• No results found

De rechtsstaat blijve ons hoogste goed

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De rechtsstaat blijve ons hoogste goed "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID IN DEMOCIATIE

Zatwdag 21 Oct. 1950 1'4o. 131

MOMENT-OPNAMEN UIT LAKE-SUCCESS

pag. 5

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Gedachten over Straatsburg

Enige inleidende opmerkingen.

Nodig "ijn organen van de Europese gemeenschap;

V:m de weinige dagen, die de bewindsman van buitenlandse zaken in ons land ver~

toeft. heeft de Tweede Kamer gebruik ge~

maakt om met hem van gedachten te wisse~

len over de Raad van Europa te Straatsburg en over hetgeen daar tot dusverre is bereikt.

In ons blad van volgende week zal onze par~

lementaire redacteur uitvoerig over deze ge~

dachtenwisseling tussen minister Stikker en het parlement schrijven, maar wij willen dit~

maal daartoe toch enkele inleidende opmer~

kingen makèn. Wij doen dit, omdat naar on~

ze mening toch nog te weinig aandacht wordt geschonken aan hetgeen te Straatsburg wordt gedaan. Hetgeen wij betreuren, want het is

on~e vaste overtuiging, dat de ontwikkeling der or.ganen van de Raad van Europa de stu~

wende kracht der publieke opinie van node heeft. En tevens zal duidelijk moeten zijn, daf de Europese eenheid nimmer kan worden bereikt indien wij niet b.ereid zijn de nodige offers te brengen. De eenheid van Europa is niet alleen. een schoon ideaal. Zij zal in bepaalde gevallen vrageri. dat eèn natiepale geineenschap offers brengt terwille van het gl'otere . gelieel. Oe. Et~-ro.pese integratie op

e.c~ilomiséh gebied bijvoorbeeld zal voor som;.

ttiigé bedrij(sfákkeh ernstige terugslagen· kun,- nen hebben. Men zal deze offers te beter kun~

nen brengen naarmate men van de noodzaak der Europese eenheid te meer overtuigd is.

0 m aan. de noodzaak van de Europese eenheid te kunnen geloven is niet zo heel moeilijk, wanneer men maar de ontwik~

keling in de samenleving objectief volgt. Dàn immers ziet men, dat allerlei taken, die · in het verleden op nationale basis konden wor~

den verricht, thans op internationaal niveau wo.rderi geregeld. Mèri denke in dit vérband aan één van de meest ingrijpende zaken: de defensie. Men mag toch veilig stellen, dat ten aanzien van de defensie beslissingen worden genomen van enorme draagwijdte en wie het parlementaire werk met aandacht heèft gevolgd, zal niet anders kunnen doen dan vaststellen, dat ons parlement daarop toch maar bitter weinig invloed heeft behou ..

den. Honderden millioenen worden aan de ..

fensie uitgegeven, wat geweldige consequen ..

ties met zich brengt voor de financiële toe..- stand van het land, maar ook voor de econo ..

mische en sociale positie van de bevolking.

En hierop heeft het parlement formeel nog wel invloed, maar in de praktijk komt daar toch niet veel van terecht. Er rest meestal geen andere mogelijkheid dan te accepteren wat elders overeengekomen is.

Hier doekjes om te winden is dwaasheid.

Daar zou men de democratie waarlijk geen dienst mee bewijzen. Want voor ons is het vaststaande, dat het allerwege gesignaleerde gemis aan belangstelling in ,.de politiek" ge..- volg is van het gevoel van machteloosheid, dat de gewone burger heeft bekropen. Deze is van oordeel dat zijn inzicht er uiteindelijk niets toe doet, omdat elders wordt uitgemaakt wat Nederland moet doen of nalaten, en wel..- ke offers moeten worden gebracht.

Wij willen geen grote woorden gebrui~

ken; maar durven toch wel spreken van een ernstig verminderd vertrouwen in de demo"' cratie. En dat is heel ernstig, want wij mogen

ons dan al enorme offers willen getroosten om een defensie op te bouwen, die onze vrij~

heden en de democratie kan beschermen, het zou toch wel uitermate triest zijn als ander~

zijds bij de eigen bevolking het geloof in de democratie steeds verder zou verminderen.

::: * :::

Wat ten aanzien van de defensie geldt, kan van vele andere terreinen worden gezegd.

En wat is dan het kernpunt van deze aan~

gelegenheid? Dat wij internationaal de orga~

nen moeten scheppen, die de taken verrich~

ten, die als vanzelf naar het internationale vlak zijn gedrongen.

Zijn er dan niet zulke organen, zo zal men vragen. Wij lezen toch dagelijks van intèrna~

tienale comité's, die veelvuldig bijeen komen en waarin de grote vragen worden besproken.

Dat is juist, maar die organen zijn niet organen van de internationale gemeenschap, die ·oordelen van het' gezichtspunt van de hogere gemeenschap uit. In die internationale organen zitten ministers van allerlei staten, die de kwesties niet beoordelen van de Euro~

pese gezichtshoek uitbijvoorbeeld, maar deze ministers bez.ien de zaken van hun eigen na~

donale standpunt uit. En claUs Ç)llVoldoende.

Wij zijn met het creëren van de internà~

t!onale machinerie ten achter bij de ontwik ...

k~ling die zich aan ons heèft opgedrongen.

