• No results found

Nieuwe Media, Cultuur en de Stad

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nieuwe Media, Cultuur en de Stad"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ü£''f/„.7

01-396

Nieuwe Media, Cultuur en de Stad

Rotterdamse Kunststicliting

April 2000

(2)

01-396

(I

Inhoudsopgave

Inleiding

1. Het Rotterdamse nieuwe mediabeleid 1.1 Inleiding

1.2 De Rotterdamse Kunststichting 1.3 Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam 1.4 De Gemeentebibliotheek Rotterdam _ 1.5 De Rotterdam Media Agenda

1.6 Conclusie

2. De nieuwe-mediacuituur

2.1 De digitale revolutie

2.2 Convergentie van de media 2.3 De nieuwe culturele arena

2.4 De waarde van de kunst en cultuur 2.5 Nieuw cultuurbeleid

3. De nieuwe-mediacultuur in Rotterdam

3.1 Inleiding

3.2 De ambities van de stad 3.3 De kunst- en cultuursector 3.4 Knooppunten

3.5 Kleine instellingen en initiatieven 3.6 Vormgeving

3.7 Lokale initiatieven 3.8 Conclusie

4. Aanbevelingen

4.1 Interdisciplinair beleid 4.2 Agenda van de stad 4.3 Niéuwe-mediakunsten

bijlagen

bijlage 1: lijst van geraadpleegde nota's

bijlage 2: lijst van deelnemers aan de expertmeetings, 11 en 14 april 2000

bijlage 3: Francisco van Jole: Een wereld zonder monden

(3)

Inleiding

'De ontwikkeling van de informatiesamenleving zal grote invloed hebben op de stad en het maatschappelijk verkeer. Kennisinfrastructuur, onderwijs, MKB, transport en logistiek, detailhandel, zakelijke en publieke dienstverlening, cultuur en toerisme zijn voorbeelden van sectoren waar de effecten ingrijpend zullen zijn. Rotterdam zal zodanige voorwaarden scheppen dat de stedelijke samenleving in volle breedte aansluit op de ontwikkeling van de

informatiesamenleving.'

Visie 2010, Rotterdam op Koers

Aanleiding voor tiet advies _ _. _

Het laatste decennium van de vorige eeuw heeft een onstuimige ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie te zien gegeven. In november 1995 publiceerde de RKS de nota 'Nieuwe Media in Rotterdam', over de relatie tussen digitale media en de kunsten. De nota was een eerste aanzet tot reflectie op de culturele implicaties van de nieuwe technologieën. De commissie Kunstzaken, die in januari 1997 de nota behandelde, achtte de nota een waardevol document, maar kon de inzichten over de digitale kunsten nog niet direct vertalen in

beleidsvoorstellen. Daarnaast had zij behoefte aan meer duidelijkheid over de raakvlakken tussen economische ontwikkelingen, beleid met betrekking tot informatie- en

communicatietechnologie en kunstbeleid.

In de jaren na 1997 is weliswaar gemeentelijk beleid ontwikkeld op het gebied van informatietechnologie, maar dit beleid werd sterk gedomineerd door het economische- en onderwijsperspectief. Hierdoor bleef de culturele component van de informatie- en

communicatiesamenleving sterk onderbelicht. De consequenties voor het kunst- en cultuurbeleid bleven onzichtbaar. Daarom verzocht de afdeling Kunstzaken van de gemeente Rotterdam de RKS een advies te schrijven over de relaties tussen nieuwe media, cultuur en de stad.

De RKS wil in het voorliggende advies een antwoord geven op de vragen die leefden in de commissie. Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de betekenis van digitale

communicatietechnologieën voor de praktijk van de kunsten, maar ook en vooral gewezen op de waarde van de 'niéuwe-mediacultuur' voor de ontwikkeling van een evenwichtige

informatiemaatschappij. Het advies brengt de kansen en mogelijkheden voor nieuwe media en cultuur in Rotterdam in verbinding met andere maatschappelijke sectoren en beleidsterreinen.

Alleen dan kan inzicht ontstaan in de relatie tussen informatie- en communicatietechnologie, de cultuur en de stad. Deze brede discussie heeft een belangrijke impuls gekregen door de plannen voor 'Las Palmas, Internationaal Centrum voor Beeldcultuur'. Juist nu lijkt de tijd rijp voor een geïntegreerde visie op de nieuwe media en een geïntegreerde beleidsontwikkeling.

Totstandkoming van tiet advies

Het voorliggende advies is gebaseerd op een studie van relevante nota's (zie bijlage 1) en een reeks gesprekken met personen uit en rond het nieuwe media veld in Rotterdam. Gezien het onlangs afgeronde onderzoek van Gepke Bouma, waarin een profielschets van het Rotterdamse medialandschap wordt is beschreven, is een dergelijke inventarisatie weggelaten in dit advies.

Tijdens het voorbereidingstraject van het advies zijn op 11 en 14 april j.1. door de RKS twee

'expertmeetings' belegd waarvoor (ervarings-)deskundigen uit verschillende maatschappelijke

sectoren waren uitgenodigd (voor lijst van deelnemers zie bijlage 2). De resultaten van deze

expertmeetings zijn verwerkt in het advies.

(4)

Doelstelling van het advies

Met dit advies beoogt de RKS inzicht te bieden in het terrein van de niéuwe-mediacultuur en haar relaties met verschillende maatschappelijke sectoren. Dit om aan te kunnen geven hoe de

niéuwe-mediacultuur zich verhoudt tot de ambities van het stadsbestuur voor de oplossing van grootstedelijke vraagstukken rond sociale cohesie, jongerenbeleid, werkgelegenheid, etcetera.

Hoewel het ontwikkelen van beleid voor een terrein dat voortdurend volop in beweging is buitengewoon moeilijk is, zijn in dit advies enkele beleidsaanbevelingen opgenomen. De RKS meent dat de ontwikkelingen binnen de informatie- en communicatietechnologie, en de opbouw van een evenwichtige informatie- of kennissamenleving, gebaat zijn bij de kunst- en

cultuursector in de rol van voortrekker en aanjager.

(5)

Hoofdstuk 1: Het Rotterdamse nieuwe media-beleid

1.1 Inleiding

Medio jaren '90 maakte Rotterdam een begin met de ontwikkeling van een nieuwe-mediabeleid, of in overheidstermen: ICT-beleid. Het was een tijd waarin onder invloed van de informatie- en communicatietechnologie nieuwe kunstvormen ontstonden. Het was ook de begintijd van het world wide web, dat zorgde voor een aanzienlijke groei van het internetgebruik. Internet bleek geen hype, maar een medium dat een steeds centralere rol ging spelen in de academische wereld, het bedrijfsleven, het onderwijs en de cultuur.

Ook het aantal Rotterdamse initiatieven op het gebied van de nieuwe media groeide de afgelopen jaren. V2_0rganisatie verhuisde in 1994 naar Rotterdam, Kuub 3 werd omgevormd tot

mediaschool. Exploding Cinema werd de nieuwe media-component van het Rotterdams Film Festival, en op Internet werd de Cultuurzone geopend. Binnen het onderwijs, de economie en de cultuur ontbrandde tegelijkertijd de discussie over de invloed en betekenis van de nieuwe media en over de inhoud van mogelijk beleid op dit terrein. Een aantal instellingen heeft een bijdrage geleverd aan deze discussie

1.2 De Rotterdamse Kunststichting

In 1995 publiceerde de RKS de nota "Nieuwe Media in Rotterdam', waarin de kenmerken worden beschreven van de elektronische en digitale kunsten. 'De belangrijkste vernieuwingen die onderkend moeten worden om computerkunst op haar merites te beoordelen, zijn de principes van non-lineariteit, interactiviteit en interdisciplinariteit. Dat wil zeggen dat een elektronisch kunstwerk niet langer een product is met een begin en een einde, maar een open proces dat pas vorm krijgt door de interventie van het publiek. De symbiotische relatie tussen kunstproducent en kunstconsument zorgt bovendien voor een veranderende productie en distributie van

kunstwerken' (p. 5). In de nota wordt benadrukt dat de kunsten zich binnen de digitale revolutie niet op een eiland mogen ontwikkelen. De RKS moedigde nieuwe samenwerkingsverbanden aan tussen de verschillende kunstdisciplines en wees op de creatieve waarde van de kunst- en cultuursector bij de ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie.

