• No results found

Arnold Meyer exit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Arnold Meyer exit "

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

W. H. Vliegen t

Willem Hubert Vliegen, die op Zondag 29 Juni 1947 op vier-en-tachtig- jarige leeftijd is overleden, kan gelden als een symbool van de arbeiders- klasse zelve, aan w·elker strijd en opgang hij zijn leven heeft gewijd.

Geboren - op 20 November 1862 te Gulpen - als zoon vart een schrijn- werker, wiens gezin vijf kinderen tellen ging - de moeder kwam reeds in 1867 te overlijden - bezocht hij de lagere school tot ongeveer zijn elfde jaar, waarna hij letterzettersjongmaatje werd. Dank zij zijn zeld- zame, aangeboren gaven, heeft hij zich een veel grotere kennis eigen gemaakt, dan menig gestudeerd man bezit, en heeft hij de S.D.A.P. en daardoor ons volk in even belangrijke als verantwoordelijke functies gediend.

Niet alleen zijn scherpe verstand, maar evenzeer het elementaire, krach- tige rechtsgevoel, dat hem bezielde, heeft hem gemaakt tot een der voornaamste voormannen der Nederlandse sociaal-democratie. Het· katholieke weekblad "De Linie", in een van waardering voor de afge- storvene getuigend stukje, schrijft, dat "het lezen van talrijke geschriften.

maar ook het zien van schrijnende sociale wantoestanden, de jonge typograaf naar de sociaal-democratie dreef". VermoedeLijk is de critische zin, die Vliegen op rijpere leeftijd typeerde, hem ook in zijn jeugd.

althans in zekere mate, eigen geweest. Hadden die opstandige gesch.rif- ten de toenmalige sociale werkelijkheid, met name in het industriële zuiden des lands, op een overdreven wijze voorgesteld, zij zouden waar- schijnlijk weinig invloed op de gedachtengang van de jongeling Vliegen hebben kunnen oefenen. Hij behoefde echter slechts in zijn naa·ste om-

(2)

geving rond te zien om de .juistheid van zijn literatuur te kunnen veri- fiëren en zijn hart tegen de gruwelijke uitbuiting en het mateloos onrecht, dat gepleegd werd, in opstand te voelen komen. Zo is Vliegen, uit de arbeidersklasse voortgekomen, door de rede geleid, door het gemoed voortgestuwd, mèt haar groot geworden.

In de drukkerij te Gulpen moest hij Duitse boeken zetten. '" en leerde Duits. Negentien jaar oud, ging hij zijn vak uitoefenen te Luik .... waar hij kennis van de Franse taal opdeed. Was hij daarbij niet sterk van geest geweest, hij had niet reeds enkele jaren later, schier als eenling, de propaganda voor de Nederlandse Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht te Maastricht ter hand kunnen nemen. Dat - men kan zeg- gen: tegen een wereld van vijanden in - de uitgav~ van het weekblad

"De Volkstribuun" van de Sociaal-Democratische Bond in dezelfde stad mogelijk werd, was zo niet uitsluitend dan toch in de eerste plaats aan zijn vurig ijveren te danken. Maar toen diezelfde bond op zijn c.ongres te Groningen in 1893 de politieke eJl parlementaire actie prijsgaf om, herdoopt in Socialistenbond, onder Domela Nieuwenhuis' leiding met volle zeilen het anarchistisch vaarwater in te stevenen, was het Vlie~ens

sterke zin voor de realiteit, welke hem al spoedig deed besluiten, aan deze organisatie de rug toe te keren en zich met mannen als Troelstra en Frank van der Goes op nieuwe vormgeving te bezinnen. Vliegen was het, die de, als het manifest der Twaalf Apostelen bekend geworden, circulaire opstelde, waarin geestverwanten werden opgeroepen tot de (alweer: door hèm gepresideerde) vergadering van 26 Augustus 1894 te Zwolle, waar de Sociaal-Democratische Arbeiders-Partij werd gesticht.

Hij' WalS het ook, die in belangrijke mate zijn stempel heeft gedru.1ct op die partij, welke niet alleen voor de politieke, maar evenzeer voor de ideële en culturele opbloei van de klasse der bezitlozen in ons land een factor is geweest, waarvan de betekenis niet kan worden overschat.

De revolutidnnairen van de oude Socialistenbond hebben een verbitterde strijd, met de laagste middelen, gevoerd tegen de man, die hun organi- satie verlaten en aan de oprichting van een nieuwe partij medegedaan bad. De S.D.A.P. stelde zich voor het eerst aan het publiek voor in de

"Cerucht geworden meeting in "Constantia" te Amsterdam op 1 October 1894. Vliegens tegenstanders maakten het p.em daar onmogelijk, zich te èoen ·verstaan; in zijn gedenkschriften vertelt Troelstra, Vliegen te hebben zien schreien. "De haat van de ongure individuen, die al gauw bet podium vulden, richtte zich vooral tegen Vliegen en Schaper. Het werd een gevecht van man tegen man, waarbij wij messen voor onze ogen zagen flikkereh."

In Vliegens boek "Die onze kracht ontwaken deed" heeft Henri Polak een scbets van Vliegen zelf geschreven - waaraan ik de hier vermelde biografische bijzonderheden ontleen - . Polak vertelt daarin van zijn bezoeken te Maastricht ~ waar Vliegen na de oprichting van de

~.D.A.P. bIed wonen - in verband met de stakingen van de arbeiaers iu Regout's fabrieken, in 1894 en 1895, van welke vooral de laatste van lange duur en· grote omvang was en een zeer verbitterd karakter droeg, een episode in de klassenstrijd, zoals Limburg nog nimmer had aan- schouwd. Daar woonde Vliegens gezin "in een van de kille, holle, vele ruurders herbel'"gende on-Nederlandse huizen, van de soort, als er in de 210

(3)

Belgische en Duitse industrie-gebieden talloze zijn, in een paar onge- zellige, uiterst sober gemeubileerde kamers, gespeend van alles, dat op comfort geÎijkt en daar verrichtte hij zijn journalistiek en ander werk - een milieu, waarmede thans geen enkele stedelijke arbeider genoegen zou nemen en zoals zelfs toen in het eigenlijke Holland onbekend was.

Doch het deerde Vliegen niet .... "

Zijn verblijf als ,dagbladcorrespondent te Parijs van 1899 tot 1901 is op zijn politieke denken van grote invloed geweest. Hij -leerde er Jaurès' gedachtenleven kennen eh raakte er van de grote waarde van sociale hervormingen voor de arbeidersklasse, op haar weg na:lr het socialisme, doordrongen. Dit heeft hem gemaakt tot waarschijnlijk de belangrijkste leider, in de S.D.A.P., van ,de revisionistische vleugel, met :welke de Marxistische .keer op keer slag leverde in een strijd, die, voorzover hij bijvoorbeeld het brandende vraagstuk van deelneming aan de. regering betrof, nu zijn principiële betekenis heeft verloren en waarvan men misschien veel Kwaads kan zeggen, maar die de harten bewoog, de gees- ten tot denken aanzette en in elk geval getuigde van een voor de poli- tieke zaak intéIis levende belangstelling, welker afwezigheid tegenwoor- dig· men moet betreuren.

