Schoolondersteuningsprofiel OBS het Landje

(1)

Schoolondersteuningsprofiel OBS het Landje

Toelichting

Met de invoering van Passend Onderwijs hebben alle scholen van BOOR Rotterdam hun visie op onderwijs en ondersteuning op schoolniveau opnieuw vastgesteld. In dit schoolondersteuningsprofiel (SOP) staan uitgangspunten die aansluiten bij de onderwijsbehoeften van kinderen. Uitgangspunt is dat de benodigde voorzieningen in de woonwijk van het kind aanwezig zijn.

Op elke school en in elke groep maken de onderlinge verschillen tussen kinderen deel uit van de dagelijkse onderwijspraktijk, zowel pedagogisch als ook didactisch (adaptief onderwijs). Daarnaast zijn er ook kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, die hun weg in ons onderwijs vinden. Hierbij geven we aan wat de (on-)mogelijkheden van de school zijn, waar de grenzen liggen, dus wat we wel en niet kunnen bieden. Dit alles is gebaseerd op de visie en missie van de school (en het bestuur).

Met dit SOP in de hand is het onderwijs aan kinderen tussen 4 en 12 jaar op onze scholen kwalitatief gewaarborgd, met de opmerking dat onderwijs onlosmakelijk verbonden is met veranderingen.

Om die reden zal dit profiel jaarlijks (beginsituatie/aanloopjaren) moeten worden geconcretiseerd:

▪ Zijn de juiste mensen en middelen voor handen om uitvoering te kunnen geven aan de uitgangspunten van kwalitatief goed onderwijs, waarin plaats is voor elk kind?

▪ Wat zijn daarvan de consequenties en welke acties moeten daarin door wie worden ondernomen?

In dit profiel staan 2 belangrijke zaken centraal:

1. De onderwijsbehoeften worden op de kinderen afgestemd en komen op die manier eigenlijk „naar hen toe: in elke wijk op de Noordelijke Maasoever zijn daartoe de mogelijkheden op de scholen gecreëerd;

waardoor er sprake is van een dekkend aanbod

2. De rol van de ouders wordt uiteraard zeer serieus genomen en speelt daardoor een belangrijke rol in het geheel

(2)

Inhoudsopgave SOP 1 Inleiding

2 Algemene (school-)informatie 2.1 contactgegevens 2.2 onderwijsvisie

2.3 kengetallen leerling populatie (huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren) 3 Basisondersteuning (intern en extern traject)

3.1 basiskwaliteit

3.2 preventieve en licht curatieve interventies 3.3 onderwijsondersteuningstructuur

3.4 planmatig werken

4 Extra ondersteuning: onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

4.1 deskundigheid 4.2 voorzieningen 4.3 aandacht en tijd 4.4 gebouw

4.5 samenwerking met partners

5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs 6 Ambities

7 Wat de school voor anderen in het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs

8 Samenvattende conclusies 9 Lijst met verklarende afkortingen

(3)

Hoofdstuk 1 Inleiding

In het kader van de wet Passend onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio‟s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het Samenwerkingsverband (SWV) Passend Primair Onderwijs Rotterdam (PPO R‟dam) in de regio.

Binnen deze regio dient elke school een SOP op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en wat de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het SOP een antwoord op de volgende vragen:

- Wat kunnen we realiseren met ons huidige team?

- Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen?

- Wat willen we op termijn kunnen bieden, waarop gaan we ons ontwikkelen?

- Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie?

- Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen?

Doelstelling van het SOP vanuit het referentiekader Passend onderwijs: Het vinden van antwoorden op drie kernvragen:

1. In welke mate is de school op dit moment in staat Passend onderwijs te verzorgen?

- Voor welke kinderen is er al een passend aanbod?

- Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners?

- Voor welke kinderen kunnen we geen passend aanbod realiseren?

- In welke richting wil de school zich ontwikkelen?

2. Welke expertise hebben we nu al in huis?

- Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is?

3. Hoe kan op het niveau van het SWV het profiel benut worden bij het gesprek over de inrichting van de bovenschoolse zorg en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen?

De planperiode is van 2014 tot 2016. Dit SOP passen we jaarlijks aan. In het profiel is immers

beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen.

