Productschap Tuinbouw Louis Pasteurlaan 6 Postbus 280 2700 AG Zoetermeer www. tuinbouw.nl Telefoon 079 347 07 07 Fax 079 347 04 04 E mail info@tuinbouw.nl
NMa/DTe
Bedrijfsvoering en Informatiemanagement (B&I) Postbus 16326
2600 BH DEN HAAG
Behandel d door
Ir. P.W. Broekharst
Tel ef oonnummer
079 3470426
E- mai l
p.broekharst@tuinbouw.nl
Br i ef nummer
080221.006
Bi j l age( n)
Uw s c hr i j v en d. d.
102651
Zoet er meer d. d.
21 februari 2008
Betreft: 102651, flexibiliteitsmarktstudie
Geachte heer/mevrouw,
Reactie Productschap Tuinbouw en Land en Tuinbouworganisatie Nederland op het rapport Research into gas flexibility services
Hierdoor reageert het Productschap Tuinbouw (“PT”), gevestigd te Zoetermeer, mede namens Land en Tuinbouworganisatie Nederland (“LTO”), gevestigd te ’s Gravenhage, op het rapport van Frontier Economics Research into gas flexibility services van januari 2008. Dit ingevolge vraag 10 van de vragenlijst van de DTe naar aanleiding van dit rapport.
Kort gezegd stemmen PT en LTO in met de conclusies van Frontier Economics. Dit geldt met name ten aanzien van de constatering dat GasTerra een machtspositie inneemt op de markt voor L gas, alsmede op de (eventuele) gecombineerde L gas en H gasmarkt. Bovendien delen PT en LTO de visie van Frontier Economics dat GasTerra deze machtspositie naar alle waarschijnlijkheid ook in de toekomst zal
behouden.
Het belang van de Nederlandse glastuinbouwbedrijven bij het aanbod van flexibiliteitsdiensten De Nederlandse glastuinbouw neemt met ongeveer 7.000 bedrijven jaarlijks ruim 3,5 miljard m3 aardgas af. Dit is ongeveer 10% van het totale Nederlandse gasverbruik. Het betreft laagcalorisch gas (“L gas”) dat gebruikt wordt ter ondersteuning van de teelt (waaronder de verwarming van de kassen). Gaskosten vormen gemiddeld 15 tot 25% van de totale bedrijfskosten van een glastuinbouwbedrijf.
Gezien de gedeeltelijk onregelmatige en fluctuerende afname van gas zijn glastuinbouwbedrijven, overigens net als huishoudens, afhankelijk van het aanbod van goede flexibiliteitsdiensten op de markt voor laagcalorisch gas. Te beperkte flexibiliteitsdiensten of een te hoog tarief voor flexibiliteitsdiensten zien de glastuinbouwbedrijven direct vertaald in hogere bedrijfskosten. Dit tast de (internationale) concurrentiepositie van de glastuinbouwbedrijven aan. Een te hoog flexibiliteitstarief of een te beperkt aanbod van flexibiliteitsdiensten kan dan ook funest zijn voor vele Nederlandse glastuinbouwbedrijven.
Het is derhalve vanzelfsprekend dat PT en LTO grote belangstelling hebben voor de handel in gas en het aanbod van flexibiliteitsdiensten. De Nederlandse glastuinbouw is immers volledig afhankelijk van de
Bl adz i j de Zoet er meer d. d.
2 / 3 21 februari 2008
prijs van L gas. In tegenstelling tot concurrenten in de omliggende landen (België en Duitsland) hebben Nederlandse glastuinbouwbedrijven geen reële mogelijkheden om op olie of andere brandstoffen om te schakelen.
Hierna zullen PT en LTO in gaan op de voor hun relevante conclusies uit het rapport van Frontier Economics.
De handel in gas en het balanceringsregime
PT en LTO stemmen in met de analyse van Frontier Economics ten aanzien van de onvoldoende beschikbaarheid van conversiecapaciteit (onderdeel 2.2 van het rapport). Inderdaad is het ook de ervaring van PT en LTO dat er nauwelijks kwaliteitsconversiecapaciteit in Nederland vrij beschikbaar is.