'Begin deze eeuw concentreerden kunstenaars zich op de vraag hoe zij de dynamiek van het industriële productieproces en de daarmee gepaard gaande bewustzijnsveranderingen weer konden geven. Daarin ligt een belangrijke parallel met veel geëngageerde kunst die met de huidige nieuwe media wordt gemaakt. Opnieuw veroorzaakt een technologische revolutie economische, sociale en culturele aardverschuivingen en ligt bij kunstenaars een belangrijke cultuurvormende taak' (p. 19). Ten aanzien van de elektronische kunsten pleitte de RKS in de nota voor een open en veelzijdige benadering waarin werkproces, onderzoek en experiment centraal staan. Zij meende dat deze houding Rotterdam de kans biedt zich als technologische stad op het terrein van de nieuwe media te profileren.

Deze visie op de nieuwe media heeft de RKS onmiddellijk vertaald naar haar subsidiebeleid. In 1995 stelde de Kunststichting een budget ter beschikking dat speciaal gereserveerd is voor niéuwe-mediaprojecten. Tot de categorie 'nieuwe media' rekent de RKS kunstuitingen waarbij gebruik wordt gemaakt van digitale communicatie- en informatietechnologie. De mjddelen uit dit nieuwe budget worden niet alleen besteed aan de kunstpraktijk voor zover die beïnvloed wordt door de nieuwe digitale technologie, maar vooral aan het stimuleren van de autonome,

experimentele en artistieke ontwikkeling van de nieuwe technologie en de opbouw van een innovatieve kennisinfrastructuur op dit terrein. Het stimuleren van deze voorhoede acht de RKS van belang voor de vernieuwing van de kunsten, maar meer nog voor de samenleving als geheel.

Voor de beoordeling van de projecten die in aanmerking willen komen voor het nieuwe-

mediabudget heeft RKS met opzet geen afzonderlijke commissie ingesteld. De bestaande

subsidiecommissies beoordelen projecten waarbij nieuwe media een rol spelen mede op hun

(6)

inhoudelijke waarde voor de betrokken discipline(s). In alle commissies is deskundigheid op nieuwe mediagebied aanwezig of op incidentele basis oproepbaar.

Bovendien worden vier maal per jaar vergaderingen belegd meteen multidisciplinaire

subsidiecommissie, samengesteld uit leden van de afzonderlijke commissies. Deze commissie behandelt aanvragen met een multidisciplinair (meer dan twee disciplines) karakter en kan daarvoor beschikken over de diverse disciplinebudgetten en het nieuwe mediabudget. Door het interdisciplinaire karakter van de nieuwe mediacultuur neemt de workload van deze

multidisciplinaire commissie gestaag toe.

Uiteraard hebben de aanbevelingen en noties in dit nieuwe advies ook betrekking op het subsidiebeleid van de RKS inzake nieuwe media. De RKS zal daarom haar beleid evalueren en aansluitend overwegen of aanpassing van de criteria noodzakelijk is. Indien wordt besloten tot aanpassing van de criteria zal hierover bericht worden in het jaarverslag 2000.

1.3 Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Analoog aan De Digitale Stad in Amsterdam die in januari 1994 was opgericht, nam later dat jaar een aantal Rotterdamse personen en instellingen het initiatief voor een Rotterdamse digitale stad: MediaPort. MediaPort werd ondergebracht bij Spirit, een project voor Internetdiensten bij het OBR. Helaas was de werkwijze van Spirit (vanaf 1996 een zelfstandige organisatie) zo restrictief dat MediaPort geen levendige digitale gemeenschap en publieke ruimte werd, maar een zeer beperkt en weinig vernieuwend domein bleef.

In 1996 presenteerde het OBR een omvangrijk businessplan voor de niéuwe-mediasector. De nota 'Business@Rotterdam' (vastgesteld door de Gemeenteraad in 1997) schetst het perspectief voor Rotterdam als koploper voor het zakendoen op de elektronische snelweg. In een

samenhangend pakket van acties voor de periode 1997-2000 zijn, naast de meer economische activiteiten als een Electronic Trade Centre en een Business Net, ook projecten op het terrein van kunst en cultuur opgenomen. De keuze voor Kunst@Rotterdam als één van de vijf

aandachtsgebieden motiveert het OBR met 'de inschatting dat in de nabije toekomst de vernieuwing in de telecommunicatie en de multimedia vooral komt uit de hoek van de cultuur, kunst, ontwerp, reclame' (p. 8). Bij de uitvoering van de plannen is het accent duidelijk komen te liggen op het Rotterdam Business Net (www.businessnet.rotterdam.nl),een on-line verkeersplein dat toegang biedt tot alle Rotterdamse instellingen en bedrijven.

Tot en met 1998 is vanuit het kunstbudget van Business@Rotterdam ondersteuning verleend aan de Rotterdam Media Agenda, Cultuurzone en het Medialab van V2. Daarna zijn in het kader van Kunst@Rotterdam nog enkele kleinschalige projecten ondersteund.

1.4 De gemeentebibliotheek Rotterdam

Cultuurzone, één van de onderdelen van Business@Rotterdam, is ontwikkeld door de

gemeentebibliotheek en geopend in 1998. Het is een website die een overzicht presenteert van de Rotterdamse culturele sector en waar zowel praktische als beleidsmatige informatie te vinden is. Het doel van de Cultuurzone is het bieden van een 'gezamenlijke etalage' van de Rotterdamse cultuurinstellingen, om daarmee de informatie op de afzonderlijke sites beter toegankelijk te maken en tevens een bijdrage te leveren aan de promotie van de Rotterdamse

cultuurinstellingen.

Het ontwikkelen van deze 'informatie-plaza' door de bibliotheek is een belangrijke stap in de richting van een herdefiniëring van de taken van de bibliotheek. Van oudsher is dit instituut gespecialiseerd in het gestructureerd aanbieden van informatie en daarbij het ontwikkelen en aanbieden van navigatie-instrumenten. Leren navigeren door grote hoeveelheden informatie is in onze informatiemaatschappij een absolute noodzaak. Daarom ziet de bibliotheek het als haar taak om ook elektronische informatie te ordenen en te ontsluiten, en de klanten wegwijs te maken in de digitale informatiesystemen. (Voor ontwikkelingen binnen de gemeentebibliotheek, zie ook hoofdstuk 3).

(7)

1.5 De Rotterdam Media Agenda

Omdat de maatschappelijke context waarbinnen de nieuwe media zich ontwikkelden in een paar jaar sterk veranderde, ontstond de behoefte aan een meer geïntegreerde visie. In tegenstelling tot de overwegend ééndimensionale en instrumentele aanpak van het OBR werd binnen de kunst- en cultuursector de behoefte benadrukt de digitale media te beschouwen in een brede context en de relaties tussen cultuur, bedrijfsleven, onderwijs te onderzoeken. In maart 1998 publiceerde V2_0rganisatie de Rotterdam Media Agenda (RMA), een initiatief waarbij 26 Rotterdamse organisaties betrokken waren. Deze lokale agenda, aangeboden aan wethouder Kombrink, beschrijft de praktijk en de achtergrond van kunst, cultuur en digitale media In Rotterdam en roept beleidsmakers op speciale aandacht te schenken aan de mediacultuur en daarmee aan de modernisering en dynamisering van cultuur, educatie en bedrijfsleven in Rotterdam.

