• No results found

Bestemmingsplan Kern Weurt Gemeente Beuningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bestemmingsplan Kern Weurt Gemeente Beuningen"

Copied!
98
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bestemmingsplan Kern Weurt

Gemeente Beuningen

(2)

Gemeente Beuningen

Bestemmingsplan Kern Weurt

Inhoud:

Toelichting Regels

Bijlage: Lijst van bedrijven

Vestigingsadres: Schoenaker 10, 6641 SZ Beuningen Postadres Postbus 165, 6640 AD Beuningen

Telefoonnummer 024 - 675 23 56 Emailadres info@burowaalbrug.nl Website www.burowaalbrug.nl

Rekeningnr. IBAN NL98 RABO 0302 2351 59 KvK Nummer 58365524 BTW Nummer NL8530.06.453.B01

(3)
(4)

Inhoudsopgave

Toelichting 5

Hoofdstuk 1 Inleiding 6

1.1 Aanleiding 6

1.2 Ligging plangebied 6

1.3 Geldende plannen 7

1.4 Leeswijzer 8

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie 9

2.1 Historie 9

2.2 Ruimtelijke structuur 9

2.3 Functionele structuur 11

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving 12

3.1 Inleiding 12

3.2 Opbouw van de regels 12

3.3 Bestemmingen 14

Hoofdstuk 4 Beleidskader 19

4.1 Nationaal beleid 19

4.2 Provinciaal & regionaal beleid 20

4.3 Gemeentelijk beleid 23

4.4 Conclusie 32

Hoofdstuk 5 Milieu- & omgevingsaspecten 33

5.1 Bodem 33

5.2 Wegverkeerslawaai 33

5.3 Luchtkwaliteit 34

5.4 Externe veiligheid 34

5.5 Milieuzonering 38

5.6 MER-beoordeling 39

5.7 Waterhuishouding 39

5.8 Ecologie 42

5.9 Cultuurhistorie & archeologie 42

5.10 Leidingen 46

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 47

6.1 Economische uitvoerbaarheid 47

6.2 Overleg 47

6.3 Inspraak 47

6.4 Zienswijzen 47

6.5 Handhaving 47

(5)

Regels 49

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 50

Artikel 1 Begrippen 50

Artikel 2 Wijze van meten 55

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 56

Artikel 3 Agrarisch 56

Artikel 4 Bedrijf 58

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening 60

Artikel 6 Detailhandel 61

Artikel 7 Gemengd 63

Artikel 8 Groen 65

Artikel 9 Groen - Landelijk groen 66

Artikel 10 Horeca 67

Artikel 11 Maatschappelijk 69

Artikel 12 Sport 70

Artikel 13 Verkeer 71

Artikel 14 Water 72

Artikel 15 Wonen 73

Artikel 16 Leiding - Riool 77

Artikel 17 Waarde - Archeologie 2 78

Artikel 18 Waarde - Archeologie 3 80

Artikel 19 Waterstaat - Waterkering 82

Artikel 20 Waterstaat - Waterlopen 83

Hoofdstuk 3 Algemene regels 84

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel 84

Artikel 22 Algemene bouwregels 84

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels 85

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 86

Artikel 24 Overgangsrecht 86

Artikel 25 Slotregel 87

Bijlagen bij de regels 89

Bijlage 1 Lijst van bedrijven 90

(6)
(7)

Toelichting

(8)

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Hierbij is het per 1 januari 2010 verplicht om plannen digitaal vast te stellen en beschikbaar te stellen. Verder stelt de nieuwe Wro dat bestemmingsplannen verplicht zijn voor het hele gemeentelijke grondgebied. Dus niet meer, zoals voorheen, alleen voor het buitengebied. Daarnaast moeten deze plannen elke 10 jaar opnieuw worden vastgesteld. (actualiseringsplicht).

Het gemeentelijke bestemmingsplannen-bestand is de laatste jaren voor het grootste deel geactualiseerd, maar bevat nog plannen die ouder zijn dan 10 jaar. Daarnaast bereikt een aantal geactualiseerde plannen ook opnieuw de leeftijd van 10 jaar. Alle bestemmingsplannen die op 1 juli 2003 onherroepelijk waren moeten, volgens artikel 9.1.4 van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, uiterlijk op 1 juli 2013 zijn herzien, of in procedure zijn genomen. Daarom is een Plan van Aanpak (PvA) opgesteld om het gehele bestand te actualiseren, en actueel te houden, zoals de wet voorschrijft. Dit PvA is op 5 oktober 2010 vastgesteld in de gemeenteraad.

Elke herziening start met het vaststellen van de kaderstellende beleidsuitgangspunten die specifiek zijn voor het betreffende gebied. Het gaat daarbij om de grote gemene deler die op elk woongebied van toepassing kan worden verklaard. Aanvullend zijn op basis van deze kaderstellende

beleidsuitgangspunten meer specifieke beleidsuitgangspunten voor de thema's 'aan huis gebonden beroepen', 'mantelzorg' en 'bebouwingsmogelijkheden' opgesteld. De gemeenteraad heeft deze uitgangspunten op 14 juni 2011 vastgesteld.

Met onderhavig bestemmingsplan wordt een actuele en uniforme regeling verkregen voor de kern Weurt exclusief de bestemmingsplannen voor nieuwbouwwijk Roozenburg, de locatie Pastoor van der Marckstraat, Postkantoorstraat 9, reconstructie Van Heemstraweg (bij kruispunt Van Heemstraweg en Postkantoorstraat), het Kloosterhof en de locatie Thomas van Heereveldstraat tussen de nummers 15 en 17. Ook het bedrijventerrein De Sluis, direct ten zuiden van de kern, valt buiten het plangebied.

Voorliggend bestemmingsplan heeft primair een beheersfunctie, dat wil zeggen het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke, functionele en verkeerskundige situatie. Nieuwe

ontwikkelingen zijn van ondergeschikte aard en beperken zich voornamelijk tot het bieden van (reeds mogelijke) uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande bebouwing.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied omvat de kern Weurt, exclusief enkele voornoemde bestemmingsplannen en het

bedrijventerrein De Sluis. De navolgende afbeelding bevat een luchtfoto waarop met rood de globale

begrenzing van het plangebied is aangeduid. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt

verwezen naar de verbeelding van dit bestemmingsplan:

(9)

Luchtfoto met aanduiding plangebied

1.3 Geldende plannen

De juridisch-planologische basis voor het plangebied wordt gevormd door een aantal grotere en kleinere bestemmings- en herzieningsplannen en/ of delen van bestemmingsplannen. De

plangrenzen van de vigerende plannen komen namelijk niet volledig overeen met de plangrens in het voorliggende bestemmingsplan. Gronden die ten tijde van het vorige bestemmingsplan tot het buitengebied werden gerekend worden nu tot de bebouwde kom gerekend en vice versa. Voor het plangebied vigeren de volgende (delen van) plannen en worden door het voorliggende

bestemmingsplan (deels) vervangen:

Naam plan Vaststellingsdatum Goedkeuringsdatum

Buitengebied 19 februari 1974 22 januari 1975

Kern Weurt 20 juni 2006 26 september 2006

Kern Weurt, herziening geluidszone 17 maart 2009 21 mei 2009

Tevens worden alle onherroepelijke vrijstellings- en projectbesluiten en buitenplanse

omgevingsvergunningen in dit bestemmingsplan opgenomen.

(10)

1.4 Leeswijzer

Om te komen tot een planologische opzet die zoveel mogelijk recht doet aan de specifieke

karakteristiek van het plangebied, rekening houdend met bestaande rechten, flexibiliteit biedt voor de gebruikers/bewoners van het gebied en tevens aansluit bij de uitgangspunten van rechtszekerheid, uniformiteit en toegankelijkheid, is aan het daadwerkelijke opstellen van het bestemmingsplan een zorgvuldig traject vooraf gegaan.

In eerste instantie heeft een inventarisatie en bestudering plaatsgevonden van de vigerende bestemmingsplannen. Daarna is aan de hand van bronnenonderzoek nagegaan welke functies binnen de respectievelijke deelplannen aanwezig zijn. Met deze achtergrondinformatie is vervolgens gekeken in hoeverre informatie en praktijk overeenkomen. De veldinventarisatie, in combinatie met een beleidsinventarisatie en literatuurstudie, vormen de basis voor deze toelichting.

De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgebouwd:

 In hoofdstuk 2 wordt de gebiedsvisie beschreven. Achtereenvolgens komen de historie van de kern, de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied aan de orde.

