Sessie Q – Gevaarlijke stoffen en veilige werkwijzen:
Halen we de nulblootstelling?
Werken in een lab: extreem gevaarlijk!
Maar toon maar eens aan dat het risico desondanks heel beheersbaar is
Ontwikkeling Veilige Werkwijze gevaarlijke stoffen labs
Wim Grisnich
Inhoud
Ontwikkeling Veilige Werkwijze gevaarlijke stoffen in laboratoria
Waarom?
Modelberekeningen – theoretisch onderzoek
Metingen
Conclusie en vervolg
Risicobeoordeling gevaarlijke stoffen lab
Waarom / Wat ?
Vanuit wet- en regelgeving gevaren en risico’s in kaart brengen
Welke gevaarlijke stoffen?
Hoe gevaarlijk?
Welke situaties?
Welke wijze?
Tijdsduur?
Blootstellingsnivo?
Indien nodig: maatregelen nemen!
Hoe?
Schatten: Control banding: COSHH Essentials, EMKG- Expo, ECETOC-TRA en Stoffenmanager - erkend door REACH
Meten: volgens NEN-EN 482 en NEN-EN 689
DSM Zwolle:
- 3000 stoffen
- 3 – 4 handelingen per stof
Hoe?
Schatten: Control banding: COSHH Essentials, EMKG- Expo, ECETOC-TRA en Stoffenmanager - erkend door REACH
Meten: volgens NEN-EN 482 en NEN-EN 689
Veilige werkwijze
Veilige Werkwijze
Veilige werkwijze - gepromoot door de Inspectie SZW:
Goed gedefinieerde werkwijze
Nauw gedefinieerde omstandigheden
Specifieke groep stoffen
Blootstelling is aantoonbaar onder grenswaarde
Veilige Werkwijze voor labs
Goed gedefinieerde werkwijze
‘normaal’ lab werk en juiste labhygiëne
Nauw gedefinieerde omstandigheden zuurkast / puntafzuiging
Specifieke groep stoffen vloeistoffen
Blootstelling is aantoonbaar onder grenswaarde
aantoonbaar = modelberekeningen en metingen
Inhoud
Ontwikkeling Veilige Werkwijze gevaarlijke stoffen in laboratoria
Waarom / Wat ?
Theoretisch onderzoek - Modelberekeningen
Metingen
Conclusie en vervolg
2 ‘VW’s’ voor labs bekend
Arbocatalogus Fenelab
= Voer beoordeling uit mbv Stoffenmanager
Veilige Werkwijze VSNU
Gebruikers niet tevreden: nog steeds een papieren tijger
Theoretisch onderzoek
Vuistregel: iedere mbar dampspanning geeft een
concentratie in de ademzone van 1 ppm – zonder LEV
Modelberekeningen –
Stoffenmanager
(versie 4.5 - 2011)B = (Cnf + Cff + Cds) · ƞimm · ƞpbm· th · fh (5)
waarin:
B = blootstellingsscore
Cnf = concentratie (score) als gevolg van “near field” bronnen Cff = concentratie (score) als gevolg van “far field” bronnen
Cds = achtergrondconcentratie (score) als gevolg van diffuse bronnen
ƞimm = immissie multiplier die mate van reductie beschrijft als gevolg van afscherming van de werker
ƞpbm = immissie multiplier die mate van reductie beschrijft als gevolg van gebruik van PBM th = multiplier voor duur van de handeling
fh = multiplier voor frequentie van de handeling
Cnf = E · H · ƞlc_nf · ƞgv_nf (6)
Cff = E · H · ƞlc_ff · ƞgv_ff (7)
Cds = E · a (8)
waarin:
E = intrinsieke emissie score = dampspanning in Pa / 30.000[17]
H = handeling (of taak) score
ƞlc_nf = multiplier die effect beschrijft van lokale beheersmaatregelen bij near field bronnen
ƞgv_nf = multiplier die effect beschrijft van algemene ventilatie en volume van de ruimte op near field blootstelling ƞlc_ff = multiplier die het effect beschrijft van lokale beheersmaatregelen bij far field
bronnen; er wordt aangenomen dat deze identiek is aan ƞ
Stoffenmanager
Blootstellingsklasse
B = {[E · H · ƞlc_nf · ƞgv_nf] + [E · H · ƞlc_ff · ƞgv_ff] + [E · a]} · ƞimm · ƞpbm· th · fh
B = {[1 · 1 · 0,3 · 1] + [1 · 1 · 0 · 0] + [1 · 0]} · 0,3 · 1 · 0,06 · 1 = 0,0054
Blootstellingsklasse Score min. Score max.