De RMA was bedoeld als aanzet tot een gesprek over nieuwe media tussen mensen die actief zijn op terreinen als kunst, cultuur, onderwijs, economie en beleid. Als uitgangspunt voor dit gesprek werden drie belangrijke functies van de digitale media genoemd: het ontwikkelen van een nieuw en democratisch publiek domein op Internet dat aandacht heeft voor de culturele diversiteit van de bevolking; het uitwisselen van kennis en vaardigheden tussen de kunst- en cultuursector en de onderwijssector; en het samenwerken tussen cultuurinstellingen en bedrijven om zo

werkgelegenheid te creëren ('netwerkgelegenheid').

Het Rotterdam Media Agenda Initiatief bestaat nog steeds in de vorm van een lokale Internet- mailinglist. De RMA wil in de nabije toekomst de activiteiten uitbreiden om daarmee te voorzien in de behoefte bij de Rotterdamse instellingen en organisaties aan uitwisseling van informatie en kennis op het gebied van digitale media, zowel in technisch-praktische zin als ook inhoudelijk.

1.6 Conclusie

De afgelopen jaren zijn vanuit diverse instellingen en sectoren in Rotterdam initiatieven

ontwikkeld op het terrein van de nieuwe media. Vaak werd door deze instellingen gewezen op de bredere context van de technologische ontwikkelingen en de algemene maatschappelijke

tendensen, maar een geïntegreerde aanpak bleek vaak moeilijk in deze eerste fase. Doordat de sectoren en domeinen steeds meer in elkaar grijpen, is het voor instellingen en organisaties vaak nog moeilijk in te spelen op de nieuwe mogelijkheden. Bij de individuele medewerkers van de instellingen is wel al veel veranderd.

Vanuit het stedelijk beleid zijn ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor de stad. Rotterdam als koploper, Rotterdam als vooraanstaande nieuwe media stad, dat allemaal in mondiaal perspectief. Maar op dit terrein gaan de ontwikkelingen te snel om een planning te maken voor de lange termijn. Rotterdam mag trots zijn als de stad kan laten zien dat zij de ontwikkelingen op de voet volgt, maar vooruitlopen op wat er komen gaat is eigenlijk niet mogelijk.

De RMA is een goed voorbeeld van een nieuwe visie, geformuleerd vanuit de kunst- en cultuursector, op de ontwikkeling van de digitale media. Zij biedt een breed perspectief

waarbinnen de relaties tussen cultuur, onderwijs en economie zichtbaar worden en laat zien dat kunst en cultuur een verbindende schakel kunnen vormen met de andere sectoren. Een volgende belangrijke stap is een analyse van en onderzoek naar de nieuwe mediacultuur (wat speelt zich daar af, wat zijn de belangrijke tendensen) en de ontwikkeling van een geïntegreerd stedelijk beleid op het gebied van de nieuwe media.

(8)

hoofdstuk 2: De niéuwe-mediacultuur

'De opkomst van een culturele arena waarbinnen de digitale media/kunsten zich ontwikkelen, ligt [...] minder in een rechtlijnige transformatie van oude naar nieuwe media, of van oude naar nieuwe kunstvormen, maar in de mengvormen en kruisbestuivingen tussen maatschappelijke en culturele praktijken.'

Michiel Schwarz: "Digitale Media in de technologische cultuur', p.18

2.1 De digitale revolutie

In onze huidige samenleving wordt de betekenis en de invloed van digitale informatie en communicatie steeds groter. Dit blijkt niet alleen uit de aanwezigheid van de inmiddels vele miljoenen - al dan niet onderling verbonden - computers in de wereld, maar ook uit het feit dat de informatietechnologie bestaande organisatiestructuren en machtsverhoudingen beïnvloedt en fundamentele veranderingen teweegbrengt in de productie, distributie en consumptie van goederen, kennis en cultuur.^ De technologische ontwikkelingen grijpen steeds krachtiger in in uiteenlopende maatschappelijke sectoren en daarmee in ons dagelijks bestaan. Bij alles wat we doen - communiceren, recreëren, werken, leren, reizen - moeten we ons verhouden tot de nieuwe technologische mogelijkheden. Het is niet verwonderlijk dat de impact van deze 'digitale revolutie' vaak vergeleken wordt met de industriële revolutie. De in de 19® eeuw gevormde industriële samenleving wordt thans getransformeerd tot informatie- of kennismaatschappij.

2.2 Convergentie van de media

Onder invloed van de technologie worden informatie en communicatie steeds vaker

gedigitaliseerd of zelfs uitsluitend in digitale vorm aangeboden. Dit betekent dat steeds meer informatie samenkomt in een 'technische ruimte van nullen en enen'. De digitale technologie biedt een gemeenschappelijk platform voor de media, die daardoor steeds vaker worden

geïntegreerd. Tekst, beeld en geluid kunnen nu met één en hetzelfde apparaat bewerkt en weer verspreid worden. Ook kunnen verschillende disciplines samenkomen. Op Internet kunnen we toegang krijgen tot het wereldnieuws, beurskoersen, kunstbeschouwingen, wetenschappelijke instituten en amusement. Een televisieomroep, een website en een uitgeverij komen onder invloed van de digitale technologie in een gemeenschappelijk domein terecht. Voorheen

gescheiden sectoren raken steeds meer verweven en de verschillende media zullen steeds meer naar elkaar toe groeien en in elkaar opgaan, oftewel convergeren.

2.3 De nieuwe culturele arena

De convergentie van de media is een belangrijk kenmerk van wat Michiel Schwarz in zijn advies aan staatssecretaris Van der Ploeg de 'nieuwe culturele arena' heeft genoemd.^ Schwarz

beschrijft het ontstaan van deze nieuwe arena aan de hand van het perspectief van de

'netwerkmaatschappij' zoals ontwikkeld door de Catalaanse socioloog Manuel Castells.^ Castells beschouwt de opkomst van de netwerkmaatschappij als centraal element van een historische transformatie, die gekenmerkt wordt door integratie van verschillende vormen van communicatie in een interactief netwerk. Nieuwe informatie- en communicatietechnologie heeft, samen met de economische globalisering, een nieuwe samenleving gecreëerd die gebaseerd is op.netwerken en nieuwe connecties tussen mensen en organisaties. Voor Castells betekent de toepassing van een nieuw elektronisch communicatiesysteem dat een mondiaal bereik heeft, de integratie van alle communicatiemiddelen impliceert en de mogelijkheden biedt voor interactiviteit, dat onze cultuur voor eens en voor altijd zal veranderen.

' Jos de Mul, De informatisering van het wereldbeeld, ....

^ Michiel Schwarz, Digitale media in de technologische cultuur. Perspectieven voor kunst- en cultuurbeleid, 1999, p.12-14, URL ??

^ Manuel Castells, The Information Age - Economy, Society, Culture, 1996-1998.

(9)

De context van de 'nieuwe culturele arena' is een door media beheerste werkelijkheid. De meeste vormen van culturele expressie worden uiteindelijk of direct samengebracht in het domein van de multi-media. Of het nu gaat om audiovisuele media of gedrukte media, populaire cultuur of intellectuele cultuur, amusement of informatie, onderwijs of opinie, alles komt bijeen in hetzelfde digitale domein.'' Voor de kunst en cultuur betekent dit dat er nieuwe vormen en praktijken ontstaan die niet meer passen in de conventionele kaders. Het gevolg is een toenemend aantal 'cross-overs' tussen mediaontwikkelingen die zich in het verleden juist in afzonderlijke maatschappelijke sectoren afspeelden - in het bedrijfsleven, de 'oude' media, de kunst- en cultuursector, het onderwijs. Wat zo ontstaat is een nieuwe orde rondom digitale media, een 'niéuwe-mediacultuur', waarin grenzen vervagen tussen bijvoorbeeld een

computergame en educatieve software, tussen een televisieprogramma en een website, tussen een commercial en een tekenfilm.

