E rgonomisch verantwoord werken met beeldschermen
niet vanzelfsprekend;
een praktijkvoorbeeld
L.
van
Gurp,J.W.J.
vander
Gulden,sectie arbeids-
enbedrijfsgenees- kunde, Instituut voor
Sociale Geneeskunde,Katholieke Universi- teit
NijmegenIn
allerlei sectoren van de samenle-ving wordt in
een hoog tempo beeld- schermwerk geintroduceerd. De hoe- veelheidliteratuur
over mogelijke ge- zondheidsrisico's vandit
werk neemt snel toe. Een goed overzicht van de standvan
zaken is te vindenin
de uitgebreideliteratuurstudie
die Pad- moset
alin
1985 publiceerden (1) en het verslagdat
De Groot geschreven heeft naar aanleiding van de confe-rentie 'Work with
displayunits'
diein
1986 te Stockholm plaats vond (2).In
deliteratuur wordt
vooral melding gemaaktvan
oogvermoeidheid, wel- ke zichuit in
symptomen als een ver- moeid, branderig ofpijnlijk
gevoelin
de ogen, tranende, rode of knipperen- de ogen, wazig of dubbelzien, hoofd-pijn
of duizeligheid. Daarnaast kun- nen klachten optreden van het bewe- gingsapparaat (nek, rug, schouders) en van algemene vermoeidheid. Soms worden ook verschijnselen alshuidir- ritatie
of klachten van psychische aard, zoals prikkelbaarheid, depressi-viteil,
slapeloosheid en een gering ge- voeÌ van eigenwaarde vermeld. (1)Het
is nogonduidelijk
hoe deze wei- nig specif.eke klachten samenhangenmet
beeldschermwerk.Duidelijk
is weldat
vooral de omstandigheden waaronder aan een beeldscherm ge-werkt wordt,
eenrol
spelenbij
het optreden van klachten.(f,3) Dit
laatstekomt
ook naar vorenuit
de resultaten van een onderzoekdat
on- langs isverricht in
het kader van een uitgebreid bedrijfsgezondheidkundi g survey op de afdeling financiële admi-nistratie
van een academisch zieken- huis.Ondezoek
Op de betreffende afdeling werken 71 medewerkers
in
verschillende admini- stratieve functies.Hun leeftijd
va- rieerdevan
19tot
58jaar
met een ge- middelde van 31jaar
(SD 9,3). Degemiddelde
leeftijd
van de werkne- mers, die beeldschermwerk doen, ver-schilt niet
significant van die van de niet-beeldschermwerkers. De 27 man-nen en 44 vrouwen op de afdeling
zijn in
gelijke mate verdeeld over beide groepen.Met
behulp van de zgn. 'groene for- mulieren', diein
het periodiek onder- zoekin
de bedrijfsgezondheidszorgin
gebruikzijn,
werd ger'nformeerd naar de gezondheidsbeleving van de be- trokken werknemers. De respons be- droeg 67 adequaat ingevulde vragen-lijsten
(9aol6). Aan de 50 beeld- schermwerkersuit
deze popuiatie werd vervolgens een voordit
onder- zoek samengestelde aanvullende vra- genlijst voorgelegd over de boven ge- noemde gezondheidsaspecten van beeldschermwerk (responsI00%).
(4)In
het onderzoek van de werkplek werd vooral aandacht besteed aan de houdingsergonomische aspecten van het kantoorwerk en aan de verlich-ting. Het
onderzoek werd uitgevoerdin
het kader van een wetenschappelij- ke stagein
de Nijmeegse artsoplei- ding.Resultaten
Door middel vân een specifieke vra- genlijst werd gerhformeerd naar het voorkomen van oogvermoeidheid op de afdeling.
Uit
de verzamelde gege- vens (zietabel
1)blijkü dat
verschil- lende symptomen van oogvermoeid- heid genoemd worden door de onder- vraagde beeldschermwerkers, met na- me vermoeide ogen (48olo),pijnlijke
of branderige ogen (300/0), wazi-g zien (22Yo) enhoofdpijn
(20%).Aan de algemene vragenlijst werd in- formatie ontleend over klachten van het bewegingsapparaat, moeheid, slaapproblemen en nerveuze klachten (zie tabel 2).
Klachten
overpijn
enstijfheid
van de schouders, nek en rug werden gemeì.d door eenkwart
van de beeldschermwerkers. 360/e van de on- dervraagde beeìdschermwerkers zei vaak moe tezijn,
met name 's avonds en na het werk. Nerveuze klachten werden gemeld door 180/6 van de beeldschermwerkers,waarbij
vooral gejaagdheid genoemd werd. Van deniet
beeÌdschermwerkers noemde nie- mand schouderklachten. De overige klachten werden door henin
gelijke mate genoemd als door de beeldscherm- werkers (tabel 2).Over de leesbaarheid van het beeld- scherm en van de concepttekst werd >
Tijdschrift voor Arbowetenschap
I
(1988) nr 1Tabol 1 : Positieve rsspons betreffende oogvermoeidheídsklac{rten bij beeldscherm werkers (n
:
5O).nauwelijks geklaagd. Slechts proble- men ten gevolge van
hinderiijke
spie- gelingenin
het beeldscherm (260/o) en van eenhinderlijke
glans over het toetsenbord (100/o) werden genoemd.Last
van de ogenbij
het veranderen van gezichtspunt werd genoemdbij
het wegkijken van beeldscherm naar concepttekst (16%), naar de verre omgeving (10%) en naar de naaste omgeving (het bureaublad)(6%).
