• No results found

Rapport uitkomsten Zelfevaluatie Palliatieve Zorg, gegenereerd uit Exata

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport uitkomsten Zelfevaluatie Palliatieve Zorg, gegenereerd uit Exata"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport uitkomsten

Zelfevaluatie Palliatieve Zorg, gegenereerd uit Exata

Naam organisatie en eventueel locatie/ team

<<datum>>

(2)

2 Colofon

Auteurs

Landelijke werkgroep Zelfevaluatie Palliatieve Zorg Ilse Brummelhuis

Eveline van Drielen Roos-Marie Tummers

De landelijke werkgroep Zelfevaluatie Palliatieve Zorg is te bereiken via zelfevaluatiepz@stichtingfibula.nl

Februari 2021

Het rapport is bedoeld voor zorgorganisaties en netwerken palliatieve zorg om de uitkomsten van een zelfevaluatie te bundelen. Fibula is niet verantwoordelijk voor de inhoud van het rapport.

(3)

3

1. Inleiding

In de periode <<periode>> heeft de zorgorganisatie <<naam zorgorganisatie>> de Zelfevaluatie palliatieve zorg uitgevoerd. Dit rapport bevat de resultaten van deze zelfevaluatie.

Het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland1 geeft zicht op wat een vertegenwoordiging van patiënten, naasten en zorgverleners vindt dat de kwaliteit van de palliatieve zorg in Nederland moet zijn. Het beoogt een leidraad te zijn voor het werk in de praktijk van zorgverleners. De Zelfevaluatie palliatieve zorg is gebaseerd op het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland.

1.1 Doel Zelfevaluatie Palliatieve Zorg

De Zelfevaluatie Palliatieve Zorg heeft als doel om zorgorganisaties te helpen om op het gebied van palliatieve zorg bewustwording te stimuleren en inzicht te geven waar de zorgorganisatie als geheel, als afdeling of

samenwerkingsverband, staat ten opzichte van de waarden, wensen en behoeften van patiënt en naasten zoals beschreven in het kwaliteitskader. Daarnaast maakt de zelfevaluatie gerichte verbetering en het leren van elkaar binnen een Netwerk Palliatieve Zorg mogelijk.

1.2 Werkgroep

Bij de zelfevaluatie heeft een werkgroep, bestaande uit <<namen werkgroepleden >> , alle benodigde informatie binnen

<<naam zorgorganisatie>> verzameld. In afstemming met <<naam nwc>> van <<netwerk pz>> zijn conclusies getrokken en aanbevelingen geschreven door de werkgroep om te komen tot een plan van aanpak ter verbetering van de palliatieve zorg.

Actuele kennis, tools en informatie voor het oplossen van knelpunten zijn te vinden op Palliaweb (www.palliaweb.nl), kennisplatform palliatieve zorg.

Het rapport is als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 2 t/m 10 geeft een overzicht van resultaten per domein van het kwaliteitskader.

Voor het analyseren van de uitkomsten is het Format Analyse uitkomsten Zelfevaluatie Palliatieve Zorg beschikbaar.

1 Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, 2017, IKNL en Palliactief

(4)

4

2. Markering

2.1 Standaard

Patiënten in de palliatieve fase worden tijdig herkend.

Domein 2.1, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief 2017

2.2 Vragen

1a. Op welke wijze stimuleert de organisatie haar zorgmedewerkers m.b.t. de markering van de palliatieve fase?

<invoegen>

1b. Hoe verloopt de markering gedurende de palliatieve fase in de organisatie? (Laatste jaar, van ziektegerichte naar de symptoomgerichte palliatie en de stervensfase)

<invoegen>

Vragen over de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten.

2a. Bij hoeveel van deze laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten vond er een gesprek plaats ter markering van het laatste jaar, voor markering van ziektegerichte naar symptoomgerichte palliatie en voor markering van de stervensfase?

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

laatste jaar van ziektegerichte naar symptoomgerichte palliatie

stervensfase

Gesprek gevoerd ter markering van ...

(5)

5 2b. Wie heeft het gesprek met de patiënt en zijn naasten gevoerd over de markering van de palliatieve fase? Per patiënt:

2c. Welke disciplines zijn bij deze patiënten geïnformeerd over de markering van de palliatieve fase?

Per patiënt:

invoegen>

3a. Worden markeringsinstrumenten gebruikt? Zo ja, welke?

o Surprise question

o Spict

o Anders, nl….

<invoegen>

3b. Welke vervolgstappen worden ondernomen n.a.v. de markering van de palliatieve fase bij een patiënt?