Talrijke vraagstukken bijvoorbeeld ûjn Euro~

pese vraagstukken geworcien, maar zij wor..- den nog steeds opgelost van de nationale ge..- zichtshoek uit. Wij moeten jui13t zover zijn, dat in plaats van een beoordeling .van het Engelse, Franse of .andere nationale belang uit,· de zaken worden bezien van het oogpunt van het Europese belang uit. Nu dit niet ge~

beurt, zitten wij in een ernstige impasse.

0

De defensie kan hier weer tot voorbeeld dienen. Voorwaar, er is geen klagen aan internationale organisaties op dit punt.

Maar hebben wij juist ook niet sterk de· in~

druk, dat men daarmede zo weinig opschiet, omdat de leden van die organisaties alle voor~

gestelde maatregelen toetsen aan de belan~

gen van hun eigen nationale gemeenschap?

En zo komt men er niet, want de belangen der onderscheidene nationale gemeenschap~

pen blijken lang niet altijd ·parallel te lopen en dan gebeurt er na veel debatteren toch niet veel. Wanneer het de Europese defensie he~

treft, dan moet het een Europees orgaan zijn dat daarover beslist.

Deze zomer is dit vraagstuk te Straatsburg aan de orde geweest. Merkwaardig is, dat bij de opstellen van het statuut van de Raad van Europa juist voorop gesteld werd, dat de Raad van Europa maar niet over de de~

fensie moest spreken! Dat dit in de zitting van deze zomer toch gebeurde ,_ en de defensie daar nog wel een hoofdpunt werd! ,_ is er wel een bewijs van, dat het leven niet met papieren voorschriften te regelen is .. De Raad van Europa heeft dus uitvoerig over de defen~

sie gesproken en uit de discussiën resulteerde een motie, waarin de grote staatsman Chur~

chill voorstelde te komen tot ,.één Europees leger, onder het gezag van eén Europees Mi~

nister voor de Defensie, onderworpen aan een democratische Europese controle".

"' * *

Dit is uitermate verregaand. Immers, wan•

neer wij daartoe zouden komen, zof niet meer Nederland zelf beslissen over cW

defensie. En zijn wij nu bereid onze souverei- niteit in deze over te dragen?

Naar onze mening mog.en wij dan al for ..

meel onze souvereiniteit hebben behouden, in de praktijk zijn wij de zeggenschap al voor een zeer belangrijk deel kwijt. En dan, wij zijn dat brok souvereiniteit kwijt zonder er el~

ders compensatie voor te hebben gekregen.

En nog anders: momenteel wordt over de defensie beslist in lichamen waarin de na- tionale belangen een hartig woordje mede..- spreken. En in zulke lichamen trekken uiter~

aard de grootsten aan het langste eind.

Wij zien dan in het bereiken van een Eu~

ropees leger onder een Europees gezag het grote voordeel. dat de zaken van Europese gezichtshoek uit bekeken worden. Dan zijn wij verder dan op het ogenblik, want dan zal de ·voortgang niet langer meer zo ernstig belemmerd zijn door onderlinge discussiën met nationale belangen ten grondsiag.

Daarbij komt: als de defensie aan een Eu~

ropees gezagslichaam is overgedragen, dan nioet dat met zich brengen, dat binnen korte tijd andere sectoren (men denke aan de eco~

nömische en de financiële) ook op Europese basis worden behartigd. Zo zou dus de groei na_ar een waarlijke Europese eenheid met een Europees gezag sterk zijn bevorderd.

. * * *

Wij zullen· het hierbij laten. Als inleiding

· hebben· wij gemeend ons standpunt te

moe~en geven. Volgende week zal dus nader in de gehouden discussiën worden getreden door onze parlementaire redacteur. K.

Afwachten

De discussiën in September over de begro ..

tingen van oorlog en marine in de Tweede Kamer hadden getoond, dat het ver- trouwen in minister Schokking onvoldoende was. Van onze kant is duidelijk uitgesproken hoe over het beleid van de bewindsman werd gedacht. In eerste termijn hadden de heren V,onk en Korthals reeds ernstige critiek ge~

uit. Een definitief oordeel behielden zij zich uiteraard voor, totdat de bewindsman zijn beleid zou hebben verdedigd.

Die verdediging kon geen bevrediging schenken en toen is onze fractievoorzitter, mr. Oud, zelf opgestaan,. om de minister het vertrouwen op te zeggen.

De minister heeft de juiste consequenties getrokken en is heengegaan. Zijn beide staatssecretarissen zullen blijven. Deze beide mensen hebben getoond hun taak met grote werkkracht te vervullen en het is verheu~

gend, dat staatssecretaris Fockema Andreae nu in de gelegenheid is in de belangrijke be- sprekingen te Washington zijn grote kennis ter beschikking te stellen.

Wij hebben thans een nieuwe minister.

Ons oordeel wensen wij ons voor te behou~

den. De kracht van de minister en zijn in- zichten zullen nog moeten blijken .Een uit- eenzetting van zijn beleid zal de minister na enig inwerken kunnen geven in de stukken aan het Parlement. Het aan het A.N.P. ge~

geven interview biedt uiteraard geen basis.