2.4 De waarde van de kunst en cultuur

Wat is nu de specifieke en verbindende kracht van de kunst- en cultuursector binnen het brede spectrum van de nieuwe media? Kunstenaars die werken met nieuwe technologieën zijn veelal op zoek naar de grenzen van wat mogelijk is. Zij zoeken naar nieuwe en alternatieve toepassingen waarbij zowel de artistieke als de technologische mogelijkheden maximaal benut worden. Deze werkwijze creëert een belangrijke bron van innovatie die ook zeer waardevol is voor andere terreinen. De kunst- en cultuursector kan op deze manier een belangrijke verbindende schakel zijn tussen cultuur, onderwijs en bedrijfsleven. Om deze functie optimaal te vervullen is het van groot belang dat binnen het nieuwe-mediaveld strategische allianties worden gesloten.

2.5 Nieuw cultuurbeleid

Bij de ontwikkeling van cultuurbeleid in het kader van de nieuwe media en daarbuiten moeten de ontwikkelingen in de digitale media een belangrijk gegeven zijn. De informatiemaatschappij of netwerkmaatschappij heeft belangrijke implicaties voor onze benadering van cultuur en daarmee voor het cultuurbeleid. Een belangrijke en noodzakelijke eerste stap om te kunnen komen tot een nieuw cultuurbeleid is de erkenning van de 'nieuwe culturele arena' en de 'cross-overs' tussen de verschillende sectoren. De consequentie van deze erkenning is een interdisciplinaire benadering van het nieuwe-mediaveld en tegelijkertijd een herformulering van wat verstaan wordt onder cultuur en cultuurbeleid. Alleen bij een interdisciplinaire, intersectorale benadering en beoordeling worden de waardevolle knooppunten en cross-overs zichtbaar.

Michiel Schwarz, p.15-18

(10)

Hoofdstuk 3: De niéuwe-mediacultuur in Rotterdam

3.1 Inleiding

Wat is nu de situatie in Rotterdam? In hoeverre bestaat de nieuwe culturele arena In Rotterdam al en waar bevinden zich de knooppunten en cross-overs? Om deze vragen te kunnen

beantwoorden is het nodig dat de niéuwe-mediacultuur van Rotterdam in kaart wordt gebracht.

Onlangs verscheen in opdracht van de afdeling Kunstzaken van de gemeente een dergelijk overzicht.^ Hierin wordt een groot aantal kunstinstellingen en kunstenaarsinitiatieven beschreven die 'werken met de nieuwe digitale media' en zich daarbij vooral richten op "interdisciplinaire projecten.' Bij deze inventarisatie is gekozen voor het perspectief van de kunsten. Voor het cultuurbeleid is dit perspectief zeker waardevol, maar zou eigenlijk in dit stadium verbreed moeten worden tot het totale spectrum van de niéuwe-mediacultuur. Dan wordt ook duidelijk wat de Rotterdamse Internetcultuur inhoudt. Om deze Rotterdamse on-line mediacultuur te kunnen beoordelen heeft de RKS aan Internetjournalist Francisco van Jole gevraagd om dit terrein in kaart te brengen en te becommentariëren. Zijn verhaal, 'Een wereld zonder monden', is als bijlage bijgevoegd aan dit advies.

3.2 De ambities van de stad

Rotterdam heeft recentelijk gekozen voor een geïntegreerde aanpak in het kader van de

voorbereiding op de informatiemaatschappij. Op 11 april j.l. heeft het college van B&W het groene licht gegeven aan het programma 'E-visie'.^ Dit programma wil een gemeenschappelijk plan van aanpak zijn van de vele Rotterdamse activiteiten en initiatieven die beogen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de informatiesamenleving en de economische ontwikkeling. De

totaalaanpak is gericht op het vierluik 'burgers, bedrijfsleven, onderwijs, overheid' en heeft als doel 'de Rotterdamse samenleving in de volle breedte te laten aansluiten op de ontwikkeling van de informatiesamenleving' (p.3). Van een vergelijkbare aanpak is sprake bij het landelijk beleid^ en in het Haagse gemeente-initiatief'Den Haag informatiseert'.

E-visie bestaat uit een aantal concrete initiatieven waarvan sommige al gestart zijn. Samenvattend hebben de initiatieven tot doel op grote schaal computers, Internettoegang, elektronische

leermiddelen en elektronische gemeentelijke dienstverlening voor burgers, bedrijven en onderwijs beschikbaar te stellen. Bevreesd voor de digitale tweedeling wil Rotterdam via E-visie het

verwerven van digitale vaardigheden door de burgers binnen de Rotterdamse wijken stimuleren.

Belangrijke projecten zijn onder meer de Digitale Kansenzones (Open Leercentra en Digitale Trapveldjes in scholen, bibliotheken en buurthuizen) en de Digitale Leeromgevingen.

Bij al deze projecten worden steeds verbindingen gemaakt met de politieke agenda van de stad op het terrein van sociale cohesie, transparantie van de overheid, jeugdbeleid, werkgelegenheid, etc. De verbinding met de kunst- en cultuursector is in E-visie geheel afwezig.

3.3 De kunst- en cultuursector

In Rotterdam bevinden zich enkele grote organisaties die zich bezighouden met nieuwe media en daarnaast een groot aantal kleine, minder zichtbare organisaties en initiatieven die niet minder bepalend zijn voor de Rotterdamse niéuwe-mediacultuur.

V2_0rganisatie is een belangrijke instelling met inmiddels een lange geschiedenis. Als een spin in het web is V2 - de enige grote organisatie in Rotterdam die zich expliciet bezighoudt met de kunst en technologie - een belangrijk aanspreekpunt voor andere kunst- en cultuurinstellingen die meer willen weten over de digitale media. V2 heeft in de loop der jaren een internationaal

^ Gepke Bouma, Profielschets Rotterdams Medialandschap, maart 2000.

^ E-visie Is het resultaat van overleg tussen diverse Rotterdamse diensten, te weten SEZ, DSO, OBR, GBR, GHR, SoZa We, Burgerzaken en Bestuursdienst.

'' Zie: De Digitale Delta. Nederland oNLIne, juni 1999. Een gezamenlijke publicatie van de ministeries van Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, Financiën, Justitie, Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat

(11)

netwerk opgebouwd waarin voornamelijk kunstinstellingen zijn vertegenwoordigd. De

presentaties en onderzoeksprojecten van VZ (o.a. in het V2_Lab) worden bij uitstek gekenmerkt door verbindingen tussen verschillende kunstdisciplines en begeven zich op een technisch hoog ontwikkeld en experimenteel niveau. V2 werkt veel samen met andere kunstorganisaties (o.a.

Rotheater, ArchiNed, Exploding Cinema, TENT, CBK, Lantaren/Venster, Rotterdamse

Schouwburg, Witte de With, Ra.nj., Zappwerk) en op projectbasis met onderwijsinstellingen.

Een andere belangrijke speler in de nieuwe culturele arena van Rotterdam is Exploding Cinema.

Dit onderdeel van Internationaal Rotterdams Film Festival, dat steeds meer zal opschuiven naar het centrum van het festival, richt zich op hybride vormen van kunst, media en cultuur die ontstaan op het snijvlak van traditionele media en digitale media. Op dit snijvlak is het mogelijk om (digitale) informatie in vele vormen te produceren en te distribueren (een game, een film, een cd-rom, een website) en bestaande vormen van kunst, media en amusement fundamenteel te veranderen. Deze culturele convergentie komt tot uitdrukking in de programmering van Exploding Cinema, die bestaat uit Internetprojecten, installaties, games, muziekoptredens, lezingen en presentaties door kunstenaars en theoretici.^ Exploding Cinema stond in 2000 in het teken van Japan, waar een sterk gemediatiseerde stedelijke cultuur bestaat waarin de grenzen tussen kunst, massacultuur en subcultuur voorgoed vervaagd zijn.^ Ten tijde van het festival gaat Exploding Cinema doorgaans tijdelijke allianties aan met andere kunstinstellingen in de stad.