<invoegen>

3c. Door wie worden deze vervolgstappen ondernomen?

<invoegen>

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Huisarts Specialist ouderengeneeskunde Specialist (en) ziekenhuis Verpleegkundige ziekenhuis Verpleegkundige thuiszorg Anders, nl

Gesprek over markering palliatieve fase gevoerd door:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Huisarts Specialist ouderengeneeskunde Specialist (en) ziekenhuis Verpleegkundige ziekenhuis Verpleegkundige thuiszorg Anders...

Zorgverleners geinformeerd over markering palliatieve fase:

(6)

6 3d. Hoe worden deze vervolgstappen vastgelegd?

<invoegen>

4. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp markering?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

(7)

7

3. Gezamenlijke besluitvorming

3.1 Standaard

Gezamenlijke besluitvorming is het continue proces waarin zorg wordt afgestemd op de persoonlijke situatie en realiseerbare waarden, wensen en behoeften van de patiënt en diens naasten.

Domein 2.2, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

3.2 Vragen

1a. Op welke wijze stimuleert de organisatie haar zorgmedewerkers m.b.t. gezamenlijke besluitvorming?

<invoegen>

1b. Hoe vindt gezamenlijke besluitvorming in de organisatie plaats?

<invoegen>

2. In hoeveel van de dossiers van de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten is iets vastgelegd over gezamenlijke besluitvorming? (Gebruik voor deze vraag de bijlage)

<invoegen>

3. Hoe worden de afspraken voortkomend uit het proces van gezamenlijke besluitvorming vastgelegd?

<invoegen>

4. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp gezamenlijke besluitvorming?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

(8)

8

4. Proactieve zorgplanning

4.1 Standaard

Proactieve zorgplanning wordt tijdig en op passende wijze aan de orde gesteld, bij voorkeur door de hoofdbehandelaar of centrale zorgverlener of door de patiënt en diens naasten. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in het individueel zorgplan. Proactieve zorgplanning wordt herhaald wanneer de situatie van de patiënt daar aanleiding toe geeft.

Domein 2.3, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

4.2 Vragen

1a. Op welke wijze stimuleert de organisatie haar zorgmedewerkers m.b.t. proactieve zorgplanning?

<invoegen>

1b. Hoe vindt proactieve zorgplanning plaats in de organisatie?

<invoegen>

2. Op welke momenten vindt proactieve zorgplanning in de organisatie plaats?

<invoegen>

3. Welke onderwerpen worden met de patiënt besproken ten aanzien van levenseinde, doelen en keuzes?

<invoegen>

4. Hoe worden de afspraken voortkomend uit de proactieve zorgplanning vastgelegd?

<invoegen>

Vragen over de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten.

5a. Bij hoeveel van de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten vond proactieve zorgplanning plaats? (totaal aantal)

<invoegen>

5b. Welke disciplines zijn bij proactieve zorgplanning betrokken? Per patiënt:

<invoegen>

0 2 4 6 8 10

Huisarts Specialist ouderengeneeskunde Specialist (en) ziekenhuis Verpleegkundige ziekenhuis Verpleegkundige thuiszorg Anders

Betrokken bij proactieve zorgplanning

(9)

9 5c. Welke disciplines zijn bij deze patiënten geïnformeerd? Per patiënt:

6. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp proactieve zorgplanning?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<Invoegen>

0 5 10 15

Geïnformeerd over proactieve…

Huisarts Specialist ouderengeneeskunde Specialist(en) ziekenhuis Verpleegkundige ziekenhuis Verpleegkundige thuiszorg Anders

Geïnformeerd over proactieve zorgplanning

(10)

10

5. Symptoomlast op de vier dimensies

5.1 Fysieke dimensie

5.1.1. Standaard

De fysieke symptomen van een patiënt met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid worden volgens geldende richtlijnen en inzichten behandeld, waarvan op grond van kennis en kunde gefundeerd mag worden afgeweken en waarbij behandeling is afgestemd op de individuele patiënt. De hiervoor benodigde (hulp)middelen (zoals medicatie, subcutane pompen of een hoog-laag bed) dienen in voldoende mate voorhanden te zijn.

Domein 3, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

5.1.2. Vragen

1. Hoe wordt in de organisatie bij palliatieve zorg aandacht gegeven aan de fysieke dimensie?

<invoegen>

2. Is in het dossier (verpleegkundig en/of medisch) aandacht voor de fysieke dimensie?

<invoegen>

3. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp fysieke dimensie?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

5.2 Psychische dimensie

5.2.1 Standaard

De zorgverlener heeft samen met de patiënt en diens naasten aandacht voor de psychische gevolgen van een

levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid en de aanwezigheid van eventuele psychiatrische symptomen. Het doel hiervan is om het psychisch welbevinden van de patiënt en diens naasten te vergroten door onder meer de coping te verbeteren. De zorgverlener doet dit aan de hand van geldende richtlijnen en inzichten.