Vliegen, in 1901 in Nederland teruggekeerd en te Amsterdam gevestigd, ontwikkelde van dat ogenblik af een veelzijdige, constructief gerichte werkkracht. Als "Volk"-redacteur, publicist en propagandist diende hij oe Partij, waarvan hij een reeks van jaren voorzitter is geweest. Nog eens had hij een wilde en lasterlijke bestrijding van syndicalisten en anarchisten te verduren, als lid van het Comité van Verweer bij de algemene staking van April 1903, die na de aanneming van Kuypers worgwetten snel ineenstortte. Afschuwelijk waren de vergaderingen in de b.eide Paasnachten van dat jaar in het gebouw van de Diamantbewer- kersbond te Amsterdam, waar Oudegeest en Vliegen tot mikpunt van de ongehoordste gemeenheden werden gemaakt. Polak vertelt, dat, toen de eerste der beide vergaderingen bij het krieken van de dag was ge- eindigd en de tierende bende het gebouw had verlaten, Vliegen in een stoel viel en, het hoofd op de tafel gebogen, in hevige snikken uit- barstte. "Ontstellend was het schouwspel, dat te zien gaf, welk een emotionele ziel er huisde in deze schijnbaar kalme, nuchtere en alle quasi-revolutionnaire romantiek schuwende mens."

Maar ook de heftigste bestrijdÎng deed niet af aan de groei der S.D.A.P., die zijn uitdrukking vond ook in de carrière van Vliegen, gekozen tot lid van de gemeenteraad der hoofdstad, van de Statel). van Noord- Holland en - in 1909 - van de Tweede Kamer. Zijn grootste gaven hadden betrekking op het gebied van de algemene politiek, waar strijd moest worden gevoerd voor het Algemeen Kiesrecht en voor sociale hervormingen als het Staatspensioen, doeleinden, alleszins geschikt om te spreken tot de verbeelding van een massa, die zich voegde achter de rode vaan der S.D.A.P. Het volkspetitionnement en de Rode Dinsdagen, indrukwekkend-massale betogingen voor Algemeen Kiesrecht, maakten de weg naar de bereiking van dit doel vrij en leidden in 1913 tot de aanbieding door dr. Bos, de leider der vrijzinnig~democraten, aan wie de Koningin de vorming van een kabinet uit de gehele linkerzijde had opgedragen, van drie portefeuilles aan de S.D.A.P. "Aanpakken!"

(4)

schreef Vliegen als kop boven een "Volk" -artikel, waarin hij zich onder de gegeven omstandigheden voor deelneming van de Partij aan de regering verklaarde. De S.D.A.P. wees het aanbod af; dr. Bos legde zijn opdracht neer; de Koningin verzocht hem, te onderzoeken, of een kabi- net, alleen uit vrijzinnigen bestaande, mogelijk was; de vrijzinnigen weigewen, het te vormen; de heer Cort van der Linden, van wie de sociaal-democraten niet veel goeds verwachtten, kreeg een opdracht tot vorming van een extra-parlementair kabinet. Ter wille van Algemeen Kiesrecht en Staatspensioen, de twee grote verkiezingseisen der S.D.A.P., bezochten Vliegen en SCihaper dr. Bos en stelden zij hem de vraag, of alsnog een vrijzinnig-sociaal~democratisch kabinet mogelijk was, indien de sociaal-democraten toch tot medewerkmg besloten. Dr.

Bos leek dat wel aannemelijk.

Na het congres' van Zwolle zette Cort zijn kabinetsformatie voort.

Troelstra was over de stap van Vliegen en Schaper lang niet te spreken en noemt di-t in zijn gedenkschriften een eigenmachtig ingrijpen in zijn leiding. Gaat men het gehele, ingewikkelde verloop van de portefeuîlle- kwestie van 1913 na, dan krijgt men de indruk, dat het Vliegen er niet om te doen was, de S.D.A.P. tot elke prijs in de regering te brengen en dat ook hij de Partij er liever-buiten hield, maar dat hij in geen geval Algemeen Kiesrecht en Staatspensioen gevaar wilde doen lopen. Is het Algemeen Kiesrecht een feit geworden, het Staatspensioen is, door- kruist door de sociale verzekering, nooit bevrédigend geregeld.

Drees' Noodvoorziening voor de ouden van dagen brengt een belangrijk soelaas, waaraan na het verstrijken van de geldingsduur geen eind zal kunnen worden gemaakt. Maar een definitieve regeling blijft nog steeds een vraagstuk.

Was 1913 voor ons land belangrijk, het jaar daarop, toen de eerste ,,,ereldoorlog uitbrak, kreeg ons volk "nog 'heel àndere zorgen. De over- ,\ eldiger marcheerde rakelings langs onze zuidgrens. Weer een typische dting van Vliegens gevoelsleven was zijn "Volk"-artikel, "Hollands positie" getiteld, in de Augustusdagen van 1914, waarin hij in zijn ver- cntwaardiging over de woordbreuk, door Duitsland tegenover België

"begaan, en in zijn liefde voor het aangevallen Frankrijk schreef: "De vraag kan opkomen, of een ingrijpen onzerzijds om de Frans-Belgische kansen te versterken, uit een oogpunt van zelfbehoud geen wijze polit,Jek

b." Troelstra schrijft in zijn gedenkschriften, dat men dit artikel eerder

van de hand van een Belg dan van die van een Nederlander zou hebben verwacht en ~at naar aanleiding daarvan hij op verzoek van het Partij- bestuur de politieke leiding van "Het Volk" tijdelijk aanvaardde. Er was een en ander voor nodig om de ontsteltenis en verontwaardiging, welke Vliegens impulsieve uiting in en buiten de Partij verwekte, te

~oen luwen. Men moet elke politiek beoordelen in het licht van haar tijd. De door Nederland van 1914 tot 1918 gevolgde neutraliteitspoli.tiek schiep de mogelijkheid, dat ons land buiten de oorlog zou kunnen blij- ven, en die mogelijkheid heeft zich toen, wonderlijkerwijs, verwerkelijkt.