Op het educatieve vlak spelen drie instellingen een rol van betekenis, te weten de SKVR Foto- en Videoschool, Kuub 3 en Hal 4. De Foto- en Videoschool biedt cursussen aan voor gevorderde amateurs en richt zich daarbij ten dele op computervormgeving. Kuub 3 organiseert cursussen, workshops en projecten voor amateurs en professionals en alles wat daar tussen zit. Kuub 3 bezit een digitale werkplaats en faciliteiten voor videomontage. Een succesvol project van Kuub 3 wordt georganiseerd in buurthuis de Gaffel in het Oude Westen, waar jongeren zelf

televisieprogramma's maken die lokaal worden uitgezonden. De jongeren krijgen zelfde beschikking over de apparatuur en blijken zich, met een beetje hulp, het medium snel eigen te kunnen maken. Hal 4 organiseert vanaf 1998 jaarlijks het project 'Digitale Playground' voor jongeren tussen 14 en 19 jaar. Doel van het project is de jongeren kennis te laten maken met de creatieve en communicatieve mogelijkheden van mediatechnologie. Met het oog op het

publieksbereik heeft Hal 4 contacten met buurt- en clubhuizen en scholen. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze drie instellingen in de nabije toekomst meer gaan samenwerken. Vooral als het gaat om het bijbrengen van computer- en mediavaardigheden ligt er voor deze instellingen nog een omvangrijke taak.

Er zijn enkele instellingen die zich min of meer zijdelings of projectmatig bezighouden met de digitale media. Hierbij gaat het niet om het gebruik van een website voor publicitaire of educatieve doeleinden, maar om activiteiten die inhoudelijk een basis hebben in de nieuwe media. Dat zijn onder meer Witte de With, Lantaren/Venster, Nighttown en Willem de Kooning Academie.

3.4 Knooppunten

De grotere knooppunten in de niéuwe-mediacultuur worden gevormd door interdisciplinaire samenwerkingsverbanden tussen instellingen. Veelal zijn het kunstinstellingen die gezamenlijke projecten formuleren zoals voor Future Moves (Lantaren/Venster en V2_Lab) en het

Internationaal Produktiehuis (Rotterdamse Schouwburg, Museum Boijmans van Beuningen, V2- Lab en het Internationaal Rotterdams Filmfestival), of onderwijsinstellingen die opleidingen multi-disciplinair organiseren, zoals bijvoorbeeld het Media Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam of de Interdisciplinaire Tweede Fase Opleiding Willem de Kooning Academie.

® Femke Waiting, Melting Media, in: Catalogus Internationaal Film Festival Rotterdam, 1999, p.298.

' Femke Waiting, Tech.Pop.Japan, in: Catalogus Internationaal Film Festival Rotterdam, 2000, p.295.

(12)

Een nieuw en tevens belangrijk knooppunt kan ontstaan met de komst van Las Palmas, dat niet alleen een bundeling betekent van een aantal kunstinstellingen maar ook de ambitie heeft om sterke verbindingen aan te gaan met bedrijven, scholen en media in de stad.

3.5 Kleine instellingen en initiatieven

Een groot aantal kleine instellingen en initiatieven in Rotterdam houdt zich vanuit artistiek perspectief bezig met (onder meer) digitale media. Dat zijn D.U.M.B., Cell, WORM, MAMA, Dodorama, ArchiNed, etc. Deze initiatieven bestaan veelal uit flexibele, interdisciplinaire teams van mensen die op hun eigen manier onderzoek verrichten naar het cross-over gebied tussen digitale media en andere sectoren. Vaak combineren zij het zelfstandig kunstenaarschap met het werken aan commerciële opdrachten of een docentschap. Bij deze kunstenaarsinitiatieven

worden dan ook vaak verbindingen tot stand gebracht met het bedrijfsleven en met onderwijsinstellingen.

3.6 Vormgeving

Rotterdam heeft een omvangrijke en actieve ontwerpersgemeenschap, die zich steeds meer begeeft op het terrein van de digitale media. Deze krachtige sector verdient het om (wederom) als speerpunt op de gemeentelijke beleidsagenda geplaatst te worden. De vormgeving van websites, cd-roms en andere digitale media is niet alleen een artistieke verantwoordelijkheid, maar kan ook bijdragen aan een grotere toegankelijkheid van deze media.^° Ook vormgevers en 'interaction designers' (gespecialiseerd in het vormgeven van digitale interactieve processen)

hebben vaak een interdisciplinaire praktijk waarbij ze werkzaam zijn in het bedrijfsleven, in de (gesubsidieerde) kunstsector en eventueel ook in het onderwijs. Vooral jonge ontwerpers verdienen ondersteuning om de stap te kunnen maken van de academie naar een eigen ontwerppraktijk.

3.7 Lokale initiatieven

In aansluiting op de agenda van de stad (m.n. 'wijken van waarde' en 'betrokken burgers') worden in Rotterdam veel initiatieven in de wijken ontwikkeld. Zo ook op het gebied van de nieuwe media. De gemeentebibliotheek, scholen, buurthuizen en het OBR richten

computerlokalen in waar onder deskundige begeleiding al dan niet met speciale programmatuur wordt gewerkt, of organiseren projecten voor specifieke doelgroepen. De belangrijkste

doelstellingen van deze wijkprojecten zijn het bevorderen van de sociale cohesie, het

kennismaken met de techniek en het begeleiden naar of op de arbeidsmarkt. Een meer algemene doelstelling behelst de strijd tegen de digitale tweedeling in de samenleving. De initiatieven in de wijk zijn bij uitstek geschikt om een aantal belangrijke kwesties en vragen uit te diepen.

Bijvoorbeeld over de relatie tussen het fysieke en het virtuele publieke domein, de relatie tussen het mondiale karakter van communicatie via Internet en sterk lokaal gerichte communicatie in de buurt. Juist hierbij kan de kunst- en cultuursector een belangrijke rol spelen, omdat deze zich vaak bezighoudt met dit soort vragen. Helaas moet geconstateerd worden dat de buurtprojecten die geïnitieerd worden door de bibliotheken, scholen en buurtcentra nauwelijks verbindingen hebben met de kunst- en cultuursector. Toch zijn er vele verbindingen en knooppunten mogelijk, zoals bijvoorbeeld tussen Digital Playground en de 'intelligente straat'. Dit project van het OBR i.s.m. Microsoft voorziet alle woningen in een straat in een Rotterdamse achterstandwijk van een computer en een Internetaansluiting. Over de diensten die worden aangeboden, de inhoud van het project, moet nog nagedacht worden!

3.8 Conclusie

De nieuwe culturele arena in Rotterdam is in ontwikkeling, maar kan nog veel verder uitgebouwd en ontwikkeld worden. Tussen de kunstinstellingen wordt al veel samengewerkt, zij het dat er nog een kloof bestaat tussen de zichtbare en onzichtbare instellingen en initiatieven in de arena.

De verbindingen tussen de verschillende sectoren zijn nog mager. De koppeling tussen

'° Zie ook het RKS-advies 'Vormgeving in Rotterdam', november 1998.

(13)

onderwijsinstellingen en bedrijfsleven wordt relatief vaak gemaakt met het oog op het vergroten van arbeidskansen. De kunst- en cultuursector kan onder meer een belangrijke bijdrage leveren aan onderwijsprojecten door speciale (digitale) gereedschappen te ontwikkelen waarmee jong en oud zelf in korte tijd vaardig kunnen worden. Op een ander niveau is verbinding tussen onderwijs en de kunstsector van belang om een gezonde voedingsbodem te creëren voor de nieuwe-

mediacultuur. De koppeling tussen het bedrijfsleven de vormgevingssector ligt voor de hand, maar zou nog meer gestimuleerd moeten worden.

De nieuwe culturele arena begint vorm te krijgen, maar er moet nog veel gebeuren. De kunst-

en cultuursector moet nog meer van zich laten horen en zelf aansluiting zoeken bij de agenda

van de stad. In deze fase is het uitermate belangrijk dat onderzoek wordt gestimuleerd naar de

plaatsten waar aansluitingen plaats moeten vinden.

