• No results found

Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening G

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening G"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening G

Betreft: alle naamvallen van:

groep 1: woorden op –a

groep 2: woorden op –us, –er en –um

groep 3: mk-groep

groep 4: woorden met genitivus op –us

Geef naamval, getal en geslacht van de volgende woorden en de nom. sg.

Let op: als er meerdere mogelijkheden zijn, noem ze dan allemaal!

1. puero - ………… ………… ………… < ………

2. quaestore - ………… ………… ………… < ………

3. pugnas - ………… ………… ………… < ………

4. tumultu - ………… ………… ………… < ………

5. curiae - ………… ………… ………… < ………

6. constantiarum - ………… ………… ………… < ………

7. multitudinibus - ………… ………… ………… < ………

8. silentiis - ………… ………… ………… < ………

9. salus - ………… ………… ………… < ………

10. manui - ………… ………… ………… < ………

11. animum - ………… ………… ………… < ………

12. spirituum - ………… ………… ………… < ………

13. discriminum - ………… ………… ………… < ………

14. custos - ………… ………… ………… < ………

15. cladi - ………… ………… ………… < ………

16. exercitus - ………… ………… ………… < ………

17. clades (!) - ………… ………… ………… < ………

18. tumultibus - ………… ………… ………… < ………

19. curiam - ………… ………… ………… < ………

20. silentiorum - ………… ………… ………… < ………

21. salutem - ………… ………… ………… < ………

22. socii - ………… ………… ………… < ………

23. praetorem - ………… ………… ………… < ………

24. manu - ………… ………… ………… < ………

25. impetum - ………… ………… ………… < ………

26. constantiis - ………… ………… ………… < ………

27. multitudinis - ………… ………… ………… < ………

28. animo - ………… ………… ………… < ………

29. matrona - ………… ………… ………… < ………

30. pedites - ………… ………… ………… < ………

(2)

Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening H

Betreft: alle naamvallen van:

groep 1: woorden op –a

groep 2: woorden op –us, –er en –um

groep 3: mk-groep

Geef de gevraagde vorm

1. gen. sg. < exercitus - ……….

2. gen. pl. < socius - ……….

3. abl. pl. < pedes - ……….

4. acc. sg. < clades - ……….

5. dat. pl. < quaestor - ……….

6. nom. pl. < animus - ……….

7. dat. sg. < multitudo - ……….

8. nom. pl. < curia - ……….

9. gen. pl. < magistratus - ……….

10. dat. pl. < dominus - ……….

11. dat. sg. < tumultus - ……….

12. gen. pl. < matrona - ……….

13. abl. pl. < silentium - ……….

14. dat. sg. < custos - ……….

15. dat. pl. < salus - ……….

16. acc. sg. < praetor - ……….

17. nom. pl. < constantia - ……….

18. abl. sg. < salus - ……….

19. gen. pl. < pugna - ……….

20. dat. pl. < senatus - ……….

21. abl. pl. < manus - ……….

22. nom. pl. < socius - ……….

23. gen. sg. < manus - ……….

24. dat. sg. < impetus - ……….

25. acc. sg. < discrimen - ……….

26. gen. pl. < silentium - ……….

27. gen. sg. < dominus - ……….

28. nom. pl. < pedes - ……….

29. acc. pl. < exercitus - ……….

30. acc. sg. < socius - ……….

(3)

Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening G

ANTWOORDEN Betreft: alle naamvallen van:

groep 1: woorden op –a

groep 2: woorden op –us, –er en –um

groep 3: mk-groep

groep 4: woorden met genitivus op –us

Geef naamval, getal en geslacht van de volgende woorden en de nom. sg.

Let op: als er meerdere mogelijkheden zijn, noem ze dan allemaal!

1. puero - dat / abl sg M < puer

2. quaestore - abl sg M < quaestor

3. pugnas - acc pl F < pugna

4. tumultu - abl sg M < tumultus

5. curiae - gen / dat / nom sg / sg / pl F < curia

6. constantiarum - gen pl F < constantia

7. multitudinibus - dat / abl pl F < multitudo

8. silentiis - dat / abl pl N < silentium

9. salus - nom sg F < salus

10. manui - dat sg M < manus

11. animum - acc sg M < animus

12. spirituum - gen pl M < spiritus

13. discriminum - gen pl N < discrimen

14. custos - nom sg M < custos

15. cladi - dat sg F < clades

16. exercitus - nom / gen / nom / acc sg / sg / pl / pl M < exercitus 17. clades (!) - nom / nom / acc sg / pl / pl F < clades

18. tumultibus - dat / abl pl M < tumultus

19. curiam - acc sg F < curia

20. silentiorum - gen pl N < silentium

21. salutem - acc sg F < salus

22. socii - gen / nom sg / pl M < socius

23. praetorem - acc sg M < praetor

24. manu - abl sg M < manus

25. impetum - acc sg M < impetus

26. constantiis - dat / abl pl F < constantia

27. multitudinis - gen sg F < multitudo

28. animo - dat / abl sg M < animus

29. matrona - nom / abl sg F < matrona

30. pedites - nom / acc pl M < pedes

(4)

Determineren zelfstandige naamwoorden Oefening H

ANTWOORDEN Betreft: alle naamvallen van:

groep 1: woorden op –a

groep 2: woorden op –us, –er en –um

groep 3: mk-groep

Geef de gevraagde vorm

1. gen. sg. < exercitus - exercitus 2. gen. pl. < socius - sociorum 3. abl. pl. < pedes - peditibus 4. acc. sg. < clades - cladem 5. dat. pl. < quaestor - quaestoribus 6. nom. pl. < animus - animi 7. dat. sg. < multitudo - multitudini 8. nom. pl. < curia - curiae 9. gen. pl. < magistratus - magistratuum 10. dat. pl. < dominus - dominis 11. dat. sg. < tumultus - tumultui 12. gen. pl. < matrona - matronae 13. abl. pl. < silentium - silentiis 14. dat. sg. < custos - custodi 15. dat. pl. < salus - salutibus 16. acc. sg. < praetor - praetorem 17. nom. pl. < constantia - constantiae 18. abl. sg. < salus - salute 19. gen. pl. < pugna - pugnarum 20. dat. pl. < senatus - senatibus 21. abl. pl. < manus - manibus 22. nom. pl. < socius - socii 23. gen. sg. < manus - manus 24. dat. sg. < impetus - impetui 25. acc. sg. < discrimen - discrimen 26. gen. pl. < silentium - silentiorum 27. gen. sg. < dominus - dominum 28. nom. pl. < pedes - pedes 29. acc. pl. < exercitus - exercitus 30. acc. sg. < socius - socium

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ος met drie lettergrepen en het accentteken op de derde lettergreep van achteren krijgen het accentteken in de genitivus enkelvoud

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

Tussentijdse Toets Bewijzen en Redeneren 1ste bachelor Wiskunde, Fysica, 2de bachelor Fysica. 3de bachelor Economische Wetenschappen vrijdag 21 november 2008,

Opgave 2 Laat met behulp van telkens één reactievergelijking zien wat er gebeurt als de genoemde stof in water wordt gebracht:..

De genoemde twee stoffen zijn steeds opgelost in water en de oplossingen worden samengevoegd.. Ook matig oplosbare stoffen

In een kansdiagram kun je de kans op een route berekenen door de kansen langs de takken van die route met elkaar te vermenigvuldigen.... Het boomdiagram hiernaast hoort bij een