• No results found

(1754-1836) koopman en kunstverzamelaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(1754-1836) koopman en kunstverzamelaar"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Thomas van Dooren (1754-1836) koopman en kunstverzamelaar

in Tilburg en Parijs

Michiel van Bommel (1669-1763) eerste textielfabrikant te Tilburg

Het oudste graf in Tilburg De perszuivering in Tilburg

na de oorlog

(2)

Ten geleide

tijdschrift voor geschiedenis, monumententen en cultuur Verschijnt driemaal per jaar.

Jaargang 16, nr. 2 september 1998

Uitgave

Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed K.V.K.: S 41096029 • ISSN: 0168-8936

Redactie Henk van Doremalen

Ronald Peeters Vormgeving Ronald Peeters Bart Gladdines Stukken voor de redactie

te zenden aan redactiesecretariaat t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96

5042 CX Tilburg.

Abonnementen Jaarabonnement

f27,50

instellingen en bedrijven f32,50

Losse nummers verkrijgbaar i n de boekhandel (f8,50).

Abonneren door overmaking op de rekening van de Stichting

tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed te Tilburg

Gironummer 5625554 AMRO-bank rek.nr. 42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 1998'

Foto's

Indien niet anders vermeld:

Fotocollectie van het Gemeentearchief Tilburg.

Omslagfoto:

Thomas van Dooren (1754-1836) Opmaak en druk Drukkerij-Uitgeverij H . Gianotten B.V., Tilburg

Het tweede n u m m e r van de 16e jaargang v a n het tijdschrift ' T i l b u r g ' bevat vier artikelen waarvan er drie betrekking hebben op personen die i n de jaren dat i n T i l b u r g de industriële productie gestalte begon te krij- gen, een belangrijke r o l hebben gespeeld. Die artikelen hebben dan weer betrekking op twee personen te weten M i c h i e l van Bommel en Thomas v a n Dooren. Het vierde artikel i n d i t tijdschrift heeft betrek- k i n g op de perszuivering.

Gerard van G u r p tekent voor een verhaal over M i c h i e l van Bommel, door h e m Tilburgs eerste textielfabrikant genoemd. Over de persoon Van Bommel, die aan de meer bekend g e w o r d e n familie Vreede vooraf- ging, was niet al te veel bekend. V a n Gurps bijdrage w e r p t meer licht op deze lakenfabrikant.

Beduidend m i n d e r introductie behoeft Thomas van Dooren, ook 'Parijs' van Dooren genoemd. De bijdrage over zijn persoon is i n tweeën ge- splitst. Ronald Peeters geeft een toelichting op de persoon Thomas v a n Dooren die geplaatst moet w o r d e n i n een geslacht van lakenhandelaren en textielfabrikanten, die zich ook bestuurlijk niet onbetuigd hebben ge- laten.

Cees van Raak gaat i n op het graf van Thomas van Dooren, het oudste graf dat aanwezig is op de begraafplaats v a n de parochie Binnenstad aan de Bredaseweg.

A n t o n v a n Oirschot zorgt voor het vierde artikel i n d i t tijdschrift. H i j gaat nader i n op de perszuivering die i n de eerste jaren na de oorlog i n T i l b u r g heeft plaatsgevonden en waarbij de N i e u w e Tilburgsche Courant ('de krant van Arts') een verschijningsverbod kreeg. V a n Oirschot geeft enkele feiten en opvattingen weer r o n d o m de perszuive- r i n g i n T i l b u r g .

De redactie

Inhoud

27 Gerard van Gurp:

'Seer oploopende en dangereus om met om te gaen'

Michiel van Bommel (1669-1763), eerste textielfabrikant te Tilburg 35 Ronald Peeters:

Thomas van Dooren (1754-1836), koopman en kunstverzamelaar in Tilburg en Parijs

42 Cees van Raak:

Het oudste graf 47 Anton van Oirschot:

De perszuivering in Tilburg in de eerste jaren na de oorlog Uiteenlopende opvattingen en de feiten

(3)

* Gerard van Gurp (1929) studeerde na zijn pensionering geschiedenis te Utrecht, loaar hij in 1996

lief doctoraal examen aflegde (specialiteit: sociale en economische geschiedenis). Hij is momenteel bezig met een onderzoek naar de proto- industrie in de Meierij van

's-Hertogenbosch.

'Seer oploopende en

dangereus om met om te gaen'

Michiel van Bommel (1669-1763), eerste textielfabrikant te Tilburg

In 1729 tekende Michiel van Bommel, een Tilburgse lakenfabrikeur een con- tract met Geraert Huybert Smariën, waar- bij de laatste werd benoemd tot opzichter

van de werklieden die voor Michiel la- kens moesten weven in zijn fabrieks- huis. Dit betekende het begin van de eer- ste textielfabriek in Tilburg. Wie was deze Michiel van Bommel, die tot op zeer hoge leeftijd (hij werd 93 jaar) zich liet gelden?

E

T r is het een en ander over hem bekend, maar veel is onzeker. Volgens Van J Gorp, die veel over de geschiedenis van de Tilburgse lakennijverheid heeft geschre- ven, zou hij een Leidse lakenkoopman en dra- pier geweest zijn, die zijn bedrijf naar T i l b u r g overplaatste o m d a t de lonen daar lager w a - ren.^ Maar i n een aantal bronnen, door Post- h u m u s gepubliceerd, k o m t zijn naam daarna ook nog i n Leiden voor.- Over zijn persoon weten w i j helemaal weinig. Wat was hij voor iemand?

In d i t artikel w i l ik proberen de sluier over het leven van Michiel v a n B o m m e l enigszins op te lichten en na te gaan w a t voor activiteiten hij in T i l b u r g ontplooid heeft.

Maar eerst iets over de lakennijverheid i n T i l b u r g aan het begin van de achttiende eeuw.

D e T i l b u r g s e l a k e n n i j v e r h e i d T i l b u r g bestond u i t een verzameling gehuch- ten, de zogenaamde herdgangen, met een i n - wonertal dat tijdens de zeventiende eeuw ver- dubbeld was van ongeveer 4000 tot 8000 zie- len.^ Deze bevolkingsgroei was gepaard ge- gaan met een toenemende werkgelegenheid:

de productie van wollen lakens. Onder de

Tilburgse drapiers of wollewevers, die lakens vervaardigden, w a r e n er ook die w o l kochten en lakens door anderen i n huisarbeid lieten maken. Zij w e r d e n kooplieden van w o l en wollen lakens genoemd: het waren onderne- mers, tevens handelaars. Bij de Tilburgse han- delaars bevonden zich kleine drapiers, die h u n eigen lakens verkochten, maar ook grote voor w i e vele wevers werkten. Deze wevers, die voor h u n w e r k weversloon betaald kregen, w e r d e n reijers genoemd."* Zij kregen de w o l van h u n opdrachtgever en lieten deze spin- nen, vaak door h u n v r o u w . De drapiers voor w i e zij werkten, noemde men van lieverlee fa- brikeurs. De lakennijverheid was dominant i n T i l b u r g : slechts ongeveer een derde van de be- roepsbevolking stond te boek als agrarisch, de rest beoefende een ambacht, met name i n de wol.""

Tijdens de zeventiende eeuw hadden de Til- burgse handelaars een uitzonderingspositie v e r w o r v e n i n de Generaliteitslanden en had- den zij een concessie van de Staten-Generaal o m van en naar de Republiek w o l i n te voeren en lakens u i t te voeren zonder dat zij i n - en uit- voerrechten hoefden te betalen.*' Deze conces- sie, die aanvankelijk elke drie jaar verlengd moest w o r d e n , was i n 1687 definitief gewor- den en een algemene regeling w e r d in 1725 in een Plakkaat opgenomen. Het was echter niet toegestaan o m geverfde lakens u i t te voeren naar H o l l a n d en naar Brabant. Wat w e r d uit- gevoerd waren onbereide witte lakens. De ver- dere bereiding v a n de lakens w e r d i n Holland en i n Brabant gedaan. Dat verbod gold niet voor de lakens die plaatselijk of i n de naaste o m g e v i n g w e r d e n afgezet.

De handel i n w o l en lakens verliep hoofdzake- lijk via A m s t e r d a m , maar er was ook handel met Leiden, A n t w e r p e n en Rotterdam. De Tilburgse lakens waren goedkoop, omdat de lonen i n T i l b u r g veel lager waren dan i n H o l l a n d . De Leidse drapiers waren dan ook fel gekant tegen de invoer van deze lakens, waar-

(4)

Woonhuis van Michiel van Bommel aan de Nieuwcndijk (huidige Bisschop ZiL'ijsenstraat) volgens een foto van rond

de eeuwwisseling. Het is niet bekend of het gehele gebouzv zo is als Michiel het

liet bouwen, of dat er latere toevoegingen zijn (coll.

