Opgave 2 Geef de reactievergelijking voor de volgende reacties. Geef ook aggrega- tietoestanden aan:

Test HAVO-4 Hoofdstuk 2 1e versie dec.1996 Opgave 1 Geef de formules van de volgende vaste zouten:

a bariumfosfaat c aluminiumnitraat

b ammoniumsulfide d zilvercarbonaat

Opgave 2 Geef de reactievergelijking voor de volgende reacties. Geef ook aggrega- tietoestanden aan:

a het oplossen van bariumhydroxide.

b het indampen van ijzer(III)sulfaat.

Opgave 3 Geef steeds de reactievergelijking voor de volgende neerslag-reacties.

Tribuneionen mogen worden weggelaten. Aggregatietoestanden moet je wel aangeven. De genoemde twee stoffen zijn steeds opgelost in water en de oplossingen worden samengevoegd. Ook matig oplosbare stoffen slaan neer.

a koper(II)chloride en kaliumhydroxide b kaliumbromide en lood(II)nitraat c magnesiumsulfaat en zilvernitraat d ammoniumsulfide en kwik(I)nitraat

e chroom(III)nitraat en bariumhydroxide (Er ontstaat een neerslag).

Opgave 4 Een oplossing van natriumhydroxide is soms verontreinigd doordat hydroxide ionen kunnen reageren met koolstofdioxide uit de lucht. Daarbij ontstaan carbonaationen en watermoleculen.

a Geef de reactievergelijking voor deze reactie.

b Noem een oplossing van een zout waarmee kan worden onderzocht of een oplossing van natriumhydroxide is verontreinigd met

carbonaationen.

Opgave 5 Een onhandige TOA heeft oplossingen gemaakt van natriumsulfaat en van natriumfosfaat. Hij heeft echter vergeten etiketten op de flesjes te doen.

a Met welke zoutoplossing kan de TOA onderzoeken in welk flesje welke oplossing zit?

b Geef daar waar bij het onderzoek een reactie verloopt de reactievergelijkingen.

Opgave 6 Mohr’s zout heeft als formule Fe(NH

)

(SO

)

.

a Leg uit wat de lading van de ijzerionen in Mohr’s zout is.

b Hoe kun je uit een oplossing van Mohr’s zout de ijzerionen verwijderen?

c Een andere verbinding van ijzer is ijzer(III)formiaat Fe(HCO

)

. Geef de formule voor een oplossing van ijzer(III)formiaat.

* E I N D E *