U vindt de beschrijving van het huidige onderwijs en ondersteunings-aanbod in de paragraaf basisondersteuning. De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in de paragraaf

„ambities‟. Het antwoord op vraag 3 wordt nu nog niet gegeven in dit SOP. Daarvoor dienen eerst binnen het SWV uitspraken gedaan te worden over de invulling van de verschillende niveaus van zorg.

In het kader van Passend onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basis- en extra ondersteuning.

Basisondersteuning:

betreft de reguliere onderwijszorg, basis- en breedtezorg, die de school zelf kan bieden.

Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijsaanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan de verschillen in onderwijsbehoeften tussen de kinderen op school ( basiszorg). Uitgangspunt is dat deze basisondersteuning toereikend is voor leerlingen die kunnen functioneren zonder dat de eigen veiligheid of die van hun omgeving in het geding komt.

(4)

De onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die

samenwerken met en in de school is breedtezorg. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren, om op die manier de

verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken.

Extra ondersteuning:

betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV.

Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs.

(5)

Hoofdstuk 2 Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens

School OBS het Landje

BRIN 06BG01

Directeur W. Van Aalst

Adres Schiedamsesingel 180 3012BA Rotterdam

Telefoon 010-4123325

E-mail directie@landje.nl

Bestuur BOOR

Samenwerkingsverband Centrum/Noord

2.2 Onderwijsvisie De visie:

De visie is geformuleerd op drie pijlers: adaptief onderwijs, sociaal-emotionele ontwikkeling en kunstzinnige vorming.

2.2.1. Adaptief onderwijs

Het Landje gaat uit van de verschillen tussen de kinderen. Wij houden daar niet alleen rekening mee, maar stemmen het onderwijsaanbod op een adaptieve manier hier op af. In homogeen

samengestelde groepen werken we gedifferentieerd.

De basisbegrippen die wij hanteren zijn: relatie, competentie en autonomie. Dit staat beschreven in ons schooldocument „Een goede klas en een goede leerkracht op het Landje‟. Dit betekent dat:

♦ Wij ons onderwijs baseren op positief wederzijds respect en vertrouwen (relatie)

♦ Wij ons onderwijs afstemmen op het kind en streven naar het behalen van de gestelde doelen (competentie)

♦ Wij het kind zorgvuldig begeleiden in de ontwikkeling naar volwassenheid (autonomie) 2.2.2 Sociaal- emotionele ontwikkeling

Welbevinden bepaalt of een kind ontvankelijk is voor leren. Op een proactieve manier steken wij hier veel energie in. We hebben afspraken over omgangsregels vastgelegd in knuistcodes die centraal staan in alle groepen. Wij bevorderen sociaal gedrag door te filosoferen en door de inzet van de methode “Kinderen en hun sociale talenten”.

Leerlingen die straks van school komen, staan midden in de maatschappij die razendsnel verandert.

Ons onderwijs van nu moet hen goed voorbereiden op het leven in de 21e eeuw waarin een kritische, flexibele houding en het vermogen om te kunnen samenwerken onontbeerlijk zullen zijn.

2.2.3. Kunstzinnig onderwijs

Een breed kunst- en cultuuraanbod biedt leerlingen volop de gelegenheid hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken.

Onze leerlingen kunnen door ons aanbod hun gedachten, gevoelens en ideeën op een waardevolle en betekenisvolle manier weergeven. Wij inspireren en motiveren onze leerlingen. Zij halen

voldoening uit zowel het proces als uit het eindresultaat.

Wij maken gebruik van de rijke, culturele omgeving in de nabijheid van de school.

(6)

2.3 Kengetallen leerling populatie (huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren) Leerlingaantallen (1 oktobertelling)

Aantal leerlingen per 1 oktober 2013 526

Leerling gewichten

% leerlingen met een gewicht per 1 oktober 2013 10,8

Indicaties en verwijzingen

Dit overzicht betreft de kinderen die onderzocht zijn, maar is niet representatief voor het werkelijke aantal.

