PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Biologie
Les 2
TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN.
Thema: WEEFSELS EN ORGANEN
De tekening geeft schematisch een dwarsdoor- snede van de buikholte van de mens weer.
Enkele organen zijn getekend en genummerd.
rugzijde
1 2 3 4
De nier is aangegeven met cijfer:
4.
Delen van plantaardige weefsels zijn:
1. celwanden;
2. bladgroenkorrels;
3. grote, centrale vacuolen.
Welke van deze delen kunnen ook in een dierlijk weefsel voorkomen?
Geen van deze delen.
Thema: STEVIGHEID
Komt in een teen van een mens been voor?
En kraakbeen?
been kraakbeen ja ja
Welk organisme heeft chitine in de steun- gevende delen?
Een muskiet.
De afbeelding geeft een huidmondje van een plant met omringende cellen weer.
1 2 3
Op welke van de aangegeven plaatsen kan turgor optreden?
Op de plaatsen 1 en 3.
Thema: STOFWISSELING
In een weiland groeit olifantsgras.
In de bodem van ditzelfde weiland leven ook regenwormen en bodembacteriën.
Welkevandezeorganismenkunnenanorganische stoffen omzetten in organische stoffen?
Het olifantsgras.
Ronald heeft een vetrijke maaltijd gegeten.
Door welk enzym zullen de vetten in het lichaam van Ronald verteerd worden?
Door lipase.
In welk deel van het spijsverteringskanaal monden de afvoerbuizen van zowel de galblaas als van de alvleesklier uit?
In de twaalfvingerige darm.
Twee beweringen over autotrofe organismen zijn:
I Autotrofe organismen hebben andere organismen nodig voor hun voedsel.
II Schimmels zijn autotrofe organismen.
Voor deze beweringen geldt:
I en II zijn beide onjuist.
De tekeningen geven drie stadia van de ontwikkeling van een kikker weer.
1 2 3
In welk(e) stadium (stadia) neemt het organisme zuurstof op door kieuwen en in welk(e)
stadium (stadia) door longen?
kieuwen longen alleen 1 en 2 alleen 3
Het opnameoppervlak van de ademhalings- organen van de gewervelde dieren wordt vergroot door:
Het aantal kieuwplaatjes en longblaasjes.
Thema: TRANSPORT
In het bloed van de mens komen onder andere voor:
1. rode bloedcellen;
2. witte bloedcellen;
3. hormonen.
Welke van de bovengenoemde komt/komen ook voor in lymfe?
Alleen 2 en 3.
P
Iemand knipt een tak van een plant af,voordat er bladeren aan de takken zitten.
Enkele uren daarna komt er nog steeds vocht uit het snijvlak P tevoorschijn.
Het vocht wordt naar buiten geperst door:
De worteldruk.
Twee beweringen over het hart bij vissen en amfibieën zijn:
I Bij een vis bestaat het hart uit één boezem en één kamer.
II Bij amfibieën bestaat het hart uit twee boezems en één kamer.
Voor deze beweringen geldt:
I en II zijn beide juist.
Bij een bepaalde plantenziekte sluit een schimmel de houtvaten in de stam van de boom af.
De boom gaat dood, doordat:
Anorganische stoffen vanuit de wortels de bladeren niet meer kunnen bereiken.
Thema: OPSLAG VAN RESERVEVOEDSEL
Enkele delen van een plant zijn:
1. een knol;
2. een wortelstok;
3. een zaad.
In welke delen kan zetmeel opgeslagen zijn?
In 1, 2 en 3.
In dierlijk weefsel worden koolhydraten opgeslagen in de vorm van:
Glycogeen.
Thema: UITSCHEIDING
Bij de verbranding van glucose in lichaamscellen van de mens ontstaat onder andere
koolstofdioxide (koolzuurgas).
Koolstofdioxide verlaat ons lichaam vooral via:
De longen.
Bij de mens kunnen de volgende processen plaatsvinden:
1 het krijgen van kippenvel;
2 het verwijden van de bloedvaten in de huid;
3 het produceren van meer zweet door de zweetklieren.
Welke van deze processen treden op als iemand het warm heeft?
Alleen de processen 2 en 3.
Thema: HORMONEN
De tekening geeft enkele organen van de mens weer.