Misschien zal het menigeen hebben verwonderd, dat Vliegen aan zo'n gevoelsopwelling gevolg gaf. Hem ontmoetende, moet men vaak de indruk hebben gekregen, te doen te hebben met een cerebraal mens, die ' zich in zijn openbare gedragingen door motieven van zakelijke bereke- 212

(5)

ning liet leiden. Ikzelf heb in de toch vrij veelvuldige aanrakingen, welke ik. in de uitoefening van mijn politiek-journalistieke werkzaamheden met hem heb gehad, nooit één eenvoudig-menselijk gesprek met hem mogen voeren. Hiennede wil ik overigens niet zeggen, dat eenvoudige menselijkheid hem vreemd was. Het tegendeel bleek mij uit een merk- waardig voorval in de Haagse gemeenteraad. Op een gegeven ogenblik raakte Vliegen als raadslid daar slaags met de anti-revolutionnaire wet- houder mr. S. de Vries Czn. De laatste zeide iets - ik weet niet meer, wat; het doet er ook niet toe - , naar aanleiding waarvan Vliegen, op dat ogenblik, zuiver politiek gesproken, z"eer ad rem, hem toesprak ongeveer als volgt: "Ligt het wel op de weg van de geachte wethouder, zulk een opmerking te maken? Hijzelf heeft als minister van Financiën geen succes gehad!" De gedachte, die zich daarbij op Vliegens gezicht weerspiegelde, was: "Ziezo, die zit!" Wat deed· toen de heer De Vries, dat uitermate scherpe sabeltje, vaak brutaal als de beul, wiens grapjes dikwijls een sterk sarcastische bijsmaak hadden en die zijn tegenstan- ders placht te overstelpen met bijtende spot? Zette hij al zijn wapens in werking om Vliegen te treffen? Niets daarvan. Hij reageerde op geheel onverwachte wijze. Want hij had een zwak voor Vliegen. En hij sprak ongeveer aldus: "Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij af: waarom heeft de heer Vliegen dit gezegd? Wij hebben in het College van Burge- meester en Wethouders van Amsterdam zo bijzonder aangenaam samen- gewerkt. Waarom heeft de heer Vliegen dit dan gezegd?" Blijkbaar wist de heer De Vries zelf drommels goed, dat zijn ministerschap maar zo-zo was geweest. Even onverwacht-menselijk als dit antwoord van mr. De Vries, was Vliegens reactie er op. Hij sloeg om als een blad aan een boom. En hij sprak ongeveer aldus: "Inderdaad, mijnheer de voor- zitter, de heer De Vries en ik hebben als wethouders in Amsterdam bijzonder goed samengewerkt. Het was beter geweest, als ik dit niet gezegd had. Ik had het niet moeten zeggen." Hier waren blijkbaar twee mensen, die, bij alle verschillen, welke hen scheidden, elkanders karakter en bekwaamheden hogelijk waardeerden en die elkaar als mens graag mochten lijden .. En geen van beiden schroomden zij, dit in een politiek debat te laten blijken.

Een merkwaardige rede, die ik Vliegen heb horen houden, heeft hij uitgesproken .... in de bezettingstijd. Niet in een geheime vergadering van minder dan twintig personen. Neen, in een Zondagochtend-bijeen- komst van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling - of een dergelijk college - in het Odéon-theater ·aan de Heregracht in Den Haag. De titel van de aangekondigde rede zal wel een beetje camouflerend zijn geweest. En wat hij zeide, was, in zekere zin, ook camouflage. Hij haal- de, geloof ik, herinneringen op aan de oude tijd van de Arbeiders- beweging. Maar de hoofdzaak waren niet die herinneringen. De hoofd- zaak was, dat daar aan een tafeltje een oud man zat te spreken, ver- grijsd in de strijd voor de Goede Zaak, voor een schare sociaal-demo- craten, die misschien de moed dreigden te verliezen onder de over- stelpende gebeurtenissen van de meest schokkende aard, mensen, die, als de deur van de zaal openging, schichtig omkeken, of er geen S.D. of dergelijke ploerten zouden binnenkomen om hen allen in te rekenen. De hoofdzaak was, dat terwijl de mond van die oude man over een grijs

(6)

verleden sprak, zijn ogen tot die mensen zeiden: "De tegenwoordige tijd is afschuwelijk, maar jullie moet de moed niet verliezen. Ik houd de moed er in. Dan moeten jullie het ook doen. Missohien duurt het nog een poos, maar wij worden weer vrij. Kop op!" Het gaf een ontroerende sensatie.

Hierboven maakte ik reeds gewag van Vliegens wethouderschap van Amsterdam. Dat is, dunkt mij, niet de meest succesvolle periode in zijn leven geweest. De indruk was, dat, door wat voor oorzaken dan ook, het wethouderswerk hem niet in de eerste plaats "lag". Ik herinner mij het volgende niet-onaardige grapje van Ankersmit, zelf een degelijk kenner van socialistische gemeentepolitiek: "Wibaut, die het beginsel van deelneming aan de bestuursverantwoordelijkheid heeft afgewezen, heeft het met zijn theorie verloren en met zijn practijk van die deel- neming schitterend gewonnen. Vliegen, die dat beginsel aanváarddé, heeft het met zijn theorie gewonnen, maar het met zijn practijk van die deelneming er minder goed afgebracht." Toen Vliegens lidmaatschap van de Kamer en zijn wethouderschap niet verenigbaar bleken en hij in September 1915 voor de keuze werd gesteld, besloot hij, het eerstge- noemde te offeren. Maar toen hij bij de algemene verkiezingen van 1922, voor de kieskring, waartoe zijn geboorteland, Limburg, behoort, weder- om tot Kamerlid werd gekozen, gaf hij, in Januari 1923, zijn wethouders- zetel prijs. Waarschijnlijk gevoelde hijzelf, dat zijn grootste kracht school in zijn werkzaamheid van algemeen politieke aard In de Kamer placht hij het woord te voeren over velerlei soort onderwerpen: het algemeen politieke vraagstuk, finanoiën, buitenl,andse zaken, sociale wetgeving, gemeentepolitiek, enzovoort. En op welk terrein hij zich ook bewoog, hij verscheen als man van gezag.

Figuur voor het nationale leven, dacht hij nochtans sterk internationaal.

Zijn blik reikte veel verder dan tot de 'nauwe landsgrenzen. Woonde hij reeds, als jongeman, in 1889, het Internationaal Socialistisch en Vak- verenigingscongres te Parijs bij, waar de jaarlijkse 1 Mei-viering werd

ingesteld, tientallen jaren is zijn internationaal ·georiënteerde geest werkzaam geweest door zijn deelneming aan congressen ·der Socialis- tische Internationale, van welker Executieve en Bureau hij deel uit- maakte.

Productief schrijver, heeft hij een massa brochures over actuele politieke onderwerpen het licht doen zien. Maar een waar monument heeft hij zich gesticht door zijp geschiedbeschrijving van de Socialistische Bewe- ging in ons land, "De Dageraad der Volksbevrijding" en het vervolg daarop, beginnende met de oprichting der S.D.A.P., "Die onze kracht ontwaken deed", de laatste titel ontleend aan een regel van Dirk Troel- stra's gedicht "Aan de strijders": .

J

214

Gij hebt het toverwoord gesproken"

Dat onze kracht ontwaken deed, Dat onze kluisters heeft verbroken En onze wapens heeft gesmeed.

"Verenigt u, 0, proletaren!"

Dat was het wachtwoord, dat ons riep, Dat uit onze ordeloze scharen

Een macht tot heil der mensheid schiep.

(7)

Wat doet het Kremlin?