8%van de ondervraagden achtte het ei- gen gezichtsvermogen (eventueel ge- corrigeerd met
bril)
onvoldoende voor het beeldschermwerk.De beeldschermwerkers werkten ge-
Veelvuldig werd een onjuiste opstel-
Iing
van het beeldscherm gezien.Dit
kwam voor een deel doordat twee of drie medewerkers van eenzelfde beeldscherm gebruik maakten datin
het midden van hun bureau's was op- gesteld. Wanneerdit
was toegedraaid naar degene die er mee wilde werken, werden leesafstanden vastgesteldtot
1 meter (de geadviseerde leesafstand is 50
tot
70 cm). Medewerkers die het beeldscherm maar een deel van de dag gebruikten, hadden hun schermopzij
van hun bureau geplaatst. Ookdit
leverde een gedwongen houding op, soms nogbemoeilijkt
door de on-waardoor
hinderlijke
spiegelingen ontstaan en het contrastin
het scherm te kleinwordt
door een teveel aan achtergrondlicht. Boven een aan-tal
werkplekken voldeden de armatu- renniet
aan de eisen die gesteld wor- denbij
het werken aan beeldscher- men.Zij
waren van opzijniet
vol- doende afgeschermd enniet
van spie- gelroosters voorzien. Opvallend was dat nauweÌijks gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid het beeldscherm meer verticaal te kantelen waardoor spiegelingen minder zichtbaar wor- den.Discussie
In
het hier beschreven bedrijfsge- zondheidkundig survey werd een klachtenpatroon gevondenbij
beeld- schermwerkersdat
overeenkomt met dat watin
deliteratuur
genoemdwordt.
(1)Wat betreft
de gegevens afkomstiguit
de algemene vragenlijst was een vergelijking mogeÌijkmet
de overige medewerkers op de afdeling.Deze gaven aan soortgelijke klachten te hebben.
Stijfheid
van de schouder- gordel, eenklacht
var, 24o/o van de beeldschermwerkers, werd door hen echterniet
genoemd. Voor de klach- ten over oogvermoeidheid enhuidir- ritatie
was een dergelijke vergeiijkingniet
mogelijk, omdat daarover geen informatie verzameld isbij
de niet-beeldschermwerkers. Wel werd vast- gesteld dat degenen die langer dan 3,5
uur
per dag aan een beeldscherm werkten een hogere klachtenscore hadden danztj
diedat korter
deden.Met
name overhoofdpijn
werd vaker geklaagd.In
deliteratuur
over beeldscherm- werk worden een groot aantal facto- ren genoemd die een mogelijkerol
spelenbij
het optreden van gezond- heidskìachten. Opdit
terrein is nog veelonduidelijk:
met name causale verbandenzijn
nogmoeilijk
te leg- gen. De constateringdai
detijd
die aan het beeldscherm gewerktwordt
van invloed is op de klachtenfrequen- tie is ook door sommige andere au- teurs gedaan. (1) Algemeenwordt
aangenomendat
de werkhouding en de werkplekverlichtingin
ieder geval een ro1 spelen.Dat
is ook deindruk
dieuit dit
onderzoek naar vorenkomt.
Opvallend was de bevinding dat de betrokken medewerkers er nietin
slagen om de mogelijkheden van het meubilair en de apparatuur waar- overzij
beschikken optimaal te ge- bruiken. Soms werd door hen zelfs een werkplek gecreëerd die ergono- misch gezien ongunstiger is dan een vaste standaard opstelling zouzijn.
Duidelijke
en regelmatige voorlich-ting
eninstructie lijkt
een voorwaar- de omtot
verbetering te komen. >Regelmatig last van...
tijdens of kort na het we¡k:
Positieve ¡espons
vermoeide
ogen
48Yo-
pijnlijke of branderigeogen
30o/o-
tranende of rodeogen
8%-
door elkaa¡ zien lopen van letters encijfers
l4o/o-
wazigzien
22Yo-
dubbelzien
4yohoofdpijn
20yo- duizeligheid
l4yo-
huidi¡ritatie ofhuiduitslag
9yomiddeld 3,5 uur per dag aan het beeldscherm (SD 1,8). Nagegaan werd of het klachtenpatroon van de- genen, die
korter
dan de mediane ar- beidsduur (3uur)
achter het beeld- scherm werkten, verschilde van dat van degenen die langer werkten.In
de laatste groep werd vaker over
hoofdpijn
geklaagd (400le) danin
deeerste
(5%).
