Kavels en voorschriften

(1)

Kavels en voorschriften

1 Gebouw

1.1 Oppervlakte

Toelichting Voorschrift

Hoofdbestemming:

Woningsplitsing is niet toegelaten, evenals nevenbestemmingen vreemd aan de woonfunctie zelf.

Nevenbestemming:

Slechts een beperkt gedeelte van de woning kan ingericht worden als nevenbestemming. Het accent van de verkaveling ligt immers op 'wonen'.

Enkel een ééngezingswoning kan worden voorzien op de betreffende loten.

Enkel functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, en vrij beroep zijn toegelaten, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is:

1° de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;

2° de complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie (max. 50% van de vloeroppervlakte van hetzelfde niveau).

3° nevenfuncties worden enkel toegelaten op het gelijkvloerse niveau

1.2 Volume

Het bouwvolume van het hoofdgebouw wordt bepaald door de afmetingen van de bouwzone, het aantal bouwlagen en het type van dakuitvoering.

De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping bevindt zich maximaal 0.50m boven het niveau van de as van voorliggende straat of het bestaand maaiveld waarbij het maaiveld wordt gedefinieerd als het gemiddelde hoogtepeil binnen een zone van 5m op 5m gelegen bij de nieuwe dorpel

Er zijn maximaal 3 volwaardige bouwlagen onder de kroonlijst toegelaten.

1.3 Nokhoogte

Is van toepassing bij volledig zadeldak of deels zadeldak/plat dak.

Indien er geopteerd wordt voor een volledig zadeldak ligt deze begrepen tussen de 30° en 55° tov de kroonlijsthoogte. Het zadeldak is met hellende vlakken naar de voor- en achtergevel.

(2)

Indien er geopteerd wordt voor deels zadeldak en deels plat dak (plat dak is ondergeschikt aan het zadeldak (verhouding 25%-75%), bedraagt de nokhoogte max. 14 m (nulpas is vloerpeil gelijkvloers).

1.4 Kroonlijsthoogte

Dit hoeft geen toelichting. De kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw bedraagt:

maximaal 10 m

1.5 Dakuitvoering

Dit hoeft geen toelichting. De dakhelling is tussen 0° en 55°. De dakvorm is vrij, maar inpasbaar in de omgeving. Zonnepanelen, zonneboilers en buitenunits van warmtepompen zijn toegelaten.

Dakvlakramen in de dakvlakken zijn toegelaten, alsook kleine standvensters (totale breedte van de standvensters/dakuitbouwen wordt beperkt tot de helft van de gevelbreedte).

1.6 Type gebouw

Er wordt rekening gehouden met de aanpalende bebouwing en het type bebouwing dat voorkomt in de straat.

Zoals weergegeven op het verkavelingsplan nieuwe toestand is gesloten bebouwing de verordenende gebouwentypologie.

1.7 Materiaalgebruik

De gevelmaterialen en kleuren worden specifiek gedefinieerd, vermits het de betrachting is om alle gebouwen binnen de verkaveling volgens éénzelfde archiecturaal concept, vormentaal en

materiaalgebruik te ontwerpen, zodat de gewenste uniformiteit en homogeniteit gegarandeerd wordt.

Het materiaal is te beschouwen als een essentieel

Materialen zullen in algemene regel de volgende zijn:

- gevelsteen, zichtbeton, natuursteen, gevelbepleistering

- houten en/of metalen gevelbekleding

- doorzichtig glas en/of niet doorzichtig glas (type colorbel)

- houten en/of metalen buitenschrijnwerk

(3)

element van de verkaveling zodat hiervan niet kan afgeweken worden.

Ook wat de kleuren betreft wordt de harmonie en uniformiteit nagestreefd.

Wat de kleuren betreft zijn enkel lichte kleuren (tinten van wit, grijs of bruin) en materiaaleigen kleuren toegelaten. Felle of opvallende kleuren zijn niet toegelaten.

Alle gebruikte materialen en kleuren moeten wel in harmonie zijn met de overige gebouwen in de straat.

1.8 Inplanting

Van de bouwzone voor het hoofdgebouw kan niet afgeweken worden omdat ze een belangrijke

constante vormt binnen de verkaveling. Ze zorgt voor een bewust gewild ritme.