Gemeentearchief Tilburg).

tegen haast niet te concurreren was. De w o l - lenstoffenproductie i n Leiden was, mede als gevolg van de concurrentie van T i l b u r g en A k e n en andere plaatsen, aan het eind v a n de zeventiende eeuw aan het ahiemen, en de pro- ductie van lakens n a m na ongeveer 1720 zelfs dramatisch af. I n de achttiende eeuw k w a m de zogenaamde commissionaire lakennijverheid in T i l b u r g op. D i t hield i n dat sommige hande- laars i n H o l l a n d h u n w o l naar T i l b u r g stuur- den en daar lakens van lieten weven, die dan weer i n H o l l a n d verder bereid werden.

Tegen deze achtergrond speelde het leven van Michiel van Bommel zich af.

M i c h i e l s jonge jaren

Over de jeugd van Michiel is w e i n i g bekend.

H i j k w a m u i t een omvangrijk geslacht i n Dongen, waar hij i n 1669 geboren werd.^ H i j was de oudste zoon van Jan Willems v a n Bommel en Maria Peters van Loon. I n de bijla- ge zijn de namen van de leden v a n d i t gezin opgenomen, voorzover bekend. Dongen ligt niet ver van Tilburg, w a t i n Michiels jeugd al een belangrijk centrum van lakennijverheid was en dus velen u i t de o m g e v i n g aantrok vanwege de werkgelegenheid. Of Michiel als jonge m a n i n T i l b u r g heeft gewerkt, weten w i j niet. We komen hem voor het eerst tegen i n Leiden, waar hij i n 1695 knecht was bij een la- kenbereider. Wat hij precies deed, w o r d t niet vermeld, vermoedelijk was hij droogscheerder of was hij betrokken bij andere bereidings- werkzaamheden. I n een verslag van een ver- gadering van lakenbereiders u i t een aantal Hollandse steden k o m t zijn naam i n Leiden voor als 'vrij gast', dat w i l zeggen een knecht die zijn tweejarige leertijd had volbracht.** Het was niet ongebruikelijk voor jongeren v a n b u i - ten Leiden o m het lakenbereiden te leren i n

het belangrijkste centrum van de wolnijver- heid i n de Republiek.

I n 1696 - hij was toen 27 jaar - t r o u w d e Michiel i n T i l b u r g met M a r i a van Dal, dochter van Jan Marquis (of: Marcus) v a n Dal, k o o p m a n van w o l en wollen lakens. Misschien had hij Jan en M a r i a van Dal leren kennen voor hij naar Leiden ging, of wellicht deed Jan van Dal za- ken met Leidse lakenbereiders. M a r i a was een ongehuwde moeder. Toen zij met Michiel t r o u w d e , had zij een zoontje van vijf jaar:

Johannes. Deze was v e r w e k t tijdens een ge- welddadige overval i n haar vaders huis i n 1690 door een ruiter v a n een zekere kapitein Guarrie, maar zij wist niet hoe de vader heette.

Zoals gebruikelijk w e r d z o ' n v e r k l a r i n g door de v r o e d v r o u w tijdens de bevalling opgete- kend u i t de m o n d van de moeder ' i n uytter- sten noot' en daarna tegenover de schepenen afgelegd.'' De genoemde overval had te maken met de weigering van Maria's vader o m een beweerde schuld te betalen. De samenleving was over het algemeen tamelijk gewelddadig.

Zo had Jan van Dal, toch een gerespecteerd k o o p m a n , i n 1677 de drossaard met een dolk aangevallen.'"

De rechten van M a r i a op vergoeding van de geleden schade en v a n de kosten van het kraambed en v a n de o p v o e d i n g v a n de kleine Johannes, w e r d e n afgekocht i n een overeen- komst met kapitein Guarrie voor 1800 g u l - den.^' Michiel had het k i n d bij h u n huwelijk aangenomen als het zijne en het droeg voor- taan de naam Johannes v a n Bommel. Je zou je k u n n e n voorstellen dat Jan v a n Dal zijn schoonzoon w e l enige financiële h u l p heeft ge- geven. N a h u n huwelijkssluiting zijn Michiel en M a r i a op de V e l d h o v e n gaan w o n e n . I n deze herdgang was veel lakennijverheid te v i n d e n . Kort tevoren was Jan v a n Dal overle- den en de erfenis leverde h u n het een en ander op. Z o verkochten zij een huis aan de Heikant, de herdgang waar Jan g e w o o n d had, en erf- den zij ook een hoeve te L o o n op Z a n d , die zij v e r h u u r d e n .

Er w o o n d e op de V e l d h o v e n ook nog een A n t h o n y v a n Bommel, d i t zou w e l een van Michiels broers k u n n e n zijn, maar w e weten w e i n i g v a n hem.'-'

Waarschijnlijk hield Michiel zich bezig met het bereiden van lakens. D i t blijkt u i t een paar be- w a a r d gebleven rekeningen u i t 1698 en 1702 voor het persen van lakens en voor het berei- den van zwarte lakens.'* D i t bereiden zou k u n n e n slaan op persen, maar ook op droog- scheren. I n 1703 h u u r d e hij voor de tijd van vier jaar i n de herdgang K e r k en H e u v e l een opkamer en dat gedeelte v a n een zolder, dat hij n o d i g had, vermoedelijk als opslagruim- te.'^ O o k h u u r d e hij de t u i n v a n 6 roeden, dat is ongeveer 200 m - . Deze k a n hij gebruikt heb-

(5)

ben o m w o l of lakens te drogen.

O m d a t er i n T i l b u r g niet zo veel lakens te be- reiden waren, wegens de handelsbeperkingen, was er vermoedelijk in Leiden meer te verdie- nen voor M i c h i e l en hij vertrok met v r o u w en k i n d daarheen.

D e eerste L e i d s e periode

I n 1704 kocht Michiel voor 1050 gulden con- tant een huis i n Leiden aan de H o g e w o e r d (dat hij i n 1713 weer verkocht)'* en i n 1707 aan de Herengracht voor niet m i n d e r dan 8000 gulden, met een aanbetaling van 1000 g u l - den.'^ Blijkbaar ging het hem voor de w i n d . Tijdens zijn verblijf i n Leiden stichtte hij sa- men met Johannes de firma Michiel van Bommel en Zoon, die zich bezighield met de productie van en de handel i n lakens. Zij z u l - len ook w e l w i t t e lakens uit T i l b u r g v e r w e r k t hebben. Toen i n 1718 de dan 28-jarige Johan- nes t r o u w d e met Elisabeth van Anrae, een meisje uit Leiden, kreeg hij als royale h u w e - lijksgift het ouderlijk huis aan de Heren- gracht.'** Michiel en Maria vertrokken weer naar T i l b u r g . Johannes voerde n u i n Leiden de directie over de Leidse vestiging v a n de firma Michiel van Bommel en Zoon, waarmee hij f o r t u i n maakte. O m d a t hij rooms-katholiek was, w e r d hij echter niet geroepen tot enig be- stuurlijk a m b t . "

D e T i l b u r g s e periode

I n T i l b u r g terug gingen Michiel en Maria weer op de Veldhoven wonen, i n een g e h u u r d huis.-" Michiel hield zich n u i n T i l b u r g bezig met de producHe van lakens. H i j stond bekend als een van de ongeveer 40 kooplieden van w o l en w o l l e n lakens, die handelden met on- der andere Amsterdam.-' U i t het testament dat Michiel en Maria i n 1721 maakten, blijkt dat zij inmiddels een behoorlijk vermogen hadden vergaard: een bedrag van 12.000 gul- den zou w o r d e n nagelaten aan Michiels bloed- verwanten. Johannes zou bij overlijden van een der echtgenoten parels en een diamanten r i n g met een gezamenlijke waarde v a n onge- veer 1300 gulden erven; daarnaast de helft van het meubilair, van 'de gereede ende uytstaen- de gelden en capitaele van negotie volgens de boecken daervan sijnde, w o l l e en w o l l e laecke- nen, schulden, actiën ende crediten'.^^ Dat Michiel tot de belangrijke Tilburgse ingezete- nen was gaan behoren, blijkt uit een lijst van 25 'coopluyden, gegoeden en geërfden', waar- op ook hij voorkomt.^-^ Het betrof een klacht over de overlast v a n landlopers en bedelaars, die i n 1719 bij het dorpsbestuur w e r d inge- diend.

Kort na h u n 25-jarig h u w e l i j k i n 1721, k w a m Maria te overlijden, 54 jaar o u d . Michiel bleef niet op de Veldhoven wonen, maar verhuisde

in 1722 naar een gehuurd huis in de herdgang Kerk en Heuvel.^'* Een jaar later trad hij op- n i e u w i n het huwelijk, met de 30-jarige Maria Anna Sprongh uit Breda (op huwelijkse voor- waarden). Was zijn eerste huwelijk waar- schijnlijk kinderloos, uit dit h u w e l i j k werden tussen 1724 en 1735 acht kinderen geboren.