Domein 4, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

(11)

11

5.2.2. Vragen

1. Hoe wordt in de organisatie bij palliatieve zorg aandacht gegeven aan de psychische dimensie?

<invoegen>

2. Is in het dossier (verpleegkundig en/of medisch) aandacht voor de psychische dimensie?

<invoegen>

3. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp psychische dimensie

<invoegen>

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

5.3 Sociale dimensie

5.3.1 Standaard

De zorgverlener staat samen met de patiënt en diens naasten stil bij hun sociale context, zodat aan hun doelen, wensen en behoeften tegemoet gekomen kan worden, sterke kanten benut kunnen worden en het welbevinden van de patiënt en diens naasten kan worden vergroot. Zowel de patiënt als de naasten ervaren passende aandacht en ondersteuning bij het omgaan met elkaar.

Domein 5, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

5.3.2 Vragen

1. Hoe wordt in de organisatie bij palliatieve zorg aandacht gegeven aan de spirituele dimensie?

<invoegen>

2. Is in het dossier (verpleegkundig en/of medisch) aandacht voor de spirituele dimensie?

<invoegen>

(12)

12 3. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp sociale dimensie?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

5.4 Spirituele dimensie

5.4.1 Standaard

De patiënt en diens naasten ervaren aandacht voor wat voor hen van betekenis is en ontvangen passende ondersteuning bij spirituele en existentiële vragen en behoeften.

Domein 6, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

5.4.2 Vragen

1. Hoe wordt in de organisatie bij palliatieve zorg aandacht gegeven aan de spirituele dimensie?

<invoegen>

2. Is in het dossier (verpleegkundig en/of medisch) aandacht voor de spirituele dimensie?

<invoegen>

3. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp spirituele dimensie?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

(13)

13

5.4.3. Algemene vragen bij symptoomlast op de vier dimensies

1. Wordt er gebruik gemaakt van de landelijke richtlijnen palliatieve zorg bij de behandeling van de symptoomlast op de 4 dimensies?

<invoegen>

2a. Wordt er gebruik gemaakt van meetinstrumenten op het gebied van palliatieve zorg met betrekking tot de verschillende dimensies?

<invoegen>

2b. Zo ja, welke:

<invoegen>

2c. Op welke wijze stimuleert de organisatie haar zorgmedewerkers m.b.t. het gebruik van meetinstrumenten?

<invoegen>

3. Zijn er afspraken gemaakt ten aanzien van het consulteren van experts of andere disciplines?

• Consulent palliatieve zorg

• Geestelijk verzorger

• Psychiater

• Maatschappelijk werker

• Psycholoog

• Anders, nl…

<invoegen>

4.Wordt er een prioritering aangebracht in de behandeling van de klachten op basis van wensen, waarden en behoeften van de patiënt?

<invoegen>

5.Bij hoeveel van de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten vond prioritering plaats bij de behandeling van klachten? (Gebruik hiervoor de vragenlijst in de bijlage)

<invoegen>

(14)

14

6. Deskundigheid

6.1 Standaard

Zowel de zorgverlener als de vrijwilliger zijn gekwalificeerd voor de zorg die ze verlenen en houden aantoonbaar hun kennis actueel met relevante bij- en nascholing.

Domein 2.9, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

6.2 Vragen

1a. Welke eisen stelt de organisatie aan benodigde vaardigheden (incl. communicatie) en deskundigheid van zorgverleners op het gebied van palliatieve zorg?

<invoegen>

1b. Op welke wijze stimuleert de organisatie de deskundigheid van zorgverleners op het gebied van palliatieve zorg?

<invoegen>

1c. Welk aanbod ter bevordering van de deskundigheid op het gebied van palliatieve zorg heeft de organisatie dit jaar voor deze zorgverleners?

<invoegen>

2a. Welke eisen stelt de organisatie aan benodigde vaardigheden (incl. communicatie) en deskundigheid van in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners?

<invoegen>

2b. Op welke wijze stimuleert de organisatie de deskundigheid van gespecialiseerd zorgverleners op het gebied van palliatieve zorg?

<invoegen>

2c. Welke bij- en/of nascholing hebben de in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners in het afgelopen jaar gevolgd?