Het gebrek aan kwaliteitsconversiecapaciteit maakt dat de beschikbaarheid van H gas, bijvoorbeeld via de TTF, voor de leden van PT en LTO slechts beperkte relevantie heeft. Of in de toekomst meer en voldoende conversiecapaciteit beschikbaar zal komen, is niet zeker. Ook is van belang de uitwerking en effectiviteit van de recente EZ voorstellen (Kamerbrief 18 februari) over de wijze van contracteren van conversiecapaciteit.
De overweging van Frontier Economics dat het grootste deel van het aanbod van L gas niet op de TTF belandt, onderschrijven PT en LTO (onderdeel 2.2 van het rapport). GasTerra is veel te weinig actief op de TTF.
De marktafbakening
PT en LTO delen de mening van Frontier Economics dat de flexibiliteitsmarkten voor H gas en L gas markt van elkaar onderscheiden dienen te worden (onderdeel 3.3.2 van het rapport).
Vanuit de vraagzijde bezien is H gas geen substituut voor L gas. De kosten voor afnemers van L gas om hun apparatuur te vervangen door apparatuur die geschikt is voor H gas zijn immers prohibitief hoog.
Zoals Frontier Economics terecht concludeert, is vanuit de aanbodzijde H gas evenmin een substituut voor L gas, gezien het gebrek aan conversiecapaciteit. Hierbij merken PT en LTO bovendien op dat de beschikbare kwaliteitsconversiecapaciteit langdurig door GasTerra is gecontracteerd van GTS.
PT en LTO zijn minder positief dan Frontier Economics over de verwachte ontwikkelingen met betrekking tot kwaliteitsconversiecapaciteit en toewijzingsregels (onderdeel 3.3.2). Recente
beleidsvoornemens van het Ministerie van Economische Zaken zijn nog weinig uitgewerkt en de effecten zijn daarom op voorhand moeilijk in te schatten.
PT en LTO stemmen – gezien de beperkte grensoverschrijdende capaciteit – in met de conclusies van Frontier Economics ten aanzien van het bestaan van een geografische markt die zich beperkt tot Nederland (onderdeel 3.3.3 van het rapport). Ook de Europese Commissie overwoog in haar eindrapport inzake het energie sectoronderzoek dat de aanbodmarkten voor gas niet groter zijn dan nationale markten.
De marktstructuur
Het rapport van Frontier Economics bevestigt tenslotte het standpunt van PT en LTO dat GasTerra op de Nederlandse markt voor L gas (en op de gecombineerde markt voor L gas en H gas) een onmiskenbare machtspositie inneemt. Tevens achten PT en LTO het significant dat de pivot analyse voor 2006 (onderdeel 4.3.1 van het rapport) aantoont dat de positie van GasTerra op de L gas markt daadwerkelijk sterker is dan de positie waarvan Frontier Economics is uitgegaan in haar rapport uit 2005. Het onderzoek van Frontier Economics toont hiermee eveneens aan dat het stellen van hardere eisen aan GasTerra
Bl adz i j de Zoet er meer d. d.
3 / 3 21 februari 2008
inzake de openheid met betrekking tot haar positie op de flexibiliteitsmarkt essentieel is voor een goed begrip van deze markt.
PT en LTO juichen beleidsmaatregelen die het gebruik van de TTF voor L gas bevorderen en die lange termijncontracten voor kwaliteitsconversiecapaciteit afschaffen toe. Zoals aangegeven moet het concrete effect echter nog worden afgewacht. PT en LTO zijn in dat verband bezorgd over het beperkte effect dat Frontier Economics van deze beleidsmaatregelen verwacht (onderdeel 4.5 van het rapport). PT en LTO dringen dan ook aan op het nemen van maatregelen die daadwerkelijk zorgen voor een toename van de concurrentie op de L gas markt.
Voor nadere vragen, kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met PT (P. Broekharst, 079 3470426) en LTO Nederland (R. van der Valk, 0105296763).
Hoogachtend,
Mede namens LTO Nederland,
ir. J.M. Gerritsen secretaris
Productschap Tuinbouw