Van belang iS voorts de politieke zijde van het vraagstuk. Het kabinet is in 1948 zo ge~

vormd, dat daarin zitting hadden mannen, die uit vier partijen· waren gekomen. De politie~

ke samenstelling is een fattor van betekenis en een vraag is dus nu of de christelijk-his- torischen de nieuwe minister als één van hen zullen zien. Daarover weten wij nog onvol ..

doende. Afwachten dus. K.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCBATIID 21 OCTOBER l8GCJ - PAG. I

itsen

*

De rechtsstaat blijve ons hoogste goed

l Huurverhoging als eerste stap naar normaler verhoudingen )

Op 29 November 1940 hield wijlen onze geestverwant professor Telders onder de gevaarlijkste omstandigheden in de aula van de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam een rede in de cyclus "De Nederlandse geest". In deze rede, getiteld "Nederland als rechts- staat", haalde hij zijn ambtgenoot Kranenburg aan, waar deze had geschreven, dat het ruimere doel van de Staat is gebonden te zijn aan de gerechtigheid. Professor Telders achtte dat echter niet genoeg; wij moeten, zo zeide hij, deze gerechtigheid nader uitwer- ken. En zo kwam hij dan tot zijn stelling, dat Rechtsstaat is die Staat, die zich bij de vervulling van zijn taak gebonden acht aan door hem zelf vooraf gestelde positieve rechtsnormen. Deze zijn behalve in de wet ook te vinden in de arresten van ons hoogste rechtscollege. Deze Rechtsstaat is een groot goed. Houd hem in ere!

tie weer nodig zou blijken.

Wie, zo zei prof. Molenaar, de zaak ziet als ik, kan zich niet onttrekken aan de indruk, dat de Regering dit wetsontwerp handhaaft omdat zij de rechtsregel, die ons hoogste rechts- college voor deze contracten als de juiste beschouwt, voor het Rijk te kostbaar vindt en daarom die rechts- regel buiten effect wil stellen.

* * *

Zo bestreed onze woordvoerder ook de overige punten van het ontwerp, onder meer ook het zich grotendeels onttrekken aan de gevol- gen van het optreden van allerlei hele of halve gezagdragers in de eerste maanden na de bevrijding, hoewel prof. Molenaar bij de replieken toe- gaf, dat de uitwijdingen van de mi- nister over de volslagen ontwrichting en het gezagsvacuum in die eerste tijd wel enige indruk op hem hadden ge- maakt. Gelukkig is het in ieder geval zo, dat velen, die op grond van d i t (met de stemmen van V.V.D. en C.H.

en communisten tegen aangenomru>

wetsontwerp geen recht van aanspra!lk hebben, dit wèl op grond van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden zul- len hebben, al brengt deze dan ook geen v o 11 e d i g e schadevergoeding.

Het was prof. Molenaar, die, als woordvoerder van onze Eerste- Kamerfractie, deze uitspraken van Telders aanhaalde bij zijn bestrijding van het wetsontwerp tot regeling van de aansprakelijkheid van de overheid voor handelingen, verricht tijdens of tengevolge van de bezetting.

De overheid is in de bezettingstijd, hetzij doordat zij overeenkomsten sloot, hetzij op andere wijze, ,subject geworden van civiele rechtsbetrekkin- gen. Voor de Regering was nu de vraag gerezen, in hoeverre de Staat en andere publiekrechtelijke lichamen daardoor gebonden waren. De beant- woording van die vraag, wilde de Re- gering nu niet aan de rechtspraak overlaten. Zij had daarvoor, naast het argument van de tijd, welke met de geleidelijke vorming van de jurispru- dentie gemoeid zou zijn, als belang- rijkste overweging naar voren ge- bracht, dat zij de bestaande rechtson- zekerheid wilde doen verdwijnen.

' neze probleemstelling deed dade- lijk twee vragen rijzen, n.l.: Ie.

is het wel zo zeker, dat er zulk een grote rechtsonzekerheid is, als de Re- gering deed voorkomen; 2e. lost het voorstel, zoals het daar lag, deze rechtsonzekerheid op? Beide vragen meende prof. Molenaar, naar hij in een uitvoerig betoog uiteenzette, in ont- kennende zin te moeten beantwoorden.

Wat het eerste punt betreft wees hij daarvoor op een vonnis, dat de Hoge Raad op 30 Januari 1948 ten aanzien van overeenkomsten had geveld en waarbij een belangrijk richtsnoer door ons hoogste rechtscollege was gegeven.

Afgezien van nuanceringen lag het verschil tussen beide standpunten hier- in, dat door aanneming van het wets- ontwerp een objectieve norm werd aanvaard, waardoor de Staat alleen gebonden is wanneer de handeling strekte ter verzekering van de open- · bare orde en het openbare leven in Nederland, terwijl de Staat naar de formulering van de Hoge Raad niet is gebonden als de wederpartij had kun- nen begrijpen, dat de handeling het belang van Duitsland of zijn satelliet- staten hier te lande diende.

* * *

Het is duidelijk, dat de redactie van de Regering de medecon- tractant van de Staat of van de over- heid in het algemeen, heel wat meer risico zelf laat dragen dan de formu- lering van de Hoge Raad.

Het eerste grote bezwaar van pro:f.