<invoegen>

3. Wanneer en hoe wordt de in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverlener ingezet?

<invoegen>

Indien gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers;

4a. Welke eisen stelt de organisatie aan benodigde vaardigheden en deskundigheid van vrijwilligers?

<invoegen>

4b. Welke scholing hebben deze vrijwilligers gevolgd?

<invoegen>

(15)

15 5. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp deskundigheid?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

(16)

16

7. Coördinatie en continuïteit

7.1 Standaard

Rondom de patiënt en diens naasten wordt een persoonlijk en dynamisch team van zorgverleners gevormd dat op ieder moment beschikbaar is. Beschikbare voorzieningen en expertise worden daadwerkelijk benut en ingeschakeld.

Noodzakelijke transfers dienen naadloos te verlopen. Dit team werkt op basis van het individueel zorgplan, met de centrale zorgverlener als verbindende schakel.

Domein 2.7, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

7.2 Vragen

1a. Heeft elke patiënt in de palliatieve fase een centrale zorgverlener?

<invoegen>

1b. Hoe wordt de keuze gemaakt vanuit welke discipline de centrale zorgverlener komt?

<invoegen>

1c. Hoe weet de patiënt wie zijn centrale zorgverlener is?

<invoegen>

1d. Zijn er afspraken met de patiënt hoe en wanneer hij zijn centrale zorgverlener kan bereiken?

<invoegen>

1e. Hoe en waar worden deze afspraken vastgelegd?

<invoegen>

2. Hoe worden betrokken zorgverleners geïnformeerd over wie de centrale zorgverlener is?

<invoegen>

Vragen over de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten

3a. Bij hoeveel van de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten is de centrale zorgverlener vastgelegd?

<invoegen>

3b. Welke disciplines zijn bij deze patiënten geïnformeerd over wie de centrale zorgverlener is?

<invoegen>

0 1 2 3 4 5 6

huisarts specialist ouderen geneeskunde specialist (en) ziekenhuis Verpleegkundige thuiszorg Verpleegkundige anders Arts verstandelijk gehandicapten Psychiater Anders

Geïnformeerd over centrale hulpverlener

(17)

17 4a. Wat verstaat u in uw organisatie onder multidisciplinair overleg?

<invoegen>

4b. Hoe vaak wordt het multidisciplinair overleg georganiseerd?

<invoegen>

4c. Wie zijn bij het multidisciplinair overleg aanwezig:

<invoegen>

5. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp coördinatie en continuïteit?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

huisarts patiënt eerste contactpersoon specialist ouderengeneeskunde specialist(en) ziekenhuis arts verstandelijk gehandicapten psychiater verpleegkundige ziekenhuis verpleegkundige thuiszorg verpleegkundige anders geestelijk verzorger anders

Aanwezig multidisciplinair overlegl

(18)

18

8. Netwerk

8.1 Standaard

Betrokken organisaties in een regio werken effectief en efficiënt samen om te voorzien in de wensen en behoeften van patiënten met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid en hun naasten.

Domein 2.8, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

8.2 Vragen

1. Welke regionale afspraken en protocollen zijn er op het gebied van palliatieve zorg?

<invoegen>

2. Zijn er binnen het netwerk bindende afspraken t.a.v. palliatieve zorg over hoe deze afspraken in de praktijk worden uitgevoerd?

2a. De samenwerking rondom de patiënt

- Welke succesfactoren zijn hier te benoemen? <invoegen>

- Welke knelpunten zijn hier te benoemen? <invoegen>

2b. Overdracht

- Welke succesfactoren zijn hier te benoemen? <invoegen>

- Welke knelpunten zijn hier te benoemen? <invoegen>

2c. Verwijsprocedures

- Welke succesfactoren zijn hier te benoemen? <invoegen>

- Welke knelpunten zijn hier te benoemen? <invoegen>

3a. Is er voor zorgverleners 24 uur per dag, 7 dagen per week de mogelijkheid tot consultatie van een in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverlener/consulent?

<invoegen>

3b. Hoe is dit georganiseerd?

<invoegen>

4. Heeft de organisatie met samenwerkingspartners binnen het netwerk afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van respijtzorg?

<invoegen>

5. Op welke wijze is de organisatie betrokken bij het netwerk palliatieve zorg?

<invoegen>

6.Wat verwacht de organisatie van de samenwerking binnen het netwerk palliatieve zorg?

