● Chara aspera Chara contraria ● ● Chara globularis ● ● Chara majorChara vulgaris ● ● Chenopodium rubrum ● draadwieren ●● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Elatine hexandra ● Eleocharis acicularis Eleocharis multicaulisEleocharis palustris ● ● Elodea canadensis ● ● ● Elodea nuttallii ● ● ● ● ● ● ● ● ● Fontinalis antipyretica ● ● ● ● Glyceria maxima ● ● ● ● ● Juncus bulbosus Juncus effusus ● ● ● ● ● ● ● ● Juncus subnodulosus Luronium natansLemna minor ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Littorella uniflora Ludwigia grandiflora Menyanthes trifoliata ● ● Myosotis scorpioides ● ● ● ● ● ● ● ● ● Myriophyllum spicatum Nasturtium officinale ● ● ● ● Nitella flexilisNitella mucronata Nitella translucensNitella opacaNitellopsis obtusaPhalaris arundinacea ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Phragmites australis ● ● ● ● ● ● ● ● ● Pilularia globuliferaPolygonum hydropiper ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Potamogeton gramineusPotamogeton lucensPotamogeton natans ● ● ● ● Potamogeton pectinatus ● ● ● ● ● ● ● ● Potamogeton perfoliatus Potamogeton polygonifoliusPotamogeton pusillus ● ● ● Potamogeton trichoides ● ● ● ● ● ● ●

Ranunculus 'aquatilis' groep ● ● ●

Ranunculus aquatilis ● ● ● Ranunculus fluitans Rorippa amphibia ● ● ● ● ● ● Sagittaria sagittifolia ● ● Sparganium emersum ● ● ● ● ● ● ● ● Sparganium erectum ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Typha latifolia ● ● ● ● ● ● Utricularia minor Veronica beccabunga ● ● ● ● Zannichellia palustris ● ● ●

EKR Nederland (excl. Fytobenthos) 0,28 0,51 0,58 0,76 0,55 0,65 0,53 0,40 0,59 0,32 0,28 0,47 0,60 0,46 0,64 0,48 0,53 0,48 0,47 0,56 0,43 0,55 0,40 0,41 0,39

EKR Vlaanderen 0,40 0,61 0,60 0,60 0,50 0,57 0,70 0,60 0,50 0,60 0,60 0,46 0,53 0,57 0,75 0,56 0,20 0,10 0,20 0,60 0,50 0,40 0,42 0,30 0,30 Soortensamenstelling: oever 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00

Typespecificiteit en verstoring (oever), VL

Ma atl at ma cr ofy ten ( oe ve r) , NL waterlopen meren Soortensamenstelling: water 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00

Typespecificiteit en verstoring (water), VL

M aat lat m a cr of yt en ( w at er ), NL waterlopen meren Vegetatiestructuur 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 Groeivormen en vegetatieontwikkeling (VL) M aat lat g roeiv o rm en ( N L) waterlopen meren

Figuur 1: Situering van de opnamen.

EKR 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 EKR Vlaanderen E K R N eder land waterlopen meren 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 bovenloop middenloop /

benedenloop riviertje rivier

EKR

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• To measure the DNA copy number of the Microcystis specific 16S rDNA and microcystin producing genes, mcyB as well as mcyE in order to shed more light on toxin production in

Both the general protection of the right of property under Protocol 1, Article 1 and the particular protection of a person's rights in respect of private and family life and the home

Hoewel samen minder dan 2,5% van het aantal, zijn watervlakken van 1 tot 25 ha eveneens goed voor iets meer dan 40% van de volledige oppervlakte (Figuur 3).. Het grootste

...47 Tabel 3.21 Variabelen weerhouden door de voorwaartse selectie (deze met p-waarde die correctie doorstaat zijn in vet weergegeven): diatomeeën in sediment niet-zure wateren...48

Figuur 6 Densityplot van het aantal soorten in de vegetatieopname voor VBI2 met onderscheid tussen plots die op een bosrand gelegen zijn en plots die volledig in bos gelegen

Het INBO neemt actief deel aan deze interkalibratieoefening voor algen in aangroei (diatomeeën), macrofyten, vissen en ongewervelde bodemdieren en levert de Vlaamse afgevaardigden

Eenmaal het typologische raamwerk op (sub-)landschapsniveau is uitgetekend, kunnen verdere ontwikkelingsopties voor afzonderlijke of soortgelijke wateren op een meer objectieve