O o k i n h u n testament uit 1726 w o r d e n net als in 1721 de bedrijfsgoederen en het bedrijfska- pitaal genoemd.-' Over zijn bedrijf zijn w e i n i g archivalia te v i n d e n . Het enige w a t ik gevon- den heb, was i n een artikel van De Wijs. Deze had i n stukken v a n Denijs de Jongh, een fabri- keur, gevonden dat Michiel i n 1726 bij hem 50 k a m m e n en rieten, onderdelen van het weef- getouw, kocht.-''

Het ging blijkbaar goed met de zaken, want Michiel liet een huis b o u w e n tussen de Oude- dijk en de N i e u w e n d i j k en zegde in 1726 de h u u r i n Veldhoven op.^'' H i j ging n u ook het bedrijf scheiden van zijn w o n i n g . In 1728 huur- de hij namelijk van Cornelia de Bont, de w e d u - we v a n Floris v a n Heijst, een huis aan de Kerk- dijk, w a t een andere naam was voor de Nieu- wendijk-**, met de voorwaarde dat hij de w o - ning en de schuur naar eigen goeddunken mocht verbouwen o m daar getouwen te plaat- sen.-'' I n hetzelfde jaar kocht hij voor 450 gul- den het huis er naast, ook van Cornelia de Bont.-*" Daarbij w e r d bepaald dat zij in het huis i n een kamertje mocht blijven wonen, terwijl Michiel haar bovendien een jaarinkomen van 40 gulden zou betalen. De afbeelding op p. 30 geeft de plattegrond van Kerk en Heuvel i n 1737. Het huis waar Cornelia woonde, is op de kaart te v i n d e n als n u m m e r 29, het andere huis, later ook eigendom van Michiel, als n u m m e r 28. Deze twee w e r d e n de fabrieks- huizen. Het w o o n h u i s van de familie was n u m m e r 30.-^' Michiel en A n n a hadden i n 1728 behalve twee meiden, ook Cornelis van Bommel, de zoon van Michiels broer Peter, i n huis.''^ Dat was toen een jongen van 15 jaar uit Dongen, die vermoedelijk bij zijn o o m het vak k w a m leren. Cornelis' broer A n t h o n y , ook uit Dongen, k w a m i n 1746 i n het fabriekshuis w o - nen.-*^ Deze was toen 27 jaar. Cornelis is later naar Leiden vertrokken, A n t h o n y w e r d fabri- keur i n T i l b u r g .

Dat het Michiel goed ging, blijkt ook uit het feit dat hij i n een stuk van 29 kooplieden i n 1731 n u als eerste w e r d genoemd. Michiel had i n deze tijd een zekere standing bereikt, w a n t i n acten heette hij 'voornaem coop- man'.-''^ Z i j n huispersoneel bestond uit twee meiden en een knecht^''. H i j was ook lid van de Jachtsociëteit Hubertus"*^ en hij bekleedde i n 1739 het kerkmeester-regentschap van de schuurkerk op het Heike."*** Behalve van de fa- briekshuizen en het woonhuis aan de Kerk was Michiel eigenaar van twee huizen i n Oerle

(6)

en Broekhoven, een i n West-Heikant en een i n Loven. Daarnaast bezat hij veel land.

Verdriet is hem en zijn v r o u w niet bespaard gebleven. I n 1728 overleden twee kleine k i n - deren, een van 7 weken en een van een jaar en in 1732 ook twee: een van 2V2 week en een v a n 8V2Jaar.

Het f a b r i e k s h u i s

In 1729 waren de twee fabriekshuizen blijk- baar ingericht en sloot Michiel een contract met Geraert H u y b e r t Smariën, waarbij deze voor de tijd van tien jaar w e r d aangesteld als meesterknecht.^'' Zijn taak was het o m te fabri- ceren i n de 'manifacture van het w o l l e ambagt ende het maecken der laeckens van dien'. H i j moest opzicht houden over en leiding geven aan de andere werklieden. Zijn verdiensten bedroegen een g u l d e n per dag en elke twee jaar zoveel bereid laken als nodig was voor een stel bovenkleding van een kwaliteit als Michiel dacht dat nuttig en dienstig was. D i t was een heel behoorlijk loon. Eten, drinken en huisvesting waren voor zijn eigen rekening, omdat hij g e t r o u w d was en dus niet i n het huis w o o n d e .

Het heeft er alle schijn van dat Geraert Sma- riën het niet lang heeft volgehouden, w a n t i n 1731 was er een nieuwe opzichter, A d r i a e n Smolders, die zelf vertelde hoe hij bij Van Bommel was komen werken. Naar aanleiding van ongeregeldheden bij het fabriekshuis w e r d ook hij ondervraagd."" Daarbij verklaar- de hij 'dat Van Bommel hem i n de maent van A u g u s t y 1730 heeft ontboden door een quesel met naeme Cornelia de Bont o m bij hem te koomen. En als daer was gekoomen, heeft Van Bommel voorgestelt dat i n een van sijn huysen op de Dijck soude koomen w o o n e n en dat op-

1737

30

Plattegrond van de herdgang Kerk en Heuvel

uit 1737. Het woonhuis van Michiel van Bonuucl is

nr. 30, de fabriekshuizen zijn de nrs. 28 en 29 (tekening L. Langeweg, 1957, coll. Gemeentearchief

Tilburg).

sigt soude neemen op acht getouwen waer voor hij soude hebben vrij huyshuer en t w i n - tig g u l d e n sjaers. En dat V a n Bommel hem vrij soude over haaien. En ingeval naer verloop van een jaer en malcanderen niet aenstaende dat hem dan weer vrij w e g h soude laten bren- gen daer 't hem belieffden, doch dat hoopte dat het voor geen een jaer sal sijn, maer dat het voor tien en meer jaeren sal sijn, waer op den deponent dan alsoo met Van Bommel is geac- cordeert, en int huys gekoomen den vijfden A u g u s t y des voors. jaers 1730.'

Het loon van Smolders was nogal w a t lager dan dat van Smariën, maar Smolders had vrij w o n e n en waarschijnlijk ook de kost.

H i j vertelde verder dat hij zijn w e r k steeds goed gedaan had. Maar i n de week voor vas- tenavond gebeurde het dat hij kettinggaren voor een klant. Jan Cal, boven de kachel te drogen had gezet. Toen Michiel van Bommel dit zag, w o n d deze zich op en voegde A d r i a e n Smolders toe dat hij dat niet w i l d e hebben en hij gaf hem een uitbrander i n aanwezigheid van alle w e r k l i e d e n : ' " w a t scheelt het mijn off j o u w , off die Jan Cals een dag off vier leeg loopt", waer over hij veel schel twoorden hem deponent toebragt, waer op den deponent se- ijde: " M i j n heer, w a e r o m affronteert gij m i j n voor ' t volck, isser iets, segt het mijn i n h u y s " , waer over Van B o m m e l g r a m m o e d i g wiert en hem deponent vatten, met sijn a r m trock en neep, dat niet wist waer te blijven en tegens hem deponent toen seijde: "gij sult te halff april vertrecken"'.

Blijkbaar d u u r d e dat V a n Bommel toch te lang, misschien h a d hij al een opvolger. Enige dagen daarna namelijk w e r d A d Smolders door de vorster aangezegd dat hij binnen tweemaal 24 u u r met zijn bezittingen u i t het fabriekshuis, waar hij w o o n d e , moest vertrek- ken, 'waer op hij d a n is vertrocken o m geen af- fronten v a n h e m V a n B o m m e l meer te wagten, alsoo hij seer oploopende"*' is en dangereus o m met o m te gaen'.

Hoe opvliegend V a n Bommel was, aldus Smolders, bleek ook u i t een incident dat enige tijd daarvoor had plaatsgevonden. Michiel van Bommel k w a m een keer het w e r k h u i s bin- nen en zag dat een van de wevers een schep i n zijn handen had met v u u r u i t de kachel.

Michiel sloeg d i t meteen u i t zijn handen en smeet de wever tegen een getouw aan. Tot A d Smolders zei hij, (en Smolders zei weer dat dat gebeurde i n aanwezigheid v a n de werklie- den): als er iemand aan de kachel komt, sla ze maar een gat i n de kop, i k zal het loon w e l be- talen en zorgen dat jij er geen schade v a n lijdt.

Een ongemakkelijk mens.

(7)

Fabrieksgebouw aan de Nieuwendijk zoals Martinus van Bommel de fabriekshuizen van Michiel heeft laten verbouwen. Foto eind vorige eeuw (coll.

Gemeentearchief Tilburg).

Intermezzo: een rel bij V a n B o m m e l s fabriekshuis

Smolders was dus ontslagen en moest op stel en sprong zijn spullen ophalen. H i j vroeg een bevriende voerman, A d r i a e n Vermeer, o m met zijn kar en paard dat voor hem te doen.