Indicatie LGF Autisme ADHD PDD-

NOS Dyslexie Dyscalculie IQ<80 IQ>130 MED

13-14 2 - 5 2 9 0 2 1 3

Hoofdstuk 3 Basisondersteuning

Basisondersteuning bevat vier aspecten: basiskwaliteit, preventieve en licht curatieve interventies, onderwijsondersteuningsstructuur en planmatig werken. In het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam worden afspraken gemaakt waaraan basisondersteuning moet voldoen.

3.1 Basiskwaliteit

Deze verwijst naar de minimale onderwijskwaliteit die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie voor het onderwijs. Scholen die onder basistoezicht van de inspectie voor het onderwijs vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde. Daar valt het Landje onder. Het laatste rapport dateert van september 2012

Wij scoren op één indicator na alles voldoende. Het gaat om de indicator 8.2 (Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen).

Hier heeft het team zich afgelopen schooljaar verder in bekwaamd en ontwikkeld.

(7)

De onderwijs inspectie hanteert een vierpuntschaal per indicator (1 = slecht, 2 = onvoldoende, 3 = voldoende, 4 = goed, 5 = niet te beoordelen).

Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten

1 2 3 4 5

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor

rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.



1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau

dat mag worden verwacht. 

Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

 Kwaliteitsaspect 8 Zorg

1 2 3 4

8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.  8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de

school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 

8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.  Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. 

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.  9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.  9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. 

Naleving Wet- en regelgeving

ja nee NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en

3, WPO). 

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en

3, WPO). 

NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3,

WPO). 

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de

daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). 

NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor

de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). 

(8)

3.2 Preventieve en licht curatieve interventies

Ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. In het referentiekader wordt een minimale opsomming gegeven van de interventies die bij de

basisondersteuning horen. Voor onze school is het volgende van toepassing:

Interventie Toelichting

Vroegtijdig signaleren van leer-, opgroeien opvoedproblemen

Bij aanmelding is er een intakegesprek en vullen ouders een vragenlijst in over de ontwikkeling van

hun kind. Er is overleg met de voorschoolse opvang.

Screening oudste kleuters door logopediste. De school maakt gebruik van een registratiesysteem in de onderbouw en voor alle leerlingen het LVS van Cito.

Alle leerkrachten vullen 2x per jaar de observatielijst in op het gebied van gedrag t.a.v de leerkracht en medeleerlingen en werkhouding in "Op school".

De leerlingen van groep 6-7-8 vullen 1x per jaar de leerlinglijst in Op school in.

De school beschikt over expertise en materiaal voor diagnostisch onderzoek.

De zorg voor een veilig schoolklimaat.

Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen

Alle leerkrachten besteden dagelijks aandacht aan een goed pedagogisch klimaat ter voorkoming van pesten. In iedere groep staan de knuistcodes centraal. Leerkrachten gebruiken de methode

"Kinderen en hun sociale talenten" in alle groepen.

Vanaf groep 7 ook "kinderen en hun morele

talenten".

Leerkrachten filosoferen met kinderen.

De leerkrachten zijn nauw betrokken bij de opvang tussen de middag en eten zelf met de kinderen in de klas.

De school heeft een leerlingenraad.

De leerkrachten hebben kennis van technieken ter voorkoming van gedragsproblemen. Zij hebben kennis van technieken om die aan te pakken. Zij maken hierbij gebruik van de handelingsplannen uit

“Op school”.

De school beschikt over een schoolmaatschappelijk werkster voor 10 uur per week.

De school maakt gebruik van:

een pestprotocol SISA

expertise AMK expertise zorgen adviesteam (ZAT) Een aanbod voor leerlingen met dyslexie

of dyscalculie

De school hanteert het protocol dyslexie en verwijst indien nodig leerlingen naar IWAL of RID voor onderzoek en begeleiding.

Leerlingen met een dyslexieverklaring hebben een afsprakenkaart.

Dyslectische leerlingen kunnen gebruik maken van een laptop.

(9)

Voor leerlingen met een daisyspeler wordt materiaal aangeschaft.

Voor kinderen met ernstige rekenproblemen is ook een protocol dyscalculie en wordt het aanbod afgestemd op de onderwijsbehoefte.

De school beschikt over een uitgebreide hoeveelheid rekenmaterialen.