Molenaar was nu, dat de Regering, toen zij dit wetsontwerp met de Twee- de Kamer behandelde, wist, dat bin- nenkort over deze materie door de Hoge Raad een arrest zou worden ge- wezen. De heer Molenaar noemde het een hoogst bedenkelijke zaak, dat, wanneer over een door de Staat be- twiste aangelegenheid is of wordt ge- procedeerd, deze dan van zijn wetge- vend orgaan gebruik maakt om het recht, tegen de opvattingen van zijn rechterlijk orgaan in, naar zijn eigen hand te zetten. Zolang men er niet

van uit gaat, dat recht is wat de Staat ten goede komt en wat hij dien- overeenkomstig wil, zal men, aldus onze geestverwant, het recht boven de Staat moeten plaatsen. De conclu- sie van prof. Molenaar was hier, wat Punt 1 betreft, dat er, zeker na het arrest van de Hoge Raad, geen rechts- onzekerheid was, gelijk de Regering het deed voorkomen.

....

Vervolgens bestreed pro:f. Mole- naar ook met nadruk, dat het wetsvoorstel de rechtsonzekerheid, voor zover die er dan zou zijn, zou opheffen. Een reeks vragen over de interpretatie van allerlei tennen en begrippen diende om aan ~te tonen, dat de norm, welke de Regering nu wilde vaststellen, helemaal niet nu bij uitstek die concrete vonn was, welke de rechtszekerheid zou brengen, ~n

ook hier de vonni.ng vs jurispruden-

* • *

Een ander belangrijk ontwerp, dat de vorige week in de Eerste Kamer werd behandeld, was de zogenaamde Huurwet, welke, als voornaamste bepaling, de verhoging van de huren met over het algemeen 15% bracht. Een verhoging, welke zal worden gecompenseerd door een' gelijktijdig in te voeren verlaging van de loon- en inkomstenbelasting.

kDezebujer

is, als immer, gepassee1·d en de heer meester doctor s'Jacob is het gewen-den.

Men dènkt eenvoudig nooit aan mij en dat is wel goed, want ieder heeft zijn eigen plaats onder dit

0 '

t 0

~ f

9 '

i

zonnestelsel en de mijne is nu eenmaal in dit hoekje en in alle andere hoekjes waar het felle licht der openbaarheid niet in doordringen kan.

Ge kunt in die schemering een leven bouwen al• een pastelkleurige legkaart van honderdduize~d griHige stuk- jes. Ik ben daar al tientallen jaren mee bezig en de avon- den zijn lang en stil onder het zachte lamplicht der anonymiteit.

Doch dit verhindert deze burger niet met gu-lzige aan- dacht het barnende leven der openbaarheid gade te slaan en de grote dingen mèt de grote heren te volgen van uit de eigén besche.idenheid. Het is verkwikkend de grote loopbanen te volgen; de opgang der carrière• van Valburg tot de zevende hemel, gade te slaan. Zo ·'!'~Wet ·het ook.

Het is een verkwikking de 1'oute der meteoren langs het zwerk ademloos te bespieden.

Ge leest dan, als burger zijnde, alles wat daarover te lezen valt en wordt dan wel eens verrast en verwar«.

Zo leest ge in De Telegraaf dat Zijne Prille Excellentie bij geen politieke partij is aangesloten, doch dot hiJ goede gevoelens voor de Péevéedée-A koestert en in Carls Volkskrant: dat hij lid is van de C.H. Unie.

Die onzekerheid is moordend, doch er zal spoedig wel klare wijn geschonken worden, zodat ook deze burger en alle andere burgers de zekerheid erlangen waarop zij, als lastgevers van Zijne Excellentie, volledig recht kunnen doen gelden.

Hij is de rechterhand van Lieftinck - schreef De Tele- graaf bovendien - en zo is het Lietinck die in feite de goede Schokking is opgevolgd en dat is dan alweer een ander aspect van deze zaak . ...

Maar éérlijk: wanneer ge z6 lang staatsburger zijt als deze burger is, is de wijsheid van het geduld U een tweede natuur geworden. Ge zijt door {Lllerlei etikette- ringen niet meer zo geïmponeerd en wacht liever geduldig op de sprekende feiten.

Ge kruist de vingers en doet een schietgebedje voor het goede vaderland: dat het wèl vare met die nieuwe heer aan het TOeT.

Dat hij de kracht hebbe Nederland waardig te doen verschijnen in de rij der volken - dat is de enige - wat vage, wat on-politieke, doch vurig-gemeende -wens van DEZE BURGER.

Mr. Wendelaar, die hierover namens de V.V.D. het woord voerde, kon met voldoening vaststellen, dat de minis- ter - en de Regering in haar geheel - blijkbaar streeft in een richting, die ook hij de juiste achtte. Hij maakte dit op uit een drietal uitlatingen van de minister. In de eerste plaats had d~

minister verklaard, dat hij van mening bleef, dat de huidige toestand, waarbij de huuropbrengst onvoldoende is voor behoorlijk onderhoud en waarbij de huuropbrengst voor de nieuwe wonin- gen onvoldoende is om een behoorlijk rendement te verkrijgen, in de grond van de zaak ongezond is en alleen maar voor een overgangstijd is te aan- vaarden. Het zal, zo had de minister gezegd, tenslotte toch daarheen moe- ten worden geleid, dat wij op dit ter- rein een gezonde toestand krijgen, d.w.z. nieuwbouw, die weer rendabel is, en huuropbrengst, die in staat stelt, ons woningbezit tegen verval te be- hoeden.

