Vraag nr. 509
van 25 augustus 1998
van de heer BART VANDENDRIESSCHE
Tramlijn Sint-Pietersstation-Flanders Expo (Gent) – Trajectstudie
Er bestaan plannen om vanuit het Sint-Pieterssta- tion in Gent langs de Voskenslaan een dubbel tramspoor in eigen bedding aan te leggen naar Flanders Expo.
1. Een van de elementen in de methodologie voor de studie van de verschillende tracés is de inschatting van het potentieel. Uit de praktijk blijkt dat een aantal van de belangrijkste attrac- tiepolen (scholen, ziekenhuis) slechts werden gecontacteerd en bevraagd in verband met cij- fermateriaal nadat het tracé via de Voskenslaan- Maaltebruggestraat werd bepaald.
Is dit juist ? Zo ja, welke waarde moet dan nog aan deze methodologie worden toegekend ? 2. Werd voor de verschillende tracés, en in het bij-
zonder voor het tracé Voskenslaan-Maaltebrug- gestraat, een milieueffectrapport (MER) opge- steld, alsook een mobiliteitseffectrapport (MOBER) ?
3. Werd het tracé langs de Kortrijksesteenweg, zijnde een verlenging van de tramlijn richting Zwijnaarde, onderzocht ? Zo neen, waarom niet ?
4. In welk jaar werd het huidige wegdek in de Vos- kenslaan aangelegd en met welk budget ? 5. Wat is de kostprijs, exclusief de onteigeningen,
van het tracé Voskenslaan – Maaltebrugge- straat ?
6. Wat is de planning terzake ?
7. Tijdens de hoorzitting in Gent van 29 mei 1998, georganiseerd door De Lijn, bleken er zowel van omwonenden als van verschillende actoren (scholen, bedrijven, ziekenhuis) heel wat funda- mentele bezwaren te zijn. Een van de bezwaren is de uiterst gevaarlijke situatie voor de ingang van de scholencampus en het ziekenhuis Maria Middelares.
Welke bijkomende maatregelen worden gepland om ernstige ongevallen voor de ingang van voornoemde instellingen te voorkomen ? 8. Op welke manier wordt de geluidshinder voor
het ziekenhuis langs deze drukke weg in de plannen opgevangen ? Het ziekenhuis wordt nu beschermd door een groenscherm.
9. Is geluids- en trillingshinder voor medische apparaten veroorzaakt door dichtbij rijdende trams of bussen onderzocht ? Zo ja, wat waren de conclusies ?
10. Welke voordelen biedt een tramlijn in plaats van een buslijn naar Flanders Expo ?
11. Werd bij het concipiëren van het tracé rekening gehouden met de ontwikkelingen op Flanders Expo, meer bepaald de bestemming van de Pegoudlaan als autoweg klasse 1 ? Dit statuut van de Pegoudlaan belet immers het dwarsen van de laan door een tramrijtuig.
Antwoord
1. Alvorens het tracé werd bepaald, is voor alle mogelijke tracés nagegaan welke attractiepolen met ieder tracé konden worden bereikt. Bij het inschatten van het potentieel is vooreerst uitge- gaan van de NIS-cijfers (Nationaal Instituut voor de Statistiek) en van de gegevens uit het multimodaal model van Gent.
Om de bijkomende elementen te vinden die nodig waren voor deze studie, is er contact genomen met enkele publiekstrekkers. Zo werd onder meer informatie verkregen van de Uni- versiteit Gent (bv. kotstudenten, geplande ont- wikkelingen), het Technisch Instituut Don Bosco (aantal leerlingen, herkomst en verplaat- singswijze), het Atheneum Voskenslaan en de scholencampus BME/CTL (aantal leerlingen en herkomst) en het algemeen ziekenhuis Maria Middelares (aantal bedden en aantal bezoe- kers).
Uit deze studie is duidelijk gebleken dat het tracé Voskenslaan-Maaltebruggestraat het grootste potentieel heeft. Er is eveneens voor ieder mogelijk tracé een technische haalbaar- heidsstudie gemaakt (wegprofiel en de moge- lijkheid van een vrije trambaan).
2. Volgens de huidige wetgeving (besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998) is het niet nodig om voor dergelijke uitbreiding van de tramlijn een MER of een MOBER op te stellen.
3. Het tracé lans de Kortrijksesteenweg bedient de scholen van de Voskenslaan niet en is boven- dien langer, zodat het voor de exploitatie min-
der rendabel is.
4. Het wegdek in de Voskenslaan is een vijftal jaar geleden vernieuwd door de administratie Wegen en Verkeer (AWV) afdeling Wegen Oost-Vlaanderen.
5. Aangezien de studie nog moet aanvangen, kan er op dit ogenblik slechts een summiere raming worden gegeven, waarbij kan worden gesteld dat een nieuw dubbelspoor kan geraamd wor- den op 80 miljoen per km. Het ontworpen tracé is ongeveer 2,8 km. Hierbij dient nog de prijs voor de brug over de ringvaart te worden gevoegd, doch ook hier moet de studie nog worden gemaakt, zodat een juiste raming op dit ogenblik nog niet mogelijk is.
Een eerste summiere raming hiervoor bedraagt 80 miljoen.
6. Op dit ogenblik loopt de onderhandelingsproce- dure voor het aanwijzen van het studiebureau voor de studie van de tramlijn. Eind september zal de keuze ter goedkeuring aan de minister worden voorgelegd. Nadat de kredieten zijn vastgelegd, kan de studie aanvangen.
De studie zal worden uitgevoerd in de loop van 1999. De werken zullen worden aanbesteed eind 1999. De uitvoering zal vermoedelijk kunnen aanvangen in 2000.
7. In de loop van de studie zijn er verschillende inspraakmomenten gepland met alle betrokken actoren, waarbij de knelpunten zullen worden besproken en waarbij het studiebureau verschil- lende varianten voor deze knelpunten ter bespreking zal voorstellen.
8. Op basis van de huidige tracéplannen kan er op dit ogenblik worden gesteld dat het groen- scherm voor het ziekenhuis praktisch niet wordt aangetast.
9. In de studieopdracht is opgenomen dat het stu- diebureau de nodige geluids- en trillingsdem- pende maatregelen zal bestuderen en uitwerken op basis van de geldende normen terzake, waar- bij rekening wordt gehouden met de activiteit van de aanpalende eigendommen.
10. Een tramlijn biedt vele voordelen, zoals zeker voor de stadsbediening :
– een grotere capaciteit (250 plaatsen in de nieuwe trams),
– een vlotte doorstroming, – meer comfort voor de reizigers,
– een grotere dienstregelmaat, – meer veiligheid,
– minder emissie,
– de mogelijkheid om een noord-zuidas uit te bouwen.
11. Het tracé voor de tramlijn dat wordt bestu- deerd, heeft een keerlus op de terreinen van Flanders Expo voor de Pegoudlaan en kruist deze laan niet, zodat de Pegoudlaan zich onaf- hankelijk van de tramlijn kan ontwikkelen.