 In hoofdstuk 3 volgt de juridische planbeschrijving. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de juridische regeling is vormgegeven;

 In hoofdstuk 4 wordt het ruimtelijk relevante beleidskader van de verschillende overheidslagen weergegeven dat op het plangebied van toepassing is;

 In hoofdstuk 5 komen de uitkomsten van de onderzoeken aan de orde met betrekking tot milieu- en omgevingsaspecten als geluid, luchtkwaliteit, bodem, externe veiligheid, bedrijven

(milieuzonering), waterhuishouding, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en leidingen;

 In hoofdstuk 6 tenslotte komen de economische uitvoerbaarheid en de resultaten uit inspraak en

overleg aan de orde.

(11)

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Historie

Het gebied waar Weurt nu ligt werd vroeger mogelijk al door de Romeinen bewoond. In ieder geval worden er met regelmaat Romeinse opgravingen gedaan. Tot ongeveer 1900 was Weurt, net zoals Winssen, een arm boerendorp dat vaak door overstromingen getroffen werd.

De oude dorpskern van Weurt is, evenals Winssen, gelegen nabij de Waaldijk. Het oorspronkelijke wegenpatroon met lintbebouwing is nog duidelijk aanwezig.

Begin 20

e

eeuw werd begonnen met de aanleg van de stoomtram van Nijmegen naar Druten (1902 - 1934). De stoomtram kwam over het tracé van de Van Heemstraweg door Weurt. De komst van de Van Heemstraweg (1927 - 1959) verbond Weurt met Nijmegen aan de oostkant en de dorpen aan de Waal tot aan Zaltbommel aan de westkant. Na de aanleg van de Van Heemstraweg, die het dorp afsloot, is uitbreiding ontstaan aan de zuidzijde van deze weg.

Weurt is qua grootte de 3

e

kern binnen de gemeente Beuningen, ontstaan in 1980 na samenvoeging van de gemeenten Beuningen en Ewijk, met een inwoneraantal van circa 2.450 per 1 januari 2012.

De kern Weurt ligt aan de oostzijde van de gemeente, tegen het Nijmeegse bedrijventerrein Westkanaaldijk aan en het Maas-Waalkanaal aan.

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Landschappelijke structuur

De gemeente Beuningen is gelegen in een groot groen buitengebied nabij het water van de Waal. Het Beuningse grondgebied vormt min of meer een geleidelijke overgang van de stad naar het meer landelijke ‘Land van Maas en Waal’.

Dijkdoorbraken en overstromingen hebben hun sporen nagelaten in het Beuningse landelijk gebied.

De landschappelijke opbouw van de gemeente Beuningen kent hierdoor 3 landschapszones parallel aan de Waal:

1. Het rivierenlandschap. Een ruig, contrastrijk gebied, gekenmerkt door de dynamiek van rivier, natuurlijke beelden en extensief gebruik. Het noordelijke deel van de kern Weurt, ten noorden van de Van Heemstraweg, ligt in dit gebied.

2. Het oeverwallenlandschap. Een kleinschalig patchwork-landschap met onregelmatige patronen.

Hier liggen de bebouwingslinten, dorpen en veel fruitboomgaarden. De oude dorpen liggen op de oeverwal, de stedelijke uitbreidingen liggen daaromheen. Het zuidelijke deel van de kern Weurt ligt in dit gebied.

3. Het kommenlandschap, of ‘Beuningse Veld’. Een grootschalig open rationeel landschap en tevens een agrarisch productielandschap met weides en veehouderijen. Door de ontwikkeling van een aantal ontzandingen ontstaat in delen een meer parkachtig landschap. Het gebied kenmerkt zich naast de openheid door de lange rechte weteringen en rechte wegen met strakke

wegbeplantingen.

(12)

Impressie ligging Weurt in het landschap (Bron: Structuurvisie Gemeente Beuningen)

2.2.2 Stedenbouwkundige structuur

2.2.2.1 Pastoor van der Marckstraat e.o.

Het historisch dorpsgebied aan de Pastoor van der Marckstraat en de Kerkstraat kenmerkt zich door relatief dicht op elkaar staande, kleinschalige bebouwing met een zekere variatie daarbinnen. Binnen de oude kern zijn nog onbebouwde percelen in gebruik als weiland of moestuin. Naast wonen zijn er functies als detailhandel en ambachtelijke bedrijfvigheid. Enkele historische gebouwen als de kerk, het klooster, de school en een paar boerderijen zijn prominent aanwezig.

2.2.2.2 Van Heemstraweg

Langs de Van Heemstraweg (centraal in het plangebied) bevindt zich voornamelijk lintbebouwing in de vorm van historische villa's en voormalige agrarische bebouwing. De bebouwing staat hier op grotere afstand van de weg dan in de woonwijken, maar varieert per perceel, en bestaat uit 1 of 2 bouwlagen met kap. Kenmerkend is de aanwezigheid van onbebouwde terreinen tussen de bebouwing in.

2.2.2.3 Projectmatige woonbuurten

De oudere projectmatige woonbuurten (vanaf 1950), met name ten zuiden van de Van Heemstraweg,

kenmerken zich door een blokvormig stratenpatroon. Centraal in de buurten liggen lange, rechte

hoofdontsluitingswegen, terwijl de zijstraten juist kort en in sommige gevallen geknikt zijn. De straten

zijn vrij breed waarbij de straten in de oudere woonbuurten smaller zijn dan die in de jongere.

(13)

De oudere woonbuurten (ten zuiden van de Van Heemstraweg en ten oosten van de Jonkerstraat) hebben een overzichtelijk en rustig karakter, waarbij het groen in de plantsoenen, voor- en zijtuinen en de straatbomen de buurten een groen uiterlijk geven. De woningen staan in dezelfde rooilijn evenwijdig aan de straat en kenmerken zich door een eenvoudige hoofdmassa van 2 bouwlagen afgedekt met een zadeldak. Het betreft naast enkele 2-onder-1-kapwoningen vooral rijwoningen, waarbij het aantal woningen in de rij variabel is.

De jongere projectmatige woonbuurten (1975 - 1990) ten westen van het centrumgebied kennen een meer informeel karakter. Deze gebieden (ten westen van de Jonkerstraat) kenmerken zich door hun patroon van korte, sterk geknikte straten, waaromheen woningen gegroepeerd zijn. Veel straten zijn doodlopend, waarbij veel verkeersremmende maatregelen zijn aangelegd zoals drempels,

bloembakken en bochten.

Kenmerkend voor de jongere woonbuurten is de grote mate van beslotenheid van het ruimtelijk beeld.

De buurten hebben door tuinen, plantsoenen en straatbomen een groen karakter. De woningen zijn vaak aaneengeschakeld met een verspringende rooilijn en kenmerken zich door een hoofdmassa bestaande uit 1 of 2 bouwlagen met zadeldak.

2.2.2.4 Recreatieterreinen, sportcomplexen en begraafplaatsen

Aan de oostzijde van het plangebied bevindt zich een complex met voetbalvelden aan de Wethouder Broekmanstraat en een complex met tennisvelden aan de Sportlaan.

2.2.3 Verkeersstructuur

Weurt heeft als belangrijke doorgaande weg de Van Heemstraweg dwars door de kern en de Westkanaaldijk op enige afstand aan de oostzijde. De Van Heemstraweg vormt de verbinding naar Beuningen, Ewijk, Winssen en Druten in westelijke richting en naar Nijmegen in oostelijke richting.

De belangrijkste overige wegen in het plangebied zijn de Pastoor van der Marckstraat in het noordelijk deel van de kern en de Jonkerstraat (ten zuiden van Laan 1945), de Postkantoorstraat, Laan 1945 en de Thomas van Heereveldstraat in het zuidelijk deel.

2.2.4 Groen- & waterstructuur

Naast het sportcomplex en de begraafplaats komt er met name aan de randen van de woonbuurten veel openbaar groen voor in de vorm van plantsoenen met watergangen. In combinatie met de straatbomen en de private tuinen hebben de buurten over het algemeen een groen karakter.

2.3 Functionele structuur

Het plangebied is een vrijwel monofunctioneel woongebied. De meeste maatschappelijke en commerciële voorzieningen bevinden zich in de oude kern van Weurt, ten noorden van de Van Heemstraweg. In het zuidelijk deel van Weurt is met name langs de Laan 1945 en de

Postkantoorstraat sprake van enkele bedrijven en voorzieningen. In de woongebieden is wel sprake van enige beroepen of bedrijven aan huis. Dit zijn kleinschalige functies, passend binnen de

woonomgeving. De woonfunctie blijft hierdoor overheersen.