O p 9 februari i n de n a m i d d a g g i n g men op stap."*^ Maar het liep v o l l e d i g uit de hand en eindigde i n een groot t u m u l t bij het fabrieks- huis v a n M i c h i e l van Bommel. Daarbij w e r d gevochten en er vloeide bloed. Wat was er ge- beurd?

De vrienden v a n A d Smolders uit de V e l d - hoven die v e r o n t w a a r d i g d waren dat V a n Bommel h u n v r i e n d i n de winter uit zijn huis h a d gezet, wisten de nachtroeper Gerrit W i n - ninck te bewegen met hen mee te gaan op de kar. Deze n a m zijn klepper en hellebaard, die hij 's nachts gebruikte, mee. O p de kar zaten ook Toon Hamels en Peer Vos met een paar jongens. A d Smolders was er zelf niet bij. Ze hadden een 'hooren en een pan, waer op bloe- sen en k l o p t e n ' en W i n n i n c k gebruikte zijn klepper. Bij het huis v a n Michiel van Bommel op de N i e u w e n d i j k aangekomen, k w a m een aantal w e r k l i e d e n op het geraas naar buiten.

Er was een pak sneeuw gevallen en de w e r k - lieden begonnen met sneeuwballen te gooien over de heg die de anderen 'soo digt op haer lijff kreegen dat niet wisten waer sij blijven souden'. De mannen op de kar reageerden door de w e r k l u i u i t te schelden en i n een m u m van tijd was er op de dijk een vechtpartij aan de gang. De w e r k l u i waren gewapend met ronde stokken, waar w o l mee gevlaakt w e r d , en Gerrit W i n n i n c k had zijn hellebaard. Er

w e r d zo h a r d geslagen dat er bloed vloeide en de stukgeslagen stokken op straat bleven lig- gen. Toen Toon Hamels en Gerrit Winninck bloedend op de grond lagen, trokken de werk- lieden zich terug i n het huis. De chirurgijn die later de gewonden verbond, beschreef de ver- w o n d i n g e n : een open h o o f d w o n d ter grootte van een hand en een andere ter lengte van een vinger en een halve vinger breed, doorgaande tot op het beenvlies. Ze waren flink tekeerge- gaan. V a n het ophalen van het huisraad k w a m die dag niets meer.

Michiel van Bommel, bang dat er 's nachts op- n i e u w trammelant zou komen, vroeg het dorpsbestuur o m bescherming."'-'' I n een b u i - tengewone vergadering w e r d daarop besloten o m een kapitein met zes man 's nachts de wacht te laten h o u d e n bij V a n Bommels huis.

A l deze verhalen laten iets zien van w a t er i n en o m het fabriekshuis van V a n Bommel o m - ging. I n de verslagen van de ondervragingen naar aanleiding v a n al deze gebeurtenissen staan de namen van 15 werklieden van M i - chiel v a n Bommel. Het is waarschijnlijk dat er w e l w a t meer werkten. Er stonden dus acht ge- touwen, die w e r d e n meestal door twee perso- nen bediend. Waarschijnlijk w e r d de w o l ge- wassen (het fabriekshuis stond aan een water- loop) en blijkbaar ook gevlaakt. Als men aan- neemt dat het spinnen w e r d uitbesteed, komt men op een aantal werklieden van minstens 20.

Het ligt voor de hand dat de lakens van dit be- drijf naar Leiden gingen o m daar gevold, ge- schoren en geverfd te w o r d e n .

(8)

Haiicttekeningcn van Michiel van Bommel en Geraert Huybert Smarius

(of: Smariën) onder liet contract uit 1729 (coll.

Gemeentearchief Tilburg, N66-1, 27 juli 1729).

D e Bredase en de tweede L e i d s e periode

In 1744 overleed te Breda Michiels v r o u w Maria A n n a Sprongh, nog slechts 51 jaar o u d . Michiel, n u 75 jaar, bleef achter met vier kinde- ren tussen 9 en 18 jaar. H i j kocht een huis i n Breda en g i n g er wonen."*"* W a a r o m hij T i l b u r g verliet, is niet bekend. Zijn bedrijf k w a m ver- moedelijk onder leiding van een opzichter te staan. I n 1751 kocht hij een huis i n Leiden aan de Hooglandse K e r k g r a c h t / M i d d e l w e g voor 8500 gulden, dat hij contant betaalde.-*^ H i j ging daar w o n e n en opende er ook een w e r k - plaats.**" Er waren er n u twee i n Leiden onder de naam Michiel van Bommel en Zoon: Johan- nes, aan de Herengracht en M i c h i e l aan de Hooglandse Kerkgracht. H i j w e r d inmiddels bijgestaan door zijn jongste zoon Martinus, die in 1751 zestien jaar was. Zoals ook door andere handelaars w e r d er handel gedreven o.a. met steden i n Italië en Smyrna."*''

De relatie van Michiel met zijn beroepsbroe- ders i n Leiden was waarschijnlijk niet echt

hartelijk. D i t blijkt onder andere uit een stuk van de deken en hoofdlieden van het lakenbe- reidersgilde u i t 1741, toen Michiel dus i n T i l b u r g woonde.'"' Het stuk was gericht tegen enkele kooplieden en fabrikeurs, waaronder ook Michiel van Bommel en Zoon, die goedko- pe lakens lieten maken i n T i l b u r g en andere plaatsen, waardoor er i n Leiden gebrek aan w e r k was gekomen. De lakenbereiders zeiden dat de kooplieden de mensen daar de kunst van het lakenproduceren hadden geleerd o m er zelf van te profiteren. Er waren zelfs fabri- keurs die 'niet alleen sooveel moeyten en kos- ten hebben gedaan o m de fabricq i n T i l b u r g te perfectioneeren, maar selfs het plaisier van h u n leven daaraan gesacrifieert en deeze aan- genaame woonplaatz verwisselt met zoo een bedroefde als T i l b u r g ' . Deze o p m e r k i n g had klaarblijkelijk betrekking op Michiel van Bommel.

In 1756 ontstond een geschil tussen Michiel van Bommel en Gijsbert Schott, friseerder i n Leiden."*'^ Deze weigerde nog langer o m voor Michiel de ratijnen, die u i t T i l b u r g k w a m e n , te friseren.^" Z i j n argument was dat de ratijnen uit T i l b u r g goedkoop waren en als hij het toch zou blijven doen, zouden de andere kooplie- den ook b u i t e n Leiden fabriceren met als ge- v o l g leegloop van w e r k v o l k . De Gouverneurs van de Lakenhal w a r e n het met Schott eens.

Michiel bracht daartegen i n dat zijn ratijnen geen vreemde waren, ze w a r e n binnenslands gemaakt en dus niet te vergelijken met die uit A k e n en andere plaatsen. Het zou voor de stad juist nadelig zijn als Schott het niet meer w i l d e doen, w a n t dat betekende m i n d e r w e r k . De Gouverneurs v a n de Lakenhal lieten Schott echter vrij o m te beslissen w a t hij w i l d e doen en laten. I n een stuk v a n V a n Bommel en Z o o n zeiden dezen dat Leiden zijn h u i d i g e bestaan met betrekking tot w i t t e lakens alleen aan T i l b u r g en het Gooi te danken h a d en dat er i n Leiden juist veel w e r k was doordat V a n Bommel zijn stukken i n Leiden liet bewerken.

De toon v a n de correspondentie is korzelig. Zo schreven de V a n Bommels over het stuk van de Lakenhal: 'Dus vals redekaveld men als d r i f t of eigenbelang het oordeel bestierd!'. En door de Lakenhal w e r d over het stuk v a n V a n Bommel en Z o o n gezegd: 'onnozel, onge- grond, behelzende zo w a t w o o r d e n en geen saaken, geen wederzegging w a a r d i g ' . V a n Bommel w e r d zelfs i n t i m i d e r e n d gedrag ver- weten. H e t lijkt er erg op dat de oppositie te- gen V a n Bommel vooral gericht was tegen zijn persoon.

Weer i n T i l b u r g

Waarschijnlijk verbleef M i c h i e l tijdens zijn tweede Leidse periode regelmatig i n T i l b u r g ,

(9)

w a n t hoewel hij i n het kohier van de huizen niet als bewoner w o r d t vermeld, staat hij i n notarisakten vaak te boek als wonende i n Tilburg.^' I n het fabriekshuis i n T i l b u r g w o o n - den steeds verscheidene personen, vermoede- lijk i n w o n e n d personeel. H e t w o o n h u i s w e r d eerst b e w o o n d door zijn dochter Jacoba Catha- rina en schoonzoon Cornelis Dubbeldemuts, later door een huishoudster, de w e d u w e van Constantinus v a n Beurden.

Behalve i n het fabriekshuis w e r d i n T i l b u r g ook i n huisnijverheid voor V a n Bommel ge- w e r k t . I n een verklaring die ongedateerd is, maar vermoedelijk u i t de tweede helft van de achttiende eeuw stamt, staat dat op dat m o - ment voor Michiel van Bommel en Z o o n i n T i l b u r g 50 weefgetouwen werkten.