/

Het zijn vooral twee gebeurlijkheden uit de afgelopen maand, die de aandacht van de kroniekschrijver trekken: de Russisch-communistische actie in Oost-Europa en het plan van staatssecretaris Marshall. Ze staan niet los van elkaar, op zijn minst genomen rijst achter beide op, de ietwat schimmige gestalte van de Truman-leer.

Wanneer men de zaak zo voorstelt, dat wat er in de maand Juni in het Oosten van Europa is g~beurd, eenvoudig een re~ctie is op de afkondi- ging van de Truman-leer, niets anders derhalve dan de Russische tegen- zet tegen de Amerikaanse· zet van 12 Maart - een voorstelling van zaken, welke in de linkse pers van de hele wereld, maar heus niet alleen daar is te vinden - dan vergeet men mijns inziens, dat aan het gebeuren van de laatste drie en een halve maand ook reeds het een en ander is voorafgegaan. Ik bedoel dit: de verkondiging van de Truman-doctrine kwam ook maar niet willekeurig uit de lucht vallen, zij was integendeel een heel duidelijke reactie op het vooruitschuiven en vooruitdringen van de Russische invloed in heel de wereld en zeer in. het bijzonder in het Zuidoosten en midden van ons werelddeel. Met andere woorden,. wij hebben hier te doen met twee schakels in een keten van gebeurtenissen, met een fase in een geheel, dat van na de oorlog dateert, waarin Russische druk en Amerikaanse tegendruk of wil men liever Ameri- kaanse druk en Russische tegendruk (de volgorde hiervan laat mij feitelijk even onverschillig als de vraag, wat er het eerst was: de kip of het ei) elkaar opvolgen.

Men kan ook onmogelijk beweren, dat het iets principieel nieuws is, wat er in verschillende landen van Oost-Europa in de afgelopen maand

In de loop van vele jaren heeft dit lied troost, hoop en kracht gebracht aan duizenden van de eenvoudige mensen, wier steun· en sympathie te allen tijde en onder !lUe omstandigheden een eerste voorwaarde blijven_ voor het welslagen· van èlke socialistische beweging. Vliegen zelg be- hoorde tot de eerste en voornaamste strijders, die het toverwoord tot die eenvoudigen hebben gesproken. Steeds heeft hij er voor geijverd, dat niet langer enige confe~ie hen gescheiden zou houden, die op maat- schappelijk gebied bij elkander behoren. Tegen het eind zijner dagen beeft hij met zijn instemming een partijvorming zien ontstaan, welke de mogelijkheid daartoe vergroot. Mogen zij, die· de plaatsen der heen- gegane strijders hebben ingenomen, het voorbeeld van Vliegen en de zijnen volgen en zich met een "Verenigt ui" richten tot de arbeiders en de andere eenvoudigen in het land, van welke godsdienstige of niet- godsdienstige levensovertuiging ook. Want dézen zijn het zout der Beweging. Indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal.gezouten

worden? A. J. LUIKINGA

(8)

is gebeurd. Nieuw is hoogstens de schaal, waarop en het tempo waarin de zaak zich heeft afgespeeld. Daarbij kan natuurlijk gedacht worden aan een onmiddellijk verband met de Truman-Ieer: met de toeneming van de intensiteit van de Amerikaanse (tegen)druk neemt ook die van de Russische druk toe. Het is echter ook mogelijk om de intensiteit van de Russische-communistische actie en in het bijzonder haar tempo uit iets heel anders te verklaren, n.l. uit de noodzaak om gereed te zijn, voordat met het ogenblik van de uitwisseling van de ratificaties der vredesverdragen met Finland, Hongarije, Roemenië en Bulgarije (Italië is in dit verband van secondair belang!) de tijd is gekomen om de Russische bezettingstroepen uit het Oosten en Zuidoosten van Europa terug te trekken, althans tot een minimum te verminderen.

In deze gedachtengang, welke het Russische qptreden in Oost-Europa niet zozeer uit wat er onmiddellijk aan voorafging, de Truman-Ieer, als wel uit wat er in de naaste toekomst op volgt poogt te verklaren, wil ik nog een stap verder gaan. Aan het eind van dit jaar valt de nieuwe samenkomst van de Grote Vier, waar de vredesverdragen "met Duitsland en Oostenrijk wederom aan de orde zullen komen. Welnu, het is deze Conferentie van Londen, welke de Russische machthebbers en hun werktuigen in Oost-Europa mijns inziens allereerst in het oog hebben gevat, toen zij tot hun actie hebben besloten. Het is dus een kwestie van het verstevigen van de stellingen van de Sowjet-Unie met het oog op die gebeurlijkheid in de toekomst. Voor zover de heren in het Kremlin hierbij naar het verleden hebben gezien, is dit niet zozeer geweest naar de verkondiging van de Truman-Ieer, waarvan de be- tekenis voorlopig nog zuiver theoretisch is en waarvan de uitwerking op het politieke denken en gebeuren van de dag in het ene zomin als in het andere kamp moet overschat worden, dan wel naar de practische ervaringen van de Conferentie van Moskou.

Ik heb al enige malen gesproken van een Russische actie in Oost-Europa.

Maar is daar wel sprake van? Laat ik deze vraag met een tegenvraag beantwoorden: is er wel iemand ter wereld, die gelooft, dat de omver- werping van de regering-Nagy in Hongarije, de arrestatie van de Bul- gaarse boerenleider Pletkof en de uitsluiting van 28 leden van zijn partij uit het parlement, dat de gevangenneming van meer dan duizend per- sonen in Roememë alleen in de eerste week van Juni, mogelijk zouden zijn geweest, wanneer de Russen hier niet de hand in hadden gehad?

In Hongarije hebben zij bovendien minstens één keer rechtstreeks in- gegrepen, toen zij n.l. op 25 Februari j.l. de algemene secretaris van de partij der kleine bezitters, Bela Kovacs, arresteerden. Tussen deze daad, waarvan de wettigheid op goede gronden betwist kan worden en dan ook onmiddellijk door Londen en Washington betwist is, en de val van Nagyen de zijnen is een rechtstreeks verband: het zijn de Russische autoriteiten, die Kovacs de bekentenissen hebben ontlokt, die zo com- promitterend heetten voor-de leiders van de partij der kleine bezitters.

Waarbij ik dan nog helemaal in het midden laat, of het bericht, dat in de Neue Züricher Zeitung van 17 Juni gestaan heeft en dat ontleend was aan het persagentschap Exchange, juist is, volgens hetwelk een speciale commissie van de Russische veiligheidsdienst onder leiding van , de specialist Reusemann op het ogenblik de hoofdsteden van Hongarije,

(9)

Roemenië, Bulgarije en Joegoslavië zou bezoeken om met de plaatselijke geheime politie aldaar in overleg te treden, hoe het best een eind te maken aan de kuiperijen en intrigues van de zijde der reactie. Het feit alleen, dat deze actie in Hongarije, Roemenië en Bulgarije zo keurig in de zelfde tijd plaats had, dat kort er na ook van communistische pressie in Oostenrijk sprake was, dat in Polen een zestal leden van de rechtervleugel van de socialistische partij, onder wie de oude leider Kazimierz Puzak, werden gevangen genomen en dat het in het parlement van dit land op 24 Juni weer eens tot een felle aanval op de Boerenpartij van Mikolajezyk gekomen is, wijst op een coördinerende kracht achter de schermen. En welke zou dit anders kunnen zijn dan Moskou? Vooral, wanneer wij dan nog moeten vastsfelIen, dat deze hele actie begeleid is door een trommelvuur van de Prawda en de New Times tegen de rechtse socialisten (bijna had ik geschreven: de sociaal-fascisten) van het Westen.