* * *

Een ongezonde toestand had de minister h~t, in recht- streekse aansluiting hiervan, ook genoemd, dat uit 's Rijks kas voortdurend grote bedragen zou- den moeten worden bijgepast bij de huren van de nieuwe woningen.

Niet alleen omdat dit op den duur een al te zware belasting van onze finan- ciën zou betekenen, maar ook omdat bij het in zichzelf ongezond vond. Dit went de huurder aan ~n relatief te lage huurprijs. Tenslotte hadden mi- nister In 't Veld en ûjn mede-onder- tekenar<.-n in de Mem. v. Antwoord het volgende doen opnemen: "De me- ning van enige leden, dat de Staats•

bemoeiing met de huren moet worden gestaakt zodra de omstandigheden dit mogelijk maken, kunnen de onderge- tekenden onderschrijven".

• • *

Dit waren drie uitlatingen, welke duidelijk aangeven, in welke richting de Regering het zoekt, een richting, waarmede, als gezegd, de heer Wendelaar zich kon verenigen.

Bedenkt men nu, dat de minister bij zijn optreden de huurstop aantrof, rl:an klopt op zijn theoretische beschouwm- gen het voorstel tot huurverhoging.

Dat is aldus de heer Wendelaar, een stap i~ de richting van terugkeer uit abnormale naar normale verhoudirt•

gen. Nochtans waser-en terecht- iets, dat de heer Wendelaar dwars zat.

Bij het debat over dit ontwerp in de Tweede Kamer had de minister in feite reeds toegegeven, dat het per- centage van 15 te laag was. Welnu, na Juni - de maand, waarin dat de- bat was gehouden - was er een vier- de loonronde gekomen, welke ook de eigenaren weer zwaarder lasten op- legde. Het was dus wel zeker, dat de 15%, welke de minister il'l. J'uni reeds onvoldoende oordeelde, nu helemaal ontoereikend was geworden. En het is dus inderdaad zo, dat binnen af·

zienbare tijd van de Regering nieuwe voorstellen moeten worden verwacht.

* * *

De heer Wendelaar heeft zich, om ons tot deze zeer korte samen•

vatting te beperken, tenslotte nog aan•

gesloten bij hen, die de hoop uitspra•

ken, dat de Regering een middel zou vinden om hen, die van de belasting- compensatie niet kunnen profiteren, op andere wijze tegemoet te komen.

Er zijn namelijk mensen, cüe hetzij door de geringheid van hun loon, het•

zij door de grootte van hun gezin, niet o:f vrijwel niet in de loon- of inkom•

stenbelasting vallen en daardoor dus niet van de compensatie kunnen ge- nieten, maar wel huurverhoging zullen krijgen te betalen. Daar dezen dus juist tot de minst draagkrachtigen zullen behoren, is een voorziening in enigerlei vonn hier inderdaad ge.

wenst. A.

(3)

Raad van Arbeid (I)

Men schrijft ons:

Wtl kregen het verhaal van een wetende uit de Raad van Arbeid. Twee oudere men-

•en - 63 en 59; ergens in een plattelands- gemeente. Kunnen onmogelijk alle huishoudelijke werk meer zelf doen. Dus zal een 17~jarig meisje ult de buurt dit werk elke ochtend gedurende 2 uur verrichten. Loon: 8 gulden per week. En dat moeten de oudjes met eindeloos passen en meten bij elkaar brengen - f 416 per jaar is een GEWELDIG bedrag voor zulke kleine pen- sioentjes en rentetrekkertjes. Goed - dan maar wat minder kleren, brandstof en levensvreugde.

Want hulp moet er komen. En dus kwam per 1 October ook hulp. Maar met die hulp kwam tevens de Raad van Arbeid. Dus zitten de oudjes in zak en as. Want voor de 17-jarige moeten (en ten rechte) sociale voorzieningen worden ge- troffen. M á á r . . . door en ten koste van die oude mensjes, die eigenlijk z e I f sociale voor-

zieningen behoeven! Het is geen gering bedrag:

8.8 % van het loon voor de ziekteverzekering - en theoretisch moet het hulpje daarvan 1.8 %

&elf betalen. Maar... waar ergens gebeurt dat? Dan: 3 % van het loon voor de ziektewet

~ als het hulpje ziek wordt, blijft zij verze- kerd van 80 % van haar loon. Dat is bij elkaar 8.8 % van een loontje van f 416 of f 28.28.

Bovendien moeten er ook zegeltjes worden ge- plakt - ouderdomsvoorziening van 't hulpje.

Vitsluitend te betalen door de werkg e v e r s - 40 cent per week. Dat wil zeggen nogmaals f 20.80, of totaal f 49.08 voor sociale lasten.

Haar dat ~en cUe oude mensen omnogel\Jk betalen! Dat kan er net niet meer af. En toch hebben ze dringend hulp nodig. Want er komt nu eenmAal een tijd, waarin het zwaardere huis- boudelüke werk ook voor de ijverigste mens te zwaar wordt. Ja, en wat nu?