I n 1760 - Michiel was toen 91 jaar - trok hij zich terug u i t het bedrijf i n Leiden en w e r d hij uit- geschreven u i t het gilde als w i n k e l h o u d e n d e m e e s t e r . H i j droeg zijn deel over aan zijn zoon Martinus, die toen 25 jaar was. Het jaar daarvoor was Johannes gestorven, diens be- drijf w e r d tot 1782 voortgezet door zijn zoon Johannes jr., die toen overleed. Beide zaken w a r e n doorgegaan onder de naam Michiel van B o m m e l en Z o o n . Michiel ging zijn laatste le- vensjaar weer i n zijn huis i n T i l b u r g w o n e n met zijn huishoudster.^" O p 24 januari 1763 overleed hij, 93 jaar o u d .

Naschrift

U i t het voorgaande is w e l duidelijk dat Michiel een belangrijke schakel is geweest tus- sen de lakennijverheid i n Leiden en die i n Tilburg.

De fabriekshuizen aan de Nieuwendijk, die door Martinus v e r b o u w d waren, w e r d e n i n 1782 met alle fabrieksgereedschappen samen met het Leidse bedrijf en fabrieksgoederen door M a r t i n u s van Bommel verkocht aan de heren Vreede en V a n Marle te Leiden.^^ H e t w o o n h u i s ging i n 1786 naar de fabrikeur en la- ter ook lakenverver Cornelis Verbunt^*" en i n 1800 naar de fabrikeur en later burgemeester van T i l b u r g Martinus C. van Dooren,^'' die er in 1809 k o n i n g L o d e w i j k Napoleon o n t v i n g . Helaas zijn al deze gebouwen i n de loop der tijd gesloopt.

Noten

1. P.J.M. van Gorp, 'Historische ontwilckeling van de Tilburgse wollenstoffenindustrie', Texprcss 1959, IV. Idem, Tilburg, eens de wolstacl imn Nederland, Eindhoven 1987,84.

2. N.W. Posthumus, Bronnen tot de geschiedoiis van de Leidsche textielnijverheid, 's-Gravenhage 1922, VI.

3. T. Kappelhof, 'Overheidsfinanciën en plaatselijke belastin- gen in het grootste dorp van Staats-Brabant: Tilburg 1621- 1790', Bijdragen lot de Geschiedenis 66 (1983) 35-67.

4. Zie bijvoorbeeld de boedclrekening 1661(4) in het Gemeentearchief Tilburg (verder G A T ) van Laureys Jan Colen, waarin men een lijst van zijn reijers aantreft.

5. Dit blijkt uit een stuk van het dorpsbestuur uit 1766 (GAT.

Oud Administratief Archief (verder O A A ) . 8-32,3 juli 1766).

6. Zie voor de geschiedenis van de Tilburgse lakenhandel:

Gerard van Gurp, De Tilburgse lakenhandel met Holland en Brabant in de zeventiende en achttiende eeuw, Textielhistorische Bijdragen, 1998.

7. Voor een uitvoerige genealogie en bijzonderheden over de familie Van Bommel zie: W. van Bommel, Viereeitzven Van Bonnnel, 1995.

8. N.W. Posthumus, Bescheiden betreffende de provinciale organi- satie der HoUandsche lakeidiereiders (de zoogenaamde droog- schi'crdcrssynode), Amsterdam 1917,26,106.

9. G A T . R625, 2 april 1691.

10. G A T . Criminele processtukken, 1677.

11. G A T . Notarieel Archief (verder N) 46, 5v, 23 februari 1695.

12. G A T . N48-27,14 juli 1696. R427-135, 23 oktober 1697. N49- 54, 29 december 1700.

13. G A T . N62-83, 20 maart 1702. O A A . 333a-2. Lijst van ingeze- tenen 1707. O A A . 337. Idem 1707,1710,1719.

14. G A T . Voogdij-en boedelrekeningen 1701(1), Heyliger Jan Colen; 1702(2), Peter van Woensel.

15. G A T . R469-69V, 30 oktober 1703.

16. Gemeentearchief Leiden (verder G A L ) . SAII6635. Bonboek Suyt Rijnevest 25v. 26 april 1704, 23 mei 1713.

17. G A L . SAIl 6633. Bonboek Noordrijnevest 10-llv, 71v. 16 september 1707.

18. G A L . SAII 6633. Bonboek Noordrijnevest 10-llv, 71v. 29 april 1718. Notaris Gerard Wolff 1738-278. Acte van cessie 30 april 1718.

19. Zie bijvoorbeeld M.R. Prak, Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad. Leiden 1700-1780, Dissertatie Utrecht 1985, 140, 226. D.J. Noordam, 'Textielondernemers en het Leidse patriciaat, 1574-1795', Textielhistorische Bijdragen 36 (1996) 32.

20. G A T . N68-77,13 mei 1719.

21. G A T . N69-151,17januari 1722.

22. G A T . N69-112,113. 7 en 9 juli 1721.

23. G A T . O A A . 2-75. 24 maart 1719.

24. G A T . N69-121. 6 augustus 1721.

25. G A T . N71-2. 8 januari 1726.

26. G A T . 351. Collectie L.G. de Wijs. Doos 5. Plakboek D, 10.

27. G A T . N7Ü-160,8 oktober 1725.

28. Zie J.R.Oen M.P.E. Trommelen, Tilburgse toponiemen in de 16e eeuw. Een leutalieve reconstructie en naamsverklaring, Tilburg 1994,313.

29. G A T . N71-65,11 februari 1728.

30. G A T . R433-125,15 oktober 1728.

31. Deze nummers blijken uitde'Lijsteoftequohiervan alle de huysen en wooningen binnen de heerlijckheyt Tilborg met bijvoeginge van den eygenaar van ider huys'. G A T . O A A . 340-345 (1736-1761). De lijsten gaan door tot nr 351 (1791).

32. G A T . O A A . 337, Kerk en Heuvel 1728.

33. G A T . O A A . 342. Kerk en Heuvel, huis 28,1746.

34. G A T . R473-41V, 31 maart 1731.

35. G A T . N66-125, 9 november 1733. N66-131, 20 januari 1733.

36. Willem van Granaten was in 1734 knecht bij Michiel. G A T . O A A . 333a-3. Kerk en Heuvel, 1734. In 1763 was hij nog

(10)

Hnndtekeiiingcn van Michiel van Bommel ('voornaam fabriceur en coopman in laakenen') op 88-jarige leeftijd, en van

zijn neef Anthony van Bommel als getuige onder een notariële akte. De handtekening van Michiel

vertoont tekenen van zijn ouderdom (coll. Gemeente-

archief Tilburg, N80-234, 3 oktober 1757).

steeds bij de familie, nu als voerman bij Martinus van Bommel. G A T . O A A . 7-16.9 april 1763.

37. A.J.A. van Loon, 'De Tilburgse jachtsociëteit Sint Hubertus', De Lindeboom 9/10 (1985-1986) 110,113.

38. W. van Bommel, Vier eeuwen, 18.

39. G A T . N66-1,27 juli 1729.

40. G A T . R627.12-14 februari 1731. Behalve ondervragingen zijn hier ook verklaringen van de chirurgijn Franciscus de Mei] over de gewonden te vinden.

41. Opvliegend, driftig.

42. Behalve de in de hiervoor genoemde ondervraging, is er over dit voorval meer te vinden in het G A T in de Criminele processtukken van Pieter van Hoven, drossaard tegen Gerrit Winninck, 1734. Deze werd vervolgd wegens een dreigbrief aan de president-schepen, waarbij de geschiede- nis uit 1731 weer werd opgehaald.

43. G A T . O A A . 3-87v, 9 februari 1731.

44. W . van Bommel, Vier eeuwen, 18.

45. G A L . SAII 6620. Bonboek Kerkvierendeel 174, 267.1 mei 1751.

46. Posthumus, Bronnen, V L nr 320, 5 juni 1755.

47. Zie bijvoorbeeld G A L . Notaris Abraham Vromans F251,64 (24 juni 1740), 165 (30 april 1741).

48. Posthumus, Bronnen, VI. nr 291,23 augustus 1741.

49. G A L . Stadsarchief 2437. Papieren betreffende de zaak van de friseerder Schott. Een aantal stukken hieruit zijn ook te vinden bij Posthumus, Bronnen V L nrs 321 en 322.1756.

50. Het betreft een behandeling van wollen stof met lang haar, waarbij dat in bosjes gekruld wordt.

51. G A T . N79-54, 22 juh 1752; N80-222, 20 juli 1757; N80-234,3 oktober 1757; N81-45,26 juni 1758. In de huizenlijsten van 1751 en 1756 staat hij niet als woonachtige vermeld. G A T . O A A , 343 en 344.