1 0 0,001
2 0,001 0,1
3 0,1 10
4 10 1000
Klasse 2
COSHH essentials indeling
Werken in de zuurkast
0,03
Blootstellingsklasse - zuurkast
B = {[E · H · ƞlc_nf · ƞgv_nf] + [E · H · ƞlc_ff · ƞgv_ff] + [E · a]} · ƞimm · ƞpbm· th · fh
B = {[2 · 1 · 0,3 0,03· 1] + [2 · 1 · 0,3 0,03 · 0,3] + [2 · 0]} · 1 · 1 · 0,06 · 1 = 0,0468 0,00054
Blootstellingsklasse Score min. Score max.
1 0 0,001
2 0,001 0,1
3 0,1 10
4 10 1000
Klasse 1
Wanneer blootstellingsklasse 1 onder puntafzuiging?
…..en dus de laagst prioriteit voor COSHH klasse A, B en C?
Blootstellingsklasse Score min. Score max.
1 0 0,001
2 0,001 0,1
3 0,1 10
4 10 1000
Wanneer blootstellingsklasse 1 onder puntafzuiging?
B = {[E · H · ƞlc_nf · ƞgv_nf] + [E · H · ƞlc_ff · ƞgv_ff] + [E · a]} · ƞimm · ƞpbm· th · fh
0,001 = {[E · 1 · 0,3· 1] + [E · 1 · 0 · 0] + [E · 0]} · 0.3 · 1 · 0,06 · 1
E = 0,185
E = intrinsieke emissie score = dampspanning in Pa / 30.000
Conclusie modelberekeningen Stoffenmanager
Zuurkast: Laagste prioriteit voor:
alle stoffen uit COSHH klasse A, B en C
Puntafzuiging: Laagste prioriteit voor:
alle stoffen uit COSHH klasse A en B en
stoffen uit klasse C met dampspanning < 55 mbar
Modelberekeningen – ECETOC/TRA
B = Bini x RfLEV x RfDV x RfCon x RfDur x RfRPE
waarin:
B = blootstelling in mg/m3 of ppm
Bini = initiële blootstellingsschatting in mg/m3 of ppm
RfLEV = reductiefactor voor locale afzuiging (Local Exhaust Ventilation) RfDV = reductiefactor voor algemene ventilatie (Dilution Ventilation) RfCon = reductiefactor voor de concentratie
RfDur = reductiefactor voor de taakduur (Duration)
RfRPE = reductiefactor voor adembescherming (Respiratory Protection Equipment)
De initiële blootstellingsschatting (Bini) wordt bepaald door:
Type activiteit of Process category (PROC’s), bijvoorbeeld:
PROC 15 Use of laboratory reagents in small scale laboratories
Type gebruik of Sector of Use (SU) Industrial/professional use
Theoretisch onderzoek – ECETOC/TRA
Appendix A van ECETOC-TRA Technical report No. 114
Theoretisch onderzoek – ECETOC/TRA
RfLEV = 0,1 (90% reductie) voor lab
RfDV = 0,7 (30% reductie) - versterkte algemene ventilatie
verversingsgraad van de ruimte minimaal vijfmaal per uur
RfCon = 1,0 (0% reductie) reductiefactor voor de concentratie
RfDur = 1,0 (0% reductie) taakduur > 4 uur
RfRPE = 1,0 (0% reductie) reductiefactor voor adembescherming
B = Bini x RfLEV x RfDV x RfCon x RfDur x RfRPE
B = 50 ppm x 0,10 x 0,3 x 1,0 x 1,0 x 1,0 = 1,5 ppm
Conclusie: Zelfs voor de meest vluchtige stoffen zal de blootstelling op een lab bij gebruik van puntafzuiging of zuurkast (ECETOC-TRA maakt hier geen
Inhoud
Ontwikkeling Veilige Werkwijze gevaarlijke stoffen in laboratoria
Waarom / Wat ?
Modelberekeningen – theoretisch onderzoek
Metingen
Conclusie en vervolg
Metingen
ECETOC/TRA berekeningen aan:
± 100 Worst case stoffen
± 100 SVHC (REACH) stoffen
ECETOC/TRA: alles met RR ≥ 0.1 blootstellingsmetingen
RR = Relatief Risico = thoretische blootstelling / grenswaarde
Metingen naar thema gegroepeerd:
- Metingen uitgevoerd in de zuurkast
- Metingen uitgevoerd onder puntafzuiging
- Stationaire metingen in de ruimte – alleen algemene ruimteventilatie
Metingen in de zuurkast
Metingen onder puntafzuiging
Stationaire metingen - ruimteventilatie
Diethylether
ECETOC-TRA theorie versus praktijk
Theorie: blootstelling nooit hoger dan 1,5 ppm (bij 15 min zelfs niet hoger dan 0,3 ppm (80% reductie)
Praktijk: blootstelling tot 20,4 ppm met diethylether
Zeker voor stoffen met hoge dampspanning is initiële bloot- stellingsschatting van 50 ppm veel te laag.