Ten aanzien van afzon-derlijke
klachten werden verder geen significante verschillen gevonden.Over de heÌe vragenÌijst gerekend werden echter door degenen die lan-
ger werkten meer klachten genoemd (tekentoets:
p <
.05).Bij
het onderzoek van de werkomge-ving
is vooral gelet op de werkhou- ding van de medewerkers en de werk-plekverlichting.
Voor een goede werk- houding is essentieel dat stoel, tafel en apparatuur voor de individuele medewerker op maat kunnen worden ingesteld.Het
meubilair op de afde-Ìing
voldeed hieraan watbetreft
de meeste aspecten. Een optimale afstel-ling
bleek echter een uitzondering tezijn.
Enkele medewerkers hadden zo- wel hun bureau als hun stoelin
even- redigheid verhoogd en maakten ge-bruik
van een voetensteun om het door henzelf gecreëerde ongemak te beperken. Stoelen \Maren soms zo hoog ingestelddat
de armleuningenniet
meer onder het bureau pasten.6
gelukkige plaatsing van laden onder het bureau. Op de afdeling was
niet
bekenddat
deze Ìadenin
de meeste gevallen middels enkele eenvoudige handelingen aan de anderekant
van het bureau gehangen kunnen worden.Een
continu
gedraaide werkhouding werd ook gezienbij
een frequent aan- getroffen werkvlakindeling : links voor dein
te voeren data die op grote computervellen staan, rechts daar- naast het toetsenbord, schuin daar- achter het beeldscherm.Bij
de beoordeìing van deverlichting
(T.L. buizen endaglicht)
werd gelet ophet
verlichtingsniveau en op het optreden vanhinderlijke
spiegelingen.De hoeveelheid
licht
was over het al- gemeen voldoende met uitzondering van enkele werkplekken waar men ar- chiefkasten voor het raam had neer- gezet of waarboven men zelf T.L. bui- zen had losgedraaid omdat men het Iicht, tefel
vond. Op verschillende plaatsen werd gebruik gemaakt vanTl-buizen met
kleurnummer 84 (fel-wit) in
plaats van het aanbevolen nummer 83 (warmwit).260/¡ van de beeldschermwerkers had volgens de
vragenlijst
regelmatig last vanhinderlijke
spiegelingenin
het beeldscherm.Bij
het surveyviel
opdat
de beeìdschermenin
een deel van de gevallen zóbij
de ramen waren op- gestelddat
er teveel daglichtinvalt,
Tijdschrift voor Arbowetenschap 1 (f 988) nr
I
Daarbij
moet ook aandacht besteed worden aan problemen die voo¡tvloei- enuit
hetfeit
dat meerdere medewer- kers hetzelfde beeldscherm gebruiken en dat tweeparttimers
van dezelfde werkplek gebruik moeten maken. De wijze waarop gebruikwordt
gemaaktvan
dag- enkunstlicht
verdient even- eens meer aandacht.Op de conferentie te Stockholm, ge- houden
in
1986, is gepleit voot eenin-
dividueel instelbaar werkstation,liefst
voorzien van een'vrij
complexe' stoel, waarop aftrankelijk van de werkzaamheden voor of achterover geleund kan worden, om de werkhou- ding van beeldschermwerkers te opti- maliseren, (2) Te vrezenvalt
dat de mogelijkheden van een dergelijke gea- vanceerde opsteÌÌing nauwelijks ge-bruikt
zullen worden zonder eenin-
tensieve, continue begeleiding. Voor- lopiglijkt
er nog wel enige winst te halenuit
een meer adequaat gebruik vanhet
nu beschikbare kantoor-meu-bilair.
Onze
dank
gaatuit
naar de bedrijfs- artsenL.
Tonnaar en J. deWit
(BGDSint
Radboudziekenhuis) voor hun begeleiding van het hiervoor beschre- ven onderzoek.Literatuur
1. Padmos P. F.D, Pot, J.J. Vos, E.C. de Vries.de Mol. Gezondheid en rvelbevinden bij het werken met beeldschermen. Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 198õ.
2. Groot J.P. de. Conferentie 'Work with Display Units' Stockholm, 12-15 mei 1986. Groningen, nco e'rt-Groningen:
1987.
3. Pot F.D., P. Padmos, A.A.F. Brouwers.
Gezondheid en welbevinden bij eenvoudig beeldschermwerk op kantoren. T. Soc. Ge- zondheidsz. 65; 1987:2-8.
4. Gutp L. van. Arbeidsomstandigheden op de financiêle administratie van het Sint Radboudziekenhuis. Nijmegen. Vakgroep Sociale Geneeskunde xu¡¡, 1987.
Tijdschrift voor Arbowetenschap 1 (1988) nr