52. Posthumus, Bronnen VI, nr 359. De akte is hier niet hele- maal correct weergegeven. In het origineel staat Adriaan Kooien niet voor het accoladeteken. Hij was een Tilburger, geen Leidenaar.

53. Posthumus, Bronnen VI, nr 330, april 1766.

54. G A T . O A A . 345,1761.

55. G A L . Notaris Etienne Luzac. 657,13-15 april 1782. G A T . R448-107v,4meil782.

56. G A T . R451-23,18 februari 1786.

57. G A T . R459-n2,19 mei 1800.

Bijlage - S t a m b o o m

Jan Willems van Bommel X (1667 Dongen) Maria Peters van Loon

• 1. Anneke (* 1668)

• 2. Michiel (1669-1763) X (1696 Tilburg) Maria Jans van Dal (1668-1721) - XX (1723 Breda) Maria Anna Sprongh (1692-1744)

- 3. Anthony (*1671) - 4. Adrianus (* 1673) - S.Margaretha (1676-1720) - 6. Willem (1677-1758) - 7. Cornelis (* 1680)

- 8. Peter (* 1682) X (Dongen) Maria NicolaasGroenendaal

1. Johannes (1691 -1759) 2. Maria Anna (1724-1732) 3. Jacoba Catharina (1726-1806) 4. Joanna Catharina (1727-1728) 5. Michael Joannes (1728 -1728) 6. Joanna Catharina (1729 -1803) 7. Johannes Gerardus (1731 -1754) 8. Michael Joannes (1732 -1732) 9. Martinus Theodorus(1735 -1783)

1. Cornelis (1713-1791) 2. Nicolaus(*1715) 3. Anthony (1719-1786) 4. Johanna (* 1721)

(11)

Thomas van Dooren (1754- 1836), koopman en kunst- verzamelaar in Tilburg en Parijs'

R o n a l d Peeters

Geboren in Tilburg in 1754, broer van Martinus van Dooren de eerste 'maire' (burgemeester) van Tilburg in 1809, oom

van de bekende fabrikant Pieter van Dooren, vriend van de prins van Oranje, de latere koning Willem II, vermogend koopman en kunstverzamelaar. Thomas

van Dooren, vanwege zijn verblijf in Frankrijk ook wel 'Parijs' van Dooren ge-

noemd, werd in 1836 begraven op het kerkhof aan de Bredaseweg.

H

et praalgraf van Thomas van Dooren en zijn v r o u w is het oudste grafmonu- ment van de stad. Cees van Raak gaat hierop i n een afzonderlijke bijdrage i n d i t tijd- schrift (p. 42-46) nader i n .

O p 23 januari 1754 w o r d t Thomas Josephus van Dooren te T i l b u r g rooms-katholiek ge- doopt als zoon van lakenkoopman Cornelis van Dooren (1700-1767) en Johanna Marga- retha v a n Son u i t Boxtel (overl. Tilburg 1788).- Het grote gezin van Cornelis en Johanna telde twaalf kinderen, waarvan acht zonen en vier dochters; Thomas was het tiende k i n d . '

K o n i n g L o d e w i j k N a p o l e o n

Zijn jongere broer M a r t i n u s Cornelis van Dooren (1756-1811) was de bekende lakenfa- brikant van de firma Van Dooren & Dams en v a n 1809-1811 de eerste 'maire' (burgemees- ter) van Tilburg. Deze bewoont vanaf 1800 een groot herenhuis, 'het kasteeltje', aan de Nieu- w e n d i j k (de latere Bisschop Zwijsenstraat), dat na zijn dood i n 1811 i n handen k o m t van Thomas." I n dat huis logeerde i n 1809 koning L o d e w i j k Napoleon, die T i l b u r g bij die gele- genheid tot stad verhief.''

Een zoon van M a r t i n u s is de bekende Pieter van Dooren (1784-1845), die zijn vader i n de fabriek opvolgt en i n 1827 een eigen w o l s p i n - nerij aan de Broekhovenseweg begint. In 1827 installeert hij er als eerste i n T i l b u r g en omge- v i n g een stoommachine. Anderhalve eeuw la- ter, in 1975, zou deze wolspinnerij 'Pieter van Dooren' na een felle politieke strijd i n de Tilburgse gemeenteraad, w o r d e n gesloopt o m plaats te maken voor het nieuwe St. Elisabeth- ziekenhuis.''

Pieter was g e h u w d met zijn i n Rotterdam w o - nende nicht Sophia Maria van Dooren (1796- 1871). Na het overlijden van haar vader Jan Baptist van Dooren i n 1813, verblijft zij tot

(12)

Links: Petrus Cornelis Ludovicus ('Pieter') van Dooren (1784-1843), zoon van Martinus van Dooren.

Rechts: Sophia Maria van Dooren (1796-1871), zijn nicht met wie hij in 1815 te

Rotterdam trouwde.

Foto ca. 1864 (coll.

Gemeentearchief Tilburg).

haar huwelijk i n 1815 i n het huis van haar o o m Thomas, die sinds 1781 met tussenpozen i n Rotterdam w o o n t /

Thomas van Dooren t r o u w t te Rotterdam op 25 september 1780 met de i n A n t w e r p e n gebo- ren A n t o n i a M a r t i n a Joanna Maria Delfon- taine (1757-1827), dochter van Cornelis W i l - helmus Delfontaine en M a r i a Catharina L o u i - sa van Breugel.*

B i s s c h o p p e l i j k paleis te Parijs Vanaf ongeveer 1789 verblijft Thomas vaak i n Parijs, w a t hem de bijnaam 'Parijs van Dooren' bezorgt. H i j zal daar ongetwijfeld contact heb- ben gehad met de u i t T i l b u r g afkomstige be- kende bloemschilders de gebroeders Gerard en Cornelis van Spaendonck. Tijdens de Fran- se Revolutie w o r d t op 19 juli 1792 door de re- gering de verkoop van alle bisschoppelijke pa- leizen bevolen. V a n Dooren koopt het aartsbis- schoppelijk paleis met inboedel te Parijs als zijn tweede huis. In die tijd moet hij een aan- zienlijk fortuin hebben vergaard als bankier en zijdekoopman, die de zijde haalde i n L y o n en via Nederland naar Engeland exporteerde. I n diverse notariële Bredase akten tussen 1803 en 1813 w o r d t als zijn beroep ook handelaar of visverkoper te Parijs opgegeven.'

Van Dooren neemt later onder andere een twintigtal schilderijen u i t Parijs mee naar Ne- derland."' Daaronder zijn twee w e r k e n die hier bijzondere aandacht verdienen.

Na teruggave van de kerk (van ' t Heike) door de hervormde gemeente aan de katholieken i n 1824, w o r d t deze, uitgezonderd de toren, ver- vangen door een n i e u w kerkgebouw dat op 29 oktober 1829 plechtig i n gebruik is g e n o m e n . "

Een groot aantal geestelijken is door V a n

Dooren i n zijn huis voor een diner uitgeno- d i g d . De daarbij uitgenodigde gereformeerde burgemeester J.A. v a n Meurs en nog enige andere gereformeerde gemeentebestuurders 'hebben dé eer gehad, vóór de R.K. Parochi- anen geplaatst te w o r d e n op stoelen'. Bij deze gelegenheid schenkt hij twee grote schilderijen voor de aankleding van de kerk. Zij w a r e n af- komstig u i t het Parijse bisschoppelijk paleis.

Drie jaar eerder was h e m zelfs voor die schil- derijen nog een bedrag van twaalfduizend gulden geboden, aldus de kroniekschrijver De Beer.'2

H e t ene schilderij stelt de hemelvaart van Maria voor, het andere de kruisiging van Pe- trus.''' De tenhemelopneming van Maria (200 x 133 cm) is een spiegelbeeldkopie van het reta- bel v a n Rubens op het hoogaltaar van de Antwerpse kathedraal. Het w e r d i n 1719 (of 1749) geschilderd door C. van de Keiven. Het h i n g oorspronkelijk boven het Maria-altaar, maar hangt n u tegen de zuidelijke torenwand van de Heikese kerk. H e t barokke schilderij 'de k r u i s i g i n g v a n Petrus' (160 x 115 cm) is een 17e-eeuwse kopie v a n een Caravaggio (1565- 1609) die i n de Santa M a r i a del Populo te Rome hangt. D i t schilderij h i n g boven het Petrus-altaar en het hangt thans i n het pries- terkoor v a n de Heikese kerk. I n 1988 w e r d het n o g gerestaureerd.'**

H u i s i n de Heuvelstraat

N a zijn verblijf i n Parijs en Rotterdam, gaat Thomas van Dooren omstreeks 1815 i n het 'kasteeltje' aan de N i e u w e n d i j k te T i l b u r g w o - nen, dat van 1800 tot 1811 van zijn broer M a r t i n u s was geweest. I n j u n i 1815 koopt hij van de w e d u w e M a r i a Aldegonda v a n Bom- mel-van L i e m d t voor vijfduizend g u l d e n een

(13)

Het schilderij 'de hemelvaart vau Maria' in de Heikese kerk te Tilburg.

