Verwachtingen in de bouw in Nederland
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) geeft zijn visie op de sector.
Na een eerste sterke opflakkering van de bouwnijverheid in 2015 is het voorbije jaar weer een topper gebleken met een volumegroei van 7%. De sector is meteen de sterkst groeiende sector in
Nederland. Je kan dit trouwens merken in het straatbeeld: niet alleen worden er woningen gebouwd, ook wegenwerken zijn alom.
De grote motor van de groei in de voorbije twee jaar zijn de investeringen in woningen geweest met een groei van maar liefst 50% in twee jaar tijd. De nieuwbouw draagt daar sterk toe bij met een groei van de productie met 12%. Het zijn echter de verbouwingen die de kroon spannen met een toename met 25% het afgelopen jaar.
Van waar die sterke groei in de verbouwing?
De productie was sinds 2009 sterk terug gevallen en er is nu een recuperatiebeweging ingezet.
Verder is de algemene economische groei aangetrokken en zijn de rentevoeten ook historisch laag.
Ook de vele verkooptransacties bevorderen aanpassingswerken in de nieuw verworven huizen. Voeg daaraan toe dat men investeringen doet in duurzaamheid (isolering), dat woningcorporaties weer investeringen gaan doen en kantoren worden omgebouwd in woningen en je hebt een overzicht van alle gunstige factoren.
De sector van infrastructuurwerken volgt de tendens van de woningsector niet, maar laat toch een relatief stevige groei optekenen in de nieuwbouw met 2,5 %. De industriële bouwwerken
(utiliteitswerken genoemd in Nederland) lieten op hun beurt maar 1,5% groei in investeringen optekenen.
Hoe ziet de toekomst er uit?
EIB voorspelt een nivellering van de groei, m.a.w. de woningbouw gaat in de komende jaren een iets lagere groei optekenen. Verwacht wordt dat die in 2017 nog 8% en in 2018 nog 6 % zou zijn, terwijl de industriële nieuwbouw in 2017 met 4% zou stijgen en in 2018 zelfs met 5%.
Op langere termijn (2019-2022) zou de bouwnijverheid evolueren naar een groei met ongeveer 2%
per jaar.
Meer details zijn te vinden in het werk dat EIB publiceerde op 27 januari en dat hier besteld kan worden.
Dirk Verlee
Vlaams economisch Vertegenwoordiger Den Haag, 7 februari 2017