Raad van Arbeid (11)

Men schrijft ons:

D it werd de eerste tekst van deze wetende uit de Raad van Arbeid. Hij is een over- werkt en moedeloos man geworden. Want het gaat zijns inzien n i e t goed met al die sociale voorzieningen. Het sociale werd veradmini- atreerd. En bovendien: dat alles veilig stellen

Ya.n de wieg tot het graf, is dat eigenlijk sociaal wel verantwoord? Doodt het niet alle verant- woordelijkheidsgevoel? Kweekt het inplaats van .sterke, strijdba~ , mensen (het leven is en blijft , strijd, vriender1!), gee!l hulpbehoevende onzelf- standigen? .. ,

Dat èn de werknemer èn de werkgever ieder 1.8 % van die ziekteverzekering betalen, is goed werk. Want alles wat de mens om niet krijgt;

alles, waarvoor hij niet behoeft te betalen, wordt · immers nooit gewaardeerd? Waarom betaalt dan ook de werknemer niet mee aan de veiligstelling van zijn loon bij ziekte? En waarom betaalt hij niet zelf een deel van de zegeltjes, al ware het maar een dubbeltje per week?

Want denk niet - aldus deze wetende - dat deze ruime sociale voorz:eningen nu ook tevreden mensen kweken. Geen sprake van! Zij kweken w e I veeleisende mensen. Mensen, die steeds meer en beter eisen. E i sen, voelt u? En zonder aan die eis tevens een hogere of betere arbeids- prestatie te koppelen. Bij niet inwilliging, wel, dan wordt gestaakt - simple comme bonjour!

Dagelijks vermeerderen de wrange ervaringen van deze wetende, die net als zovelen Qnzer op een e c h te doorbraak heeft vertrouwd ... u weet wel, de doorbraak uit de bevrijdingsdagen. Hij gelooft niet meer aan werkelijke arbeidsvrede en arbeidsvreugde, omdat de van staatswege gede- creteerde en veradministreerde verzekering tegen zovel boze kansen zwakke, afhankelijke en dus ongelukkige. minderwaardige mensen ~OET

kweken.

En de wetende wou weten of het soms geen IIOCiale k o 1 d e r is, wanneer in dit land de kin- derbijslagen, vooral voor grote gezinnen, het wrmen van die grote en zeer grote gezinnen als het ware aanmoedigen, tlerwUl dit landje r.eeds sodanlg volgepropt is dat jaarlijks tienduizenden moeten emigreren? En zowel die kinderbijslagen als die emigratie worden door ons allemaal be·

taald! Dat wil zeggen met de ene hand betalen wij voor het verkrijgen van iets, dat we groten- deels trachten kwijt te raken met hetgeen de andere hand betaalt! Aldus deze wetende.

Wij hebben hem maar verwezen naar zijn eigen Raad van Arbeid. Die is deskundig en dus be- voegd, en wellicht vindt men daar het antwoord.

Jongeren aan het werk

n~ Jongeren Organisatie Vrijheid en Democra- tie heeft onlangs een zeer geslaagd week-end gehouden in Vierhouten. Afgescheiden van het feit, dat het verheugend was te vertoeven temidden van zovele jongeren, die de betekenis van de begrippen Vrijheid en Democratie inzagen, die doordrongen waren vau de noodzaak onder hun tijdgenoten deze begrippen uit te dragen, was het ook verheugend te merken, welke goede sfeer er in deze bijeenkomst van het kader van deze jongeren- organisatie heerste, met welke vurigheid er gede- batteerd werd en hoe goed! Het enthousiasme, weermede de corveediensten werden verricht, de vrolijkheid en onderlinge gezelligheid, het was al- les animerend en enthousiasmerend. En het was

tevens een lès voor hèn, die wat ouder zijn. Om hun kinderen te wijzen op het bestaan van deze jongerenorganisatie, die doortrokken van dezelfde beginselen, als de V.V.D. uitdraagt, de fakkel over- nemen wil en kan, als de ouderen te oud zijn ge- worden, Alle ouders, die leden van de V.V.D. zijn en kinderen hebben, die in de leeftijd zijn geko- men om lid te worden van de J.O.V.D., hebben de morele plicht om voor zich zelf te overwegen, of zij hun kinderen niet moeten wijzen op het be- staan van de J.O.V.D. en hen voorhouden, dat juist ter wille van de toekomst van de vrijheid en de- mocratische gedachte in ons vaderland, het van het grootste belang moet worden geacht, dat zij tot de J.O.V.D. toetreden.

Cultuur en platteland

W ij beluisterden per Radio Olympus de beant- woording van een vraag van plattelanders:

welk nut hebben die zeer grote subsidies aan Kunst en Cultuur eigenlijk voor ons, platte- landers?

De beantwoording, die wees op het hoge "alge- mene culturele nut" en op het feit, dat gesubsi·

dieerde orkesten immers ook voor de radio op- treden, bevredigde ons en vermoedelijk vele plattelanders niet geheel.

Want er worden o.i. vele en grote subsidies en bovendien prijzen en premies uit een heel magere huishoudkas aan opera- en toneelgezelschappen, aan dichters en schrijvers en schilders, aan or- kesten enz. verleend, waarvan het platteland inderdaad geen "rechtstreeks voordeel" trekt - die gesubsidieerde toneelvoorstellingen, concer- ten, tentoonstellingen enz. blijven ais regel be- perkt tot de grote steden in het Westen en tot de grotere provincieplaatsen. Maar begrijpt de pro- vincie en het platteland dan niet dat ook een arm land, dat zijn cultuur en zijn kunst niet hoog houdt en dat zijn kunstenaars niet zo krachtig mogelijk steunt, cultureel aan lager wal raakt?