Verspreid over de verschillende woonbuurten komen verder maatschappelijke voorzieningen voor in

de vorm van een basisschool, kinderdagverblijven en praktijkruimtes van artsen en therapeuten.

(14)

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Inleiding

Het bestemmingsplan reguleert het gebruik van de gronden binnen het plangebied. Het plan biedt het gemeentebestuur een basis voor handhaving, indien op een bepaalde locatie activiteiten plaatsvinden die strijdig zijn met het bestemmingsplan en uit ruimtelijk oogpunt onwenselijk worden geacht.

Het bestemmingsplan vormt een belangrijk toetsingskader bij het verlenen van een

omgevingsvergunning voor het bouwen. Bouwaanvragen kunnen rechtstreeks worden gehonoreerd indien voldaan wordt aan het bepaalde in de regels van dit bestemmingsplan. Overigens neemt het bevoegd gezag bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen eveneens het Bouwbesluit en de bouwverordening in acht. Tenslotte wordt getoetst aan eisen van welstand.

In dit hoofdstuk volgt een toelichting op de juridische regeling. Het juridisch bindende gedeelte van dit bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (plankaart) en de regels. De verbeelding en de regels dienen in samenhang met elkaar te worden begrepen.

Met ingang van 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Op basis van deze wet, is in het bestemmingsplan de benaming van enkele begrippen veranderd en geldt een aantal standaardbepalingen. In de regels zijn daarnaast wettelijk voorgeschreven bepalingen opgenomen inzake het overgangsrecht en een anti-dubbeltelregel.

Een algemene gebruiksbepaling en strafbepaling zijn niet meer in de regels opgenomen: in de op 1 oktober 2010 in werking getreden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is in artikel 2.1 een algemeen gebruiksverbod voor gebruik in strijd met de bestemming opgenomen, alsmede een strafbaarstelling voor overtreding van het verbod.

De verbeelding en de regels zijn voorts opgesteld conform de landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012) en de digitale eisen die vanaf 1 januari 2010 aan

bestemmingsplannen gesteld worden. In deze standaard is de opzet van de regels en de benaming en verbeelding van bestemmingen en diverse functieaanduidingen, bouwaanduidingen en

maatvoeringsaanduidingen bindend voorgeschreven.

3.2 Opbouw van de regels

In deze paragraaf wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag hebben gelegen en hoe deze uiteindelijk is vormgegeven. Het betreft hier de volgende aspecten:

 verantwoording;

 planvorm;

 systematiek;

 bestemmingen;

 specifieke elementen;

 overig.

De regels zijn onderverdeeld in 4 hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: “Inleidende regels” bevat een artikel met begripsbepalingen. Daarnaast zijn in een apart artikel enkele bepalingen opgenomen omtrent de “wijze van meten”. Die bepalingen zijn van belang voor een juiste interpretatie van de bouwregels.

Hoofdstuk 2: “Bestemmingsregels”. In dit hoofdstuk zijn artikelsgewijs de regels behorende bij de specifieke bestemming neergelegd. De artikelen zijn opgezet volgens een vast stramien (conform de SVBP 2012), voor zover deze relevant zijn voor het betreffende artikel:

Bestemmingsomschrijving

Hierin is bepaald voor welke doeleinden de gronden bestemd zijn (met andere woorden: voor welk

gebruik de gronden zijn gereserveerd);

(15)

Bouwregels

In deze bepaling is aangegeven aan welke maatvoeringseisen de bebouwing binnen de betreffende bestemming moet voldoen. In algemene zin geldt dat gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen worden gebouwd.

Afwijken van de bouwregels

In deze bepaling zijn afwijkingsbevoegdheden toegekend aan het bevoegd gezag ten aanzien van bepaalde bouwregels;

Specifieke gebruiksregels

In de bestemmingsregelingen is in bepaalde situaties expliciet aangegeven welk gebruik in ieder geval in strijd wordt geacht met de aan de gronden gegeven bestemming. Een dergelijk

gebruiksverbod is een nadere invulling van het algemeen gebruiksverbod, zoals opgenomen in artikel 2.1 van de Wabo;

Afwijken van de gebruiksregels

Deze bepaling bevat afwijkingsbevoegdheden van gebruiksregels;

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

In deze bepaling is opgenomen voor welke werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden vereist is.

Hoofdstuk 3: “Algemene regels” bevat bepalingen die van toepassing zijn op het gehele plangebied. Naast de anti-dubbeltelregel zijn de volgende bepalingen opgenomen:

Algemene bouwregels

In dit artikel is een regeling opgenomen voor ondergeschikte bouwdelen die de bouwhoogte, danwel het bouw- of bestemmingsvlak overschrijden. In de 'Algemene bouwregels' is tevens een regeling opgenomen voor gebouwen en bouwwerken die legaal zijn (of kunnen worden) gebouwd maar afwijken van de bouwregels van het bestemmingsplan. Deze zijn in de bestaande maatvoering toegestaan.

Algemene aanduidingsregels

In dit artikel is een regeling opgenomen voor de geluidzone van het naastgelegen bedrijventerrein Nijmegen-West (Kanaalhavens), welke over een deel van Weurt ligt. Tevens is een regeling opgenomen ter bescherming van de beschermingszone langs het plangebied, middels de

gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1'. Binnen dit gebied is het bouwen van bouwwerken slechts toegestaan middels een binnenplanse afwijking, waarbij het waterschap wordt gehoord. De

aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' heeft betrekking op de buitenbeschermingszone, hieraan is geen inhoudelijke regeling gekoppeld.

Hoofdstuk 4: “Overgangs- en slotregel” bevat bepalingen die min of meer losstaan van de bestemmingsplanbepalingen, en worden om die reden in een apart hoofdstuk opgenomen. Hierin staan opgenomen:

Overgangsrecht:

In dit artikel is onder meer aangegeven dat de bestaande bouwwerken dan wel vergunde rechten tot het oprichten van een bouwwerk worden gerespecteerd, ook al wijken deze af van het onderhavige bestemmingsplan. Deze bouwwerken mogen gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is dus niet toegestaan om een bouwwerk af te breken en geheel te vernieuwen. Evenmin is het toegestaan om het bouwwerk geleidelijk aan helemaal te vernieuwen. In geval het bouwwerk door een calamiteit verloren is gegaan, mag wel tot gehele nieuwbouw worden overgegaan, mits de

omgevingsvergunning voor het bouwen binnen een termijn van 2 jaren na de calamiteit is aangevraagd. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van de

bouwregels en bepalen dat bestaande afwijkingen mogen worden vergroot voor een uitbreiding van de bebouwing met maximaal 10 %. Illegale bouwwerken zijn expliciet uitgesloten van het

overgangsrecht.

Voor gebruik van gronden en opstallen is eveneens bepaald dat het gebruik dat strijdig is met het

onderhavige plan, mag worden gecontinueerd.

(16)

Verandering van het gebruik is niet toegestaan, tenzij de afwijking naar haar aard en omvang wordt verkleind. Indien gebruik voor een periode van langer dan 1 jaar wordt onderbroken, mag dit gebruik niet meer worden hervat. Een uitzondering wordt gemaakt voor het gebruik dat reeds strijdig was met het voor het onderhavige bestemmingsplan ter plekke van kracht zijnde plan. Het overgangsrecht is op deze situaties niet van toepassing.

Slotregel:

In deze bepaling is de officiële benaming van het plan vastgelegd.

3.3 Bestemmingen

Op de verbeelding is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven. Binnen die grens zijn de verschillende bestemmingen met verschillende kleuren weergegeven. Voorts zijn diverse

aanduidingen opgenomen, waarnaar in de regels wordt verwezen.

Agrarisch

Op diverse locaties in Weurt zijn agrarische percelen aanwezig, deze zijn bestemd als 'Agrarisch'.

Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Bedrijf

Verspreid over de kern is bedrijvigheid aanwezig, deze bedrijven zijn bestemd als 'Bedrijf'.

Het uitgangspunt van de bestemming “bedrijf” is dat bedrijven zijn toegestaan tot maximaal categorie 2 uit de als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'. Dit zijn bedrijven die weinig overlast veroorzaken en daardoor te combineren zijn met de woonfuncties in de omgeving.

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de genoemde milieucategorieën teneinde bedrijven toe te staan die ontbreken op de bedrijvenlijst, danwel zich in een hogere milieucategorie bevinden, en die geen onevenredige inbreuk maken op het woon- en leefmilieu van de omgeving.

Uitgangspunt binnen de bestemming 'bedrijf' is dat detailhandel niet is toegestaan, hierop bestaat echter de volgende uitzondering:

 detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen;

 detailhandel in auto's, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf'.