(14)

Hoofdstuk 4: Aanbevelingen

4.1 Interdisciplinair beleid

• Voor de ontwikkeling van de digitale Rotterdamse mediacultuur is een interdisciplinair

beleidsperspectief cruciaal. Er zou structureel overleg moeten plaatsvinden tussen de diverse beleidsterreinen, waarbij economische, sociale en culturele componenten

gelijkwaardig aan bod komen. Op deze wijze kan de kunst- en cultuursector in een vroeg stadium een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld onderwijsprojecten op het gebied van de nieuwe media. Juist vanuit de intellectuele en culturele wereld wordt veel van de

denkkracht voor de nieuwe media geleverd. Het zijn immers de (toegepaste) kunstenaars die het media-landschap vorm moeten geven.

• Voor het oplossen van het beleidskundig coördinatieprobleem bestaan diverse mogelijkheden. Het formeren van een interdisciplinaire groep van gemeentelijke beleidsambtenaren die betrokken zijn bij de besluitvorming rondom nieuwe media, eventueel aangevuld met een 'quality-team' waarin externe deskundigen zitting hebben die zich bezighouden met het bewaken van de kwaliteit van de nieuwe media cultuur in Rotterdam.

• Ook de politieke besluitvorming over nieuwe media of ICT beleid zou zo min mogelijk gehinderd moeten worden door de schotten van de bestaande raadscommissies.

• Het creëren van toegankelijke budgetten voor niéuwe-mediacultuur waarbij ook economische en onderwijsgelden beschikbaar worden gesteld. Op deze wijze kan kennisoverdracht en innovatie gestimuleerd worden.

• Stimuleren en faciliteren van cross-overs met andere sectoren en ontwikkelingen, om te beginnen bij bestaande verbindingen tussen cultuur, onderwijs en bedrijfsleven.

4.2 Agenda van de stad

• Het cultuurbeleid moet een duidelijke aansluiting maken bij de politieke agenda van de

stad. Zo worden de ontwikkelingen binnen de nieuwe mediacultuur verbonden met de ontwikkeling van de stad.

• De gemeente moet de digitale media niet zien als louter voorlichtingsinstrument maar als discussiemedium met daarbij behorende nieuwe mores. Dit betekent dat de organisatie van de gemeentelijke bureaucratie in sommige opzichten aangepast moet worden.

• Stimuleren en faciliteren van een grotere zichtbaarheid van de Rotterdamse digitale mediacultuur, zowel op Internet als in de fysieke wereld. Dit kan bijvoorbeeld door websites van bedrijven en gemeentelijke instellingen door professionele vormgevers te laten ontwerpen.

• Stimuleren van de ontwikkeling van een digitaal publiek domein, onder meer om tegenwicht te bieden aan de dominantie van de marktwerking.

• Faciliteren van digitale werkplaatsen voor (jonge) professionals. Voor deze groep bestaan

momenteel nauwelijks faciliteiten. Niet alleen moet geïnvesteerd worden in apparatuur

en programmatuur maar vooral ook in mensen die de kennis weer over kunnen dragen.

(15)

• stimuleren en faciliteren van lokale initiatieven in de wijk op het gebied van nieuwe media, waardoor mensen kennis kunnen nemen van de mogelijkheden van de nieuwe media, sociale verbanden in de fysieke wereld worden versterkt en betere kansen worden gecreëerd op de arbeidsmarkt.

4.3 Niéuwe-mediakunsten

• Stimuleren en faciliteren van nieuwe podia en presentatievormen voor de digitale mediacultuur en tevens het stimuleren van het onderzoek hiernaar.

• Stimuleren van kritische reflectie en theoretische verdieping. Thema's: copyright in een informatiesamenleving, het digitale publiek domein, digitale archivering en

collectievorming, invloed van digitale media op sociale cohesie, etc. Stimuleren van onderzoek naar (mogelijke) knooppunten in de nieuwe mediacultuur.

• Stimuleren van verdere groei van de Rotterdamse vormgeversector met name voor digitale media.

• In kaart brengen van gehele spectrum van de digitale-mediacultuur in Rotterdam.

4.4 Opmerl<ing tot slot

De opkomst van de nieuwe media wordt, niet ten onrechte, door vele deskundigen gekenschetst als een maatschappelijke revolutie, in impact voor de huidige en komende generaties te

vergelijken met de industriële revolutie in de 19^ eeuw, of de uitvinding van de boekdrukkunst nog eerder.

Naast veel onzekerheid over het te voeren beleid biedt zo'n 'revolutie' ook ongekende

mogelijkheden aan bestuurders. Mogelijkheden om allerlei vastgeroeste patronen te doorbreken dooreen onconventionele allocatie van mensen en middelen. Mogelijkheden om lang gewenste maatschappelijke ontwikkelingen en culturele inhaalmanoeuvres exponentieel te versnellen. De grote stad is daar wellicht nu net het geëigende draagvlak voor.

(16)

Bijlage 1

Geraadpleegde nota's:

Rotterdam

• Las Palmas, Internationaal Centrum voor Beeldcultuur. Beleidsplan 2001-2004, maart 2000

Profielschets Rotterdams Medialandschap. Gepke Bouma, maart 2000 E-visie, concept startnotitie, februari 2000

Rotterdam Lerende Stad, Plan van Aanpak 2000 Visie 2010, Rotterdam op koers, concept versie 1999

Vestigingsplan Bibliotheken Rotterdam, herziene versie, maart 1999

Rotterdam Media Agenda. Praktijk en beleid op het gebied van kunst en cultuur en digitale media in Rotterdam, 1998

Inventarisatie infrastructuur film, televisie, video en nieuwe media In Rotterdam. Jamain Brigltha, Culturele Zaken Rotterdam, 1999

Vormgeving In Rotterdam, adviesnota Rotterdamse Kunststichting, november 1988 Met raad en daad, collegeprogramma Rotterdam 1998-2002

Business@Rotterdam, Businessplan voor Rotterdam als koploper voor het zakendoen op de elektronische snelweg, 1996

Nieuwe Media in Rotterdam, Rotterdamse Kunststichting, 1995 Jaarverslagen RKS, 1995-1998

Algemeen

Digitale media in de technologische cultuur. Perspectieven voor een kunst- en cultuurbeleid. MIchiel Schwarz, OCenW, 1999

Cultuur als confrontatie. Uitgangspuntenvoor het cultuurbeleid 2001-2004, OCenW, 1999 New Media Culture in Europe. Virtueel Platform, 1999

New Media Logbook. Kunst.NRW.NL, 1999

De Digitale Delta. Nederland oNLine. Gezamenlijke publicatie van de ministeries van Economische Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Financiën, Justitie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat, 1999

Cultuur en nieuwe media; tweerichtingsverkeer. Een verkennende literatuurstudie.