Op een enkele uitzondering na vindt de begeleiding in de groep plaats omdat er geen ruimte is in de formatie voor RT. Daarnaast hanteren we het uitgangspunt dat kinderen zoveel mogelijk in de groep begeleid moeten worden. De ib- er zet voor betreffende kinderen een individuele leerlijn uit.

Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie

Leerkrachten werken planmatig en pro- actief. Het aanbod wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften en beschreven in het groepsplan.

Voor leerlingen met prognose LWOO of PRO wordt een ontwikkelingsperspectief gemaakt.

Er is een beleidsplan dat louter gaat over ons onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen.

Voor deze kinderen is er een plusklas om hen het plezier in leren te laten behouden. Zij krijgen niet zozeer een verdieping van het bestaande aanbod, maar een verbreding. Daarvoor worden mensen ingezet die kunnen inspireren, bijvoorbeeld scholieren van het Erasmiaans en ouders met een specialisme.

Toegankelijk schoolgebouw met

aangepaste werken instructieruimtes en hulpmiddelen

Ons schoolgebouw op de Singel is niet toegankelijk voor rolstoelen en biedt geen ruimte voor extra werkplekken in de lokalen of op de gangen.

Ons gebouw aan de Vest heeft een lift en heeft wel ruimte voor individuele begeleiding.

Beide locaties beschikken over een IB ruimte en een orthotheek.

De locatie Vest beschikt over een ruimte voor de schoolmaatschappelijk werkster.

Protocol voor medische handelingen Er is een protocol medisch handelen.

3.3 Onderwijsondersteuningsstructuur

Hierbij gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat in de school georganiseerd is en met welke onderwijs- en ketenpartners wordt

samengewerkt. Dit kan zichtbaar worden gemaakt door overzichten van:

- De functies en taakprofielen binnen de school, die een beeld geven van de ondersteuningsstructuur (zie: schoolgids 2014-2015);

- De gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep (zie schoolgids 2014- 2015);

- Een overzicht van de expertise binnen de school (zie schoolgids 2014-2015) - Een overzicht van de samenwerkingsrelaties van de school (zie hoofdstuk 4 van dit

profiel/samenwerking met partners).

(10)

Functies en taakprofielen

Directie 1,6 fte

Interne begeleiding 1,4 fte

Groepsleerkrachten 21,0 fte

Vakleerkracht gymnastiek 0,6 – 0,8 fte Ind. Leerlingbegeleiding/RT 0,0 fte Onderwijsondersteunend personeel 2,7 fte

De aanstelling van 2 lio-studenten (lintstage), maakt het misschien mogelijk 0,8 fte leerkracht formatie vrij te maken en in te zetten op individuele leerlingbegeleiding en remedial teaching.

Binnen Het Landje zijn de volgende taakprofielen (verenigd in werkgroepen) aanwezig:

- onderwijs - kunstzinnig onderwijs - ict - evenementen

Gemiddelde groepsgrootte

De gemiddelde groepsgrootte is aan het eind van het schooljaar 30 leerlingen. Aan het begin van schooljaar is dit in de groepen ½ lager, vanwege de instroom van 4- jarigen.

Expertise binnen de school

2 collega‟s met Master HBO+ „special needs‟

Logopedist

Elk jaar komt er een logopedist van het samenwerkingsverband om oudste kleuters op hun

spreekvaardigheid te screenen. De leerkracht selecteert een deel van de leerlingen voor de screening.

De logopedist kijkt naar de actieve en passieve woordenschat van kinderen, naar hun taalbegrip en naar hun uitspraak, articulatie en mondgedrag.

Centrum voor Jeugd en Gezin

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de plek voor vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid. En voor advies, ondersteuning en hulp op maat. Het CJG is er voor

ouders/verzorgers, kinderen en jongeren. Gezinscoaches, pedagogen, jeugdverpleegkundigen en artsen zorgen er samen met de ouders voor dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien Schooltandarts

Het bezoek aan de schooltandarts gebeurt op vrijwillige basis.

Schoolmaatschappelijk werk

Aan de school is 10 uur per week een maatschappelijk werkster verbonden.

