• No results found

Display Deterrence

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Display Deterrence"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Display Deterrence

Duur: 25 februari 2003 - 16 april 2003 Aantal: 371

Onderscheidingen: geen Dodelijke slachtoffers: geen

Achtergronden

De Veiligheidsraad nam op 3 april 1991 resolutie 687 aan, die stelde dat Irak zich in de toekomst diende te houden aan de internationale verdragen die de productie en het gebruik van nucleaire, chemische en biologische wapens verbieden. De raad eiste van Irak dat het, onder internationaal toezicht, zijn massavernietigingswapens, ballistische raketten met een bereik groter dan 150 kilometer en alle voor de productie van deze wapens benodigde grondstoffen en faciliteiten zou vernietigen. Het internationale toe- zicht werd uitgeoefend door twee instanties. Het International Atomic Energy Agency (IAEA: één van de onafhankelijke speciale VN-organen) zag toe op het nucleaire deel. De nieuw opgerichte United Nations Special Commission (UNSCOM) concen- treerde zich vanaf 19 april 1991 op de vernietiging van de biologische en chemische wapens. Het was de internationale gemeenschap krachtens resolutie 678 van 29 no- vember 1990 toegestaan alle middelen te gebruiken om het besluit van de raad af te dwingen.

Irak verklaarde keer op keer dat het volledige openheid van zaken gaf met betrekking tot de wapenprogramma’s. UNSCOM stond in augustus 1995 zelfs op het punt haar werkzaamheden te beëindigen toen een schoonzoon van Saddam Hoessein, die een belangrijke rol had gespeeld in de wapenprogramma’s, overliep. De inspecteurs slaagden er op basis van de door hem verschafte informatie in om bepaalde verboden wapens, wapensystemen en wapenprogramma’s alsnog aan het licht te brengen. Het Iraakse regime deed er echter alles aan om de werkzaamheden van de inspecteurs te frustreren. Dit culmineerde op 31 oktober 1998 in de stopzetting van alle Iraakse me- dewerking aan het VN-ontwapeningsprogramma. UNSCOM trok zich op 10 novem- ber 1998 terug uit Irak. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk deden een vergeefse poging Saddam Hoessein met luchtaanvallen alsnog tot medewerking te dwingen (operatie Desert Fox). Pas een jaar later keerden de inspecteurs van de VN in het kader van de United Nations Monitoring, Verification and Inspection Commission (UNMOVIC) terug in Irak. De resultaten van hun naspeuringen waren minimaal. La- ter zou blijken dat massavernietigingswapens of produktiemogelijkheden ervan niet aanwezig waren.

Het internationale klimaat veranderde wezenlijk na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001. President George W. Bush jr. stelde in zijn daaropvolgende state of the union dat hij Irak, Iran en Noord-Korea rekende tot de

1

(2)

zogeheten ‘as van het kwaad’, oftewel landen die massavernietigingswapens bezaten en bereid waren die wapens in de handen van terroristen te spelen. De regering- Clinton had overigens al op een regime change in Irak gespeculeerd, de opmerkingen van Bush kwamen voor ingewijden dan ook niet uit de lucht vallen.

De Veiligheidsraad van de VN nam op 8 november 2002 resolutie 1441 aan en gaf Irak daarmee een laatste kans (dertig dagen) om openheid van zaken te geven over de wapenprogramma’s. De resolutie bevestigde onder meer resolutie 678, maar sprak in de tekst slechts over de ‘ernstige gevolgen’ die niet-naleving van de resolutie zou hebben zonder deze verder te specificeren. Na het verstrijken van de termijn van der- tig dagen waren, met uitzondering van Syrië, alle landen van de raad van mening dat Irak onvoldoende meewerkte. Er was echter verschil van mening over de consequen- ties die daaraan verbonden zouden moeten zijn. De VS en het VK deden nog een te- vergeefse poging een extra resolutie door de Veiligheidsraad aangenomen te krijgen.