Y.C. Mets, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 1998

The Amsterdam Agenda. Fostering Emergent Practice In Europe's Media Culture, 1997 Van dada tot data. Technologische innovatie in kunst en cultuur. Beleidsplan Virtueel Platform, 1996

(17)

Bijlage 2

Deelnemers RKS-expertmeetings, 11 en 14 april 2000:

Alex Adriaansens Christine de Baan IMartine Brinkhuis Jeroen Chabot Wapl<e Feenstra Robert de Haas Willem Hamel Johan Henderson Huub 't Hoen Francisco van Jole Maarten Knoester Sandra Korthals Steven Lenos Liesbeth Levy Nat Muller Dick Rijken Paul Rutten Femke Snelting Willem Velthoven Jules van de Vijver Bob Vlaskamp Piet Vollaard Margareth Wallée Kees Weeda

directeur V2

beleidsmedewerker Nieuwe Media, Rotterdamse Kunststichting auteur nota Nieuwe Media in Rotterdam

Willem de Kooning Academie kunstenaar

directeur Rotterdamse Kunststichting, cultuurmakelaar Feijenoord Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, afdeling Innovatie

voorzitter deelgemeente Feijenoord directeur Kuub 3

Internetjournalist

unitdirecteur opleiding Communicatie, Ichthus Hogeschool VVD Rotterdam, commissies Kunstzaken, EZ en Onderwijs Instituut voor Publiek en Politiek, Amsterdam

debatprogrammeur Zaal de Unie V2

VPRO, Sandberg Instituut

hoogleraar Culturele Industrie, EUR De Geuzen, Willem de Kooning Academie directeur Mediamatic

directeur Sint Joost Academie, Breda Gemeentebibliotheek Rotterdam ArchiNed

cuituurscout RKS in Feijenoord

hoofd Culturele Zaken, gemeente Rotterdam

Voozitter:

Michiel Schwarz adviseur op het gebied van de technologische cultuur

(18)

Bijlage 3

EEN WERELD ZONDER MONDEN

Rotterdam kent een bloeiende en hoogwaardige Internetcultuur die echter vrijwel nergens is terug te vinden. Er zijn weliswaar instituten die zich toeleggen op digitale media, zoals bijvoorbeeld V2, of daar zijdelings aandacht aan besteden, zoals het Centrum voor Beeldende Kunst, maar de grote groep individuen die op Internet actief is, lijkt op lokaal niveau nauwelijks met elkaar in contact te staan.

"Weetje wat het verschil is tussen een website die voortdurend verandert en een die altijd het hetzelfde blijft?" vroeg een Rotterdamse kunstenaar retorisch "Voor de laatste kun je

kunstsubsidie aanvragen en voor de eerste niet. Want kunst is statisch in de opvatting van commissies. Verandering vinden ze kennelijk eng. Stel je voor dat ze geld geven aan iets waar ze geen vat op hebben, een project dat morgen anders kan zijn. Dus zie je dat de Amsterdamse kunstsites statisch zijn en de Rotterdamse niet. Hier krijg je toch geen geld voor internetkunst."

De opmerking is natuurlijk gechargeerd maar er zit wel een kern van waarheid in. Rotterdamse sites met een artistieke inslag vallen op door de dynamiek, hun voortdurende - soms zelfs dagelijkse - verandering. En ze bloeien tegen de verdrukking in.

Een exponent van die tendens is het werk van Ellen Pronk. 'Architect of Change' noemt ze zichzelf en de vernuftige kunsten die ze bijna dagelijks op haar site vertoont zijn 'cadeautjes', een woordgrap op het woord 'presents'.

De site van Pronk lokt dagelijks circa honderdvijftig bezoekers. Dat lijkt misschien niet veel maar niettemin heeft ze een tamelijk goede reputatie in de wereld van de liefhebbers van digitale webkunst. Haar naam duikt keer op keer op in de staalkaarten van kunstzinnige

netexperimenten.

Ellen Pronk maakt deel uit van een groep Rotterdamse kunstenaars die onzichtbaar voor de offline buitenwereld een reputatie opbouwen in het digitale universum. Onzichtbaar omdat het werk alleen via Internet is te bewonderen maar ook omdat de sites zelf vaak niet tot Rotterdam zijn te herleiden. Niet alleen omdat de geografische locatie in de digitale wereld nu eenmaal van ondergeschikt belang is maar ook omdat de stad het probleem kent dat er buiten Internet amper mogelijkheden zijn om zich rond het gegeven van digitale kunst te organiseren. Er bestaat geen georganiseerde structuur en er is geen plek waar de lokale digitale elite elkaar ontmoet. Zelfs niet op Internet, uitzonderingen daargelaten.

Zo'n uitzondering is www.alt0169.com, de populairste weblog van Nederland, met als drijvende kracht de Rotterdamse kunstenaars Jeroen Bosch en Joep Vermaat. Een weblog is een soort openbaar notitieblok waar de maker zichtbaar voor de wereld zijn aantekeningen over digitale reizen en andere gebeurtenissen achterlaat.

De Rotterdamse factor is bij alt0169 wel opvallend aanwezig en inmiddels is de site uitgegroeid tot een soort verzamelpunt van een groep Rotterdamse kunstenaars. Toeval is daarbij een belangrijke factor. Illustratief is hoe Bosch, die dagelijks Internet afstruint, in 1999 in een interview met het Rotterdamse e-zine Project A vertelt over zijn 'ontdekking' van de site van Pronk: "Zo heb ik ook de pagina van Ellen "The Architect of Change" bij stom toeval ontdekt, terwijl ze er al tijden mee bezig was."

Op dezelfde manier leerde hij Han Hoogerbrugge kennen die de site Modern Living maakt, waar animaties zijn te vinden waarin de kunstenaar zelf de hoofdrol speelt. Die kennismaking leidde er toe dat Bosch deel ging uitmaken van het collectief Het Wilde Weten. Deze groep lijkt inmiddels het epicentrum te worden van de groeiende groep Rotterdammers die zich via Internet op kunstzinnige wijze uit.

Dat is op zichzelf gunstig maar tegelijkertijd ook een wankele basis. Het hierboven aangehaalde e-zine Projecta, dat tot een van de beste van Nederland behoorde, vervulde eerder een

soortgelijke functie doch verkeert al maanden in comateuze toestand omdat de vrijwilligers hun vleugels elders hebben uitgeslagen. Met als gevolg dat toeval de ontwikkeling van de digitale

(19)

cultuur in Rotterdam lijkt te bepalen en continuïteit een bedreigd verschijnsel is. Zowel wat betreft het tot stand komen van initiatieven en samenwerking als het ontdekken van eikaars bestaan.

Een van de redenen voor het feit dat in Rotterdam toeval de enige bindende factor is, wordt veroorzaakt door het feit dat de stad op Internet eigenlijk niet bestaat. Als gemeenschap of coherent geheel is Rotterdam online niet terug te vinden, het is meer een eilandenrijk van losse initiatieven.

Dat beeld komt overeen met de manier waarop de stad Rotterdam zich officieel op Internet presenteert. Ga naar www.rotterdam.nl en er doemt een beeld op van een eilandenrijk. Alle gemeentelijke diensten en instellingen worden keurig vermeld maar wat ontbreekt is enige cohesie of osmose. Het is een verzameling links. Niets meer, niets minder. Nergens worden bruggen geslagen, niet onderling en al helemaal niet naar de burger.

Bij de officiële presentaties van steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht is dat anders. Daar is nog getracht het stadsleven te grijpen, er staan bijvoorbeeld aankondigingen, nieuwsberichten en bezoekers worden uitgenodigd hun mening te geven, hetzij in geschrift dan wel door middel van 'polls'. Kortom, er wordt, hoe knullig soms ook, getracht een gevoel van gemeenschap te creëren De site van Rotterdam daarentegen is statisch, en stil als een begraafplaats van logo's.

Die statische toestand Is misschien wel een afspiegeling van de culturele werkelijkheid.

Rotterdam lijkt bevangen door een solistische inslag. De stad kent immers ook geen levendige debatcultuur, noch een centrum als bijvoorbeeld het Amsterdamse De Balie dat tot doel heeft het maatschappelijk debat te initiëren Evenmin is er sprake van een krachtig informeel circuit, dat zich uit in bijvoorbeeld wekelijkse borrel-ontmoetingen.

Evenzeer speelt de eenzijdigheid van media in de stad een rol. Radio Rijnmond, TV Rijnmond en het Rotterdams Dagblad lijken zich allemaal op hetzelfde publiek te richten. Voor de alternatieve cultuur is amper aandacht. Opvallend is bijvoorbeeld dat op de wekelijkse pagina Digitaal van het Rotterdams Dagblad amper lokale initiatieven aan bod komen. Terwijl in de praktijk de oude media juist een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van een digitale cultuur. Naast mond- tot-mond reclame is vermelding in oude media de belangrijkste verbreider van kennis over sites.