Op het verkavelingsplan nieuwe toestand staat de bouwzone voor het hoofdgebouw aangeduid.

De bouwlijn valt samen met de rooilijn.

De bouwdiepte voor het hoofdgebouw wordt vastgesteld op maximaal 15m diepte voor het gelijkvloerse niveau en max. 12m voor de verdiepingen.

1.9 Aantal bouwlagen

Dit hoeft geen toelichting. Er zijn maximaal 3 volwaardige bouwlagen onder de kroonlijst toegelaten.

Een hellend dak wordt niet meegerekend als bouwlaag. In een hellend vlak wordt evenwel maar één functionele bouwlaag toegelaten. Ook een teruggetrokken dakverdiep wordt niet meegerekend als bouwlaag. Dit teruggetrokken verdiep heeft een hoogte van 3m.

1.10 Ondergronds gedeelte

Dit hoeft geen toelichting. Ondergrondse garages worden niet toegestaan.

1.11 Uitbouw (veranda, carport)

Het gaat hier over overdekte terrassen, pergola’s, veranda’s, garages, fietsenstallingen,

tuinbergplaatsen, tuinhuizen, carports, technische

Enkel de aanbouw van een veranda op het gelijkvloers aan het hoofdgebouw, kan worden toegestaan. Deze veranda heeft een max.

oppervlakte van 15m2.

(4)

lokalen horende bij de woning (bv. filterhuis van een zwembad, ...).

1.12 Terrassen

De gewestelijke verordening hemelwater moet uiteraard nageleefd worden. Bijkomend worden er maatregelen getroffen inzake de aan te leggen verhardingen.

Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten (max. 20 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is.

1.13 Oversteek t.o.v. het grondoppervlak

Dit hoeft geen toelichting De dakoversteek inclusief goot zal maximaal 60 cm bedragen.

1.14 Andere voorschriften voor het gebouw

Dit hoeft geen toelichting Niet van toepassing

2 Vrijstaande handelingen in de tuinzones

2.1.1 Achtertuinstrook: verharding

De aangelegde verhardingen moeten beperkt blijven tot de noodzakelijke voorzieningen voor oprit(ten), toegang, voertuigstalling, tuinpaden en terras

Voortuin is hier niet van toepassing omdat bouwlijn samenvalt met roolijn.

In de tuinzone mag er enkel een terras aangelegd worden met een max. oppervlakte van 20m2.

2.1.2 Achtertuinstrook: groenaanleg

Een normale tuininrichting horende bij een ééngezinswoning is hier toegelaten. De tuin kan aangelegd worden met bomen, heesters en andere plantvormen naar keuze.

Er mogen geen hoogstammige bomen worden aangeplant in de tuinzone.

2.1.3 Achtertuinstrook: constructies

Buiten de vooropgestelde inplanting van het hoofdgebouw is er slechts mogelijkheid een

Er kan een bijgebouw/tuinhuis… worden voorzien op minstens 3,00m achter de achtergevel van de woning

(5)

afzonderlijk bijgebouw in te planten in de tuinzone met een beperkte oppervlakte.

en op 1,00m van de perceelsgrens of mits

goedkeuring van de gebuur op de scheidingsgrens.

De oppervlakte van dit bijgebouw wordt beperkt tot maximaal 30m².

De kroonlijsthoogte wordt beperkt tot max. 3,00m indien deze wordt afgewerkt met een plat dak en max. 2,50m indien met een zadeldak wordt gewerkt met nokhoogte van max. 4.00m.

Materialen zijn identiek aan deze van het hoofdgebouw of in hout.

2.1.4 Afsluitingen op de perceelgrens: materiaal

Niet hoeft geen toelichting Levende hagen, draadafsluitingen, sierlijke houten afsluitingen, betonplaten en sierhekkens zijn toegelaten.

Het laten begroeien van een draadafsluiting is toegelaten.

2.1.5 Afsluitingen op de perceelgrens: uitvoering

Gezien de positie van de diverse kavels zijn voldoende hoge afsluitingen nodig om voldoende privacy te garanderen.

Ongeacht het type-afsluiting dat gebruikt wordt is de maximale hoogte 2 meter