Natuurlijk begrijpen intellectuele kringen ten plattelande dit evenzeer als de culturele centra in de hoofdsteden.

-väiïwaar dan die schijnbaar domme en be- krompen vraag?

Zij vindt haar oorzaak - en wij kunnen dit als mede-plattelander vaststellen - in een toene- mende ontevredenheid, een zich bekocht en on- voldaan voelen naar aanleiding van hetgeen met deze subsidies, prijzen en premies wordt bereikt, of beter: juist niet wordt bereikt.

Want de veel-lezende plattelander (en vooral de platt~landse) leest telkens weer over middel- matige voorstelliq.gen, mlddelmatige concerten, middelmatige culturele prestaties en mislukte tentoonstellingen. Daarbij komen twee zaken heel sterk naar voren.

Ten eerste het onontkenbare feit dat talloze onbevoegden zich tegenwoordig ambtelijk of semi-ambtelijk met kunst en cultuur bemoeien en al doende het goede geld misbruiken of doen misbruiken.

Ten tweede het al evenzeer onmiskenbare feit, dat "de politiek" middellijk en onmiddellijk meer invloed op kunst en kunstenaars heeft verkregen dan nuttig, nodig en aanvaardbaar is.

Vandaar die klacht van provincie en platte- land, waar men deze dingen nuchter en onbe- vooroordeeld en daardoor scherp en juist aan- voelt, maar alleen niet zo op de man af for- muleert.

Rafl,io Olympus

De V ara Radio Olympus is o.i. gegroeid tot het vruchtbaarste soclalisttsehe propaganda- middel onder intellectuelen. Want die Olympus is bezet door een godin en door enkele goden, die vlot, knap en met goede microfoonstemmen hun oordeel uitspreken, terwiJ1 de oude heer Sam de Wolff - en ook dit is helemaal niet gek - het geheel met stukjes bewogen demagogie lar- deert. Deze uitzending wordt in vele huiskamers beluisterd, en geenszins uitsluitend door leden van deP. v.d. A. Hierin schuilt de waarde voor de Vara en hierin schuilt het gevaar voor niet- kameraden. Want er blijft altijd wei "iets han- gen" van deze socialistische inzichten en opvat- tingen, juist ook door de schijnbaar onbevoor·

oordeelde wijze waarop het godenoordeel wordt uitgesproken door mevrouw dr. A. Romein-Ver·

schoor, C. Kleywegt, dr. C. van Rysinge, dr. G.

Stuiveling en Sam de Wolff, onder voorzitter- schap van Jaap Buys Jr.

De uitzending brengt de beantwoording vau door luisteraars ingezonden en als regel actuele vragen onder de zachte en daardoor niet hinder·

lljke socialistische belichting van knappe en in het dispuut zeer bedreven intellectuelen.

Zij bereikt daardoor o.i. meer en zij werkt die·

per door dan alle andere politieke Vara-uitzen·

dingen, het Zaterdagse Socialistische Commen·

taar inbegrepen.

Wij vragen ons dan ook af of het niet gewenst is dat ook andere omroepverenigingen soortge- lijke uitzendingen brengen, temeer waar deze uit- zending geen trouvaille van de Vara, maar een variant op een BBC-uitzending is.

Wij denken bijvoorbeeld aan een uitzending -- en is dit niets voor de Avro? - , waarin vragen van luisteraars niet uitsluitend worden beant- woord door aanhangers van deP. v. d. A., maar door knappe, 'IV lot en goed sprekende mannen en vrouwen van velerlei politieke schakering.

21 OCTOBER 1950 - PAG. t

En ligt hier ook voor de confessionele omroep- verenigingen geen rijke gelegenheid voor een w\'jze van voorlichting (ook op politiek gebied!) welke thans uitsluitend, en naar men mag aan- nemen met ve:r:blljdende resultaten, door de Vara en dus door de P. v. d. A. wordt toegepast?

Nationalisatie (1)

N ationalisatie of socialisatie blijft een van de stokpaardjes van de socialisten, niet alleen in ons land, maar ook daarbuiten. Zij staan deze beginselen voor, teneinde een tussenstation te kun·

nen vormen op de weg, die tenslotte moet leiden tot het brengen van de productiemiddelen aan de gemeenschap. Ofschoon dit laatste doel enige tien- tallen jaren geleden meer op de voorgrond trad dan op het ogenblik, heeft men deze doelstelling zeker niet losgelaten. Men is echter tot de conclusie ge- komen, dat dit doel zo ver aflag en dat het zulk een geringe kans van slagen heeft, dat het op de massa generlei indruk meer maakt.