1
2
3
4 Zowel hormonen als koolhydraatverterende enzymen worden geproduceerd in orgaan:
4.
Als iemand schrikt, komt er een hormoon in het bloed vrij waardoor het glucosegehalte van het bloed snel stijgt.
Welk hormoon is dat en waar wordt het geproduceerd?
hormoon geproduceerd in adrenaline bijnier
Bij de mens worden hormonen die de vorming van voortplantingscellen regelen,
geproduceerd door de:
Hypofyse.
Bij Mevrouw Nadia wordt de schildklier minder actief.
Wat is het gevolg hiervan?
Haar stofwisseling wordt trager.
Thema: IMPULSGELEIDING
Twee beweringen over de pupilreflex zijn:
I De pupilreflex heeft een beschermende werking.
II De pupilreflex is een aangeboren reflex.
Voor deze beweringen geldt:
I en II zijn beide juist.
In welk deel van het zenuwstelsel vinden processen plaats waardoor iemand de stem van een bepaalde persoon herkent?
In de grote hersenen.
In het schema geven de pijltjes de weg aan die een impuls aflegt bij een kniepeesreflex.
1
2
Stelt 1 een zintuigcel of spiercel voor?
Stelt 2 het ruggenmerg of de grote hersenen voor?
1 stelt voor 2 stelt voor een zintuigcel het ruggenmerg
Drie beweringen over zenuwen in het menselijk lichaam zijn:
I Een gemengde zenuw bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en van bewegings- zenuwcellen.
II De geleiding van impulsen van het
ruggenmerg naar armspieren vindt plaats door gevoelszenuwcellen.
III De geleiding van impulsen van het
ruggenmerg naar zweetkliertjes vindt plaats door bewegingszenuwcellen.
Voor deze beweringen geldt:
Alleen I en III zijn juist.
Thema: ZINTUIGEN
Een oog van de mens heeft drie oogvliezen.
Wat is van buiten naar binnen de volgorde van deze vliezen?
Harde oogvlies – vaatvlies – netvlies.
Als de ooglens een zo plat mogelijke vorm heeft, is het oog ingesteld op het zien van voorwerpen:
Op grote afstand.
Uit welke huidlaag van de mens wordt er bloed opgezogen door een muskiet?
Uit de lederhuid.
Welk deel van het oor kan beschadigd worden als men met een scherp voorwerp in het oor gaat?
Het trommelvlies.
Thema: GROEI EN ONTWIKKELING
Drie orgaanstelsels van een vlinder zijn:
1. het spierstelsel;
2. het spijsverteringsstelsel;
3. het zenuwstelsel.
In welke orgaanstelsels treden tijdens het popstadium veranderingen op?
In 1, 2 en 3.
Twee beweringen over tweelingen zijn:
I Een tweeling die bestaat uit een jongen en een meisje is altijd twee-eiig.
II Een tweeling die bestaat uit twee meisjes is altijd één-eiig.
Voor deze beweringen geldt:
Alleen I is juist.
Kan de bacoveplant zich geslachtelijk voortplanten? En ongeslachtelijk?
geslachtelijk ongeslachtelijk
nee ja
Enkele processen bij de groei en ontwikkeling van de zonnebloemplant zijn:
1. bestuiving;
2. bevruchting;
3. bloei;
4. kieming;
5. zaadvorming.
In welke volgorde treden deze processen op bij de zonnebloemplant?
4 – 3 – 1 – 2 – 5.
Thema: HET MILIEU
Welke organismen staan aan het begin van een voedselketen?
Gras.
Op grote schaal worden tegenwoordig bomen in de oerwouden gekapt.
Bovendien breiden de woestijnen zich uit.
Wat kan hiervan het gevolg zijn voor het koolstofdioxide- en zuurstofgehalte in de atmosfeer?
het koolstofdioxide- gehalte zal
het zuurstof- gehalte zal
stijgen dalen
Thema: TROPISCHE HYGIENE
Welke worm veroorzaakt geen ziekte?
De regenworm.
Als men wil weten of iemand dengue heeft, moet men een … onderzoek laten doen.
Wat moet er worden ingevuld?
Bloed.
Malaria wordt veroorzaakt door:
Een eencellig diertje.