Hoezeer het Westen deze Russische actie in Oost-Europa. als tegen ziCh heeft beschouwd en hoeveel kwaad bloed zij gezet heeft, is misschien nog wel het duidelijkst gebleken bij het Lagerhuisbedat over de buiten- landse politiek van 19-20 Juni. Wel zelden heeft er daar zo'n een- stemmigheid geheerst bij de bevordering van de Russische politiek; de rede, waarmede Bevin het debat beëindigde en waarin hij een opvallend scherpe toon aansloeg en zich van, voor zijn doen de laatste tijd, krasse termen bediende, had de volle instemming van alle leden op de com- munisten en de "fellow-traveIler" Zilliacus na. Dus ook van de z.g.

,.rebellen", wier leider Crossman dit vlak hierop nog eens onderstreept in een radiorede, die terecht in en buiten Eugeland de aandacht heeft getrokken en waarin hij o.a. zeide: "Meer en meer wordt tegenwoordig de opvatting gedeeld, da.t de methode van Bevin voor de behandeling van de Russen de enig mogelijke is. Wij z.g. Labourrebellen, die in l\ovember j.J. op een gezonde politiek van het midden hebben aan- gedrongen en ons gekeerd hebben tegen deelneming zowel aan een communistische als aan een anti-communistische kruistocht, hebben gisteren (d.i. bij het debat in het Lagerhuis) onze mond gehouden.

Ik geloof, dat wij gevoeld hebben, dat onze politiek de enige verstandige politiek voor West-Europa is, maar wij beginnen in te zien, dat de gebeurtenissen het onmogelijk maken deze politiek door te voeren.

Krachten, die wij niet beheersen, verdelen de wereld in tweeën en ik voor mij ben er althans van overtuigd, dat Bevin even vastbesloten is als wij om dit te verhinderen, wanneer dit tenminste momenteel nog mogelijk is." 1)

Deze algemene afkeuring van de Russische actie in Oost-Europa door dc Britse regering en het gehele Lagerhuis (Attlee heeft in een toespraak voor de National Union of Mineworkers te Bamsly op 21 Juni hieraan nog het zijne toegevoegd) en de scherpe toon van diverse opmerkingen aan het adres van de Sowjetunie en haar handlangers waren des te 1) Er zijn van Crossman's rede verschillende lezingen in de pers ver- schenen; ik vertaal hier de tekst uit de Neue Züricher Zeitung van 20 Juni, de enige die ik bij het schrijven van deze beschouwing bij de hand heb.

(10)

opvallender, omdat dit debat plaats vond op het ogenblik, dat heel Engeland, ja de hele wereld in spanning zat te wachten op het antwoO'rd van Molotof op de uitnodiging, hem door Bevin en Bidault gedaan voor deelneming aan een eerste bespreking tussen hen drieën O'ver het plan- Marshall. In verschillende perscO'mmentaren op de rede van Bevin werd dan ook de conclusie getrokken, dat de Foreign Secretary of wel zich door zijn temperament had laten meeslepen of wel door de gebeurte- nissen in Oost-Europa en met name de nauwelijks meer in de vormen der diplomatieke hoffelijkheid geklede afwijzing, welke de ~ritse am- bassadeur in Moskou, Sir Maurice Pete'rson, zich door Molotof had .moeten laten geven, tot de overtuiging was gekomen, dat er .practisch gt.en kans bestO'nd op een gunstig antwoord van zijn Russische collega.

De eerste reactie van Russische zijde op de uitnodiging, zoals die in de Prawda te lezen viel, wás bovendien ook inderdaad weinig aanmoedigend en vertrouwj:!nwekkend: het officiële orgaan van de communistische partij wist het al weer niet verder te brengen dan tot een kwalificatie '\-an het plan-Marshall als de nieuwste vorm van dollar-imperialisme en dus als een verlengstuk van de Truman-Ieer. Een geluid, dat vervolgens in de communistische pers van heel de wereld - met voorzover ons bekend als enige merkwaardige uitzondering die van Italië - in een of andere vorm en variatie werd doorgegeven ..

Wanneer bij sommige dezer commentatoren de wens de vader der gedachte mocht zijn geweest - en ik ben ervan overtuigd, dat zulks het geval is geweest - dan zijn zij toch bedrogen uitgekO'men. Want MO'lO'tof heeft de uitnO'diging op 23 Juni wel degelijk aangenO'men en

"oorgesteld, O'm de cO'nferentie van de Drie vier dagen later in Parijs te. dO'en plaats vinden. Maar niet alleen deze sO'ort van commentatO'ren waren verrast, ook de Franse communistenleider Thorez was de kluts kwijt. Hij sprak tenminste O'p het cO'ngres van zijn partij, dat O'p 25 Juni (twee dagen dus na het aannemen van de uitnodigin'g doO'r Molotof) werd gehouden, nog O'ver het plan-Marshall als over "een valstrik door het Westen gezet". Een bewijs vO'or de zelfstandigheid van oO'rdeel en handelen van deze Franse communist? Dit had het kunnen zijn, wanneer dezelfde ThO'rez niet even later, toen MO'lotof, vergezeld van een staf van als ik het wel heb 90 man, inderdaad O'p het vliegveld Le Bourget was aangekO'men, zich gehaast had O'm te verklaren, dat zijn rede op dit punt verkeerd was weergegeven in de pers, ook, 0' toppunt van journalistieke slordigheid, in Thorez' eigen lijfblad, de Humanité!

.Met dit al breken nu diezelfde commentatoren in de wereldpers zich het hoofd O'ver de vraag, of MO'lotofs komst naar Parijs betekent, dat er een verandering is gekomen in de politiek van de Sowjetunie. De om- standigheid, dat die eventuele kentering wel heel plO'tseling vO'lgt op de Russische actie in Oost-Europa, welke er dreigend genoeg uitzag, doet hen natuurlijk ijverig speuren naar een verklaring-hiervoor. Zo wist een speciale correspondent van de Observer (22 Juni), een blad, dat toch werkelijk niet op sensatieverhalen uit is, te vertellen, dat MolotO'f over- werkt zou' zijn en zijn plaatsvervanger Wisjinsky ernstig ziek en bezig met een kuur in een Tsjechische badplaats (dit laatste is trO'uwens door de Neue Züricher Zeitung al in ander verband bevestigd!); aan deze feitelijke mededeling knoopte de correspondent de suggestie vast, dat 218

(11)

het niet de eerste keer zou zijn, dat ziekte de inleiding zou zijn tot een politieke ongenade. Verder berichtte hij, dat Stalin ip. de week aan het toestemmende Russische antwoord voorafgaande herhaaldelijk had ge- confereerd met Maisky, de vroegere ambassadeur te Londen en evenals zijn leermeester Litwinof een consequent voorstander van toenadering tot het Westen. Bovendien zou het Politbureau tot de ontdekking zijn gekomen, dat het slecht was voorgelicht - ook gij, Brutus! - , wat er o a. toe zou hebben geleid, dat het de oppositie van de re.hellen in de Labourpartij schromelijk zou hebben overschat. Met andere woorden, de correspondent van de Observer suggereerde hier niet meer of minder dan een folte face van de Russische politiek, gelijk te stellen met - zij het in precies tegenovergestelde zin - die van Maart 1939, toen Litwinof door Molotof werd vervangen.