ZAT (Zorg- en adviesteam)

Dit team komt 6 x per jaar bij elkaar. Deelnemers zijn de interne begeleiders, jeugdverpleegkundige, leerlingbegeleider van W.S.N.S., schoolmaatschappelijk werkster en op afroep jeugdpolitie en leerplicht. In dit overleg proberen we goede hulp op elkaar af te stemmen. Dit gebeurt altijd na de ouders van het betreffende kind geïnformeerd te hebben.

3.4 Planmatig werken

Het Landje heeft haar manier van werken beschreven in het stuk “Een goede klas en een goede leerkracht op Het Landje””. Daarnaast staat in het zorgplan beschreven hoe we planmatig werken en hoe we HandelingsGerichtWerken ( HGW) vormgeven volgens de 7 standaarden:

1. De onderwijsbehoeften van de leerlingen worden centraal gesteld;

2. Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders;

(11)

3. De leerkracht doet ertoe. Hij kan afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen en zo het onderwijs passend maken;

4. Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders;

5. Constructieve samenwerking tussen school en ouders. De verantwoordelijkheid voor initiatief ligt bij de school;

6. Doelgericht werken. Het team formuleert doelen met betrekking tot leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. Het gaat hierbij zowel om korte als lange termijndoelen;

7. De werkwijze van school is systematisch en transparant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer.

We werken met leerstofjaarklassen. Dat wil zeggen dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar zitten in een homogene setting. Een uitzondering op die regel vormt de onderbouw. De kinderen van groep 1 en 2 zitten samen in een heterogene groep.

In midden- en bovenbouw werken we met een basisnorm. Ons doel is immers dat alle kinderen minimaal de basisstof van onze methoden beheersen. Het Landje houdt echter rekening met de verschillen tussen de kinderen. Voor een aantal leerlingen stellen we dit doel daarom bij. Voor hen wordt een ontwikkelingsperspectief gemaakt.

De capaciteiten en mogelijkheden van onze kinderen lopen zeer uiteen. Voor sommige kinderen is het te moeilijk, andere kinderen hebben behoefte aan meer uitdaging. We noemen dat adaptief onderwijs.

Meer of hoogbegaafde kinderen hebben een andere aanpak nodig om volledig tot hun recht te komen.

Zij krijgen- mits zij voldoen aan een aantal criteria- een dagdeel per week les in de zogenaamde

„plusklas‟.

Zelfstandig werken

Een belangrijke voorwaarde om adaptief onderwijs te kunnen realiseren is dat kinderen zelfstandig kunnen werken. Hier wordt al in de kleuterbouw structureel mee begonnen en ieder jaar wordt dit verder uitgebouwd. Op de weekplanning staat een dag- of weektaak die in de eerste leerjaren verbeeld wordt door pictogrammen. De kinderen plannen en voeren hun opdrachten zelfstandig uit.

De leerkracht begeleidt en evalueert dit proces met de kinderen. Op momenten dat er zelfstandig wordt gewerkt mogen de kinderen de leerkracht niet storen ( uitgestelde aandacht). Op dat moment heeft de docent de gelegenheid om met een groepje leerlingen gericht aan de slag te gaan.

In de kleutergroepen zijn verschillende hoeken voor specifieke activiteiten ingericht. De kinderen krijgen afwisselend gerichte opdrachten waarin de leervoorwaarden aan bod komen en vrije

opdrachten waaruit ze met behulp van pictogrammen mogen kiezen. In midden- en bovenbouw staat een groepstafel waaraan de leerkracht met de verschillende instructiegroepen planmatig kan werken.

Hoofdstuk 4. Extra ondersteuning zijn onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

Dit wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen, die licht en kortdurend van aard kunnen zijn, of juist zwaar en langdurig. De arrangementen worden door de school gerealiseerd al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school. Voorwaardelijk kunnen we hierbij gebruik maken van de volgende aspecten die beschreven staan in paragraaf 4.1.

4.1 Deskundigheid

Wij beschikken over deskundigen binnen de school op het gebied van:

- meer- of hoogbegaafdheid - gedrag

- rekenen - lezen

- schoolmaatschappelijk werk

De schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam heeft kennis van alle bovengenoemde gebieden.