FotoH.v.d. Schoot 1946 (coll. Gemeentearchief

Tilburg).

Het schilderij 'de kruisiging van Petrus' in de Heikese kerk te Tilburg.

Foto Frans van Ameijde 1990 (coll. Gemeentearchief

Tilburg).

kapitaal huis aan de Steenweg, de huidige Heuvelstraat.'^ Thomas is i n m i d d e l s 'geweze- ne k o o p m a n ' en gaat rentenieren. D i t thans nog deels bestaande pand dateert vermoede- lijk u i t het m i d d e n van de 18de eeuw. Er zijn tegenwoordig drie verschillende w i n k e l s i n gevestigd: Dixon, Het Lichtpaleis en het K r u i d v a t (voorheen vanaf 1865 w i j n h a n d e l W e d . P.J. Knegtel).'* I n de bovengevels is het oude p a n d nog enigszins te herkennen. Oor- spronkelijk was het huis nog groter en strekte het zich u i t tot het Comediepleintje. Hieraan lagen de schouwburg, het postkantoor en en- kele huizen. I n 1870 w o r d e n deze panden af- gebroken en is hier de Comediestraat (sinds 1881 W i l l e m Il-straat) aangelegd, die naar de Spoorlaan liep. A a n d i t pleintje stonden i n 1815 ook vier lindeboompjes en er lag een ge- meentelijke b r a n d k u i l . Thomas mocht deze b o m e n rooien o m er een zogenaamde 'fraaije balie' van eikenbomen voor i n de plaats te zet- ten en hij krijgt ook v e r g u n n i n g o m zijn huis 'buiten de rooilijn' te vergroten.'^

De voor die tijd enorm grote w o n i n g was als volgt ingedeeld. A a n beide zijden van het gro- te voorhuis lagen twee r u i m e vertrekken, waarachter weer grote tuinkamers waren gele- gen, die onderling en met de eetkamer voor r u i m dertig personen verbonden waren. De vleugeldeuren w a r e n gebeeldhouwd en i n de hal leidde een brede mahoniehouten trap met gepolijst koper en beslagen spijlen naar de 'ge- makkelijk ingerichte' slaapvertrekken, een grote biljartkamer en de 'rijk voorziene boeke- rij'. Alle kamers i n het huis w a r e n overvloedig met schilderijen, vazen en andere kostbaarhe- den versierd.'" A a n enkele w a n d e n prijkte goudlederbehang. D i t is i n 1961 weer tevoor- schijn gekomen toen tijdens de b o u w van de w i n k e l van Peek en Cloppenburg een m u u r van d i t p a n d w e r d afgebroken. Diverse oude kranten, waaronder 'Le M o n i t e u r Universal' van 27 november 1812 met verslagen over een veldslag door Napoleon, Parijse uitgaansagen- da's en beursberichten, alsmede fragmenten van boekenkaternen bleken als ondergrond voor dat behang gebruikt te z i j n . "

Achter en naast het huis strekte zich de reus- achtige, gedeeltelijk als Engels park smaakvol aangelegde tuin u i t tot aan de tegenwoordige Tuinstraat. De tuin w e r d van de straatzijde af- geschermd door een smeedijzeren hek dat door de k l i m o p de nodige privacy v a n Van Dooren en zijn gasten waarborgde. De achter- poort i n de tuin gaf toegang tot de stallen.-"

I Het oostelijk deel van het huis w e r d vanaf 1827 bewoond door zijn neef Pieter van

(14)

//( dit huis aan de Nieuioendijii {huidige Bisscliop Zioijsenstraat)

zmonde Ttionias van Dooren korte tijd tot 1815.

Foto korf voor de sloop eind vorige ecuzü (part. coll.

Apeldoorn).

Dooren. Thomas, die i n het westeHjk deel woonde, was de voogd van diens echtgenote Sophie. O m d a t hij zelf geen mannelijke nako- melingen had, n a m hij Pieter i n bescherming als was het zijn eigen zoon. Wellicht stak hij ook geld i n diens firma 'Pieter van Dooren'.

Vermoedelijk zijn Pieter en zijn gezin daar ko- men w o n e n na de d o o d van de v r o u w van Thomas.

V r i e n d s c h a p met W i l l e m II

Lang heeft Pieter van Dooren niet i n het huis van zijn o o m g e w o o n d . I n de Volkstelling van 1830 is hij geregistreerd i n het huis aan de Steenweg nr. M 1248, naast fabrikant Gerard Bogaers. Thomas, inmiddels 75 jaar o u d , w o o n t nog steeds op nr. M 1246, samen met de 22-jarige A n n a van Dooren en drie dienstbo- des. Hoogstwaarschijnlijk is d i t de kleindoch- ter v a n zijn broer Ignatius, namelijk A n n a Odilia v a n Dooren (1805-1872). Zij t r o u w d e i n 1834 met de advocaat en kantonrechter m r .

Jacobus A r n o l d u s Mutsaers (1805-1880), onder meer van 1848 tot 1861 met onderbreking m i - nister van R.K. Eredienst. Zij w e r d overigens samen met haar broers en zusters door Tho- mas i n zijn testament v a n 1835 als erfgenamen uitgesloten. H u n aandeel g i n g naar h u n moe- der de w e d u w e Maria Josepha Bakkers.^'

I n deze tijd heeft Thomas van Dooren bijzon- dere vriendschappelijke banden aangeknoopt met de prins van Oranje, de latere k o n i n g W i l l e m I I , die tijdens de Belgische Opstand, tussen 1831 en 1835, vaak met zijn h o f h o u d i n g i n het huis v a n Thomas logeert en er grote d i - ners geeft voor de autoriteiten v a n de stad. En ook andere huizen v a n de familie V a n Dooren dienen tot gastverblijf v a n het gevolg van de prins. Generaal baron De Constant logeert bij Pieter v a n Dooren, en een tiental andere staf- officieren w o o n t i n en nabij het 'kasteeltje' van diens moeder, de w e d u w e van M a r t i n u s van Dooren, aan de N i e u w e n d i j k . O p een dag zendt de prins zijn adjudant naar Pieter van Dooren o m diens 11-jarig dochtertje Martha uit te nodigen o m met prinses Sophie te ko- men spelen. Later ontvangt hij hiervoor een portret v a n de kroonprins.

Vele bewaard gebleven notariële akten (koop- akten van onroerende goederen te Tilburg) w o r d e n tussen 1834 en 1837 door de prins van Oranje ondertekend 'ten huize van Thomas van Dooren'.^'' I n 1835 koopt hij twee w o n i n - gen naast elkaar v a n lakenverver Frankenhoff aan de M a r k t . Daar sterft de inmiddels k o n i n g geworden W i l l e m I I , op 17 maart 1849.2**

Nalatenschap

O p 29 januari 1835 heeft Thomas v a n Dooren, ' z w a k van lichaam, edoch zijn verstand en zin- nen m a g t i g ' in zijn huis zijn testament laten opmaken ten overstaan van notaris Pieter Gerard Molengraaff. Pieter v a n Dooren en zijn neef Gabriel Baesten te A n t w e r p e n w o r d e n , tegen een vergoeding v a n ƒ 1000, executeurs van het testament. Onder Ginneken en o m l i g - gende gehuchten bezit hij zogenaamde ' L a m - mertienden, graan- en vlastienden'. Deze lega- teert hij aan de nichten v a n zijn overleden v r o u w , de te A n t w e r p e n wonende A n t o n i a van de V e n en de te Lier wonende begijn Maria Louisa de Vries. Een bedrag van ƒ 3000 w o r d t bestemd voor de petekinderen van hem, respectievelijk v a n zijn v r o u w : neef Thomas A n t o n i u s en nicht A n t o n i a Josepha Leurs-van Dooren, en voor twee kinderen van zijn overleden petekind nicht Antoinette Josepha van Bommel-van Dooren. Opmerke- lijk is dat hij ook ƒ 1000 nalaat aan de drie dienstboden die tijdens zijn overlijden i n zijn dienst zullen zijn. A l l e andere na te laten roe- rende en onroerende goederen legateert hij

(15)

aan de wettige afstammelingen van wijlen zijn vijf broers en een zuster. H i j maakt echter een voorbehoud voor kleindochter Caroline Die- neman v a n zijn broer H e n d r i k , voor neef Jan Baptist v a n Dooren, zoon van zijn broer Igna- tius, en alle kinderen v a n zijn reeds overleden neef Cornelis v a n Dooren, eveneens een zoon v a n zijn broer Ignatius.^^

En dan, een goed jaar later, op 4 december 1836 k o m t Thomas van Dooren op r u i m 82-ja- rige leeftijd te overlijden.^* H i j w o r d t begraven op het kerkhof aan de Bredaseweg i n een op- merkelijk grafmonument, w a a r i n i n 1832 ook zijn v r o u w was bijgezet.