Ik moet deze beschouwing uiteraard geheel voor rekening van de cor- respondent van de Observer laten; in hoeverre hij het bij het rechte eind heeft gehad, zal wellicht in de eerstkomende weken, respectievelijk maanden blijken. Eén ding is zeker: de machthebbers in Moskou zien zomin in hun binnenlandse als in hun buitenlandse politiek tegen plot- selinge zwenkingen op, dit heeft de geschiedenis van de laatste 25 jaar voldoende bewezen.

Voorlopig tast ik en met mij practisch de hele wereld, nog in het duister over de betekenis van Molotofs bezoek aan Parijs. De eerste stap op de weg, die uiteindelijk naar de economische eenwording van Europa kan leiden, is gezet, maar zolang wij niet weten, in welke geest de Russen die stap hebben gedaan, zijn wij nog niet zo heel veel verder. Trouwens, wat dat betreft is er helemaal geen reden om hei te roepen alsof wij al over de brug waren. Want van de denkbeelden van Bidault en van Bevin over deze materie weten wij, als het er op aankomt, niet zo heel veel meer dan van die van hun Russische collega. Bevin is tot dusver nog het meest positief geweest, maar ook hij heeft zich tot algemeenheden bepe"rkt. Eén ding dient er echter van de Engelse minister te worden zegd: hij is volkomen doordrongen van het feit, dat de tijd dringt, dat cr haast bij de zaak is. En hij heeft nadrukkelijk verklaard, dat hij geen traineren, geen obstructie zal dulden. Eerlijk gezegd, is dit een van de dingen, waar ik mij het meest over verheugd heb.

Tenslotte nog dit. Ik zie zoëven, dat wij van het standpunt van de Europese Drie nog maar heel weinig weten. Maar vergeten wij vooral niet, dat ook het plan-Marshall zelf nog één grote vaagheid is op dit ogeriblik en dat de uiteindelijke reactie van het Congres en van de publieke opinie in de Ver. Staten op dit plan, als het eenmaal meer concrete vormen aanneemt, eveneens nog twee grote onbekenden zijn.

Dr. C. D. J. BRANDT

(12)

BOEKBESPREKING

..

Stalin Onthuld

Naar aanleiding van: Trotzky:

Stalin, an appraisal of the man and his influence. Edited and translated from the Russian by Charles Malamuth. Harper and Brothers, Publishers, N ew York and London. 1946.

Trotzky (Leon !Bronstein is zijn eigenlijke naam) zat 20 Augustus 1940 aan zijn schrijftafel te werken, toen hem een manuscript gebracht werd. Hij keert zich weer naar zijn bureau om het in te zien, en geeft zo de brenger gelegenheid hem met een houweel het achterhoofd in te slaan. Als hij twee dagen later aan zijn wonden overlijdt, is dan einde- lijk een aanslag op hem gelukt. Er waren er vele beproefd, want Stalin is een fel hater, en Trotzky had na zijn verbanning in 1929 al het moge<

lijke gedaan om aan de wereld Stalin te tonen zoals hij hem zag.

Op het ogenblik van zijn vermoor- ding was Trotzky bezig het boek te

schrijven dat kort geleden, onvol- tooid, verschenen is.

Hij had de eerste zeven hoofdstuk<

ken, lopend tof de, Russische revolu-- tie van 1917, persklaar, en contro- leerde de Engelse vertaling van de eerste zes hoofdstukken. Van de rest waren allerlei gedeelten geschreven, soms slechts in ontwerp, alles in lange einden onder elkaar geplakt, verscheurd en met bloed bevlekt door de worsteling met de moorde- naar. De vertaler en bewerker heeft er zo goed mogelijk, met hulp van Trotzky's weduwe, een geheel van ge- maakt. Het boek was voor publica- tie gereed op het ogenblik van de Pearl Harbor-ramp. Men stelde de verschijning uit tot na de oorlog, om tijdens de wereldworsteling de ver-

houding tot Rusland niet te vergif- tigen. "

Want gif brengt het boek. Als Stalin erin bladert kan het hem gaan als de sultan uit het oude Oosterse verlIaal: Een arts redt hem het leven en hij óverlaadt hem uit dankbaar-

heid met eerbewijzen. De vizieren vrezen çle invloed van de redder, en slagen erin deze bij de sultan zó verdacht te maken dat hij besluit de arts te laten onthoofden. 'Deze geeft de sultan een boek en vraagt hem straks aan het af.gdhouwen hoofd, op een schaal geplaatst, de vragen te stellen die hij in het boek zal vinden. Als de sultan, om de bla- den te kunnen omslaan, zijn vingers

met zijln tong bevochtigt, valt hij stervend van zijn troon: de bladen waren vergiftigd.

Dat zijn ook die van Trotzky's boek.

Op meer dan een plaats worden de geruchten herhaald, telkens op' duikend en aldus niet zonder bete- kenis, dat Stalin in de eerste jaren van zijn revolutionnair bestaan kame<

raden aan de politie verraadt - om- dat ze hem in de weg staan.

Het valt moeilijk aan Trotzky's waarachtigheid te twijfelen. Met de zorgvuldigheid van de geschied.

schrijver weegt hij verklaringen en getuigenissen tegen elkaar af. Komen zij van de kant van Stalins vijanden dan wijst hij ze af, indien zij niet elders bevestiging vinden of, gegeven de omstandigheden, met de waar- schijnlijkheid strijden. Zijn boek is geschreven in een koele, dikwijls haast onpersoonlijke stijl, die slechts nu en dan even aangloeit. En zijn beeld van Stalin is immers vóór hem al door anderen, juist zó getekend. Ik denk vooral aan Stalins Franse biograaf, Boris Souvarine, die in zijn "Stalin en het Bolsjewisme" ,(door Du Perron in

(13)

het Nederlands vertaald) geen ander portret geeft dan Trotzky. - Deze noemt hem dan ook het best gedocumenteerd, tegenover Barbusse, die, zegt Trotzky, op Kremlin-dictaat schrijft.

Dat Stalin een overtuigd revoluti- onnair is ontkent ook Trotzky niet.

