• No results found

Hereditary paragangliomas : clinical characteristics and genotype- phenotype associations

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hereditary paragangliomas : clinical characteristics and genotype- phenotype associations"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hereditary paragangliomas : clinical characteristics and genotype- phenotype associations

Havekes, B.

Citation

Havekes, B. (2008, December 11). Hereditary paragangliomas : clinical characteristics and genotype-phenotype associations. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13397

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13397

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

169 Previous dissertations regarding paragangliomas in the Leiden University Medical Center

1. Mey, A.G.L. van der (1992). Head and Neck Paragangliomas: A clinical, genetic and pathological study of glomus tumors.

2. Heutink, P. (1993). Gene mapping of complex disorders: Gille de la Tourette syndrome and hereditary paragangliomas. In collaboration with Erasmus University Rotterdam.

3. Gils, A.P. van (1994). Paragangliomas: MR imaging and MIBG scintigraphy.

4. Schothorst, E.M. van (1998). Genetics of hereditary head and neck paragangliomas (glomus tumours).

5. Jansen, J.C. (2001). Paragangliomas of the Head and Neck: Clinical Implications of Growth Rate and Genetics.

6. Berg, R. van den (2004). Head and Neck Paragangliomas: From Imaging to Management.

7. Douwes Dekker, P.B. (2007). Head and Neck Paragangliomas: characteristics of tumour biology.

(3)
(4)

171 Curriculum Vitae

Bastiaan Havekes werd geboren op 17 augustus 1976 te Utrecht. Na het behalen van zijn VWO diploma (cum laude) aan het Christelijk Lyceum in Alphen aan den Rijn, begon hij in 1994 met de studie geneeskunde aan de Universiteit Leiden. Vanaf 1996 tot 1998 was hij als student-assistent betrokken bij de afdeling Endocrinologie en Metabolisme van het Leids Universitair Medisch Centrum onder supervisie van Prof. dr. J.W.A. Smit, hetgeen uiteindelijk leidde tot publicatie van zijn scriptie over folliculaire schildkliercarcinomen. In 1999 behaalde hij zijn doctoraal examen geneeskunde (cum laude) en in december 2000 werd het artsexamen behaald (cum laude).

Vanaf 2001 tot 2007 was hij werkzaam als arts-assistent in opleiding tot internist in het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden (opleider Prof. dr. A.E.

Meinders en Prof. dr. J.A. Romijn) en het Leyenburg Ziekenhuis te Den Haag (opleider Dr. R.H. Kauffmann). In 2006 werd aangevangen met de opleiding tot internist- endocrinoloog in combinatie met het wetenschappelijk onderzoek naar paragangliomen, leidende tot dit proefschrift, bij Prof. dr. J.A. Romijn, Prof. dr. J.W.A.

Smit en Dr. E.P.M. van der Kleij-Corssmit.

Na zijn registratie als internist-endocrinoloog in 2007 heeft hij zijn onderzoek naar paragangliomen voortgezet aan de National Institutes of Health in de Verenigde Staten bij de groep van Prof. dr. K. Pacak.

Vanaf 2009 zal hij als internist-endocrinoloog werkzaam zijn in het Academisch Ziekenhuis Maastricht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het geeft een overzicht van de vigerende wet- en regelgeving voor het vervoeren en versturen van micro-organismen, al dan niet genetisch gemodificeerd, en al dan niet pathogeen

Different germline mutations in the genes encoding the four subunits of the mitochondrial complex II associated succinate dehydrogenase (SDH) were recently identified as

Als deze routinematige screening op catecholamine exces niet was gedaan, zouden 8 van de 20 patiënten in onze studie (hoofdstuk 4) met feochromocytomen of extra-adrenale

The possibility of undetected ‘non-secreting’ paragangliomas in SDHD carriers might lead to future guidelines with imaging studies as primary investigation.. Mediastinal

De opleiding tot uroloog voltrok zich in Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen (chirurgisch opleider Dr. Wout Barendregt), Leids Universitair Medisch Centrum (opleider Prof.

Bij het vertrek van een patiënt wordt de teller van het aantal patiënten in de polikliniek ver- laagd en de status van de spreekkamer en arts door wie de patiënt werd behandeld

Voordeel van een perifere stage/opleiding is dat er meer contact met opleiders is, waarbij opgemerkt moet worden dat niet alleen de hoofdopleider maar ook de andere

De opleiding werd vervolgd in het Erasmus MC te Rotterdam (opleider Prof. van Saase) en aansluitend het Leids Universitair Medisch Centrum, waar de opleiding