Vraag nr. 187 van 16 juni 1998
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS Overeenkomst van Lomé IVbis – Ratificatie Op 4 maart 1998 keurde het Vlaams Parlement de Overeenkomst van Lomé IVbis goed, die op 4 november 1995 werd ondertekend. Op dat ogen- blik moesten van de lidstaten van de Europese Unie (EU), België, Frankrijk en Nederland de overeenkomst nog ratificeren. De overeenkomst was daardoor nog steeds niet in werking getreden.
Daarom was het nog niet mogelijk te beginnen met de vastlegging en de uitgave van de kredieten van het achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), wat het werk van directoraat-generaal (DG) VIII heeft bemoeilijkt en wat uiteraard ten nadele gaat van de ACS-landen.
Dit verzuim om de overeenkomst te ratificeren, heeft ook gevolgen voor Zuid-Afrika, dat daardoor niet in staat is geweest te profiteren van zijn gedeeltelijke toetreding tot de Overeenkomst van Lomé in april 1997. Dat betekent met name dat Zuid-Afrika tot nu toe niet als volwaardig lid heeft kunnen deelnemen in de ACS-EU-Raad van Ministers, de Paritaire Vergadering ACS-EU en het ACS-EU-Comité van Ambassadeurs. Ook hebben Zuid-Afrikaanse bedrijven niet kunnen meedingen naar aanbestedingen voor projecten in het kader van het EOF.
1. Wat is de stand van zaken in verband met de ratificatie van de Overeenkomst van Lomé IV bis ?
2. In hoeverre heeft de minister-president de andere laatkomende partijen tot spoed aange- maand ?
Antwoord
De Overeenkomst van Lomé IVbis werd door Bel- gië, als voorlaatste van de vijftien lidstaten van de EU, geratificeerd op 2 april 1998. Nederland sloot de rij af op 14 april 1998. Frankrijk bekrachtigde de overeenkomst op 27 februari 1998.
Deze overeenkomst is inmiddels in werking getre- den op 1 juni 1998.
Krachtens artikel 360, lid 1, van de herziene over- eenkomst treedt deze in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waar- op de akten van bekrachtiging van de lidstaten en
van ten minste tweederde van de ACS-staten, als- mede de akten van kennisgeving van het sluiten van de overeenkomsten door de Gemeenschap, zijn neergelegd.
Aangezien aan deze voorwaarden nu zowel door de ACS-staten als door de vijftien lidstaten was voldaan, heeft de Raad tijdens zijn zitting van 27 april 1998 het besluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot wijziging van de Vierde Over- eenkomst van Lomé aangenomen. De herziene overeenkomst trad derhalve in werking op 1 juni 1998.