Hoevele malen wordt hij niet, vóór de grote Russische revolutie van 1917, verbannen. Maar zijn opstandige geest is de geest van de man die het tsarisme haat en de bourgeoisie - de laatste vooral - , van de man wiens jeugd in armoe en ellende verloopt:

daar ginds, in 'het (in die jaren, het laatste kwartaal van de negentiende eeuw) nog zo aohterlijke Georgië, in de Kaukasus. Zijn vader, sohoenlap- per, is een dronkaard. "Dronken als een schoenmaker", luidt een Russisch spreekwoord. Zijn moeder, die hem later zal vereren, haar Sosi, bijna slavin, als alle vrouwen daar, gesla- gen door haar man, brood en onder- dak verdienend voor het kleine ge- zin. Op school, op het seminarie (hij zal voor priester van de Russische, orthodoxe kerk worden opgeleid) komen zijn eigenschappen al bloot:

schrander, zonder diepte en zonder behoefte aan cultuur, hard en zonder medegevoel, niet duldend dat een van zijn makkers zich boven, of zelfs maar naast hem stelt, vol wrevel als hij achter gezet wordt, opstandig tegen tyrannie van zijn meerderen.

De eenzaamheid zoekend, zonder sympathie voor anderen, zelfs voor de onderdrukten. Als hij van het seminarie is weggestuurd (of wegge- gaan, gelijk zijn moeder verzekert - het blijft onuitgemaakt) mengt hij zich in de arbeidersbeweging. Met de olie-ontginrring in Bakoe begint daar in het verre zuiden, beneden de Kau- kasus, zich een omvangrijke industrie te vormen. Maar Stalin, die zich in die dagen Koba gaat noemen (men weet dat zijn eigenlijke naam Dzoe- gasjvili is (blijft toch 'op de achter' grond, en komt er meest met vrij lichte verbanningen af. Zelfs zij die hem in die tijd goed gezind zijn, als Iremasgvili, merken op dat Koba

geen idealen heeft,. slechts macht zoekt. En die macht tracht hij van binnen uit te verwerven, door wat men later de partij machine is gaan noemen. Hij is geen redenaar, mist in een volksvergadering alle contact, en heeft niets in zich waaruit hij kan putten om geestelijk voedsel aan de menigte te bieden. Dat gemis schrijft hem zijn handelen voor. Als er in de partij strijd ontstaat over een vraag of het volk, laat het zijn de industrie-arbeider, de proletariër van het Marxisme, de revolutie moet maken en hare doeleinden verwerke- lijken, dan wel een afgesloten, mis- schien geheime groep van leiders, dan kiest ' Stalin VOOr het laatste.

Want hij minacht het volk, voelt er ziCh niet één mee, en zal er naar streven zelf in die afgesloten, leiden- de groep, in die partij-machine, een plaats, later de heersend~ positie, te krijgen. In de grote, mislukte Russi.

sche revolutie van 1905 wordt Koba nauwelijks opgemerkt. "Een plebeï- sche democraat, een provinciaal en ervaringsman" noemt Trotzky hem minachtend en kwaadaardig, hij zelf man van cultuur immers, van mee.

slepende welsprekendheid, idealist - schoon dan geen groot politicus.

"Koba", zegt hij elders, "sprak Frans noch Duits.... Hij zoekt niet het open strijdperk, zoals de sprekers en journalisten, van het Mensjewisme, omdat het open strijdperk meer zijn zwakke dan zijn sterke eigenschappen blootstelde. Hij had boven alles een centrale machine nodig, en onder de reactie na de revolutie van 1905 kon die maohine alleen maar illegaal zijn." En Veresjak, die een tijd met Koba in de gevangenis had doorge- bracht, schrijft: "Koba was een uiterst eenzijdige persoonlijkheid. Hij had geen algemene beginselen en geen behoorlijke schoolopleiding.

Door zijn natuur zelf was hij altijd een man van geringe cultuur, een grove persoonlijkheid geweest." Het was er dikwijls een gespannen toe- stand in de wonderlijke, wanórdelijke Russische gevangenissen, maar, zegt Veresjak, "anders dan de meeste

(14)

andere polit!ieke gevangenen, sliep Koba een gezonde slaap of studeer- de kalm Esperanto, menende, dat Es.

peranto de internationale taal van de toekomst zou worden."

Anders ook dan zijn politIeke mede.gevangenen, die zich altijd af- gescheiden hielden van de eigenlijke misdadigers, zocht Koba deze op, mengde zich onder hen. Daar was hij altijd de eerste. In de politie.rappor.

ten, later gepubliceerd, wordt Koba' grof. onbeschaamd, zonder eerbied voor meerderen genoemd. "gebrek aan eerbied - zegt Trotz'ky - hadden alle revolutionnairen gemeen. Grof.

heid was Stalins individuele trek."

Grof. brutaal, wreed - dat zijn de karaktertrekken die telkens gezien worden, ook door wie niet in het kamp van Stalins vijanden hoorde.

In de periode tussen de twee revo.

luties, die van 1905 en die van 1917, nestelt Stalin - zoals hij zich nu later gaat noemen - zich in de par.

tijmachine. Eigen denkbeelden heeft hij nauwelijks, maar - allen zijn het daarover eens, - ,hij is een voortref- felijk organisator, een goed uitvoer- der ook van opdrachten, offerend wie geofferd moet worden, liquide- rend, wat moet worden geliquideerd.

Eerst laat komt hij met Lenin, de ziel van het bolsjewisme en later van de revolutie, in aanraking. Lenin vertrouwt hem niet steeds, maar vindt hem bruikbaar. En Stalin loopt achter hem aan, altijd of bijna altijd zijn zijde kiezend, van mening veranderend, als Lenin van mening verandèrt. Zelfs als in 1917 de grote revolutie slaagt, is Stalins toekomst nog geheel onzeker. Lenin heeft de leiding en blijft die behouden tot zijn dood, in 1924. Op zijn sterfbed over.

weegt hij nog Stalin te elimineren.

Maar in de strijd om Lenins erfenis blijkt deze, altijd verborgen in de partijmadhine, sterker dan zijn te.

genstanders. De gevaarlijksten Trotzky is natuurlijk onder hen, aan het hoofd ervan - verbant hij. En zo begint het langzame proces van

"zuivering", met het wapen van de geheime politie, beter georganiseerd

222

en geheimer dan ooit de tsaristische was, zuivering door verbanning, zui.

vering door moord, zuivering door de beruchte processen van 1936 en 1937 en de massa.moorden en ver- banningen die daarop volgden. Al wat Stalin in de weg stond of zou kunnen staan, al wat hem zelfs zou kunnen -overschaduwen, moest politiek machteloos gemaakt worden. Kwa.

men er voor Stalin gevaarlijke stro.

mingen in de partij, bij honderddui.

zenden gooide men de leden eruit.