Tegelijkertijd kan een andere belangrijke oorzaak aangewezen worden voor de eilandenstructuur op Internet. In 1994 werd in Rotterdam op instigatie van het Filmfestival door een verzameling instellingen, waaronder Spirit, en individuen het initiatief genomen tot oprichting van MediaPort.

Voorbeeld voor dit initiatief was De Digitale Stad van Amsterdam, een project dat expliciet tot doel had de burger kennis te laten maken met Internet en tegelijkertijd de relatie tussen die burgers en de overheid te verbeteren.

Aanvankelijk waren medewerkers van De Digitale Stad ook betrokken bij dit initiatief maar dat contact liep al snel stuk op de verschillen van inzicht met de Rotterdamse dienst Spirit, die een veel centralistischer model voor ogen had dan het open initiatief waar DDS juist voor stond. Dit leidde er mede toe dat DDS het gebruik van de naam Digitale Stad door Spirit verbood.

Achteraf kan geconstateerd worden dat het model van Spirit niet heeft gewerkt. MediaPort heeft nooit de status van een digitale stad weten te bereiken. Wel baarde de organisatie in de

afgelopen jaren opzien met restrictieve acties die in schril contrast staan met het open karakter van Internet. Zo sleepte Spirit in 1995 de Rotterdamse provider IPR voor de rechter omdat deze de vacatures van het Arbeidsbureau online zette. En in januari 1998 werden van MediaPort particuliere pagina's verwijderd omdat de eigenaar het waagde - milde - kritiek te uiten op Spirit. In het licht van het stimuleren van Internetgebruik zijn dat rampzalige acties.

Mediaport is dan ook verre van een succes. De organisatie claimt dat 2000 particulieren hun homepage hebben ondergebracht op het systeem. In werkelijkheid blijken dat er 1.442 te zijn.

En 8.241 mensen hebben een e-mail-adres bij MediaPort zo leert een overzicht. Ter vergelijking:

De Digitale Stad heeft volgens eigen opgave circa 160.000 bewoners (e-mail adressen) waarvan er ruim 12.000 een homepage op het systeem hebben ondergebracht. Ook in vergelijking met andere steden is het een mager resultaat. Zo telt de De Digitale Stad Delft ruim zevenhonderd verwijzingen naar homepages oftewel de helft van het aantal bij MediaPort terwijl Delft als stad nog geen zesde van het aantal inwoners van Rotterdam heeft. Het aardige van de Digitale Stad

(20)

Delft is bovendien dat deze organisatie tracht een overzicht te bieden van sites die hun oorsprong in de stad hebben.

Tegelijkertijd is Spirit wel al jaren een van de belangrijkste gemeentelijke beleidsinstrumenten voor innovatie op het gebied van technologie. In het veld heeft de organisatie echter ronduit een slechte naam en wordt ze eerder ervaren als een belemmering dan een stimulans. De statische en gesloten toestand van een site als www.rotterdam.nl wordt hoogstwaarschijnlijk mede veroorzaakt door het feit dat de pagina een product is van Spirit.

Natuurlijk zijn er ook andere verklaringen voor het ontbreken van een coherente cultuur.

Rotterdam kreeg pas relatief Naat' lokale providers. De pioniers moesten in 1993 nog tegen hoge kosten interlokaal verbinding zoeken via providers xs4all (Amsterdam) en knoware (Utrecht).

Daarnaast kreeg Rotterdam ook later dan andere steden de mogelijkheid van het relatief goedkope Internet via de kabel.

Ondanks die tegenwerking en moeizame start bloeit er in Rotterdam wel zoiets als een

Internetcultuur, al kost het dus zoals gezegd veel moeite om daar zicht op te krijgen. Een cultuur die zich onttrekt aan het zicht van instanties en eigenlijk ook aan de Internetgebruiker als er niet hardnekkig naar op zoek wordt gegaan. Een overzicht kan dan ook niet meer dan willekeurig zijn. Zo is er bijvoorbeeld de site van Jocghem Niemantsverdriet, pseudoniem van Marcel van der Drift, met als veelzeggende titel "Het gebrek aan avonturen van Niemantsverdriet'. Op de site zijn bijna poëtische kleine interactieve werken te vinden. Het gastenboek bevat dan ook lyrische reacties als "Prachtige site, ik krijg er spontaan een minderwaardigheidscomplex van."

Een ander opvallend succesnummer is extragratis.com van Hubert Roth. Inhoudelijk gezien een tegenpool van Niemantsverdriet. Geen poëzie maar dagelijks korte simpele animaties over een poepend hondje. De site is genomineerd voor de Amerikaanse "Cool Site of the Year'-award.

Cultuur reikt verder dan kunst. In z'n meest simpele vorm gaat het om de vraag hoe mensen leven. Aad van der Struijs, "een 'vuttende' Rotterdammer", is met zijn site Rotterdam in Beeld een succesvol voorbeeld daarvan. De site biedt een overzicht van verhalen en foto's uit

Rotterdam met de nadruk op het gewone leven.

Freelance journaliste Janny Kok probeert op haar beurt op de site Rotterdam Explained inzicht te geven in de geschiedenis en het leven in de stad. Tevens biedt ze overzicht van sites die aan Rotterdam gewijd zijn.

Gezamenlijk vormen de sites een dwarsdoorsnede van wat duizenden actieve Internetgebruikers op lokaal gebied tot stand brengen. Wat er in Rotterdam echter ontbreekt is een - digitaal of analoog - platform waar dergelijke individuen die op persoonlijke basis experimenteren met de mogelijkheden van Internet elkaar weten te vinden. Het zou mooi zijn als zoiets er was, al was het alleen maar om de mond-tot-mond reclame te bevorderen.

Francisco van Jole

Genoemde sites:

Ellen, architect of change:

http://www.lfs.nl/

Alto 169:

httD://www.alto 169.com/

Project A:

httD://www. pro1ecta.net

(21)

Modern Living:

http://www.hooqerbruqqe.com/

Jocghem Niemantsverdriet:

http://www.nobodvhere.com/

ExtraGratis

http://www.extraqratis.com

Rotterdam in Beeld:

http://u5ers.bart.nl/~astrui1s/

Rotterdam Explained:

http://www.xs4all.nl/~iannvkok/

(22)

De Rotterdamse Kunststichting stimuleert de ontwikkeling van kunst en cultuur in de stad door middel van subsidiëren, adviseren en debat.

bezoekadres Mauritsweg 35

postadres Postbus 2800 3000 CV Rotterdam

telefoon (010) 414 16 66

telefax (010) 413 51 95

e-mail rks@rks.nl

internet http://www.rks.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The scale and pace of the present methane rise (roughly 60 ppb in 9 years since the start of 2007), and the concurrent isotopic shift showing that the increase is dominantly

lichamelijke toestand. De manier waarop de situatie wordt neergezet laat een grotesk tafereel zien waarin de onverschilligheid om wat Violet overkomt, het plezier dat Wonka

Een bewoner van een monumentale woning in een niet-monumentale buurt op dezelfde afstand van het historisch centrum is bereid om circa 65.000 euro extra te betalen voor zijn

Dat media elkaar kunnen beïnvloeden is een feit en de vraag wie nu eigenlijk wie beïnvloedt erg interessant. De hoofdvraag blijft echter altijd wie bepaald nu

In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van een regionaal nieuwe media kennisnetwerk.. Ten behoeve van

Wanneer vertegenwoordigers van andere culturen zich in Nederland vestigen –en daar is de afgelopen decennia in Nederland sprake van geweest– dan kan de Nederlandse samenleving

We zullen meer moeten doen met de impulsen en ener- gie van jongens en daar beter op inspelen, niet omdat zij zielig zijn, maar omdat zij er recht op hebben en omdat wij

Zo zien de aspirant-leraren veel mogelijkheden in de tablets, waar niet alleen de beschikbaarheid van de tool, maar ook de links naar woordverklaringen en naar andere media,