Bedrijf – Nutsvoorziening

De grote nutsvoorzieningen binnen het plangebied zijn voorzien van de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening'. Op de verbeelding is voor de gebouwen een bouwvlak opgenomen waarbinnen de nutsgebouwen zijn toegestaan. De bouwhoogte van de nutsgebouwen mag niet meer bedragen dan 5,0 m, met dien verstande dat indien in een bouwvlak de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is opgenomen de aangeduide bouwhoogte als maximum geldt.

Detailhandel

Detailhandel binnen het plangebied is bestemd als 'Detailhandel'.

Voor de detailhandelsbestemming aan de Kerkstraat is een wijzigingsbevoegdheid overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan, teneinde ter plaatse maximaal één vrijstaande woning te kunnen realiseren.

Gemengd

De bestemming 'Gemengd' is van toepassing op twee locaties, waar de volgende functies op de

(17)

 detailhandel, met dien verstande dat een supermarkt alleen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';

 dienstverlening;

 horeca, met dien verstande dat uitsluitend horeca uit categorie 1 en 2 is toegestaan, met een maximum van 2 horecabedrijven in categorie 2;

 maatschappelijke voorzieningen;

 praktijkruimten.

Voor de woonfunctie geldt dat deze zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan.

Groen

Deze bestemming is bestemd voor groen en bijbehorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstwerken, voet- en fietspaden et cetera.

Binnen de bestemming mogen uitsluitend gebouwen van openbaar nut (uitsluitend binnen een bouwvlak) en andere bouwwerken worden gebouwd, zoals speeltoestellen, prullenbakken, wegwijzers, banken en degelijke.

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen teneinde hondenuitlaatplaatsen en/ of jongerenontmoetingsplaatsen op te richten.

Groen – Landelijk Groen

De bestemming 'Groen - Landelijk groen' is opgenomen voor de binnen het plangebied voorkomende weilanden en andere voormalige agrarische gronden en tuinen. Het gebruik van deze gronden dient hobbymatig te zijn.

Horeca

Horecabedrijven zijn voorzien van de bestemming 'Horeca'. Binnen een bestemmingsvlak is door middel van de aanduiding 'horeca van categorie (...)' aangegeven welke horecacategorieën ter plaatse zijn toegestaan. In de begrippenlijst is onder het begrip 'horeca' opgenomen welke horecabedrijven vallen onder een horecacategorie.

Maatschappelijk

Maatschappelijke voorzieningen, zoals kerken, scholen, verenigingen, voorzieningen voor openbaar bestuur et cetera, zijn bestemd als 'Maatschappelijk'. Enkele functies zijn binnen deze bestemming specifiek aangeduid, zoals de begraafplaats. Voor de overige bestemmingsvlakken is volstaan met een ruimere regeling waarbinnen verschillende maatschappelijke doeleinden mogelijk zijn.

Sport

Het sportpark 'De Kamp' is bestemd als 'Sport'.

Verkeer

De gronden met een verkeersfunctie, zoals wegen en parkeerplaatsen, zijn bestemd als “Verkeer”.

Daarnaast valt ook het zogenaamde “snippergroen” langs de wegen en parkeerplaatsen onder deze bestemming. Binnen de bestemming zijn zowel gebouwen als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. In Weurt komen op meerdere plaatsen garageboxen voor. Deze gebouwen zijn

aangeduid als 'garage' en voorzien van een bouwvlak. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan

3,5 m.

(18)

Water

De in het plangebied gelegen A-watergangen en vijvers zijn bestemd als “Water”. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming toegestaan, zoals bruggen.

Wonen

De gronden binnen “Wonen” zijn bestemd voor de woningen binnen het plangebied. Naast wonen zijn op bepaalde locaties ook andere functies toegestaan, voorzover deze zijn aangeduid op de

verbeelding. Het betreft onder meer:

 een galerie, ter plaatse van de aanduiding 'galerie';

 detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

 een praktijkruimte of kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - praktijkruimte en kantoor';

Voor de situering en maatvoering van de woningen zijn er bepalingen opgenomen met betrekking tot:

Bouwwijze

Op de verbeelding is aangeduid of binnen het bouwvlak een vrijstaande woning, een halfvrijstaande woning (twee-aaneen), aaneengebouwde woningen of gestapelde woningen (appartementen) zijn toegestaan.

Goot- en bouwhoogte

De maximale goot- en bouwhoogte voor woningen is aangegeven in het bouwvlak door middel van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte”.

Situering gebouwen

Teneinde de toekomstige situatie eenduidig te kunnen reguleren, is de bebouwing “gezoneerd”. Voor woningen is op de verbeelding en in de regels onderscheid gemaakt in een bouwvlak, een aanduiding bijgebouwen en een onbenoemd deel, meestal de voor- en zijtuinen. Deze zonering biedt de

belangrijkste vorm van rechtszekerheid tussen de eigenaren van bouwpercelen onderling. Het hoofdgebouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding “bouwvlak”.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) zijn zowel binnen het bouwvlak als ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” toegestaan. De oppervlakte aan

bijbehorende bouwwerken is gemaximeerd op 50 m

2

, met dien verstande dat het

bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 50 %.

In de regels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om op percelen bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen met een oppervlakte van meer dan 500 m² een maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² toe te staan.

Op bepaalde bouwpercelen is een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken gerealiseerd dan toegestaan op grond van de regels in dit bestemmingsplan. Voor deze percelen is opgenomen dat de bestaande oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken als maximum geldt.

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als uitgangspunt gehanteerd dat deze op het gehele bouwperceel zijn toegestaan. De maatvoering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is gerelateerd aan de ligging. Binnen het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' mag deze niet meer bedragen dan 2,0 m, hierbuiten maximaal 1,0 m. In afwijking van het voorgaande geldt dat de bouwhoogte van pergola's maximaal 2,75 m mag bedragen.

Aan huis verbonden beroep/ bedrijf

Binnen de woonfunctie worden onder voorwaarden nevenactiviteiten toegelaten, die qua functie ondergeschikt zijn aan de woonfunctie. In het verleden werd hiervoor het onderscheid gemaakt tussen aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven.

In dit plan is ervoor gekozen om de mate van publieksaantrekkende werking van de activiteiten als

relevant onderscheid te hanteren tussen activiteiten die wel gewenst zijn in een woonomgeving en

activiteiten die onder omstandigheden gewenst kunnen zijn in een woonomgeving. De

(19)

wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De 'publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis' is mogelijk indien hiervoor een omgevingsvergunning is verleend.

Het onderscheid richt zich zoals vermeld op het al dan niet publieksaantrekkend zijn van de activiteit.

Hierbij is ervan uitgegaan dat een niet-publieksaantrekkende activiteit (geen verkeersaantrekkende werking/ geen parkeerdruk) doorgaans zonder problemen in een woning zal kunnen plaatsvinden. Het betreft activiteiten met een introvert karakter, die inherent zijn aan de woonfunctie, zoals

kantoorfuncties en ateliers.

Om de beperkte omvang van het aan huis verbonden beroep/ bedrijf te waarborgen is deze

gemaximeerd op 45 % van de vloeroppervlakte van de woning, tot een maximum van 45 m². Tevens is in de regels opgenomen dat de bewoner het beroep of bedrijf aan huis zelf dient uit te oefenen.

Uitgangspunt is dat geen milieuvergunningplichtige bedrijven worden toegestaan. Dit is van belang om te voorkomen dat activiteiten kunnen plaatsvinden, die weliswaar geen publieksaantrekkend karakter hebben, maar die in verband met milieuaspecten niet bij de woonfunctie passen. De aan huis verbonden functies zijn toegestaan in de woning en de bijbehorende bouwwerken.

De publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis kunnen wel verkeersaantrekkend zijn en zijn daarom enkel toegestaan indien hiervoor door burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning is verleend. De activiteiten dienen kleinschalig te zijn en in te passen in de woonomgeving. Voorbeelden zijn persoonlijke dienstverlening (kapper/ pedicure), medische/

therapeutische dienstverlening en ambachtelijke bedrijvigheid.

De bestaande publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn op de verbeelding aangeduid door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -

publieksgerichte'.

Leiding – Riool (dubbelbestemming)

In de Jonkerstraat bevindt zich een rioolwatertransportleiding van het waterschap. Deze is inclusief de beschermingszone bestemd als 'Leiding - Riool'. Binnen deze dubbelbestemming is het bouwen van gebouwen uitsluitend toegestaan indien hiervoor een binnenplanse omgevingsvergunning is verleend.