Men heeft toen naar een soort tussenstation ge- grepen, dat zich onder de naam van socialisatie of nationalisatie heeft aangediend. Ook in ons land zijn er talloze z.g. socialisatie-rapporten van de socialisten verschenen. Veel heeft men echter daar- mede niet bereikt en wij geloven niet, dat de massa er bepaald warm voor loopt. In Engeland heeft men echter meer successen bereikt, al moet meteen daarbij worden geconstateerd, dat de gang van zaken bij de industrieën, die aldaar gesociali- seerd zijn, nu niet bepaald rooskleurig is te noe- men. De Labour-regering wenst echter op deze weg voort te gaan. Het was Anthony Eden, de plaats- vervangend-leider van de Britse conservatieve partij, die verklaarde, dat nationalisatie rampzalig zou zijn voor de her-bewapening. Gezien de slechte ervaring, die de Britten tot dusverre met de socia- lisatie hebben opgedaan, was Eden's waarschuwing zeker op zijn plaats. Socialisatie betekent vooral in deze tijd, minder efficiënt werken en het uitscha- kelen van de gezonde prikkel van het particuliere initiatief. Vooral gezien in verband met de her- bewapening, betekent socialisatie een verzwakking van de democratie en als zodanig staan de socialis- ten voor een nieuwe belangrijke inconsequentie in hun leer, waarmede opnieuw is bewezen, dat het socialisme in de practijk niet uitvoerbaar is,

Nationalisatie (11)

nat de socialisten somtijds zijn gedwongen te . erkennen, dat de verwezenlijking van hun leer de democratie in gevaar brengt en de natio- nale economie ernstig dreigt te verlammen, heeft ons onlangs Noorwegen weer geleerd. Noorwegen beschikt over een regering met een socialistische meerderheid en hoewel deze de kracht en de be- voegdheid heeft de nationalisatie van de verschil- lende industrieën door te voeren, heeft zij beslo- ten deze arbeid voorlopig stop te zetten met het oog op de ernst van de internationale politieke situatie. Dit besluit is een openlijke erkenning van het feit, dat men via nationalisatie niet in staat is het democratische potentieel op een behoorlijk peil te brengen. Wil men sterk staan in materieel opzicht, dan zijn ook de socialisten gedwongen de oude paden te bewandelen, die zij in de z,g.

burgerlijke economie zo zeer versmaden. Het kan goed zijn dat men zich van al deze dingen reken- schap geeft, opdat men sterk staat, indien men te doen krijgt met idealisten die veelal niet op de hoogte zijn met de fatale consequenties van hun eigen leer.

Erkenning

B lijkeus het dagblad De Telegraaf heeft on- langs de heer Oosterhuis, voorzitter van het N.V.V. en van de Stichting van de Arbeid, tevens socialistisch lid van de Eerste Kamer, een vurig pleidooi gehouden voor de industrialisatie van ons land. Volgens dit verslag zou de heer Oasterhuis onomwonden hebben verklaard, dat de onderne- mersfunctie niet kan worden gemist. Een zeer belangrijke veridaring uit de mond van een socia- listische voorman. Een verklaring, die wij kunnen waarderen, omdat zij getuigt van een gevoel van realiteit en werkelijkheidszin. Een verklaring ech- ter ook, die de waarde van de socialistische theo- riën wel zeer plotseling een eind op de achtergrond schuift. Vele socialistische principes geraken voor- al na de oorlog geheel op de achtergrond en soms wel op een dusdanige wijze, dat men zich vaak afvraagt, waaraan de socialistische practijk nog eigenlijk haar bestaansgrond ontleent. Jammer is het echter, dat men dergelijke verklaringen nage- noeg niet hoort op de eigen vergaderingen en bij- eenkomsten. Daar wordt de massa nog steeds in toom gehouden met leuzen en beloften, waarvan de leiders weten, dat zij zelfs voor de na ons ko- mende generaties onmogelijk uitvoerbaar zijn.

Meer dan ooit hinkt de socialistische tactiek op twee gedachten, n.l. de toenadering tot de z.g. bur- gerlijke partijen en anderszijcts het volhouden van revolutionnaire leuzen, die door de massa ver•

keerd worden verstaan en nog steeds een verkeerd revolutionnair sentiment doen opkomen, die de voedingsbodena vormt voor de aansluiting bij het communisme.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Elke speler heeft nu de taak om uit de beschikbare kranten de gewenste kleding te scheuren en aan zijn kleding te bevestigen. De eigen ideeën en creaties

Doch overigens hebben wij alle lof voor dit naslagwerkje, waarvan men veel nut kan hebben. Het hier toege- paste verwijssysteem is inderdaad practisch en er kan

De grote overwinning bij de laatste verkiezingen voor de kamer behaald was een harde slag tegen de reactie in de gehele wereld, De Franse communisten hebben niet alleen de

Daar waren anderen die slechts een tegenwicht tegen een volksbeweging wilden vormen, wij zijn de enige partij, die naar voren kan komen met een grote staat van dienst, maar ook

1.. • Stel jij eindigt met meer dan 30 ogen. Als jij nog beurten ‘over’ hebt, dan mag je proberen zoveel mogelijk dobbelstenen met waarde S te gooien, tot je beurten ‘op’ zijn.

handhaving van de klassieke talen bij het onderwijs is, dat de leerlingen (hoe moeilijk het vertalen ook is) o.a. in de dialogen van Plato kennis kunnen maken met langdurige, tot

Alle reden voor Stichting Philadelphia Zorg om deel te nemen aan het Praktijknetwerk Medische Zorg. Hannah Hofland: “In sommige van onze regio’s is de medische zorg heel

[r]