(12)

De deskundigheid van onze school die we willen inzetten voor het samenwerkingsverband:

- expertise meer- of hoogbegaafdheid 4.2 Voorzieningen

Wij beschikken over de volgende aanpakken, materialen, programma‟s, methodieken, protocollen,

enz.:

-We maken gebruik van speciale materialen t.b.v. leerlingen met dyslexie en dyscalculie -We maken gebruik van materialen t.b.v. meer- en hoogbegaafde leerlingen -We bieden SOVA training of SMW voor leerlingen die dat nodig hebben -Er zijn software programma's voor de meeste vakken -In de orthotheek staan speciale methodieken op verschillende gebieden -Er is een dyslexie- en een dyscalculieprotocol

-Er is een pestprotocol

-Er is een protocol medisch handelen 4.3 Aandacht en tijd

Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften m.b.t. aandacht en tijd hebben wij de volgende mogelijkheden:

We werken met verschillende arrangementen, die uitgebreid beschreven staan in de didactische groepsplannen. De begeleiding vindt bij voorkeur plaats in de groep.

Voor sommige leerlingen in de groepen 3 en 4 proberen wij op het gebied van technisch lezen

kortdurende hulp buiten de groep te realiseren. Dit op basis van het protocol dyslexie. Deze leerlingen hebben intensieve hulp nodig in een rustige omgeving.

Wanneer er problemen gesignaleerd worden doen de ib-ers diagnostisch onderzoek en maken foutenanalyses om de leerkrachten te ondersteunen. Na het maken van een individueel handelingsplan voeren de leerkrachten de hulp zelf uit in de groep.

De ib-ers begeleiden de leerlingen met een eigen leerlijn en maken voor hen een

ontwikkelingsperspectief. Zij bewaken het proces en zorgen dat de leerkracht de juiste begeleiding kan geven.

4.4 Gebouw

De mogelijkheden van het schoolgebouw

Mogelijkheid Toelichting

Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding

Ja, aan de instructietafel

Er is ruimte op de gang voor 1-op-1 begeleiding

nee

Er is een prikkelarme werkplek nee Er is ruimte voor een time-out nee De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften

nee

Er zijn ruimten met specifieke functies voor beweging en leerbehoeften (fysio,

schooltuin, enz.)

nee

(13)

Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten

nee

4.5 Samenwerking met partners

Partner Toelichting

Samenwerkingsverband PO (IB-netwerken De ib-ers nemen deel aan het Ib- netwerk Speciaal Basisonderwijs Contact op aanvraag met SBO Henry Dunant (V)SO Rec 1,2,3,4 Incidenteel voor leerlingen met indicatie

VO Warme overdracht ( jaarlijks) en terugkoppeling

Ouders Minimaal 2 x per jaar rapportgesprekken

Aan het begin van het jaar in iedere groep een informatieavond.

Intensief contact met ouders van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

Wijksamenwerkingsverband Incidenteel

IWAL/ RID Verwijzing dyslexie

Bureau Jeugdzorg Incidenteel

Centrum Jeugd en Gezin Incidenteel

GGZ Incidenteel

Leerplicht Incidenteel

Buurtregisseur, politie Regelmatig, maakt deel uit van het ZAT

Club- en buurthuiswerk Regelmatig overleg over activiteiten in de wijk die soms gerelateerd zijn aan het programma van de school

Logopedie Regelmatig overleg over de kinderen die naar

logopedie gaan

Caesartherapie Incidenteel

SCOOR Begeleiding cluster 3 leerlingen

PPO rotterdam/ WSNS Overleg begeleider leerlingenzorg en ambulant begeleiders zorgteam

Toermalijn Voorschool. Slechts enkele leerlingen komen hier vandaan, maar het contact is belangrijk omdat het een partner uit de wijk betreft

GGD leeshulpproject Wekelijks komen GGD-medewerkers lezen in groep 4 en 5

Erasmiaans Gymnasium Samenwerking voor de plusklas

(14)

stichting Samen Lezen Leeshulpproject

TSO en BSO Regelmatig over de coördinatie van het

buitenspelen ( Stichting overblijf)

Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs

Vanuit vijf onderwijsdomeinen, die we als leidraad gebruiken, geven wij hieronder onze grenzen aan bij:

Onderwijsdomein Toelichting

Leren en ontwikkeling Het is belangrijk dat een leerling zich binnen zijn mogelijkheden blijft ontwikkelen. Er kan een situatie ontstaan waarbij- ondanks maximale inspanning- er sprake is van stagnatie of zelfs terugval. In een dergelijk geval kan de school geen passend onderwijs bieden.