Waarde - Archeologie 2 en Waarde - Archeologie 3 (dubbelbestemmingen)

De gemeente Beuningen heeft een archeologische verwachtingenkaart laten vervaardigen, deze is samen met de beleidsnota archeologie vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010. Het archeologisch beleid is voor de bestemmingsplannen vertaald in 3 dubbelbestemmingen, 'Waarde - Archeologie 1, 2 en 3'.

De gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' liggen tegen de gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologisch Rijksmonument' aan.

De gebieden met hoge archeologische verwachtingswaarde, bekende vindplaatsen, oude woongronden en historische boerderijlocaties evenals een zonering van 50 m rondom de monumenten zijn op de verbeelding opgenomen middels de dubbelbestemming 'Waarde – archeologie 2'.

Voor gebieden die reeds zijn onderzocht of verstoord is geen dubbelbestemming archeologie op de verbeelding opgenomen.

Voor bodemingrepen met een diepte van meer dan 30 cm beneden maaiveld in gebieden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 2' (hoge archeologische verwachtingswaarde) wordt bij een omvang van meer dan 100 m

2

nader archeologisch onderzoek verplicht gesteld.

De keuze voor 30 cm is gebaseerd op de gemiddelde verstoringsdiepte in Nederland, ook wel de bouwvoor genoemd. Deze keuze wordt onderbouwd door een uitspraak van de Raad van State van 23 mei 2007: 'Voorts is aannemelijk dat bij het vergraven en het afgraven van de bodem dieper dan 30 cm de in de bodem archeologische waarden onherstelbaar kunnen worden beschadigd'.

In sommige gevallen is het vanuit praktisch oogpunt niet gewenst om een archeologisch onderzoek te

eisen. Dit levert slechts administratieve lasten voor zowel de verstoorder als het bevoegd gezag op,

terwijl de archeologische winst minimaal is. Dit geldt in situaties waarvan het zeer aannemelijk is dat

(20)

de bodem geroerd is en de kans op archeologische vondsten minimaal. Dit betreft:

 voortzetting van normaal agrarisch gebruik zoals ploegen, zaai- en oogstklaar maken, vervangen van bestaande drainage, aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen en vervangen van boomgaarden;

 omgevingsvergunningen voor het bouwen waarbij het nieuw te bouwen bouwwerk zich bevindt op de bestaande fundering of ten hoogste 2,5 m hierbuiten;

 vervangen of beheren van riolering, kabels, leidingen of bestratingen.

Voor gronden aangeduid met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 2' of 'Waarde - archeologie 3' geldt in geval van bovenstaande situaties een vrijstelling voor archeologisch onderzoek.

Waterstaat – Waterkering (dubbelbestemming)

Ter bescherming van de waterkering aan de noord-westzijde van het plangebied is de

dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen. Binnen deze bestemming is het bouwen van gebouwen uitsluitend toegestaan indien hiervoor een omgevingsvergunning is verleend door het bevoegd gezag, waarbij advies moet worden gevraagd aan het waterschap omtrent de vraag of waterstaatkundige belangen worden geschaadt.

Naast het aanvragen van een omgevingsvergunning kan het ook noodzakelijk zijn om voor bepaalde werken en werkzaamheden in de beschermingszone van een waterstaatswerk een watervergunning aan te vragen, zoals voor het aanbrengen of verwijderen van (hout)beplantingen. Op dergelijke werken en werkzaamheden is de Keur van het waterschap Rivierenland van toepassing.

Waterstaat – Waterlopen (dubbelbestemming)

Ter bescherming van de A-watergangen binnen het plangebied is de dubbelbestemming “Waterstaat – Waterlopen” opgenomen in het bestemmingsplan.

Naast het aanvragen van een omgevingsvergunning kan het ook noodzakelijk zijn om voor bepaalde

werken en werkzaamheden in de beschermingszone van een waterstaatswerk een watervergunning

aan te vragen, zoals voor het aanbrengen of verwijderen van (hout)beplantingen. Op dergelijke

werken en werkzaamheden is de Keur van het waterschap Rivierenland van toepassing.

(21)

Hoofdstuk 4 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt het actuele algemene ruimtelijke beleidskader behandeld met conclusies over de betekenis van het beleidskader voor het plangebied. Het specifieke sectorale beleid gericht op bepaalde thema's komt in Hoofdstuk 5 Milieu- & omgevingsaspecten aan bod.

4.1 Nationaal beleid

4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld en in werking getreden. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving en vervangt enkele ruimtelijke doelen en uitspraken uit andere documenten. In deze visie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028. Daarmee moet Nederland concurrerend, bereikbaar en veilig worden. Anders dan in de Nota Ruimte gaat de structuurvisie uit van het adagium 'decentraal, tenzij'.

Het rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het Rijk over aan de provincies en gemeenten. Gemeenten krijgen ruimte voor kleinschalige

natuurlijke groei en voor het bouwen van huizen die aansluiten bij de woonwensen van mensen.

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’

geïntroduceerd. De ladder is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6 lid 2). De ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ heeft als doel om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren en overprogrammering op regionaal niveau te voorkomen.

Voorliggend bestemmingsplan heeft primair een beheersfunctie, dat wil zeggen het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke, functionele en verkeerskundige situatie. Nieuwe

ontwikkelingen zijn van ondergeschikte aard en beperken zich voornamelijk tot het bieden van (reeds mogelijke) uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande bebouwing. Toetsing aan de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ is derhalve niet noodzakelijk.

4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De wetgever heeft in de Wro, ter waarborging van nationale en provinciale belangen, de

besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien nationale of provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) respectievelijk provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen.

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel bekend als de AMvB Ruimte, zijn 13 nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen.

Het Barro is op 30 december 2011 deels in werking getreden en met enkele onderwerpen aangevuld per 1 oktober 2012. Het besluit is gericht op doorwerking van de nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen.

In het plangebied zijn geen nationale belangen in het geding.

(22)

4.2 Provinciaal & regionaal beleid

4.2.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005 is door Provinciale Staten van Gelderland op 29 juni 2005

vastgesteld. Op grond van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening wordt een streekplan, dat onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening tot stand is gekomen, gelijkgesteld aan een structuurvisie onder de nieuwe Wro. In de Wro-agenda 2008 - 2009 geeft de provincie aan hoe zij toepassing geeft aan de verschillende Wro-instrumenten om haar beleid te realiseren.

De provincie beschrijft in het Streekplan Gelderland 2005 ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten van Gelderland in nationaal perspectief en van de samenstellende regio's. De provincie onderkent in haar plan de landschappelijke diversiteit en de regionale verscheidenheid, die hebben geleid tot een structureel verschillende, ruimtelijke opbouw. De structuurvisie geeft – in provinciaal perspectief – op hoofdlijnen aan waar welke ontwikkelingen gewenst zijn. De ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten spelen daarbij een bepalende rol. Daarbij zijn kwetsbare kwaliteiten aan de orde, die bescherming behoeven of een specifieke ontwikkeling, maar het gaat ook om het geleiden van hoogdynamische ontwikkelingen om de kansen op maatschappelijke meerwaarde te vergroten en nieuwe kwaliteiten toe te voegen.

De provincie hanteert voor het ruimtelijke beleid in het Streekplan Gelderland 2005 de volgende uitgangspunten:

 regionale inzet:

ontwikkelingsgerichtheid en afstemming op regionale schaal staan hierbij centraal. Het Regionaal Structuurplan vormt als het ware grotendeels de uitwerking van het provinciale beleid op

regionaal niveau;

 versterking ruimtelijke kwaliteit:

ruimtelijke kwaliteit werkt op alle schaalniveaus door en heeft betrekking op de betekenissen die aan de kenmerken van de ruimte kunnen worden ontleend. Die betekenis kan worden uitgedrukt in de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Ruimtelijke plannen moeten dan ook een minimale basiskwaliteit hebben, zoals vastligt in diverse wetten, regelgeving en beleid.

Bebouwd gebied

Op grond van de Beleidskaart ruimtelijke structuur valt de hele kern Weurt binnen het 'bebouwd gebied' onder het '(Inter) nationaal stedelijk netwerk KAN. Dit betekent dat de kern deel uitmaakt van een stedelijk netwerk. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied.

Hiervoor zijn nodig:

 een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;

 het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling;

 door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland;

 intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen;

 optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale

dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde

ruimte).