V e r k o o p v a n inboedel

Enige maanden na zijn dood w o r d t de nala- tenschap v a n Thomas van Dooren i n enkele verkopingen door de notarissen Pieter Gerard Molengraaff en H e n d r i k Bernard Beckers openbaar geveild. O p 12 mei 1837 zijn dat de onroerende goederen: het huis en erf (met on- der andere een achterhuis, koetshuis en een 'wandelbosch') aan de Heuvelstraat en de zo- genaamde koren- en smaltienden, genaamd de 'Boschtiende' te Liempde. De tienden on- der Ginneken waren toen blijkbaar niet meer i n zijn bezit. Opmerkelijk is dat bij de verkoop v a n het huis expliciet m e l d i n g w o r d t gemaakt dat 'een spiegel, hangende tegen den m u u r ten oosten en vastgemaakt aan het behangsel i n de voorkamer genaamd de geele kamer, links bij het i n k o m e n der gang' niet bij de koop is inbe- grepen. O p 26 mei volgt de finale toewijzing.

De Tilburgse k o o p m a n Nicolaas Reabel koopt het huis voor ƒ 16.000 namens Sophia van

Dooren, de v r o u w van Pieter. Een zesde deel daarvan is echter haar erfdeel. De tienden on- der Liempde w o r d e n voor ƒ 2.010 gekocht door 'grondeigenaar zonder beroep' Joseph Heiliger v a n lersel te Udenhout namens zijn moeder Johanna Maria van Abeelen ook uit Udenhout.-**

De inboedel uit het w o o n h u i s w o r d t van 20 tot en met 27 mei gedurende vijf veilingdagen i n 831 kavels openbaar verkocht. Deze bestaan uit een enorme partij huisraad, waaronder een bijl, planken, enkele mollen- en muizenvallen, een nationale vlag, een wafelijzer, een zakje met koffiebonen, goed voor ƒ 8,75, een ver- grootglas, een 'goudvisch glas', snuifdozen, tabakspotten, veel keukengerei en servies- goed, opvallend veel beddengoed en de nodi- ge bedden en matrassen, honderden flessen w i j n , waaronder t w i n t i g 'Chateaux Margaux' (ƒ 15 samen!), etc.

Veel zaken w o r d e n gekocht door familieleden, maar ook door opkopers als Cornelis Stoops en Nicolaas Reabel. Neef Thomas Antonius v a n Dooren was blijkbaar een klokkenliefheb- ber. H i j koopt voor ƒ 13,25 een 'Vriesche klok', voor ƒ 61 een gouden horloge en voor ƒ 81,50 een ' g o u d repetitie Horlogie'. Ook komt er een grote hoeveelheid zilverwerk onder de hamer, waarbij een zilveren soupterrine als klapstuk van de veiling voor ƒ 280 er w e l erg uitspringt.

Baesten w o r d t de gelukkige eigenaar.

Thomas hield v a n spelletjes. Onder de lot- nummers bevinden zich een schaakbord, een d a m b o r d met schijven, een dominospel, een

verbouwde huizen rechts in de Heuvelstraat waren destijds een geheel. Thomas

van Dooren woonde hier van 1815 tot aan zijn dood in 1836. Foto ca. 1925 (coll.

Gemeentearchief Tilburg).

(16)

Twee broers van Thomas.

Links: Martinus Cornelus van Dooren (1756-1811).

Rechts: jan Baptist van Dooren (1758-1813) (coll.

Cemeentearchief Tilburg).

triktrakbord en een 'billard met toebehooren'.

H i j had ook een behoorlijke bibliotheek. Behal- ve vele pakken boeken vi'ordt ook een tachtig- tal titels van afzonderlijke boeken en seriewer- ken genoemd waaronder bijvoorbeeld een be- schrijving van A m s t e r d a m , de w e r k e n van Cats, 'Altaargeheimen' van Vondel, w o o r d e n - boeken, atlassen, 'Voorschriften o m de oogen te behandelen' en veel Franstalige werken, zo- als 'Fables de Lafontaine', 'Geographie de la France', ' A l m a n a c h de commerce', 'Descrip- tion de la ville de Paris', 'La vie de Peintres', 'Dictionnaire Historique de Feller', 'Histoire Naturelle de Buffon' en 140 delen van de'En- cyclopedie Methodique'. De totaal 831 l o t n u m - mers brengen ƒ 10.454 op.-''

V e i l i n g v a n de k u n s t v e r z a m e l i n g De verzameling v a n 62 schilderijen w o r d t op 30 m e i 1837 afzonderlijk geveild.-'" De speciaal voor deze veiling gedrukte catalogus is ver- krijgbaar bij drukkerij de W e d . J. van Gemert en zonen voor 15 cent. De opbrengst v a n de ca- talogus is bestemd voor de armen. De erfgena- m e n v a n Thomas mochten voor de schilderij- en ƒ 2213 ontvangen. L o t n u m m e r een is een bijzonder schilderij van L u d o l f Bakhuizen (1631-1708), gezicht vanaf het IJ op Amster- d a m met Schreierstoren, dat i n 1698 door de Nederlandse ambassadeur aan de Franse ko- n i n g L o d e w i j k X I V w e r d geschonken. Tijdens de Franse Revolutie is het i n het bezit van V a n Dooren gekomen. D i t schilderij w o r d t echter niet verkocht, evenmin die van A n t o i n e v a n Dijck (in het zwart geklede m a n en een tweede schilderij de doop v a n de H . Johannes), Jan Steen (twee v r o u w e n aan een tafel), Diégo Velasquez (Susanne met grijsaards en Daniël),

Carrache (de heilige Johannes i n de woestijn) en Theodoor van T u l d e n (Christus van het kruis genomen). Eigenlijk zijn er maar 26 v a n de overwegend religieus getinte 62 schilderij- en verkocht, waaronder overigens een P.P.

Rubens (een Bacchus op een ton) voor ƒ 186 aan de Amsterdamse kunsthandelaar Jan de Lelie. Een v a n de kopers is de pastoor van het Heike en latere aartsbisschop, Joannes Z w i j - sen. H i j koopt v a n Carena 'De Hemelvaart van M a r i a ' voor ƒ 15, van (of naar) Raphael D ' U r b i n 'Mozes verbrijzelt de Tafels der Wet' voor ƒ 7 en v a n Daniël de Volterre 'De afdoe- n i n g v a n het k r u i s ' voor ƒ 26. Wat er met de niet-verkochte schilderijen gebeurd is, k o n i k niet achterhalen. M i j n speurtocht naar de lot- gevallen v a n d i t kunstbezit en zijn vroegere ei- genaar gaat verder.

Noten

1. Geannoteerde bewerking van: Ronald Peeters, 'Thomas van Dooren (1754-1836). Koopman en kunstverzamelaar te Tilburg', in: Tilburg Magazine, jrg. 8, nr. 3, okt. 1997, p. 47-55.

De auteur heeft een uitvoerige biografie over Thomas van Dooren in voorbereiding.

2. Gemeentearchief Tilburg (GAT), Doopboek pastoor, 23 ja- nuari 1754.

3. G A T , Genealogisch kaartsysteem. Genealogische aanteke- ningen Van Dooren en Genealogische Databank G A T in Hazadata-Mega (met dank aan drs. G.J.W. Steijns); H . A . Muntjewerf, De spil waar alles om draaide. Opkomst, bloei en neergang van de Tilburgse famdie-onderneming Wolspinnerij Pieter van Dooren IS25-397,'5 (Tilburg, 1993), p. 111-112,128, 133-134, 282.

4. G A T , Notarieel archief inv. nr. 125, fol. 11 e.v., 6 februari 1800; Rechterlijk archief, inv. nr. 459, fol. 112 e.v., 19 mei 1800; Huizenregister Kerk en Heuvel, huis 30.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder commerciële waarde zou echter ook kunnen worden verstaan de waarde van het pensioen zoals de uitvoerder van het pensioen in eigen beheer dit in de jaarrekening moet opnemen

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Dit alles in aanmerking nemende, moesten wij weleens besluiten aan Drost het auteurschap toe te kennen, door het “ik en weet niet wat”, dat ten slotte bij alle schijnbare gelijkheid

Gemeentelijke leges op het gebied van kinderopvang zorgen niet alleen voor hoge kosten, die problemen geven voor de bedrijfsvoering.. Met de legesheffing wordt geen recht gedaan aan

Uithoorn - Slechts enkele diehard- supporters waren afgekomen op de ontmoeting tegen Buitenveldert. Daar de uitwedstrijd eindigde in een kansloze 3-0 nederlaag, waren de

42  D/2016/3241/278  www.inbo.be  Bijlage 4. Kenmerkende soorten voor matig voedselrijk grasland, 

Boeren, krijgen meer geld voor hun produkten, voedsel- subsidies, (die een te groot beslag op de overheids- ; inkomsten legden) zijn verminderd en ook ?J devaluatie van de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of