Wanneer de grens van zorg in een groep (maximum per groep 1 of 2) aantoonbaar is bereikt, zal er geen nieuwe leerling met een specifieke

onderwijsbehoefte worden toegelaten. In een dergelijk geval:

- is er sprake van onvoldoende voorzieningen - is er sprake van onvoldoende personeel

- is er sprake van grens aan wat een leerkracht kan behappen

Sociaal en emotioneel gedrag Wanneer er door agressief gedrag van een kind of door het ontbreken van zelfinzicht, onveilige situaties ontstaan voor de leerling zélf, de

medeleerlingen of de leerkracht, kan de school geen passend onderwijs bieden.

Wanneer de begeleiding zo intensief is dat de andere kinderen structureel veel aandacht tekort komen, kan de school geen passend onderwijs bieden.

Fysiek en medisch De locatie Singel is niet berekend op rolstoelen.

De school staat open voor leerlingen met een fysieke of medische beperking mits er extra middelen en formatie die nodig zijn ter beschikking komen.

Werkhouding Zie onder leren en ontwikkelen.

Thuissituatie Ouders en school dienen overeenstemming te

bereiken over de onderwijsbehoeften en het

ontwikkelingsperspectief. Dat is essentieel voor een goede ontwikkeling van het kind.

Indien er geen overeenstemming ontstaat kan de school geen passend onderwijs organiseren.

(15)

Hoofdstuk 6 Ambities

Om vanuit de uitgangspunten van Passend onderwijs zoveel mogelijk kinderen te kunnen begeleiden, heeft het team de volgende ambities voor de komende periode (gebaseerd op de vijf

onderwijsdomeinen):

Onderwijsdomein Toelichting

Leren en ontwikkeling Borgen van het dyscalculie protocol.

Aanschaf van een nieuwe rekenmethode. De rekenmethode zal gefaseerd ingevoerd worden.

Het team zal zich blijven ontwikkelen in het werken met data om het onderwijs optimaal aan te laten sluiten en de opbrengsten te maximaliseren.

Het team zal zich blijven ontwikkelen in het werken met individuele plannen en

ontwikkelingsperspectieven. Ongeveer 15% van onze leerlingen scoort D/ E op de Cito- toetsen van het lvs.

Ontwikkelen onderwijs meer- en hoogbegaafdheid in de groep. Er bestaat al een uitgebreid beleidsplan voor de plusgroepen. Het is belangrijk dat deze aanpak voortgezet wordt in de reguliere groep.

Ongeveer 15% van onze leerlingen scoort A+ op de Cito- toetsen ( R&W en BL) van het lvs.

Er zal flink worden ingezet op ICT. Ook hiervoor bestaat een meerjarenbeleidsplan. Een aantal redenen ligt hier aan ten grondslag:

- meer en betere differentiatiemogelijkheden - uitdagender onderwijs

- eenvoudigere en efficiëntere administratie - onderdelen kunnen worden gelinkt ( bijvoorbeeld toetsregistratie)

- informatie kan makkelijker worden gedeeld en worden opgeslagen

- lesvoorbereidingen kunnen bewaard blijven en worden doorgegeven

De docenten worden jaarlijks geschoold in het verbeteren van hun vaardigheden en het vergroten van hun competenties op dit gebied. Een aantal LB- leerkrachten nemen hierin het voortouw.

Er zal ook blijvende aandacht zijn voor kunstzinnig onderwijs. We werken al twee jaar aan het

beleidsplan hiervoor. Het gaat dan niet alleen om de verschillende disciplines waar de aandacht naar zal uitgaan, maar ook om de integratie van een bepaald gedachtengoed in ons hele onderwijs. Zie 2.2.3.

Sociaal en emotioneel gedrag Nieuwe collega's worden geschoold in het gebruik van "Op school", de methode "Kinderen en hun sociale talenten" en filosoferen.