(23)

4.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op basis van de Wro kunnen middels een provinciale verordening regels gesteld worden omtrent de inhoud en de toelichting van bestemmingsplannen, voor zover provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Provinciale staten van Gelderland hebben op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld. Vervolgens heeft een tweetal herzieningen plaatsgevonden, die zijn verwerkt in de 2e geconsolideerde versie (19 december 2012). De 3e herziening (29 mei 2013) van de Verordening heeft geen betrekking op onderhavig bestemmingsplan. Met de inwerkingtreding van de RVG zijn de woningbouwcontouren uit het regionaal plan overgenomen.

Het RVG is het beleidskader waaraan de provincie bestemmingsplannen toetst.

Voor het plangebied zijn de volgende thema's van toepassing:

Verstedelijking

In artikel 2.2 van de RVG is opgenomen dat nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken in een bestemmingsplan slechts is toegestaan:

 binnen bestaand bebouwd gebied;

 binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen;

 binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, mits 90 % van de woningen wordt gebouwd in de betaalbare huur en/of koopsector;

 binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen.

Daarnaast is nieuwe bebouwing toegestaan in het buitengebied mits deze bebouwing functioneel gebonden is aan het buitengebied, het functieverandering naar niet-agrarische functies betreft (vervangende nieuwbouw), het de oprichting van nieuwe landgoederen betreft of het om de

uitbreiding van een bestaand niet-agrarisch bedrijf gaat. Niet-agrarische bedrijvigheid mag uitbreiden met maximaal 20 % tot een maximum bebouwd oppervlak van 375 m

2

. Een grotere uitbreiding is mogelijk indien deze uitbreiding in overeenstemming is met het specifiek voor de niet-agrarische bedrijven opgenomen beleidskader in de regionale 'Notitie functieverandering buitengebied'. Voor uitbreiding die meer ruimte nodig heeft kan een verzoek om ontheffing worden ingediend door de gemeenteraad.

Overzicht bestaand bebouwd gebied Weurt (donkergrijze arcering), woningbouwcontour Stadsregio (roze contour) een zoekrichting woningbouw ten westen van Weurt (driehoek)

Nieuwe woningen zijn conform artikel 3 RVG enkel toegestaan voor zover deze passen binnen het

Kwalitatief Woonprogramma (Thans KWP3: 2010 - 2019) en de regio-opgaven. Recreatiewoningen

zijn alleen toegestaan op de locaties waar ook reguliere woningen gebouwd mogen worden.

(24)

4.2.3 Omgevingsvisie en omgevingsverordening

Op 14 januari 2014 stelde het college van Gedeputeerde Staten de Omgevingsvisie en de

bijbehorende Omgevingsverordening vast. In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het beleid en in de Omgevingsverordening de regels. Het Waterplan, het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan, het Streekplan, het Milieuplan en de Reconstructieplannen zijn herzien en samengebracht in de nieuwe Omgevingsvisie. Provinciale Staten hebben de Omgevingsvisie in hun vergadering van 9 juli 2014 vastgesteld. De Omgevingsverordening is op 24 september vastgesteld. De Omgevingsvisie en -verordening zijn beiden op 18 oktober 2014 in werking getreden.

Omgevingsvisie

De provincie kiest er in deze Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze zijn:

1. een duurzame economische structuur;

2. het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving.

Een aantrekkelijke leefomgeving vergt een goede kwaliteit en beleving van natuur, een gezonde en veilige leefomgeving en een robuust bodem- en watersysteem. De provincie zet daarom in op het waarborgen en op het verder ontwikkelen van die kwaliteiten van Gelderland.

De strategie van de provincie om de doelen van 'duurzame economische structuurversterking' en 'een gezonde en veilige leefomgeving' te bereiken wordt gevoed door het besef dat stad en land elkaar nodig hebben. De provincie gaat voor:

 sterke steden, van belang voor toekomstige aantrekkingskracht, waar kennis zich samenbalt en waar veel jongeren naar toe trekken, waar ook nu al de meeste mensen wonen en werken;

 een vitaal platteland, waar mensen inspelen op grote veranderingen, waar inwoners zich actief inzetten voor hun gezamenlijke toekomst, een platteland met een eigen economische kracht en een grote natuurlijke en landschappelijke waarde, waar kwaliteit en vitaliteit samen op gaan.

De provincie streeft onder andere naar het beter benutten van gebiedskwaliteiten, oftewel het verbinden van kwaliteiten van een gebied met ontwikkelingsmogelijkheden. Daarbij is meer ruimte voor regionale afstemming en lokaal maatwerk.

Omgevingsverordening

In tegenstelling tot de op dit moment geldende RVG zijn in de Omgevingsverordening geen

(algemene) regels opgenomen ten aanzien van verstedelijking. In lijn met de Omgevingsvisie is het derhalve mogelijk lokaal maatwerk te leveren. Ten aanzien van 'Wonen' is in artikel 2.2.1.1

opgenomen dat in een bestemmingsplan nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen slechts worden toegestaan wanneer dit past in het vigerende door Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief Woonprogramma voor de betreffende regio successievelijk het door Gedeputeerde Staten vastgestelde Regionaal Programma Wonen. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe woon- of werklocaties mogelijk, maar biedt voor de kern Weurt een nieuw, actueel bestemmingsplan.

Dit bestemmingsplan is daarmee passend in de Omgevingsvisie en -verordening van de provincie.

4.2.4 Regionaal Plan 2005 - 2020

De Stadsregio Arnhem – Nijmegen heeft in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke

beleidsambities vastgelegd tot 2020. Gestreefd wordt naar een hoogwaardige regionale ontwikkeling van de Stadsregio als geheel.

De Stadsregio wil zich verder ontwikkelen als een aantrekkelijke regio voor huishoudens, bedrijven en bezoekers. In de woonconcessies is bepaald dat de steden tenminste 35 % van het totale

bouwprogramma in de betaalbare huur- en koopsector bouwen en de overige gemeenten, zoals

Beuningen, 50 %.

(25)

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Strategische visie

In 2008 – 2009 onderzoek gedaan naar de gewenste toekomst van de gemeente. Uit dit onderzoek is de strategische visie voorgekomen. In overleg met bewoners, ondernemers, ambtenaren en

deskundigen heeft de gemeenteraad zes strategische hoofdlijnen bepaald:

1. De vier verschillende kernen en gemeenschappen zijn uitgangspunt;

2. De gemeente Beuningen wil een compacte, servicegerichte en ondersteunende organisatie zijn;

3. In de gemeente Beuningen kun je duurzaam wonen en leven;

4. De gemeente Beuningen is zuinig op het buitengebied;

5. De economische ontwikkeling van de gemeente Beuningen past binnen het landschappelijke karakter;

6. De gemeente Beuningen is sterk verbonden met de regio en biedt goede leef- en recreatieruimte.

Een belangrijke troef van de gemeente Beuningen in de regio is het zeer uiteenlopende aanbod aan woningen met een tuin. De gemeente stuurt al meer dan 20 jaar op de kwaliteit van leven die in deze regio zo hoog is. Wonen is dan ook de belangrijkste bijdrage aan de omringende regio. De sferen in de gemeente lopen uiteen van uitgesproken dorps in Winssen en Weurt, via het suburbaan en groeiend Weurt tot het netwerkgewijze, meer kleinstedelijke klimaat van Beuningen.

De gemeente heeft steeds welwillend een bijdrage geleverd aan de uitbreiding van de woningvoorraad in de regio. Maar de gemeenschap hecht ook veel waarde aan zorgvuldige inpassing, organische groei en een behoedzame verandering die past bij de gemeenschappen. De vergrijzing en de ontgroening vragen om slimme toekomstbestendige investeringen in voorzieningen, door flexibele oplossingen en clustering van activiteiten. De kracht van de gemeenschap zal in sterke mate afhangen van het vermogen om de inwoners als vrijwilligers en mantelzorgers te betrekken bij het in stand houden van de voorzieningen, die fijnmaziger en kleinschaliger zullen worden.

De klimaatverandering vereist dat de uitstoot van CO

2

drastisch wordt teruggebracht en dat de inrichting klimaatbestendig wordt gemaakt. De gemeente wil de kwaliteit van de gemeente en de opgaven rondom duurzaamheid, met name op het gebied van wonen, een centrale rol geven. Dat betekent dat de gemeente meer wil doen dan wettelijk nodig is en haar eigen visie op kwaliteit van leven binnen de gemeente actief bewaakt en uitbouwt.