De beide landen besloten daarop zonder extra mandaat van de Veiligheidsraad met nog enkele andere landen Irak binnen te vallen (operatie Iraqi Freedom). De coalitie startte op 20 maart 2003 de inleidende beschietingen, nog geen maand later viel op 14 april het laatste bolwerk van Saddam Hoessein: zijn geboortplaats Tikrit.

Het mandaat van Display Deterrence

De operatie werd uitgevoerd onder verwijzing naar het recht op zelfverdediging van staten zoals vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties.

Het Nederlandse aandeel in Display Deterrence

De Turkse regering verzocht Nederland in verband met de oplopende spanningen rond Irak op 6 februari 2003 om drie Patriot-vuureenheden ter verdediging van zijn grond- gebied te stationeren in Turkije. De Nederlandse regering stemde een dag later in met het verzoek. De regering stelde daarbij nadrukkelijk dat het besluit los stond van het Nederlandse oordeel over het eventuele in gebreke blijven van Irak in het openbaar- maken van zijn wapenprogramma’s.

Het materieel van het 370 militairen sterke Nederlandse detachement werd medio fe- bruari ingescheept in Vlissingen. Een voordetachement vertrok op 17 februari naar de Turkse plaats Diyarbakir, gevolgd door 21 kwartiermakers die evenals een losploeg van 41 personen op 25 februari naar de Turkse plaats Adana vlogen. De losploeg reis- de vervolgens door naar de Turkse havenplaats Iskenderun. Een dag later arriveerde de hoofdmacht in Diyarbakir.

Twee Patriot-batterijen werden op de vliegbasis Diyarbakir geplaatst, terwijl de derde vuureenheid nabij de Turkse plaats Batman werd gestationeerd. De batterijen in Diyarbakir kregen ieder de beschikking over vijf afvuurinstallaties. De batterij in Batman was voorzien van zes afvuurinstallaties. Het detachement kon beschikken

2

(3)

over twee rakettypen, de eigen PAC-2-raket en een modernere raket, voor de duur van de operatie door Duitsland ter beschikking gesteld. Het detachement was op 2 maart operationeel. Het ministerie van Defensie plaatste een liaisonofficier bij de Turkse generale staf in Ankara.

De Nederlandse Patriot-systemen hadden een bereik van 150 kilometer en waren on- derling uitwisselbaar met de Amerikaanse systemen die zich eveneens in de regio be- vonden. Vier AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO (twee toestellen bevonden zich al op 24 februari in Turkije) voorzagen de Nederlanders van informatie over gealli- eerde vliegbewegingen boven Irak. Het NAVO AWACS-detachement telde onder meer 16 Nederlanders, zowel burgers als militairen. De operationele inzet eindigde op 16 april. Het merendeel van de militairen van het Patriot-detachement keerde op 1 mei 2003 terug in Nederland.

Commandant Patriot-detachement

lkol E.H. Abma (17 februari 2003 - 16 april 2003)

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

indien een harmonisatie zich immers slechts tot de accijnzen zou beperken, worden de landen die het zwaartepunt op de indirecte belastingen leggen, dubbel bevoorbeeld; de

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

Uit de gesprekken zijn wel een aantal competenties naar voren gekomen die de professionals vandaag de dag belangrijk vinden en waar volgens de professionals aandacht voor nodig als

Dat klager het risico liep om na verwijdering aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM onderwmpen te worden had de Commissie afgeleid uit het feit dat hij eerder

vreemdelingenwetgeving. In de vreemdelingencirculaire Hoofdstuk B 1 1 en de Wet Arbeid Vreemdelingen zijn regels opgenomen met betrekking tot sleutelpersoneel. Hoofdstuk B 9 van

Het realiseren van waterdoelen in projecten van stedelijke vernieuwing kan worden ingeschat als zeer complex, vooral als de waterinbreng moet komen van het waterschap en er bij

Niet benutte gemeenschapsgelden die dus niet gebruikt zijn waar ze voor bestemd zijn:.. ondersteuning

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van