Fysiek en medisch BHV op peil brengen en vervolgens consolideren.

Werkhouding Verbetering afstemming aanpak ter bevordering van de werken luisterhouding en de zelfstandigheid. Er

(16)

zijn diverse schoolafspraken hierover, maar die worden nog onvoldoende consequent gehanteerd.

Thuissituatie Het Landje wil de samenwerking met ouders

verbeteren door ze nog intensiever te betrekken bij het maken en evalueren van een handelingsplan.

Het Landje neemt zich voor ouders niet alleen op de hoogte te brengen, maar ook uit te nodigen deel te nemen aan het ZAT.

Ouders hebben nu al de mogelijkheid om via het ouderportal van ons administratiesysteem mee te kijken en te zien welke resultaten hun kinderen boeken. In de toekomst zullen meer onderdelen van Parnassys voor hen opengesteld worden. Dit bevordert het onderlinge vertrouwen en de kwaliteit van de gesprekken.

Hoofdstuk 7 Wat de school voor anderen in het SWV kan betekenen in het kader van passend onderwijs

Wij hebben in voorgaande hoofdstukken een beschrijving gegeven van onze deskundigheid en van de manier waarop wij die willen vergroten.

Wij zouden andere scholen dus iets kunnen bieden op het gebied van:

- Meer- en hoogbegaafdheid - ICT

- Filosofie

Hoofdstuk 8 Samenvattende conclusies

Het Landje is een dynamische school in het centrum van Rotterdam. Onze pijlers zijn kunstzinnige vorming, sociale ontwikkeling en adaptief onderwijs.

De inspectie beoordeelde onze basiskwaliteit als voldoende. Wij zijn dus in staat om de basisondersteuning te geven.

De afgelopen jaren hebben we- i.s.m. het Kenniscentrum- ons verder ontwikkeld op het gebied van Opbrengstgericht Werken ( OGW); het analyseren van data, het schrijven van groepsplannen en het planmatig handelen in de klas.

Wij hebben ons ook gespecialiseerd in het werken met meer- en hoogbegaafde leerlingen.

Vanuit onze visie zijn wij een grote voorstander van „onderwijs dicht bij huis‟. Het is de vraag of wij in de praktijk met de huidige formatie, middelen en beschikbare ruimtes kinderen met een speciale hulpvraag kunnen geven wat ze nodig hebben.

Jaarlijks evalueren wij ons onderwijs en stellen dan vast op welke gebieden onze expertise uitgebreid moet worden.

(17)

9. Verklarende lijst met afkortingen:

ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder, (ook wel aandachtstekort-hyperkinetische stoornis of aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis genoemd)

AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling BHV BedrijfsHulp Verlening

BL Begrijpend Lezen

BOOR Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam BSO Buitenschoolse Opvang

CJG Centrum voor Jeugd en Gezin FTE Formatie Taak Eenheid

GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg HBO Hoger BeroepsOpleiding HGW HandelingsGericht Werken IB‟ers Interne Begeleiders

ICT Informatie- en Communicatie Techniek IQ Intelligentie Quotiënt

IWAL Instituut voor Dyslexie

LFG Leerlinggebonden Financiering LIO Leraar In Opleiding

LVS LeerlingVolgSysteem

LWOO LeerWegOndersteunend Onderwijs OGW Opbrengst Gericht Werken

PDD-NOS Pervasive Developmental Disorder (een autistische ontwikkelingsstoornis) PRO Praktijkonderwijs

PPO Primair Passend Onderwijs R&W Rekenen en Wiskunde

RID Regionaal Instituut voor Dyslexie

SCOOR Specialistisch Centrum Onderwijs Ondersteuning Rotterdam SISA SIgnaleren en SAmenwerken

SOP School OndersteuningsProfiel SOVA SOciale VAardigheidstraining SO Speciaal Onderwijs

SMW School Maatschappelijk Werk SWV SamenWerkingsVerband TSO Tussen Schoolse Opvang

VSO-REC Voortgezet Speciaal Onderwijs- Regionaal Expertise Centrum WSNS Weer Samen Naar School

ZAT Zorg en Advies Team