De gemeente Beuningen is en blijft vooral een woongemeente. Een belangrijke ontwikkeling is het verdwijnen van de scheiding tussen wonen en werken voor steeds meer mensen. De hoeveelheid bedrijven aan huis neemt gestaag toe; mensen werken meer thuis en recreëren meer op en rond hun werk. De provincie voorziet bovendien op termijn een forse afname van de beroepsbevolking; tot 2040 zelfs met meer dan 25 %. Grootschalig, industrieel ondernemen past niet meer in de gewenste identiteit van gemeente. Wel worden karakteristieken als (kleinschalig) initiatief, durf en

toekomstgerichtheid genoemd.

4.3.2 Structuurvisie Gemeente Beuningen

De gemeenteraad heeft de Structuurvisie Gemeente Beuningen vastgesteld op 8 mei 2012.

Hoofdopgaven

De hoofdopgaven van Weurt:

1. Verbinden van Weurt. Weurt wordt doorsneden door de van Heemstraweg. Deze weg vormt een barrière in het dorp die de inwoners van Weurt graag zien verdwijnen. De gemeente Beuningen wil zich sterk maken de barrière zoveel als mogelijk te verzachten zodat de beide zijden van Weurt beter met elkaar verbonden zijn. Op de lange termijn blijft het de ambitie om de van Heemstraweg af te waarderen of zelfs weg te halen in Weurt.

2. Op zoek naar een hart. Het dorp Weurt kent geen duidelijk dorpshart. De bevolking van Weurt zou graag zien dat er een dorpsplein zou zijn waar voorzieningen meer geconcentreerd liggen en waar ontmoetingen kunnen plaatsvinden. Gezien de beperkte ruimtelijke en financiële

speelruimte kiest de gemeente voor een realistische insteek waarin de opgave niet is 1 hart te

creëren maar voorzieningen vooral te verbeteren en beter met elkaar te verbinden.

(26)

3. Versterken van synergie tussen voorzieningen. Weurt beschikt over een redelijk

voorzieningenniveau. Het is naar de toekomst toe een opgave deze voorzieningen te behouden en te versterken. De centrale opgave is meer synergie te bereiken.

4. Accupunctuur, verbeteren van de openbare ruimte. De openbare ruimte in Weurt en de structuur van verschillende woongebieden is tamelijk schraal. De structuurvisie reikt ideeën aan hoe de belevingswaarde en functionaliteit van de ruimte in de toekomst verbeterd kan worden.

Keuzes hoofdopgaven Verbinden van Weurt

De ambitie is de relatie tussen de beide delen van Weurt weer te herstellen door de van

Heemstraweg voor een deel te verlagen. Door de van Heemstraweg te verlagen wordt de zichtrelatie Kerkstraat – Postkantoorstraat weer hersteld. Om de fysieke relatie te verbeteren is het idee om de kruising aan te passen tot een grote rotonde met een middenruimte waar men zich even vrijwaart van het autoverkeer. De omgeving van de rotonde wordt zo groen mogelijk ingericht. Daarmee wordt het groene beeld dat ontstaat komende uit de richting Nijmegen doorgezet.

Naast deze ingreep is de wens dat de van Heemstraweg op meerdere plaatsen goed oversteekbaar

wordt. De route Broekmanstraat – Schoolplein kan bijvoorbeeld hersteld worden. Ook kan de route

Pastoor Jonckerstraat – Broekmanstraat hersteld worden. Het is tevens wenselijk dat het wegprofiel

van de Van Heemstraweg heringericht wordt zodat het hard rijden onaantrekkelijk is. Het verleggen

van de komgrens wat verder westelijk zou daarbij een verbetering zijn; zo voelen automobilisten

eerder dat ze het dorp in rijden.

(27)

Deze structuurideeën vragen natuurlijk nog een ontwerpverfijning. Ze illustreren wel duidelijk de ambitie om Weurt te verbinden.

Op zoek naar een hart

Deze visie kiest er voor om – in samenhang met de te versterken synergie tussen de voorzieningen – Laan 1945 te gaan verbeteren als een “voorzieningenas” in het dorp. Deze as verbindt de sportvelden met het dorpshuis de Kloosterhof.

De ambitie is aan Laan 1945 een pleintje te realiseren waar ruimte is voor activiteiten en het prettig verblijven is. Dit pleintje zou kunnen ontstaan door de supermarkt te herontwikkelen en iets naar achteren te plaatsen. Bij deze herontwikkeling kunnen boven de supermarkt enkele woningen worden gerealiseerd. In de verdere uitwerking van dit idee moet ook het huidige parkeerpleintje betrokken worden.

Laan 1945 kan veel interessanter worden ingericht met voldoende ruimte voor voetgangers en fietsers. In de uitwerking van dit idee kunnen de bestaande kleine plantsoenen bij deze weg worden betrokken zodat er wat meer ruimte ontstaat om een echt pleintje te realiseren. Overwogen kan worden het parkeren beter te organiseren.

De gemeente wil meer planologische mogelijkheden bieden zodat er ook meer activiteiten een plek kunnen krijgen aan het pleintje en Laan 1945. Het is een meerwaarde als er een cafeetje of

restaurant zou worden gerealiseerd en als de voorzieningen die nu gevestigd zijn aan de zuidzijde van de Postkantoorstraat zouden worden verplaatst naar Laan 1945. De gemeente zal daar ruime planologische mogelijkheden voor bieden, bijvoorbeeld met flexibele bestemmingen in het

bestemmingsplan.

Versterken van de synergie tussen voorzieningen

Binnen Weurt bestaan diverse gebouwen voor maatschappelijke functies die verouderd zijn en op korte of wat langere termijn om vernieuwing vragen. De Basisschool de Ruyter staat daarbij

bovenaan de prioriteitenlijst. Ook het gemeenschapshuis de Kloosterhof is oud en voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. De Kloosterhof staat echter nog niet op korte termijn op de planning om te worden vernieuwd. Weurt beschikt daarnaast over een uitstekende sportzaal die voor de schaal van de kern groot is. Als er op dit moment een nieuwe binnensportaccommodatie gebouwd zou moeten worden zou deze op grond van de actuele normen niet zo groot zijn als de huidige sporthal. Met andere woorden Weurt heeft een nu geweldige sportzaal die ze graag willen behouden op de huidige locatie. Het is alom bekend dat verschillende maatschappelijke functies beter tot hun recht komen als er een goede afstemming en samenhang tussen deze functies bestaat. Zowel voor de gebruikers als voor beheer en exploitatie biedt meer samenhang voordelen. Concepten die hier het bewijs van zijn en die steeds meer ontwikkeld worden, zijn het ‘Kulturhus’ en de ‘brede school’.

Het is de ambitie van de gemeente om deze synergie te bereiken en daarvoor gaat ze onderzoeken of het haalbaar is om de Basisschool de Ruyter te herbouwen in samenhang met een nieuwe voorziening van de Kloosterhof bij de bestaande sportzaal. Een eerste programmastudie toont aan dat deze integrale herontwikkeling hier ruimtelijk-planologisch mogelijk is.

Bij de planuitwerking verdient de aansluiting op de woonomgeving bijzondere aandacht. Naast een ruimtelijk-planologisch toets zal eveneens een financiële afweging plaatsvinden. Deze afweging zal mede bepalend worden voor de haalbaarheid van een integrale herontwikkeling. De vrijkomende locatie van Basisschool de Ruyter zou dan door middel van nieuwe woningen een positieve impuls kunnen geven aan de woonomgeving.

Accupunctuur, verbeteren van de openbare ruimte

Met name het zuidelijk deel van Weurt vraagt in de toekomst om verbetering. Deze structuurvisie geeft slechts bouwstenen voor het verbeteren van deze omgeving.

Deze verbeteringsmogelijkheden liggen op verschillende vlakken:

1. Verbetering van de openbare ruimte. De buitenruimte is momenteel schraal van inrichting en is

ook wat beperkt om de vele geparkeerde auto’s een plek te geven. Door een herinrichting van het

profiel kan het beter worden. Een mogelijkheid daarbij is sommige straten in te richten voor

(28)

eenrichtingsverkeer zodat er minder ruimte nodig is voor rijdend verkeer en meer ruimte voor wandelaars, fietsers en groen.

2. Verruimen van de openbare ruimte. Een tweede mogelijkheid is dat de openbare ruimte meer lucht krijgt doordat bewoners een stuk van hun tuin ‘inleveren’.

3. Verruimen door herstructurering. Een derde mogelijkheid om meer lucht te krijgen in dit deel van Weurt is door selectieve sloop. Op enkele strategische plekken zou mogelijk een klein parkeererf gemaakt kunnen worden, wat ontspanning in de openbare ruimte geeft.