En, J;Ilen vergete niet, de-leden, dat waren bijna allen zij, die ambten en baantjes in de staat bezetten, want staat en partij waren één. Uitgeput door de burgeroorlog na de revolutie van 1917, en millioenen, tientallen millioenen, tot aan de hongerdood ge.

bracht door de volkomen economi.

sche ontreddering - een gevolg mede van de wilde revolutionnaire maat.

regelen - leefde naast of liever onder de partij· dat enorme llussische volk., door de schrijver Maxim Gorki, zelf communist, gekarakteriseerd als een groot slap lichaam, zonder enige politieke opvoeding, bijna ontoegan.

kelijk voor ideeën die de wilshande.

lingen zouden kunnen veredelen, af.

gestompt door de levensomstandig.

heden, met een bijna weerzinwekken.

de lijdzaamheid, maar op zijn manier slim, het volk dat de revolutie moge.

lijk maakte omdat het de grond wilde verdelen en van het oorlogsfront deserteerde. Dat volk moest Stalins oppermachtige partijmachine wel ge.

laten ondergaan. Ook de processen, die de hele wereld hebben verbaasd en sprakeloos gelaten., Troltzky spreekt van Stalins vijf jaren., zelfs tienjaren- plan van wraak. En geeft, tegenover de titelpagina van zijn boek, het fotografische tableau van de 31 leden van het Centrale bolsjewistische Comité van 1917 - waarvan, zegt het onderschrift, er nu nog maar twee over zijn, Stalin en Alexllndra Kollon.

tai. Allen die mede de revolutie had.

den gemaakt, zelfs zij die zich onvoor.

waardelijk aan Stalin hadden onder.

worpen, zij werden vervolgd en ver.

oordeeld, in het geheim of in het

(15)

publiek. Bewijs voor hun schuld?

KoestIer 'heeft in zijn bekende roman (als men zijn boek zo noemen kan) -, "Darkness -at noon", beproefd de wonderlijke en onwaarschijnlijke zelf- besclhuldiging te verklaren. Het be- kende Amerikaanse tijdschrift "Fo- reign Áffairs" bracht in de jaargang 1937-1938 een lltudie van Max Radin

"The Moscow trials. A legal view", waarin de schrijver tot de slotsom komt dat men zonder de kennis van wat er aan de openbare zitting is voorafgegaan niet tot een bevredigen- de' verklaring kan komen. Vult Koestlers boek de leemte?

Trotzky twijfelt niet. De Russische revolutie is in haar tegendeel ver- keerd: Zij zou het tsarisme beëindi- gen en bracht een nieuw tsarisme. Zij zou vrijheid van spreken, van schrij- ven vestigen, en bracht strenger cen- suur dan Rusland ooit tevoren had gekend. Zij zou alle oligarchie ver- nietigen en schiep een oligarohie brutaler dan welke andere ook. In één woord: zij had de democratie beloofd en baarde geen enkele van haar attributen. Als hoofdschuldige voor dat alles ziet Trotzky Stalin, die, toen eenmaal het oude regiem vernield was, slechts één ding heeft gezocht: zich zelf en zijn macht.

Moeten wij Trotzky's oordeel aan- vaarden? We hebben 'het omvang- rijke "Soviet Russia" van de Webbs gelezen, maar de Webbs. zijn bewon- deraars van liet staatssocialisme, en van de dictatuur ook. We kennen natuurlijk. het blijmoedige boek van Roosevelts vriend, Joseph Davies, die van 1936 tot 1938 ambassadeur van de Verenigde Staten in Moscou was ("Mission to Moscow"), maar Davies ziet de zonzijde der dingen in het Rusland van die dagen, verheugd, goed kapitalist als hij is, dat hij tel- kens kan vaststellen hoe de Sowjet kapitalistische methoden moet invoe- ren. Maar misleidender dan dat is het samenstel van leugens en 'Vervalsin- gen dat ons van Sowjetzijde wordt voorgezet. Trotzky vermeldt er ver- scheidene: Abel Yenukidze, die lange jaren secretaris was van het Centrale

uitvoerende comité van de Sowjet- Unie, werd in 1935 gedwongen zijn Herinneringen van 1923 te herzien, om Stalin de leidende rol in de Kaukasus toe te delen - wat hem niet zijn lot deed ontgaan. Stalin beroemt zich op vroege correspondentie met Lenin - correspondentie, die nooit het licht heeft gezien. Om voor StaHn een ge- heel nieuw vèrleden te scheppen werd na 1934 het Stalin-instituut opgericht.

Oude documenten werden nieuw ge- schreven.

"Nimmer werden onder het hemel- gewelf op zo grote schaal verval- singen 'uitgevonden" zegt Trotzky.

Onder leiding van Molotow, Vorosji- lov, Zdanov en Stalin verscheen kort geleden, na Tr,otzky's dood dus, het tweede deel van de Geschiedenis van de burgeroorlog in de U.S.S.R. Een officieel Russische uitgaaf natuurlijk - die niettemin wemelt van brutale leugens: Vijftien jaar geleden hield Stalin een rede, sedert officieel gepu- bliceerd, waar.in hij Trotzky de orga- nisator van de opstand van 1917 noemt en verzekert, dat de partij het meest verschuldigd is aan kameraad Trotzky. Maar in de nu verschenen officiële geschiedenis wordt geschre- ven, dat Stalin aan het hoofd van het Partij-centrum stond, dat de op- stand leidde. Twee leugens in één zin, want het Partij-centrum had niet de leiding van de opstand. En onder de zeven andere meest vooraan- staande figuren die de revolutie van 1917 voorbereidden, worden Trotzky en zijn helpers in de officiële ge- schiedenis niet genoemd! Maar de leugen-climax wordt bereikt in de ge- kleurde prent in het officiële boek, een reproductie van eeQ. (enige tijd geleden vervaardigd) schilderij, waar- op het militaire revolutionnaire comi- té van Petrograd wordt afgebeeld:

Trotzky, die er de schepper en be- zieler van was, ontbreekt daarop, en Stalin, die er nooit toe behoorde, neemt zijn plaats in.

Wat onthoudt de Sowjet-Unie ons aan betrouwbare inlichting omtrent de toekomst? De Kadt wijst in dit

223

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) De ene boom van deze twee diende dus tot de vorming van de menselijke geest, door oefening in gehoorzaamheid aan het Woord van God; de mens moest door deze tot een kennis komen

&#34;Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?&#34; vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: &#34;Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

&#34;Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren&#34;, verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

&#34;De meeste mensen hebben liever dat hun leven niet nodeloos lang gerekt wordt, omdat de kwaliteit daarbij verloren gaat.&#34; Maar de vraag over het nut van behandelingen

&#34;Patiënten mogen niet wakker liggen van de prijs, ouderen mogen niet bang zijn geen medicatie meer te krijgen. Als een medicijn geen zin meer heeft, moet je het gewoon niet

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van

     Is mede ondertekend door zijn echtgenote en zoon. Kerssies heet Erik van zijn voornaam en niet Johan..  4) Piet Smits is van de HBD en niet van de

Men kan niet beweren dat die honderden huizen in aanbouw in Beuningen en Ewijk nodig zijn om aan de behoefte van deze twee kernen te voldoen.. In die twee kernen is er geen