<invoegen>

(19)

19

9. Individueel zorgplan

9.1 Standaard

Elke patiënt in de palliatieve fase heeft een individueel zorgplan, dat bij de patiënt aanwezig is en zo nodig wordt

bijgesteld gedurende het ziekteproces. Het individueel zorgplan is het middel om de patiënt, diens naasten, zorgverleners en vrijwilligers op één lijn te houden en de gemaakte afspraken eenduidig en toegankelijk bij elkaar te hebben, ook in de nachten, weekenden, bij crisissituaties en in de stervensfase. Daar waar, in de context van persoonsgerichte zorg en de omstandigheden van de patiënt en diens naasten, een individueel zorgplan niet noodzakelijk wordt geacht, kan hiervan beargumenteerd en in overleg met de patiënt worden afgeweken.

Domein 2.4, Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017

9.2 Vragen

Vragen over de laatste 10 niet onverwacht overleden patiënten

1a. Hoeveel van de 10 niet onverwacht overleden patiënten hebben een IZP (individueel zorgplan)volgens de hierboven beschreven standaard?

<invoegen>

1b. Wie is bij het opstellen van het IZP betrokken geweest? Per patiënt:

<invoegen>

2. Welke items ten aanzien van palliatieve zorg worden vastgelegd in het individueel zorgplan?

<invoegen>

3. Hoe wordt aandacht geschonken aan de eigen regie van de patiënt?

<invoegen>

0 2 4 6 8 10

patiënt eerste contactpersoon huisarts specialist ouderengeneeskunde specialist(en) ziekenhuis verpleegkdunige ziekenhuis verpleegkundige thuiszorg verpleegkundige anders arts gehandicapten zorg geestelijk verzorger maatschappelijk werker psycholoog psychiater anders

Betrokken bij opstellen IZP

(20)

20 4. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp individueel zorgplan?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

(21)

21

10. Evenwichtige zorgverleners

10.1 Inleiding

Zorgverleners en vrijwilligers zijn zich bewust van de emotionele impact die het leveren van palliatieve zorg kan hebben op henzelf. Zij reflecteren op hun eigen houding en handelen en hebben oog voor hun persoonlijke balans. Zij dragen daarin zorg voor zichzelf en voor hun collega’s. Zorgorganisaties faciliteren hen hierbij.

Domein 1,Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017, blz. 19

10.2 Vragen

1a Is er in uw organisatiebeleid voor ‘zorg voor de zorgenden’?

<invoegen>

1b. Hoe faciliteert de organisatie ‘zorg voor de zorgenden’?

• Moreel beraad

• Intervisie/supervisie

• Anders, nl

<invoegen>

2. Welke fase(s) van de kwaliteitscyclus heeft uw organisatie doorlopen als het gaat om het onderwerp evenwichtige zorgverleners?

Afdeling/team Locatie Organisatie

1 Er is een plan van aanpak opgesteld om met het betreffende onderdeel aan de slag te gaan. (Plan)

2 Het betreffende onderdeel is geïmplementeerd. (Do)

3 Het betreffende onderdeel is ten minste 1 maal geëvalueerd.

(Check)

4 Uitkomsten uit de evaluatie zijn geanalyseerd en het desbetreffende onderdeel zo nodig bijgesteld. (Act)

5 Borging: De werkwijze/afspraken zijn vastgelegd en inzichtelijk voor zorgmedewerkers die hiermee behoren te werken.

<invoegen>

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We stimuleren eenieder om de inhoud van dit document te gebruiken, weliswaar met correcte bronvermelding: ‘Project tijdig opstarten van palliatieve zorg in het woonzorgcentrum (voor

Het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland 1 geeft zicht op wat een vertegenwoordiging van patiënten, naasten en zorgverleners vindt dat de kwaliteit van de palliatieve zorg

De patiënt heeft veel hulp nodig en frequente medische verzorging (Karnofsky-score ≤ 50%) 2.. De patiënt heeft fors gewichtsverlies (±10% lichaamsgewicht binnen

Maak afspraken over evaluatie van beleid --&gt; door te evalueren kun je signalen eerder herkennen. Stel beleid zo nodig bij en

Alle zorgverleners, die palliatieve zorg verlenen, zijn door het Netwerk Palliatieve Zorg voor u gebundeld in deze Regionale Informatiegids?. Contactgegevens Netwerken

De zelfevaluatie is bedoeld voor zorgorganisaties die samenwerken binnen een Netwerk Palliatieve Zorg en die hun zorg willen verbeteren door kritisch te kijken naar de kwaliteit

Voordat gestart wordt met een zelfevaluatie wordt geadviseerd afspraken te maken binnen het Netwerk Palliatieve Zorg welke organisaties meedoen en hoe er vervolg wordt gegeven aan

Palliatieve sedatie is niet bedoeld het leven te verkorten of te verlengen, maar zorgt ervoor dat u geen last meer heeft van uw klachten?.