4. Benutten van binnenterreinen. Op enkele binnenterreinen lijkt ruimte te bestaan. De waarde van het gebruik van deze ruimte zou geëvalueerd moeten worden. Er bestaat de indruk dat deze ruimten beter en intensiever benut kunnen worden waardoor elders meer ruimte kan ontstaan.

5. Pandverbetering. Door ruimte te bieden aan bewoners om hun panden te kunnen verbeteren ontstaat er meer dynamiek in het zuidelijk deel van Weurt. Door ruimere planologische mogelijkheden (bijvoorbeeld in bestemmingsplannen) te bieden en het welstandstoezicht te verruimen zal er meer geïnvesteerd worden en krijgt deze woonomgeving een impuls.

In de kern Weurt ligt het oppervlaktewater met name ondergronds in lange duikers. Op het moment dat zich kansen voordoen, wordt gestreefd naar het opnieuw beleefbaar maken van dit

oppervlaktewater.

Overige keuzes

Kwaliteitsverbetering oude linten

Het is de ambitie om de herkenbaarheid van de oudere linten te versterken. Zoals eerder beschreven kunnen de linten die de Van Heemstraweg kruisen (Pastoor van der Marckstraat, Jonkerstraat, Postkantoorstraat, Kerkstraat) weer aangesloten worden op de Van Heemstraweg. Het is tevens de ambitie deze routes fraaier en in aansluiting op de historische karakteristiek her in te richten. De gemeente Beuningen geeft in haar recente “Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte (HKOR)” meer sturing aan.

De karakteristieke lintbebouwing met z’n afwisselende functies, perceelgroottes, bebouwingsmassa’s en bouwstijlen dienen als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze linten en onderstrepen daarmee de hoofdstructuur van de kern. Versterking en herkenbaarheid van deze ruimtelijke structuur worden nagestreefd. Ook de profielen zullen zodanig moeten worden ingericht dat deze recht doen aan de betekenis als hoofdstructuur en het landelijke karakter van de kern. De overgang naar het landschap van deze linten gebeurt geleidelijk, de bebouwing neemt in dichtheid af en hier en daar wordt het landschap zichtbaar.

Op beperkte schaal zal op specifieke plekken nog bebouwing kunnen worden toegevoegd. De afwisseling in open, groene plekken en bebouwing met zicht op het achterliggende landschap blijft uitgangspunt.

Kwaliteitsverbetering bedrijventerrein, bedrijvigheid

Gestreefd wordt naar verbetering van de overgang tussen het woongebied aan de zuidzijde van de kern en het bedrijventerrein grenzend aan dit woongebied. Herstructurering van deze zone is

gewenst, waarbij ingezet kan worden op een groene woonwerk-zone die zo een vanzelfsprekende en geleidelijke overgang vormt van bedrijvigheid naar wonen.

Het gebied aan de zuidzijde van Weurt blijft zijn functie als bedrijventerrein behouden. Daarbij is een zonering, waarbij de lichtere bedrijvigheid met name aan de zijde van de woongebieden wordt geprojecteerd, gewenst.

Bedrijvigheid binnen de woonbuurten is niet gewenst, een kantoor aan huis is wel mogelijk. Op Laan 1945 kan de gemeente zich juist wel voorstellen dat er kleinschalige activiteiten worden ontwikkeld, mits ze passen in de woonomgeving. Gedacht kan worden aan kleinschalige en lichte bedrijven die geen hinder veroorzaken voor de aangrenzende woongebieden. Deze activiteiten ondersteunen het dynamische karakter van deze laan.

Langs de Westkanaaldijk is – in de flanken van het sportpark – ruimte om bedrijvigheid, al dan niet in

combinatie met wonen, te ontwikkelen. Het gaat daarbij om lichtere bedrijvigheid en/of kantoren. De

ontsluiting, voor het werkgedeelte, zal altijd vanaf de Westkanaaldijk plaatsvinden.

(29)

Woningbouw

Binnen Weurt bestaan er in de toekomst enkele mogelijkheden om woningen te realiseren. Inmiddels is in 2011 het plan Roozenburg vastgesteld. Hier zijn/ worden de komende jaren 43 woningen

gerealiseerd. Als Basisschool de Ruyter verplaatst wordt, zal de vrijkomende locatie met woningbouw kunnen worden ingevuld. De opgave is daarbij een woningtype en buitenruimte toe te voegen die een kwaliteitsimpuls aan de wijk geven. Wenselijk zijn woningen voor senioren. Ook boven de supermarkt worden kansen gezien woningen te realiseren. Dit is natuurlijk alleen zinvol wanneer de supermarkt herontwikkeld wordt in combinatie met het gewenste dorpsplein.

4.3.3 Algemene uitgangspunten kernplannen

De gemeenteraad heeft op 14 juni 2011 enkele beleidsuitgangspunten voor de 4 kernplannen vastgesteld.

Bij het opstellen van de bestemmingsplannen voor de 4 kernen zullen de volgende kaderstellende beleidsuitgangspunten gehanteerd worden:

 Meer vrijheid bieden aan de bewoners waar het gaat om de vestiging van aan huis gebonden beroepen en bedrijven, zonder het karakter van de woonbuurt aan te tasten;

 Meer vrijheid bieden aan de bewoners voor het verlenen van mantelzorg op het perceel van de mantelzorgverlener;

 Bij het opstellen van de bebouwingsregeling in de plannen zorgdragen voor een zorgvuldige aansluiting bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

 Behouden c.q. versterken van de bestaande ruimtelijke functionele karakteristiek, waarbij nieuwe ontwikkelingen ondergeschikt van aard zijn;

 Niet méér regelen dan noodzakelijk voor het behouden c.q. versterken van de ruimtelijke kwaliteit.

Dit beleid komt tot uitdrukking in de volgende specifiekere beleidsuitgangspunten voor de thema's:

Aan huis gebonden beroepen

1. Beroepen en bedrijven die niet gericht zijn op het aantrekken van publiek, rechtstreeks toestaan onder voorwaarden, waarbij gebruik van een vrijstaand bijgebouw mogelijk wordt voor dit doel;

2. De beroepen en bedrijven die wel gericht zijn op aantrekking van publiek, niet rechtstreeks toestaan maar na afwijking/ omgevingsvergunning.

Mantelzorg

1. Mantelzorg in of aan de woning toelaten indien er sprake blijft van 1 woning;

2. Mantelzorg toestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken na een afwijking van het bestemmingsplan/ omgevingsvergunning, onder voorwaarden, naar het voorbeeld van de mantelzorgregeling in het buitengebied.

Bebouwingsmogelijkheden

1. Behoud van de ruimtelijke beeldkwaliteit, waarbij, vooral in situaties waar bebouwing grenst aan het openbaar gebied, de aandacht is gericht op het voorkomen van verstening;

2. De nieuwe regeling zoveel mogelijk laten aansluiten bij de Wabo, en de hieruit voortvloeiende regelingen;

3. De regeling zo inrichten dat deze in combinatie met de vergunningvrije bouwwerken niet zal leiden tot een te verregaande verstening van de huispercelen;

4. De regeling zo inrichtingen dat deze begrijpelijk is voor de burger, waarbij de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt zoveel mogelijk uit de verbeelding blijken.

4.3.4 Woonvisie

De gemeenteraad heeft de woonvisie op 27 september 2011 vastgesteld. De woonvisie vormt een leidraad voor het toekomstige woningbouwprogramma van Beuningen. In de woonvisie is

aangegeven voor wie wordt gebouwd, aan welke woonmilieus wordt gedacht en globaal is aangegeven welke plekken voor woningbouw in aanmerking komen. Belangrijke items in de woonvisie zijn:

 kwaliteit voor kwantiteit;

 betaalbaarheid van de woningen;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 „schip”: een vaartuig, van welk type ook, dat in het mariene milieu opereert of heeft geopereerd; onder deze term zijn begrepen onderwatervoertuigen, drijvende vaartuigen,

Binnen vier weken na ontvangst van het advies van klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de verweerder, de directeur van de betrokken school en de klachtencommissie

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

november 2020, schriftelijk vragen gesteld op grond van artikel 44 van het Reglement van Orde voor de Politieke Avond van de gemeente Arnhem 2018 over Goede metingen

Een bouwwerk waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend mag niet in gebruik worden gegeven of genomen indien de gemeente niet schriftelijk van de beëindiging van

Deze elementen komen niet terug in het dossier bevoegd gezag, omdat deze in de aanvraag van de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit

Het bouwen van een woning is uitsluitend toegestaan indien bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt aangetoond dat binnen het totale plangebied van het bestemmingsplan

Gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, besluit ik:.. - aan Recco Non-Ferro Metals BV