Beter uitgaan van vuistregel:
iedere mbar dampspanning geeft 1 ppm blootstelling
ECETOC-TRA theorie versus praktijk
B
ini(in ppm) uit formule ECOTOC-TRA wordt dan:
de dampspanning in mbar Vb diethylether:
B = B
inix Rf
LEVx Rf
DVx Rf
Conx Rf
Durx Rf
RPEB = 586 ppm x 0,10 x 0,3 x 1,0 x 1,0 x 1,0 = 17,6 ppm
(praktijk was 20,4 ppm)
Hieruit volgt formule voor snelle screening van blootstelling:
ECETOC-TRA theorie versus praktijk
LEF = (dampspanning (in mbar) x Rf) / (grenswaarde (in ppm) x 0,10)
waarin:
LEF = Lab Expositie Factor
Rf = reductiefactoren ECETOC–TRA (B = Bini x RfLEV x RfDV x RfCon x RfDur x RfRPE)
als:
LEF ≤ 1 gebruik is veilig (theoretische blootstelling ≤ 10% van de grenswaarde)
LEF > 1 voer metingen uit
Omdat onder labcondities Rf vrijwel altijd < 0,1 is kan formule versimpeld
worden:
ECETOC-TRA theorie versus praktijk
LEFART = dampspanning (in mbar) / (grenswaarde (in ppm) waarin:
LEFART = Lab Expositie Factor As Rule of Thumb
als:
LEFART ≤ 1 gebruik is veilig
LEFART > 1 voer een nieuwe toetsing uit m.b.v. de niet-vereenvoudigde formule:
LEF = (dampspanning (in mbar) x Rf) / (grenswaarde (in ppm) x 0,10)
Dus:
Voorgestelde Veilige Werkwijze
Zuurkast:
• juiste labhygiëne altijd veilig
Puntafzuiging:
• COSHH klasse A en B altijd veilig
• COSHH klasse C: < 55 mbar altijd veilig
• Overig:
De situatie is veilig als de dampspanning in mbar kleiner is dan de grenswaarde in ppm:
LEFART = dampspanning (in mbar) / (grenswaarde (in ppm)
Indien niet:
LEF = (dampspanning (in mbar) x Rf) / (grenswaarde (in ppm) x 0,10) Als:
LEF ≤ 1 gebruik is veilig (theor. blootstelling ≤ 10% v. grenswaarde)
Inhoud
Ontwikkeling Veilige Werkwijze gevaarlijke stoffen in laboratoria
Waarom / Wat ?
Modelberekeningen – theoretisch onderzoek
Metingen
Conclusie en vervolg
Conclusie
Geen papieren tijger
Energie gebruiken voor:
• Technische maatregelen
• Training / instructie
• Handhaving
• Borging
Zeer eenvoudige risicobeoordeling
Status
I-SZW:
Gedegen onderzoek – geen fundamentele hiaten
Validatie middels meetplan samen met andere partijen
Is bereid tussentijds te toetsen
Hoe verder?
Meetplan validatie gereed
In gesprek met partijen om meetplan te begeleiden
Partijen gezocht die willen participeren
Meetplan validatie VW
5 worst case stoffen
uit iedere COSHH essentials gevaarsklasse 1 stof met hoge dampspanning en lage grenswaarde
1 categorie C stof met een dampspanning ± 55 mbar
om te bewijzen dat onder puntafzuiging met deze stoffen veilig gewerkt kan worden
1 categorie D en 1 categorie E stof met een dampspanning in mbar die ≤ grenswaarde in ppm om te bewijzen dat onder puntafzuiging met deze stoffen veilig gewerkt kan worden
Toetsing aan grenswaarde volgens NEN-689:2016 (concept) daarom voor iedere taak tenminste 3 metingen uitvoeren
Meetduur: 15 minuten
de meeste werkzaamheden met gevaarlijke stoffen in een lab duren kort
Type werkzaamheden: inwegen, overschenken, roeren en/of schoonmaken is worst case voor wat betreft de hoeveelheid geëmitteerde damp
Soort metingen: Personal Air Sampling (PAS) metingen
Meetplan validatie Veilige Werkwijze
Veilige Werkwijze met gevaarlijke stoffen voor universitaire organisaties
Voor COSHH klasse 4 (grofweg CMR, acuut toxische en sensibiliserende stoffen): blootstellingsscore berekenen:
NIOSH methode:
Voorbeeld: CMR vloeistof met extreem lage dampspanning van < 0,13 mbar max. 30 min. en 2- tot 4-maal/dag in de zuurkast
B = 1 x 0,3 x 0,33 x 0,3 x 0,5 x 3 = 0,044 = niet de laagste score
B = E.H.(RNF + RNF).CT.F (4)
waarin:
B = blootstellingsscore
E = score voor de verspreidingskans (op grond van dampspanning / stoffigheid) H = score voor de verspreidingskans als gevolg van een handeling
R = score voor de ruimtebeheersing voor Near Field (ventilatie) en Far Field (compartimentering) C = score voor de imissiekans
T = score voor de duur van de handeling F = score voor de frequentie van de handeling